Uitkeringen oudere werklozen IOAW, IOW en IOAZ

Datum laatste wijziging: 16 maart 2021  |  Trefwoorden: , , , , , , , , , , , , ,

Inhoud

  1. Soorten uitkeringen
  2. Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (IOAW)
  3. Voorwaarden IOAW-uitkering
  4. Inkomsten en de IOAW-uitkering
  5. Gedeeltelijke vrijlating van inkomsten uit arbeid
  6. Eenmalige uitstroompremie
  7. Inkomsten die niet van invloed zijn op de IOAW-uitkering
  8. Inkomensvoorziening Oudere Werknemers IOW
  9. Voorwaarden IOW-uitkering na afloop WW-uitkering
  10. Voorwaarden IOW-uitkering na afloop WGA-uitkering
  11. Hoogte IOW uitkering
  12. Inkomensvoorziening Oudere Arbeidsongeschikte Zelfstandigen IOAZ
  13. Voorwaarden IOAZ
  14. Gedeeltelijke arbeidsongeschikt en IOAZ-uitkering
  15. IOAW-uitkering aangemerkt als inkomsten uit vroegere arbeid
  16. Kabinet verlengt IOW met 4 jaar
  17. IOW-uitkering vaker aangevraagd

Soorten uitkeringen

Voor oudere werklozen bestaan 3 soorten uitkeringen:
  1. de IOAW (Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers)
  2. IOW (Inkomensvoorziening Oudere Werknemers)
  3. IOAZ (Inkomensvoorziening Oudere Arbeidsongeschikte Zelfstandigen)
Vanaf 1 januari 2015 is de IOAW alleen voor een kleinere groep beschikbaar. De IOW blijft bestaan tot 2020.

Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (IOAW)

U kunt in aanmerking komen voor een IOAW-uitkering als u 50 jaar of ouder bent en werkloos. Na uw WW- of WGA-uitkering kunt u mogelijke een IOAW-uitkering krijgen. De IOAW-uitkering is een aanvulling op uw (gezins)inkomen tot bijstandsniveau. U krijgt de uitkering op basis van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW).

Een IOAW-uitkering krijgt u op basis van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers.

Voorwaarden IOAW-uitkering

U komt in aanmerking voor een IOAW-uitkering als u onvoldoende inkomen heeft om van te leven. Voor de IOAW telt het inkomen van uw partner ook mee. Het inkomen van kinderen telt niet mee. Daarnaast moet u aan ten minste 1 van de volgende voorwaarden voldoen:
  1. U bent op of na uw 50e jaar werkloos geworden en geboren voor 1-1-1965, maar u heeft nog niet de AOW-leeftijd. U kreeg langer dan 3 maanden een WW-uitkering.
  2. U heeft op of na uw 50e recht gekregen op een WGA-uitkering. (Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). Deze WGA-uitkering is gestopt omdat u bij uw herkeuring voor minder dan 35% arbeidsongeschikt was.
  3. U bent gedeeltelijk arbeidsongeschikt (minder dan 80%). En u had op 28 december 2005, voor de komst van de WIA, een IOAW-uitkering.
Uw gemeente controleert of u aan de voorwaarden voldoet en beslist of u een IOAW-uitkering krijgt.

NB: Door de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) geldt de IOAW niet meer voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte oudere werklozen. Als u tot die groep behoort, ontvangt u mogelijk wel een toeslag op grond van de Toeslagenwet.

De IOAW vult het totale inkomen van u en uw eventuele partner aan tot bijstandsniveau. De gemeente bepaalt of u een IOAW-uitkering krijgt. De gemeente kijkt onder andere of:
  1. u inkomsten uit arbeid heeft of inkomsten die voortkomen uit een eerder salaris, bijvoorbeeld een WW-uitkering (als u meerdere banen had en daaruit later werkloos bent geworden);
  2. u een partner heeft met inkomsten (arbeidsinkomsten, uitkeringen, pensioen);
  3. Is uw partner overleden? Dan kijkt de gemeente ook naar het nabestaandenpensioen.
Zie ook: http://wetten.overheid.nl/BWBR0004044/2018-01-01

Inkomsten en de IOAW-uitkering

De IOAW-uitkering is bedoeld om een inkomen te verschaffen dat ligt op (tenminste) het bijstandsniveau. In het algemeen betekent dit dat andere inkomsten die u of uw partner heeft, met de IOAW-uitkering verrekend zullen worden. Toch zijn er ook bepaalde inkomsten die niet op de IOAW-uitkering van invloed zijn.
Inkomsten die geheel of gedeeltelijk op de IOAW-uitkering in mindering worden gebracht:
  • inkomsten uit arbeid, zoals loon, winst uit onderneming, freelance inkomsten, inkomen uit een levensloopregeling
  • inkomsten die voortkomen uit salaris, zoals een WW-uitkering (als u meerdere banen had en daaruit later werkloos bent geworden) of een WAO-uitkering en uitkeringen, zoals WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen), WAMIL (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen) en WAJONG (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten);
  • de inkomsten van uw partner
  • Inkomsten uit arbeid of inkomsten die verband houden met arbeid worden niet vrijgelaten
  • een toeslag op grond van de Toeslagenwet
  • (bedrijfs)pensioen
  • Spaarloon (spaarbedrag ingehouden op het bruto salaris; voor de IOAW wordt namelijk het bruto inkomen in aanmerking genomen)
  • éénmalige uitkering in verband met beëindiging dienstbetrekking. Als het bedrag is bedoeld voor een periodieke uitkering vanwege toekomstige derving van inkomsten, dan wordt de ontslagvergoeding gekort op de IOAW omdat deze wordt beschouwd als inkomen in verband met arbeid.
  • Voor de IOAW wordt onder loon verstaan het bruto loon, minus de verplichte pensioen- of VUT-premie, maar inclusief de bijdrage voor de levensloopregeling en de sociale verzekeringspremies (zoals awf-premie, WW-sectorpremie, WAO/WIA-premie, pseudo WW-premie)
  • .Het gaat niet alleen om de inkomsten uit of in verband met arbeid van de klant, maar ook om die inkomsten van de partner.

    Let vooral ook op het juiste bedrag bij inkomstenkorting WAO, WIA en WW, inclusief de eventuele aanspraak op een toeslag op grond van de Toeslagenwet

Gedeeltelijke vrijlating van inkomsten uit arbeid

Inkomsten uit arbeid tijdens de IOAW uitkering (bijvoorbeeld loon) worden gedeeltelijk vrijgelaten.
Inkomsten in verband met arbeid (bijvoorbeeld een uitkering) worden echter volledig verrekend.
De vrijlating duurt maximaal zes aaneengesloten maanden en bedraagt maximaal 25 procent van de inkomsten, met een maximum van 306,12 euro bruto per maand.
Dit betekent dat 75% van de inkomsten op de uitkering wordt gekort.
Als bijkomende eis geldt dat de werkzaamheden moeten bijdragen aan de arbeidsinschakeling.

Eenmalige uitstroompremie

Als u er in slaagt om een baan te vinden en uw IOAW-uitkering kan worden beëindigd, dan heeft u recht op een eenmalige premie van ongeveer € 1.000,00 (onder voorbehoud!).
Het blijkt namelijk dat een dergelijke premie per Gemeente afwijkt.

Inkomsten die niet van invloed zijn op de IOAW-uitkering

  • Periodieke uitkeringen uit een zogenaamd stamrecht dat met een eenmalige ontslagvergoeding (door de werkgever) door is aangekocht. Men moet dan wel een vrije keuze hebben gehad bij de besteding van de eenmalige ontslagvergoeding en moet dit kunnen aantonen.
  • Inkomsten van de minderjarige kinderen
  • Alimentatie
  • Onderhuur, verhuur en kostgeld
  • Heffingskortingen (voor heffingskortingen moet dit wel zelf bij de Belastingdienstaanvragen om hiervoor in aanmerking te komen);
  • Rente over uw spaargeld
  • Dividend uit beleggingen
  • Uitkering van een lijfrente

Inkomensvoorziening Oudere Werknemers (IOW)

De IOW is een tijdelijke regeling voor een uitkering op bijstandsniveau. Een oudere werkloze kan na afloop van de WW-uitkering of de loongerelateerde WGA-uitkering mogelijk een beroep doen op de IOW. Voor de IOW gelden voorwaarden.

Een IOW-uitkering wordt verkregen op basis van de Wet Inkomensvoorziening oudere werklozen.

Voorwaarden IOW-uitkering na afloop WW-uitkering

Om een IOW-uitkering te krijgen na afloop van uw WW-uitkering, moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:
  1. U was 60 jaar of ouder toen u werkloos werd.
  2. U heeft de einddatum van uw WW-uitkering bereikt.
  3. Uw WW-uitkering is begonnen na 30 september 2006 en voor 1 januari 2020.
  4. U kreeg langer dan 3 maanden een WW-uitkering omdat u op dat moment (opnieuw) aan de jareneis voor de WW voldeed. Is uw uitkeringsduur van 3 maanden verlengd met de restduur van een eerder WW-recht? Dan voldoet u niet aan deze voorwaarde.

Voorwaarden IOW-uitkering na afloop WGA-uitkering

Om een IOW-uitkering te krijgen na afloop van uw loongerelateerde WGA-uitkering, moet u aan de volgende voorwaarden voldoen:
  1. U was 60 jaar of ouder toen uw WGA-uitkering inging.
  2. Uw WGA-uitkering is begonnen na 31 december 2007 en voor 1 januari 2020.
  3. U heeft de einddatum van de loongerelateerde WGA-uitkering bereikt.

Let op: had u een WW-uitkering voordat u arbeidsongeschikt werd? Dan heeft u alleen recht op een IOW-uitkering in de volgende situatie:
  1. U werd werkloos na 30 september 2006.
  2. U was op de 1e dag van uw werkloosheid 60 jaar of ouder.

Hoogte IOW-uitkering

Uw IOW-uitkering is nooit hoger dan 70% van het minimumloon. Bij de vaststelling van de hoogte van de uitkering wordt rekening gehouden met uw inkomen (bijvoorbeeld uw pensioenuitkering). Het UWV kijkt niet naar uw eigen vermogen en dus ook niet naar bijvoorbeeld een eigen huis. Het inkomen en vermogen van uw partner wordt ook niet meegerekend. Dit voorkomt extra inkomensverlies na afloop van de WW-uitkering.

Inkomensvoorziening Oudere Arbeidsongeschikte Zelfstandigen (IOAZ)

Iemand kan een beroep doen op de IOAZ als hij stopt als oudere zelfstandig ondernemer omdat hij onvoldoende inkomsten uit het bedrijf heeft. De IOAZ–uitkering vult het inkomen en dat van de eventuele partner aan tot bijstandsniveau. Voor de IOAZ gelden voorwaarden en de hoogte van de IOAZ hangt af van het inkomen.

Een IOAZ-uitkering krijgt iemand op basis van de Wet inkomensvoorziening oudere of gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Voorwaarden IOAZ

U kunt een beroep doen op een IOAZ-uitkering als uw bedrijf onvoldoende opbrengt om van te leven.
Daarnaast gelden de volgende voorwaarden:
  1. U bent 55 jaar of ouder, maar u heeft de AOW-leeftijd nog niet bereikt.
  2. U heeft ten minste 10 jaar als zelfstandige gewerkt. Of u heeft 3 jaar als zelfstandige gewerkt en daarvoor werkte u 7 jaar in loondienst.
  3. U heeft 1.225 uur of meer per jaar in uw eigen bedrijf gewerkt. Dit is gemiddeld zo'n 24 uur per week. Als uw partner ook meewerkte in het bedrijf moet u minimaal 875 uur per jaar hebben gewerkt. En uw partner minimaal 525 uur.
  4. De duur van de uitkering is maximaal tot de pensioengerechtigde leeftijd (AOW)
De inkomsten (de winst) uit uw bedrijf zijn de laatste 3 jaar minder geweest dan € 21.861 bruto gemiddeld per jaar (was € 21.144). Bij de inkomsten worden ook eventuele andere inkomsten gerekend. Bij de inkomsten tellen de inkomsten van uw partner ook mee. Dit geldt alleen als uw partner meewerkt in het bedrijf. En daarvoor een meewerkvergoeding of een winstaandeel krijgt. Andere inkomsten van uw partner, bijvoorbeeld loon of een WW-uitkering, tellen niet mee.
Voor de toekomst verwacht u een inkomen van minder dan € 23.115 bruto per jaar (was € 22.952). De gemeente zal dit onderzoeken. De genoemde bedragen gelden per 1 januari 2014.

Berekening van de IOAZ uitkering

In tegenstelling tot de Participatiewet heeft vermogen slechts een geringe invloed op de IOAZ-uitkering. Bepalend is de vermogenssituatie onmiddellijk na de bedrijfsbeëindiging. Het gaat om de waarde van de bezittingen minus de waarde van de schulden. Vrij blijft een eigen vermogen van € 134.521 (bedrag 1-1-2019). Daarnaast blijft ten behoeve van een aanvullende pensioenvoorziening een bedrag vrij van € 126.970 (bedrag 1-1-2019). Dit laatste bedrag hoeft overigens niet te zijn vastgelegd voor een pensioenvoorziening; het mag ook op een bank- of spaarrekening staan t.b.v. een lijfrente. Het meerdere vermogen leidt tot een inkomstenkorting op de IOAZ-uitkering van 3% per jaar van dat meer vermogen. (artikel 8, 2 IOAZ).
Vermogensmutaties nadien hebben geen invloed op deze korting. Nadien een erfenis krijgen, een prijs winnen of (een deel van) het vermogen verliezen heeft dus geen invloed op het recht of de hoogte van de IOAZ-uitkering.

Voorbeeld berekening
WOZ-waarde van de eigen woning € 500.000,00
Executiewaarde 60% € 300.000,00
Af: Hypotheek € 145.000,00
Af: Lening € 10.000,00
Vermogen € 145.000,00
Af: Vrijgesteld € 134.521,00
Restvermogen € 10.479,00
Aftrek jaarlijks op de uitkering 3% € 314,37

Gedeeltelijke arbeidsongeschikt en IOAZ-uitkering

In uitzonderlijke gevallen komen ook gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen in aanmerking voor een IOAZ-uitkering. Neem contact op met uw gemeente voor de mogelijkheden.

U vraagt een IOAZ-uitkering aan bij uw gemeente. U moet dit doen voordat u stopt met uw onderneming. Tussen de aanvraag en het moment waarop u stopt mag maximaal 1,5 jaar zitten. U krijgt de uitkering per maand (achteraf) uitbetaald. (Bron: Rijksoverheid)

De bedragen van de IOAW, IOW en IOAZ staan in rubriek IOAW, IOW en IOAZ (Tabellen).

IOAW-uitkering aangemerkt als inkomsten uit vroegere arbeid

Rechtbank Noord-Nederland merkt de IOAW-uitkering van X aan als inkomsten uit vroegere arbeid. Gevolg is dat X geen recht heeft op de arbeidskorting, de doorwerkbonus en de verhoogde alleenstaande-ouderkorting. Lees de jurisprudentie d.d. 30 maart 2017.

Kabinet verlengt IOW met 4 jaar

De Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) wordt vanaf 2020 verlengd met vier jaar. Werknemers vanaf 60 jaar en 4 maanden die werkloos of gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden, kunnen ook de komende jaren aanspraak maken op een IOW-uitkering.

De IOW zou per 1 januari 2020 aflopen. In het regeerakkoord is afgesproken dat de IOW wordt verlengd met vier jaar tot 1 januari 2024. Omdat een WW-uitkering maximaal twee jaar duurt, kan men tot 1 januari 2026 instromen in de IOW. Anders dan in het regeerakkoord de bedoeling was, zal de toetredingsleeftijd niet meegroeien met de pensioenleeftijd maar worden vastgelegd op 60 jaar en 4 maanden. Dat is de toetredingsleeftijd bij instroom in de WW of WGA.

IOW-uitkering vaker aangevraagd

Het aantal lopende IOW-uitkeringen is tussen 2014 en 2020 bijna verviervoudigd: van 2.772 naar 9.795 uitkeringen. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat mensen langer doorwerken. Mensen die een IOW-uitkering ontvangen blijven voor het overgrote deel tot de AOW-leeftijd in de IOW. (Bron: UWV, 2 mrt. 2021)