Risque professionel en risque social

Datum laatste wijziging: 18 augustus 2018  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Begrippen risque professionel en risque social
  2. Korte geschiedenis
  3. Europa
  4. Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa)
  5. Minister Asscher
  6. Kamermeerderheid forceert kabinet doorbetaling bij ziekte te verminderen

Begrippen risque professionel en risque social

We spreken over risque professional als de arbeidsongeschiktheid veroorzaakt is door het werken bij de werkgever en risque sociaal als de oorzaak buiten het werk - denk aan sporten - is gelegen.

Korte geschiedenis

  • 1901: Ongevallenwet is de eerste Nederlandse sociale verzekeringswet. De Ongevallenwet dekte uitsluitend het ‘risque professionel’ * (d.w.z. bedrijfsongevallen en beroepsziekten);
  • 1913: Invaliditeitswet hield een wettelijk verplichte verzekering in voor werknemers die een loon ontvingen dat beneden een bepaalde grens bleef De Invaliditeitswet voorzag ook in uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid die buiten het werk was ontstaan, ‘risque sociale' ;
  • 1967: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) treed op 1 juli 1967 in werking. In de WAO (en later WIA) werd het onderscheid tussen risque professionel en risque social losgelaten, de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid deed er niet langer toe, alleen het feit dat men arbeidsongeschikt was en de daaruit voortvloeiende verminderde restverdiencapaciteit.

Europa

Met de wetgeving, waarbij qua uitkeringen en doorbetaling bij ziekte tussen beide risque geen onderscheid wordt genomen, heeft Nederland zich een unieke positie verworven binnen Europa. In de meeste andere Westerse landen maakt men wel een onderscheid bij het toekennen van een uitkering tussen enerzijds beroepsziekten en bedrijfsongevallen (risque professional) en anderzijds niet-werkgerelateerde aandoeningen, denk aan een gebroken been tijdens skiën (risque social). In het laatste geval valt de uitkering als regel lager uit.

Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa)

De financiële consequenties voor werkgevers zijn met de invoering BeZaVa fors vergroot. Twee jaar doorbetaling bij ziekte was al erg ruim, met de BeZaVa kan dit uitlopen tot maximaal twaalf jaar financieel verantwoordelijk zijn voor de Ziektewet- en WGA-uitkeringen alsmede de re-integratieverplichtingen van de werknemer en hoe lang de werknemer in het bedrijf heeft gewerkt doet niet ter zake. En als na dit alles de werknemer vertrekt, krijgt de werkgever ook nog de transitievergoeding* voor zijn kiezen, om daarna misschien te worden aangeslagen voor een quotumvergoeding omdat hij te weinig personeel met een beperking in dienst heeft. Deze financiële regelingen zijn stuk voor stuk en door de opeenhoping - zeker voor de kleinere MKB-werkgevers - ruimschoots te groot.

* De maximale hoogte van de transitievergoeding wordt vermeld in subrubriek Transitievergoeding (tabellen).

Minister Asscher

Op vragen in de Tweede Kamer antwoordde minister Asscher in 2015 ontwijkend: 'Wanneer een dergelijk onderscheid wordt gemaakt, leidt dit af van de gewenste gezamenlijke inzet op re-integratie. Werkgever en werknemer hebben dan immers allereerst een (tegengesteld) belang bij de vaststelling of al dan niet sprake is van een arbeidsongeval of beroepsziekte. De focus zal zich in eerste instantie richten op de oorzaak* van de arbeidsongeschiktheid en zal naar verwachting de focus op re-integratie naar achter schuiven. Vooral omdat in veel gevallen de scheidslijn tussen risque social en risque professionel niet helder en eenduidig te trekken zal zijn.'

* Vaak wordt gewezen op burn-out. Ligt de oorzaak bij het bedrijf, bij de werknemer of beide? In de risque social situatie is deze discussie niet relevant, alle financiële verantwoordelijkheid onafhankelijk van de oorzaak ligt bij de werkgever.

Kamermeerderheid forceert kabinet doorbetaling bij ziekte te verminderen

Het stond niet in de Begroting 2016. Dan maar forceren, een meerderheid van de Tweede Kamer wil een onderzoek naar hoe kleine bedrijven (MKB) kunnen worden ontzien bij de verplichting om ziek personeel twee jaar lang door te betalen. Op 17 september 2015 nam de Tweede Kamer een motie van deze strekking met algemene stemmen aan.

D66 wijst erop dat het bedrijfsleven ook in de spiegel moet kijken wat betreft de hoge kosten voor arbeidsongeschiktheid in Nederland. 'In 80% van de CAO's hebben bonden en werkgevers afgesproken het loon van een zieke op te plussen. Ze betalen zelfs meer dan het wettelijk maximum van 170% van het loon over twee jaar'. Afgezien van de kosten stimuleert de ruime doorbetaling bij ziekte de werknemers niet om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Minister Asscher wordt opgeroepen om CAO's op dat punt niet langer algemeen verbindend te verklaren.