Werktijdverkorting

Datum laatste wijziging: 9 november 2021  |  Trefwoorden: , , , , , , , , , ,


Inhoud

  1. Doel werktijdverkorting
  2. Eigen risico werkgever
  3. Vergunning maximaal 24 weken
  4. Uitkering
  5. Sollicitatieplicht en verrekening WW
  6. Deeltijd-WW
  7. Calamiteitenregeling voegt Onwerkbaar weer en Werktijdverkorting samen
  8. Werktijdverkorting mogelijk door noodweer
  9. Deeltijd-WW of werktijdverkorting voor bouwbedrijven
  10. Werktijdverkorting mogelijk bij problemen coronavirus
  11. 100 aanvragen werktijdverkorting
  12. 5000 aanvragen werktijdverkorting
  13. Noodmaatregel overbrugging voor Werkbehoud (NOW)
  14. Bijstandsregeling voor ZZP'ers oog soms krom
  15. Noodmaatregel Overbrugging Werkbehoud in detail toegelicht
  16. Vaststelling NOW-1: nog geen aanvraag ingediend? – tijd tot 9 januari 2022

Doel werktijdverkorting

Een bijzondere WW is werktijdverkorting (WTV). Ondernemingen waar de bedrijvigheid door een acute crisis twee weken lang met minimaal 20 procent wegvalt, kunnen vanaf 2004 bij de Directie UWA van het DGAVIB (Directoraat-generaal Arbeidsverhoudingen en Internationale Betrekkingen) werktijdverkorting aanvragen voor hun werknemers.

Het moet gaan om onvoorziene omstandigheden waar het bedrijf geen invloed op heeft. De regeling, die in 1945 is ingevoerd, dient ervoor schokken op de arbeidsmarkt te voorkomen. In feite komt het er dus op neer dat (een deel van) het bedrijfsrisico kan worden afgewenteld op publieke middelen.
Gewijzigde concurrentieverhoudingen, ander gedrag van de overheid en export- of importverboden behoren tot het risico van de ondernemer loopt, hiervoor kan daarom geen WTV worden aangevraagd. Hetzelfde geldt voor stakingen.


Eigen risico werkgever

Een bedrijf moet de kosten van verminderde bedrijvigheid enige tijd zelf gedragen hebben. De vuistregels voor dit eigen risico luiden:

  • 2 weken bij een totale terugval (100%);
  • 4 weken bij meer dan 50% terugval;
  • 6 weken bij minder dan 50% terugval (maar ten minste 20%).

Vergunning maximaal 24 weken

Werktijdverkorting duurt maximaal 24 weken: een werkgever kan een vergunning voor maximaal 6 weken aanvragen, daarna kan hij bij het Ministerie van SZW nog eens maximaal drie verlengingen van zes weken aanvragen, bij elkaar (4 x 6 weken) 24 weken.

Uitkering

Werkgevers kunnen in totaal 24 weken (bijna een half jaar) bij het Ministerie SZW werktijdverkorting aanvragen. Per periode volgt een beoordeling. Na toekenning krijgen de werknemers voor de toegewezen tijd een WW-uitkering, aan te vragen bij het UWV. De werknemer die voor de helft van de werkweek naar huis wordt gestuurd, krijgt een pro rata berekende gedeeltelijke WW-uitkering. In de regel vult de werkgever de WW-uitkering aan tot 100 procent.

NB: Een aanvraag voor werktijdverkorting heeft de instemming van de betrokken vakbonden nodig.

Sollicitatieplicht en verrekening WW

De werknemer voor wie werktijdverkorting is aangevraagd, is de eerste zes weken vrijgesteld van sollicitatieplicht. Daarna moet hij gaan uitkijken naar een (soms gedeelde) baan. Als de bedrijvigheid na 24 weken WTV niet aantrekt, kan ontslag worden aangevraagd. Komt de werknemer hierna in de WW, dan wordt de WTV-periode verrekend met de duur van de WW-periode.

Deeltijd-WW

De bijzondere regeling werktijdverkorting a.g.v. de kredietcrisis i.c. deeltijd-WW is te vinden in Deeltijd-WW.

Calamiteitenregeling moet Onwerkbaar weer en Werktijdverkorting samenvatten

De calamiteitenregeling, die de WW-regelingen Onwerkbaar weer en Werktijdverkorting (WTV) samenvoegt, zou moeten ingaan op 1 september 2014, zie deze subrubriek.

Toen kwam er uitstel tot 1 oktober 2016. Maar opnieuw uitstel, UWV had de uitvoeringstoets voor de haalbaarheid van de calamiteitentoets nog niet afgerond. Het is in 2017 nog steeds niet duidelijk hoe en wanneer de regeling van start gaat.

Werktijdverkorting mogelijk door noodweer

Land- en Tuinbouwbedrijven in Brabant en Limburg die direct zijn getroffen door het noodweer en daardoor minder werk hebben, kunnen werktijdverkorting voor hun medewerkers aanvragen. Het noodweer is volgens het kabinet een buitengewone omstandigheid die niet tot het gewone ondernemersrisico kan worden gerekend. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt de bestaande regeling werktijdverkorting per direct open.

Om in aanmerking te kunnen komen voor werktijdverkorting moeten bedrijven voldoen aan een aantal voorwaarden. Zo moet de werkvermindering tenminste 20% per week zijn en minimaal 2 en maximaal 24 weken duren. Wordt aan die voorwaarden voldaan dan kan een bedrijf voor de betreffende werknemers een WW-uitkering krijgen voor de niet-gewerkte uren, vanaf de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

Deeltijd-WW of werktijdverkorting voor bouwbedrijven

Het kabinet wil bouwbedrijven die in nood verkeren door de stikstof- en pfas-crisis de helpende hand reiken. Bouwbedrijven die tijdelijk geen werk meer hebben voor hun personeel, krijgen de mogelijkheid deeltijd-WW of werktijdverkorting aan te vragen. Ook zou de overheid garant moeten staan voor overbruggingskredieten voor bouwbedrijven die voldoende opdrachten hebben, maar die vanwege de huidige bouwstops niet kunnen uitvoeren. (Bron: De Volkskrant, 29 okt. 2019)

Werktijdverkorting mogelijk bij problemen coronavirus

Bedrijven die door de verspreiding van het nieuwe coronavirus in China problemen ondervinden, kunnen bij de overheid werktijdverkorting voor hun personeel aanvragen.sp;

Het coronavirus wordt door het kabinet aangemerkt al een buitengewone omstandigheid waardoor een beroep kan worden gedaan op de regeling. Ondernemers die in aanmerking komen, mogen de werktijd van hun personeel verkorten. Een werktijdverkorting maakt dat de werkgever gewoon het loon voor 100% doorbetaald. De niet-gewerkte uren worden aan de werkgever doorbetaald op basis van 70% WW.

Bedrijven die werktijdverkorting aanvragen moeten bewijzen dat er een direct verband is met het coronavirus. Ze komen in aanmerking als ze minimaal 2 tot maximaal 24 weken 20 procent minder werk binnen het hele bedrijf hebben. (Bron: FME, 20 feb. 2020)

NB: ZZP’ers kunnen geen beroep doen op de werktijdverkortingsregeling. Voor hen is er het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2020 (Bbz). Zij kunnen zich daarvoor wenden tot de gemeente.

100 aanvragen werktijdverkorting

Het aantal bedrijven dat een beroep wil doen op werktijdverkorting is in Nederland fors gestegen. Logisch, omdat wereldwijd steeds meer mensen besmet raken met het coronavirus en daardoor fabricage en handel stagneren. Inmiddels (peildatum 26 feb. 2020) hebben circa honderd bedrijven een aanvraag gedaan bij het ministerie van Sociale Zaken.

Van de honderd aanvragers hebben er 45 groen licht gekregen om bij het UWV een tijdelijke WW-uitkering aan te vragen voor hun personeel. Twaalf aanvragen werktijdverkorting zijn afgewezen, de overige aanvragen zijn in behandeling. (Bron: Min SZW)

Een aanvraag voor werktijdverkorting doet u bij het Ministerie SZW. Met uw goedgekeurde aanvraag meldt u zich vervolgens bij het UWV. 

5000 aanvragen werktijdverkorting

Begin maart 2020 hebben 5.000 bedrijven werktijdverkorting aangevraagd bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De aantallen zijn niet bij te houden. Op 16 maart stond de teller op 20.000 bedrijven en een dag later: 48.000 (Bron: Nieuws.nl).

NB: In een gemiddeld jaar ligt het aantal tussen de 100 en 200 bedrijven. Bedrijven vragen werktijdverkorting aan na bijvoorbeeld brand of blikseminslag. Het is een bestaande maatregel, die nu ook door bedrijven wordt aangesproken in verband met de corona-crisis.

Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW) vervangt de Regeling werktijdverkorting

Het ministerie SZW heeft het UWV gevraagd om mee te denken over een beter alternatief. En dit alternatief is het ‘Noodfonds overbrugging werkgelegenheid’ (NOW) geworden, later genoemd Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud. Deze regeling wordt nog verder uitgewerkt, maar duidelijk is het volgende:
  • De aanvraag wordt ingediend bij het UWV
  • De nieuwe regeling voorziet in de tegemoetkoming in de loonkosten tot maximaal 90% van de loonsom. In tegenstelling tot de werktijdverkorting die gekoppeld was aan de ww-uitkering (75% voor de eerste twee maanden en daarna 70%).
  • Uitgangspunt voor de aanvraag en toekenning moet zijn omzetverlies, vanaf 1 maart 2020, te compenseren
  • Er moet sprake zijn van minimaal 20% omzetverlies
  • Hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de mate van omzetverlies. Op basis van de aanvraag zal het UWV een voorschot verstrekken ter hoogte van 80% van de verwachte tegemoetkoming. Achteraf wordt vastgesteld wat de werkelijke daling in de omzet is geweest.
  • De nieuwe regeling staat helemaal los van de werkloosheidswet. Werknemers verbruiken dus geen ww-rechten.
  • Werkgever committeert zich vooraf aan de verplichting om gedurende de periode waarover de tegemoetkoming wordt ontvangen geen bedrijfseconomisch ontslag aan te vragen.
  • Het salaris van de werknemer wordt door de werkgever 100% doorbetaald
  • De aanvraag geldt voor een periode van 3 maanden, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens 3 maanden (aan de verlenging kunnen nadere voorwaarden worden gesteld).
  • Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming is niet vereist dat de werknemer stopt met werken. Werkgever en werknemer maken hierover afspraken.
  • De regeling werktijdverkorting wordt direct stopgezet.
  • De al gedane aanvragen worden ‘overgezet’ naar de nieuwe regeling. Er kunnen wel aanvullende vragen gesteld worden. Er is dus geen nieuwe aanvraag nodig.
Lees hier informatie van het ministerie SZW over de nieuwe regeling

Bedrijven

  • Er komt een noodloket, waar bedrijven in de zwaarst getroffen sectoren direct 4.000 euro kunnen krijgen. Dat geldt voor getroffenen in onder meer de horeca- en reisbranche. Er wordt nog gewerkt aan een aanvullende compensatieregeling.
  • Alle ondernemers, van mkb tot zzp, kunnen de komende drie maanden uitstel krijgen van belastingbetaling. Het gaat dan bijvoorbeeld om de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting. Eventuele verzuimboetes voor het niet op tijd betalen van belastingen, hoeven niet te worden betaald.
  • Het kabinet overlegt met de gemeenten over de mogelijkheid om lokale aanslagen aan ondernemers, zoals toeristenbelasting, stop te zetten en al opgelegde aanslagen in te trekken.
  • Sinds maandag kunnen bedrijven die in financiële problemen dreigen te komen, de overheid vragen garant te staan voor leningen bij hun bank. Normaal doet ze dat voor de helft van de lening, maar dat is nu verruimd naar 90 procent.

Zelfstandigen

  • Zzp’ers staan volgens minister Koolmees (SZW) aan ‘de frontlinie’, zij voelen de gevolgen van gemiste arbeid het eerst. Daarom komt er een versoepeling van de bijstand voor zelfstandigen (Bbz). Alle zzp’ers kunnen voor een periode van drie maanden een aanvulling krijgen op hun inkomen tot het sociaal minimumloon. Anders dan de huidige Bbz hoeft dit bedrag niet te worden terugbetaald.
  • Tot nu kwamen zzp’ers alleen voor bijstand in aanmerking als zij een levensvatbare onderneming hadden, niet konden terugvallen op eigen vermogen of het inkomen van een partner. Die voorwaarden komen te vervallen.
  • Gemeenten krijgen de opdracht de bijstand binnen vier weken uit te keren. Nu kan het dertien weken duren voordat een aanvraag wordt goedgekeurd. Lees ook

Wat houdt de nieuwe regeling nu precies in?

Werkgevers kunnen een aanvraag indienen voor een substantiële tegemoetkoming in de loonkosten en in eerste instantie een voorschot ontvangen van het UWV.
Het gaat om de loonkosten van zowel werknemers met een vast (bepaald en onbepaald contract), maar ook met een flexibel contract (0-uren of oproepcontract). Hierdoor kunnen zij hun werknemers gewoon doorbetalen/behouden.
Deze tegemoetkoming kan voorlopig voor minstens 3 maanden worden aangevraagd, met de mogelijkheid om die periode nog eens met 3 maanden te verlengen.

Welke voorwaarden gelden er voor de tegemoetkoming in de loonkosten?
  • De werkgever committeert zich vooraf dat deze geen ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen zal aanvragen gedurende de periode waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd.
  • De aanvrager verwacht tenminste 20% omzetverlies
  • De aanvraag geldt voor een periode van 3 maanden
  • De regeling geldt vanaf 1 maart 2020
  • De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de mate van terugval
Hoe ziet de relatie tussen omzetdaling en de hoogte van de tegemoetkoming er uit?
  • Als 100% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90% van de loonsom
  • Als 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom
  • Als 25% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5% van de loonsom
  • Als 45% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 40,5% van de loonsom
  • Eenvoudig gezegd: de tegemoetkoming bedraagt steeds 90% van de terugval in omzet
  • Op basis van de aanvraag zal het UWV een voorschot verstrekken ter hoogte van 80% van de te verwachten tegemoetkoming
  • Achteraf wordt vastgesteld wat de werkelijke daling in de omzet is geweest
  • Voor aanvragen boven een nog nader te bepalen bedrag is een accountantsverklaring vereist
  • Bij de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming vindt een correctie plaats als er sprake is geweest van een daling van de loonsom.
Vragen die open blijven staan zijn:
  • Geldt voor de berekening van de tegemoetkoming ook het maximum dagloon?
  • Hoe wordt de omzetdaling vastgesteld?
  • De gemiddelde omzet van 3 maanden voor 1 maart 2020?
  • De omzet die periodiek wordt gemaakt in die periode, seizoensinvloed?
  • De omzet die gemaakt werd of nog gemaakt wordt op basis van facturering?
  • De omzet die in dezelfde periode het jaar ervoor is gemaakt?
Zie verder voor een complete lijst met vragen


Wij zullen u z.s.m. de links (URL) doorgeven, waar u uw aanvraag voor een regeling kunt indienen. Helaas is dat nog niet bekend.

Bijstandsregeling voor ZZP'ers oogt soms krom

Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken) vraagt mensen, die de bijstand (Sociaal Minimum) niet nodig hebben, maar er wel voor in aanmerking komen, om die niet aan te vragen. Bij de annoncering van de regeling werd gezegd dat geen rekening zou worden gehouden met inkomen partner en vermogen.
Peter Heijkoop van de Vereniging Nederlandse Gemeenten doet een nadrukkelijk appel op zzp'ers met een partner, die meer dan genoeg verdient om zich niet te melden.
Redactie: beter was geweest om meteen een uniforme regeling te maken, waarbij wel rekening gehouden zou worden met inkomen van de partner. Nu dreigt er willekeur van zowel de aanvrager, als van de Gemeente. 

Noodmaatregel Overbrugging Werkbehoud toegelicht

Hieronder de hoofdpunten van de eisen die de NOW-regeling stelt aan de werkgever.
De maatregel strekt tot compensatie van loonkosten voor werkbehoud;
Zoals het er nu uitziet gaat het in eerste instantie om een voorschot van 80% over het percentage te verwachte verliezen in de periode 1 maart t/m 31 mei 2020.
Voorwaarden:

  • Meer dan 20% omzetverlies ten opzichte van een ¼ van de omzet over een overeenkomstige periode in het jaar 2019; (kennelijk dus de periode 1 maart t/m 31 mei 2019)
  • Omzetverlies wordt bepaald op concernniveau; Dat houdt in dat binnen een Holding het verlies van een van de Bv’s wordt gecompenseerd met de winst van de andere Bv’s binnen de Holding.
  • Omzetverlies gedurende drie maanden vanaf 1 maart 2020 (derhalve over maart, april en mei 2020); Dat houdt dus in dat eerst op 1 juni het uiteindelijke verlies bepaald kan worden.
  • Indien omzetverlies later in de tijd neerslaat kan een ander tijdvak van drie maanden voor compensatie in aanmerking komen (bijvoorbeeld april, mei en juni 2020);
  • Als het bedrijf in 2019 of 2020 is opgericht, kijkt u naar de periode vanaf de eerste kalendermaand na de dag van aanvang van de bedrijfsuitoefening tot en met 29 februari 2020, gedeeld door het aantal maanden waarvan de omzet in aanmerking wordt genomen, vermenigvuldigd met drie.
  • Loonkosten worden gecompenseerd tot een bedrag van maximaal 90% van € 9.538 bruto (circa twee keer het maximum SV-dagloon - sociaalverzekeringsloon op maandbasis) per individuele werknemer. Heeft een werknemer een totale loonsom van 9.538 euro of meer? Dan ontvangt de werkgever over het bedrag boven die 9.538 euro geen tegemoetkoming
  • De maximale compensatie omvat ook vakantietoeslag, opbouw pensioenpremie (werkgeversdeel) en sociale verzekeringspremies;
  • Als de werkgever een aanvraag doet, moet hij beloven dat hij geen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen zal aanvragen zolang hij de tegemoetkoming ontvangt. De werkgever kan dus minstens 3 maanden niet van zijn personeel af.
  • De NOW-regeling kan in beginsel vanaf maandag 6 april 2020 aangevraagd worden;
  • De eerste voorschotten worden naar verwachting uitbetaald binnen twee tot vier weken;
  • De hoogte van het voorschot bedraagt 80% van het uiteindelijk maximaal betaalbaar te stellen voorschot van 90% (afhankelijk van de procentuele omvang van het omzetverlies).
a. Als 100 procent van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 90 procent van de loonsom van een werkgever;
b. Als 50 procent van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45 procent van de loonsom van een werkgever;
c. Als 25 procent van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 22,5 procent van de loonsom van de werkgever.
  • Van deze tegemoetkoming wordt in eerste instantie 80% uitbetaald
  • Maatregel geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020;
  • Controle wordt achteraf uitgevoerd met name met betrekking tot omzetverlies waarbij een accountantsverklaring relevant zal zijn;
  • Indien omzetverlies hoger of lager is dan initieel kenbaar gemaakt, dan volgt achteraf een nabetaling of een naheffing;
  • Beroep op de maatregel en toch gelijktijdig ontslag vanwege bedrijfseconomische omstandigheden wordt achteraf beboet;
  • Maatregel geldt in eerste instantie voor drie maanden;
  • Maatregel kan voor drie maanden worden verlengd waarbij een nieuw weegmoment zal plaatsvinden.
  • Voor welke werknemers kan de tegemoetkoming worden aangevraagd:

Voor in principe alle werknemers; dus ook voor alle flexkrachten. Zelfs voor uitzendkrachten is een tegemoetkoming mogelijk. Maar er zijn wel een aantal vereisten, voordat u de tegemoetkoming ontvangt.

Er kan dus op 6 april al een voorschot aangevraagd worden bij het UWV gebaseerd op het te verwachten totaal verlies t/m eind mei t.o.v. dezelfde 3 maanden in 2019.

Vaststelling NOW-1: nog geen aanvraag ingediend? – tijd tot 9 januari 2022

31 oktober was de deadline voor het aanvragen van een vaststelling van NOW 1. Werkgevers die nog geen aanvraag hebben ingediend, krijgen tot 9 januari 2022 de tijd.

De meeste werkgevers die een voorschot hebben ontvangen in de eerste periode NOW, hebben op tijd de definitieve berekening van de tegemoetkoming aangevraagd. Ook in het laatste weekend voor de deadline, zondag 31 oktober om middernacht, ontving UWV nog enkele duizenden aanvragen.

7 procent geen aanvraag ingediend

Van de 139.500 werkgevers die een definitieve berekening moesten aanvragen, hebben er 130.000 dat gedaan. Een kleine 7 procent heeft dus nog geen aanvraag ingediend. Deze circa 9.500 werkgevers ontvangen een formele laatste herinnering van UWV en krijgen daarmee nog één kans om aan de verplichtingen te voldoen.

Voorschot NOW-1

In de eerste periode van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), maart tot en met mei 2020, ontvingen 139.500 werkgevers een ondersteuning in de loonkosten van UWV. Dat bedrag was een voorschot, gebaseerd op de loonsom in referentiemaand januari 2020 en het geschatte omzetverlies. Bij de definitieve berekening wordt bepaald op welke tegemoetkoming werkgevers uiteindelijk recht hebben. Dat kan leiden tot een nabetaling door UWV of een terugbetaling door de werkgever.

Definitieve tegemoetkoming

De definitieve tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de loonsom in de eerste NOW-periode en het daadwerkelijke omzetverlies. Werkgevers moesten daarvoor uiterlijk zondag 31 oktober 2021 zelf een aanvraag indienen en dat omzetverlies doorgeven. Wanneer een werkgever die aanvraag niet indient, kan UWV geen definitieve berekening maken en wordt de tegemoetkoming bepaald op nul euro. Het volledige voorschot moet dan terugbetaald worden.

7,6 miljard euro aan voorschotten

Van de 139.500 werkgevers die een voorschot hebben ontvangen in de eerste periode NOW hebben 118.000 werkgevers een volledige aanvraag voor een definitieve berekening ingediend. Daarnaast zijn er 12.000 werkgevers die hebben aangegeven dat de benodigde derden – of accountantsverklaring nog niet klaar is. Zij krijgen nog veertien weken extra om die af te ronden. In totaal hebben daarmee 130.000 werkgevers aan hun verplichtingen voldaan. Zij zijn samen goed voor een voorschotbedrag van 7,6 miljard euro. In de eerste periode NOW verstrekte UWV in totaal ruim 7,9 miljard euro aan voorschotten.

Bewuste keuze of omstandigheden

Uiteindelijk hebben dus zo’n 9.500 werkgevers geen definitieve berekening aangevraagd. Zij zijn samen goed voor een voorschotbedrag van 320 miljoen euro, 4 procent van het totale voorschotbedrag.
Uit werkgeversonderzoek bleek eerder dat een klein deel van de werkgevers sowieso van plan was de aanvraag niet te gaan doen, omdat ze verwachtten geen recht te hebben op NOW en het hele voorschot te moeten terugbetalen. Voor een deel van de werkgevers is het dus waarschijnlijk een bewuste keuze om de aanvraag niet in te dienen. Daarnaast kunnen er altijd individuele omstandigheden zijn die maken dat een werkgever de deadline niet heeft gehaald.

Aanvraag tot en met 9 januari 2022

Werkgevers die nog geen aanvraag hebben ingediend, ontvangen op korte termijn een formele laatste herinnering van UWV en krijgen daarmee nog één mogelijkheid om aan de verplichtingen te voldoen. Deze werkgevers krijgen tot en met 9 januari 2022 om alsnog de aanvraag te doen. Doen ze dat niet, dan wordt hun subsidie definitief op nul euro gesteld en moeten ze het volledige voorschot terugbetalen.

Ruime betalingsregeling mogelijk

Voor alle werkgevers die (een deel van) het voorschot moeten terugbetalen geldt dat zij, indien nodig, een ruime betalingsregeling kunnen treffen met UWV. Een werkgever kan tot maximaal vijf jaar de tijd krijgen om de terugbetaling te voldoen. Ook is uitstel van betaling mogelijk en is bij betaling in termijnen geen sprake van rente.

Zie ook: Kamerbrief met stand van zaken vaststellingen NOW1-subsidie na sluiting loket | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl


Ga terug naar rubriek Werkloosheid.