Cijfers (arbeidsmarkt)

Datum laatste wijziging: 26 februari 2024  |  Trefwoorden: , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Inhoud

  1. Banengroei bij 40 grote bedrijven
  2. Aantal ondernemers in Nederland neemt toe
  3. Ombouw kantoren levert voor miljoenen werk op
  4. Werkgevers verwachten nauwelijks banengroei vanaf 2016 en 2017
  5. Bij de grootste werkgevers in 2014 minder werk
  6. 163 duizend nieuwe bedrijven opgericht in 2015
  7. HBO-ers gewild op de arbeidsmarkt
  8. Europese Commissie bezorgd over Nederlandse arbeidsmarkt
  9. 8,3 miljoen mensen hebben betaald werk
  10. Meer banen voor uitzendkrachten
  11. Krimp agrarische sector
  12. Groei eenpitter accountants- en administratiekantoren
  13. Tekort aan gekwalificeerd personeel
  14. Nederlandse bedrijvigheid groeit met name dankzij financiele instellingen
  15. Nederlandse digitale-infrastructuursector levert significante bijdrage aan internet-economie
  16. Buitenlandse bedrijven in Nederland
  17. Stabiele economische groei en toename arbeidsvraag in 2017
  18. Aantal vacatures begin 2017 stijgt richting pre-crisisniveau
  19. Aantal scale-ups in Nederland groeit weer
  20. Verschuiving werk naar minder ICT-intensieve branches
  21. UWV verwacht lichte daling banen bij overheid
  22. Duizenden vaste banen voor jongeren in metaal
  23. Werk zat, maar we willen liever schaarse baan met prestige
  24. Jonge mbo-ers gewild op de arbeidsmarkt
  25. In 2016 gemiddeld 2,9 werklozen per openstaande vacature
  26. Aantal snelgroeiende bedrijven omhoog
  27. Banen en vacatures naar bedrijfstak
  28. Kanttekeningen bij sterkste banengroei sinds 2008 (CBS)
  29. Automatisering in finance kost geen banen
  30. Baanwissel onderzoek onder Nederlanders 2017
  31. Arbeidsmarkt verslechtert
  32. Derde kwartaal 2017: record aantal openstaande vacatures voor werknemers
  33. Ruim 12.500 extra banen dankzij buitenlandse investeringen
  34. In 2017 grootste aantal nieuwe bedrijven sinds 2009
  35. Arbeidsmarkt raakt verder gespannen
  36. Arbeidsmobiliteit in Nederland in cijfers
  37. 1 op 3 werkt 10 jaar of langer bij dezelfde werkgever
  38. CBS cijfers over de arbeidsmarkt
  39. Vast werk groeit sterker dan flexwerk
  40. Personele bezetting bij gemeente blijft stijgen
  41. Recordaantal snelgroeiende bedrijven
  42. Structurele afname werknemers in financiële sector
  43. Ouderen en vrouwen werken aanzienlijk meer
  44. Vacaturegroei komende jaren met name in zorg, overheid en onderwijs
  45. Meer vaste aanstellingen voor baanwisselaars
  46. Verdere stijging aantal mbo-vacatures voor vrijwel alle beroepsgroepen
  47. 3,3 miljoen nieuwe werknemersbanen in 2017
  48. Steeds meer mannen kunnen of willen niet werken
  49. Nederland telt recordaantal groeibedrijven
  50. Arbeidsmarktmonitor 2019
  51. Er gaan mensen hun baan verliezen, ik ben niet naïef
  52. Percentage niet ingevulde werkdiensten bijna verdubbeld sinds eerste stap openingsplan
  53. Hogere werkloosheid door nieuwe rekenmethode
  54. Verhouding werkenden met niet-werkenden 2003 - 2023
  55. Arbeidsmarkt 2e kwartaal 2023
  56. Werkloosheid in juli 2023 toegenomen
  57. Uitstroom uit Zorg en Welzijn, 1e kwartaal 2023
  58. Sterke afname langdurig werklozen in afgelopen 10 jaar
  59. Taalvaardigheid en arbeidsdeelname migranten (2021)
  60. Meer 15- en 16-jarigen met betaald werk

Banengroei bij 40 grote bedrijven

De crisis deed zich vorig jaar nog danig voelen op de arbeidsmarkt. Toch waren er grote bedrijven die tegen de verdrukking in extra banen creëerden. Ondanks de aanhoudende crisis, robotisering en hippe startups die aan hun verdienmodel knagen, hebben 40 van de 100 grootste werkgevers van Nederland vorig jaar extra banen weten te scheppen. Bij deze bedrijven en instellingen kwamen er 13.344 volledige arbeidsplaatsen bij, een plus van 4,5 procent. De nieuwe banen ontstaan vooral aan de boven- en onderkant van de arbeidsmarkt. Zo neemt Shell voor innovatieprojecten jaarlijks 150, vooral universitair geschoolde technische talenten aan. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt zijn er de helpende handen in de schoonmaak en de detailhandel; facilitair dienstverlener CSU groeide door uitbreiding met aan schoonmaak verwante thuishulpen.

De veertig grote bedrijven wisten te groeien tegen de verdrukking in, want 2013 was een van de slechtste jaren voor de arbeidsmarkt. Bij de volledige Top 100 daalde daarom het aantal volledige banen met in totaal 20.326.

NB: Uit het Nationaal Beloningsonderzoek 2014 bleek dat 98% van de deelnemende organisaties problemen (krapte) had vacatures voor volgende gebieden te vervullen: techniek/onderhoud 50%, ICT 35%, operations 35%, commerce 16% en finance 16%.

Aantal ondernemers in Nederland neemt toe

Het aantal ondernemers in Nederland is vorig jaar opnieuw toegenomen. In totaal kwamen er in 2014 ruim 65.000 bedrijven bij. Hiermee zijn er nu een recordaantal van bijna 1,5 miljoen bedrijven in Nederland.

De stijging is voor het overgrote deel toe te schrijven aan een toename van de eenmanszaken. Deze ontwikkeling is volgens het statistiekbureau al langer gaande. Sinds 2010 is het aantal kleine bedrijven (tot vijftig werknemers) sterk toegenomen. Het aantal bedrijven in midden- (50-250) en grootbedrijf (meer dan 250 werknemers) nam juist af. (Bron: CBS, 15 apr. 2015)

Ombouw kantoren levert voor miljoenen werk op

Het ombouwen van kantoren, ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen naar woningen via een speciale regeling levert de bouwsector voor miljoenen euro's aan extra werk op. Dat blijkt uit berekeningen die het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft gepresenteerd.

Door ombouwwoningen vrij te stellen van het woningwaardestelsel en een verhuurderheffing zouden investeerders eerder tot ombouw overgegaan. Dit komt doordat opbrengsten uit verhuur toenemen, terwijl de kosten dalen. In het meest gunstige geval zullen door de regeling op jaarbasis 1800 woningen worden gerealiseerd, wat de bouwsector de komende jaren voor 140 miljoen euro per jaar aan extra werk oplevert. Daarbij zou de werkgelegenheid met circa zevenhonderd voltijdbanen toenemen, zo berekende het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).

Werkgevers verwachten nauwelijks banengroei vanaf 2016 en 2017

Werkgevers verwachten dat er de komende jaren nauwelijks extra mensen worden aangenomen. Tegelijk blijft men een verschuiving zien van vast naar flexibel werk. Gevraagd naar de ontwikkelingen in 2016 en 2017 verwacht 28 procent van de ondernemingen dat het aantal werknemers met een vast contract zal afnemen. 21 procent van de werkgevers verwacht een stijging. Voor de groei van het aantal werknemers met een flexibel contract geldt het omgekeerde. 22 procent verwacht een stijging, 13 procent een daling. Andere opvallende resultaten uit het onderzoek zijn volgens de AWVN dat 41 procent van de werkgevers de arbeidsvoorwaarden wil moderniseren. Verder wil 31 procent de ouderenregelingen afbouwen. (Bron: Nu, 5 nov. 2015)

Bij de grootste werkgevers in 2014 minder werk

De grootste werkgevers van ons land, politie, defensie en de Rabobank, raakten in 2014 duizenden volledige arbeidsplaatsen kwijt. Bij de politie kwamen in 2014 zo'n 1000 fte's te vervallen, bij defensie waren dat er 1500 en bij de Rabobank ruim 3000. Doordat Rabobank hiermee terugzakte naar zo'n 36.000 banen is de koppositie van de politie niet in gevaar. Met ruim 60.000 volledige arbeidsplaatsen is de politie de nummer een op de lijst. Met zo'n 58.000 volledige arbeidsplaatsen is defensie goed voor een overtuigende tweede plaats. Dat er bij de Rabobank zo veel banen verdwenen, kan worden verklaard door het feit dat bij de banken steeds meer taken worden geautomatiseerd en gedigitaliseerd. Ahold en de Belastingdienst completeren de top 5 van grootste werkgevers.

Bedrijven en organisaties die in 2014 een steeds grotere rol gingen spelen als werkgever, zijn die in de schoonmaakbranche en in de thuiszorg. Zij hebben vooral veel aanbod op het gebied van laaggeschoold werk. (Bron: Volkskrant, nov. 2015)

163 duizend nieuwe bedrijven opgericht in 2015

Bijna 163 duizend bedrijven openden in 2015 voor het eerst hun deuren, terwijl bijna 100 duizend bedrijven definitief de werkzaamheden staakten. Het totale aantal bedrijven in Nederland steeg op jaarbasis met bijna 5 procent naar ruim anderhalf miljoen. De groei zit vooral bij kleine bedrijven: bij veruit de meeste bedrijven in Nederland (1,2 miljoen) werkt niet meer dan een persoon. (Bron: CBS, 26 jan. 2016)

HBO'ers gewild op de arbeidsmarkt

Voor hbo'ers liggen er onder andere kansen in logistiek en IT, marketing, finance, sales en marketing. De voornaamste reden voor de verschuiving is de ruimte op de arbeidsmarkt. Het aantal banen is met 13% toegenomen en er is meer vertrouwen bij werknemers in het eigen kunnen. (Bron: PO Actueel, 27 jan. 2016)

Europese Commissie bezorgd over Nederlandse arbeidsmarkt

In 2015 werden in Nederland groeide het aantal banen gecreëerd en nam de werkloosheid af. Dat neemt niet weg dat het aantal langdurig werklozen nog steeds groeit. En wat de werkgelegenheid betreft, wijst de Europese Commissie er op dat de oorzaak van de groei vooral is toe te schrijven aan de toename van tijdelijke contracten en almaar meer zelfstandigen.

De doorstroom van tijdelijk naar vast werk wordt in Nederland steeds meer beperkt, daardoor kan het stelsel van sociale voorzieningen onder druk komen te staan. Denk aan ZZP-ers die vaak niet of onderverzekerd zijn tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Ook bouwen ZZP-ers gemiddeld minder pensioen op dan werknemers in loondienst.

8,3 miljoen mensen hebben betaald werk

In Nederland wonen in maart 2016 12,7 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar. Hiervan hadden er 65,5 procent betaald werk, ruim 8,3 miljoen mensen. Het gaat om bijna 4,5 miljoen mannen en 3,9 miljoen vrouwen.

De overige 4,4 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar hebben geen betaald werk. Hiervan zijn er 574 duizend werkloos en 3,8 miljoen mensen zijn niet op zoek of niet direct beschikbaar voor werk. In deze laatste groep zijn vrouwen met 2,2 miljoen in de meerderheid. (Bron: CBS, 21 apr. 2016)

Meer banen voor uitzendkrachten

Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen is in het tweede kwartaal van 2016 met 38 duizend toegenomen. Deze toename komt voor rekening van werknemers, vooral het aantal banen voor uitzendkrachten nam sterk toe. Het aantal zelfstandigen nam juist iets af. Daarnaast steeg het aantal vacatures met 5 duizend en daalde het aantal werklozen met 16 duizend. De werkloosheid nam af van 6,5 naar 6,3 procent. (Bron: CBS, 12 aug. 2016)

Redactie: het CBS doet zijn uiterste beste om, als het even kan, een positief bericht te brengen. Wanneer het aantal banen toeneemt, moet u goed beseffen, dat een baan een arbeidsplaats van minimaal 12 uur per week is. Dat is dus iets anders dan een fulltime job. Dat het aantal uitzendkrachten toeneemt is vooral een gevolg van de WWZ. Werkgevers nemen liever een uitzendkracht aan dan een vaste (tijdelijke) kracht. Dat het aantal werklozen is gedaald, is een seizoenseffect dat eigenlijk veel hoger had moeten zijn. Zie ook Het aantal arbeidsplaatsen, de economie en de werkloosheid nemen alle drie de komende tijd toe. Kan dat?

Krimp agrarische sector

Het aantal voltijdbanen van vaste arbeidskrachten is tussen 2000 en 2015 met een derde gekrompen. Vooral onder gezinsarbeidskrachten nam de werkgelegenheid sterk af. En tussen 2016 en 2020 verdwijnen naar verwachting ruim zevenduizend voltijdsbanen in de agrarische sector.

De dalende werkgelegenheid is het gevolg van schaalvergroting. Technologische innovatie en mechanisering maken het mogelijk dat bedrijven met minder menselijke arbeid steeds meer produceren. Het aantal agrarische bedrijven neemt al jaren lang af. Ook is het vaak lastig voor vertrekkende bedrijfshoofden om opvolging te vinden voor het bedrijf, met het risico dat het bedrijf ophoudt te bestaan. (Bron: UWV, 3 juni 2016)

Groei eenpitter accountants- en administratiekantoren

Het aantal eenpitter accountantskantoren is in 2015 toegenomen met circa 2500. Het aantal eenpitter accountants- en administratiekantoren nam toe van 24930 naar 25300. Daarmee lijkt er nog steeds geen einde te komen aan de toename van het aantal kleine kantoren. In totaal staan er begin 2006 circa 31.500 accountants- en administratiekantoren bij de KvK ingeschreven, waarvan 3785 AA-kantoren.

De groei van eenpitters is redelijk spectaculair te noemen. In een periode van ruim 6 jaar is het aanbod in dit segment met meer dan een kwart toegenomen. Over de kracht van de marktpositie van deze groep zegt dit echter nog niet voldoende. Gegevens over hun omzetcijfers en omzetontwikkelingen zijn niet beschikbaar. Het enige wat daar nu over opgemerkt kan worden is dat audittarieven dalen en de prijsindex voor administratieve diensten stijgt. Dit zegt echter nog niets over de behaalde omzetten. (Bron: CBS & Accountancyvanmorgen, 2016)

Tekort aan gekwalificeerd personeel

Circa 7 procent van de bedrijven heeft last van onderbezetting als het gaat om voldoende geschikte en ervaren medewerkers.

Halverwege 2016 staan er 155.000 vacatures open. Dat zijn er nog wel bijna 100.000 onder het record uit 2008. Het aantal vacatures per duizend banen van werknemers (de vacaturegraad) is in de sector informatie en communicatie ruim tweemaal zo hoog als gemiddeld. (Bron: CBS, 26 sep. 2016)

Nederlandse bedrijvigheid groeit met name dankzij financiele instellingen

Tijdens het derde kwartaal van 2016 is de bedrijvigheid in ons land opnieuw toegenomen en dat is goed nieuws voor het Nederlandse bedrijfsleven. Het aantal bedrijven in Nederland is tijdens het derde kwartaal van 2016 met 0,4 procent toegenomen. De bedrijfspopulatie is met 11.696 bedrijven gegroeid. Toch is deze groei 42 procent lager in vergelijking met een jaar geleden.

De daling van de faillissementen zet zich door, maar er zijn meer bedrijven opgeheven en minder bedrijven gestart tijdens het derde kwartaal. Dat de faillissementsdaling zich nog steeds doorzet, terwijl juist het aantal opheffingen blijft stijgen, laat zien dat de stabilisatie van het Nederlandse bedrijfsleven aanhoudt. De markt groeit minder hard, maar de basis is stabieler.

In de Graydon Kwartaalmonitor trekt de sector Financiele Instellingen de aandacht. Deze sector is koploper en groeide in het derde kwartaal van 2016 met 2.962 bedrijven.

Nederlandse digitale-infrastructuursector levert significante bijdrage aan internet-economie

Nederland blijft een van de koplopers in Europa in snel groeiende digitale-infrastructuursector. Bovendien draagt de Nederlandse digitale infrastructuur significant bij aan onze internet-economie die op zijn beurt weer zorgt voor groei in werkgelegenheid.

De omvang van de werkgelegenheid in de digitale-infrastructuursector zelf is niet torenhoog, maar werkt wel sterk door in de veel bredere digitale economie en samenleving. De digitale infrastructuur is een onderdeel van het hele ecosysteem en daarmee een van de drivers voor de internet-economie. De Nederlandse internet-economie wordt geschat op 5,3 procent van het BBP en groeit jaarlijks met negen procent. Het onderzoek wijst uit dat de aanwezigheid van een sterke digitale infrastructuur een belangrijke aanjager is voor de werkgelegenheid in e-commerce en clouddiensten. 

Buitenlandse bedrijven in Nederland

Het Nederlandse bedrijfsleven telt in totaal ruim 1 miljoen bedrijven. Daarvan zijn er ongeveer 12 duizend, oftewel 1,2 procent, onder buitenlandse zeggenschap. Deze groep is klein in aantal, maar in economisch belang zijn het geen kleine spelers. Deze buitenlandse bedrijven waren in 2014 goed voor 37 procent van de omzet van het gehele bedrijfsleven. Dat gold ook in voorgaande jaren, meldde CBS eerder.

Daarnaast bieden deze 12 duizend bedrijven werk aan bijna 19 procent van alle werknemers in het bedrijfsleven. Het gaat dan om 867 duizend personen die in dienst zijn bij een buitenlandse onderneming.

In grootte:
  • Van alle buitenlandse bedrijven in Nederland voegen ondernemingen onder Amerikaanse zeggenschap het meeste toe aan de economie. Zo'n 12 procent van de omzet in het Nederlandse bedrijfsleven, 165 miljard euro.
  • Duitsland staat op plaats twee. Bijna 17 procent van de buitenlandse bedrijven in het Nederlandse bedrijfsleven heeft een Duitse moeder.
  • Het Verenigd Koninkrijk is derde en neemt iets meer dan 10 procent van de bedrijven onder buitenlandse zeggenschap voor zijn rekening.
(Bron CBS, 2 dec. 2016)

Stabiele economische groei en toename arbeidsvraag in 2017

Gesteund door het Centraal Planbureau wordt voor 2017 een stabiele economische groei van 2,1% verwacht. Naar verwachting groeit de werkgelegenheid met 138 duizend banen, waarvan 50 duizend banen in de uitzendsector en 20 duizend banen van zelfstandigen. Er ontstaan ook meer banen in de detailhandel, delen van de zorgsector, groothandel, specialistische en zakelijke diensten, horeca en bouwnijverheid. In het openbaar bestuur en de financiele dienstverlening krimpt het aantal banen.

De groei van de werkgelegenheid zit vooral bij flexibele banen zoals tijdelijke contracten, uitzendkrachten en ZZP-ers. Vooral bij kleinere bedrijven neemt het gebruik van tijdelijke contracten toe, maar ook grotere bedrijven zetten meer mensen met een tijdelijk contract in.

Het aantal vacatures neemt snel toe Het aantal vacatures groeit sneller dan verwacht. Naar verwachting zijn er in 2017 circa 965 duizend vacatures. Deze toename van het aantal vacatures ontstaat grotendeels door meer baanwisselingen van werknemers, maar ook door de groeiende productie en vervanging van werknemers die met pensioen gaan of om een andere reden stoppen met werken. De vacaturegroei biedt voor werklozen kansen op een baan, zeker in de sectoren waar de vacaturegraad oploopt en veel moeilijk vervulbare vacatures zijn. De vacaturegraad, het aantal vacatures per duizend banen, is vooral hoog in de sector informatie en communicatie en loopt op in de industrie en bouw. Het zijn vooral vacatures voor ICT- en technische functies die moeilijk vervulbaar zijn.

Het arbeidsaanbod stijgt, werkloosheid neemt af In 2017 groeit de beroepsbevolking, het arbeidsaanbod, naar ruim 9 miljoen mensen tussen 15 en 75 jaar. De arbeidsparticipatie neemt licht toe doordat meer mensen (langer) blijven werken en er meer mogelijkheden zijn om aan het werk te gaan. De economische groei en toename van de vraag naar arbeid beïnvloeden het aantal WW-uitkeringen positief. De instroom in de WW daalt van 491 duizend in 2016 naar 437 duizend in 2017, een daling van 54 duizend uitkeringen. Ook het aantal lopende WW-uitkeringen neemt af van 412 duizend eind 2016 naar 369 duizend eind 2017. (Bron: UWV, 30 jan. 2017)

Aantal vacatures begin 2017 stijgt richting pre-crisisniveau

Het aantal vacatures groeit sneller dan verwacht. Naar verwachting zijn er in 2017 circa 965.000 vacatures. Deze toename van het aantal vacatures ontstaat grotendeels door meer baanwisselingen van werknemers, maar ook door de groeiende productie en vervanging van werknemers die met pensioen gaan of om een andere reden stoppen met werken. Dat stelt het UWV in de Landelijke arbeidsmarktprognose 2017.

In de landbouw, bosbouw en visserij stijgt naar verwachting in 2016 en 2017 de productie licht. De werkgelegenheid blijft in 2017 echter stabiel, na een stijging met 3.000 banen in 2016. Op de lange termijn krimpt de werkgelegenheid in de sector door schaalvergroting en efficiencyverhoging. (Bronnen: UWV en GroeneRuimte, 30 jan. 2017)

Aantal scale-ups in Nederland groeit weer

Ruim 5 procent van alle Nederlandse bedrijven is een scale-up. Ze zorgden voor 73.000 nieuwe banen in de afgelopen vier jaar. Wat is een scale-up en wat betekenen deze groeibedrijven voor de Nederlandse economie?

Nlgroeit maakte een infographic op basis van cijfers uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit over de ontwikkelingen van Nederlandse scale-ups. Nlgroeit, een platform voor groeiondernemers, is een publiek-private samenwerking tussen het Ministerie van Economische Zaken, NLevator en de Kamer van Koophandel. (Bronnen: MT en NLgroeit)

Verschuiving werk naar minder ICT-intensieve branches

In branches waarin ICT-kosten meer dan 3 procent uitmaken van de totale productiekosten, kromp de werkgelegenheid tussen 2001 en 2015 met 1,3 procent. In bedrijfstakken die minder leunen op ICT groeide deze met 5,6 procent. In welke mate de ICT-intensiteit de werkgelegenheidsontwikkeling in de verschillende sectoren ook echt verklaart, kan op basis van deze cijfers echter niet worden vastgesteld.

Terwijl de totale investeringen vrijwel gelijk bleven namen die in ICT tussen 2001 en 2015 sterk toe. Bedrijven investeerden meer dan dubbel zoveel in computer- en telecommunicatieapparatuur en 80 procent meer in software. Het werd aantrekkelijker om in ICT te investeren omdat de kosten van ICT daalden, ook in vergelijking met de prijs van arbeid. (CBS, 6 mrt 2017)

Zie ook de brochure 'ICT, werkgelegenheid en beloning vanaf 2001'.

UWV verwacht lichte daling banen bij overheid

Tussen 2017 en 2020 verwacht UWV opnieuw een daling van het aantal banen bij de overheid. Het gaat om een lichte daling van 8.000 banen van overheidsmedewerkers. De krimp bij de overheid is onder andere het gevolg van een nauwere samenwerking tussen gemeenten. Daarnaast verdwijnt een deel van de administratieve taken door automatisering en digitalisering. Een derde van het overheidspersoneel heeft op dit moment een economisch-administratieve functie (denk aan secretaresses of receptionisten). In dit soort beroepen worden de kansen om een baan te vinden of te behouden steeds kleiner.

Er zijn ook beroepen bij de overheid met relatief goede kansen op een baan. Zo is er grote vraag naar financieel specialisten en hoogopgeleide ICT-ers. Daarnaast zijn er kansen voor onder andere technisch personeel grond-, weg- en waterbouw (gww), brandweerlieden en adviseurs bodemonderzoek en -sanering. (Bron: UWV, 18 apr. 2017)

Duizenden vaste banen voor jongeren in metaal

Tweeduizend jongeren krijgen binnen twee jaar een vaste baan in de metaal en techniek. Het is FNV gelukt om met de metaalwerkgevers een zogenaamd generatiepact te sluiten. Dat betekent dat ouderen de gelegenheid krijgen minder te gaan werken en gezond hun pensioen te halen, terwijl jongeren in de vrijgekomen uren gaan werken.

Volgens FNV-bestuurder Jacqie van Stigt is de sector daarbij gebaat. ,,Ouderen kunnen zo langer doorwerken, en jongeren krijgen een echte toekomst in metaal. De sector is daarmee aantrekkelijker geworden voor nieuwe talenten die hun technische beroep in de metaal willen uitoefenen. Bovendien hebben ze uitzicht op een vaste baan.

De looptijd van het project is van 1 mei 2017 tot 1 juni 2019. (Bron: Allesoverhr & ANP, 21 apr. 2017)

Werk zat, maar we willen liever schaarse baan met prestige

Werkgevers barsten van de vacatures voor monteurs en programmeurs. Maar werkzoekenden willen liever advocaat, tandarts of piloot worden, zo blijkt uit hun zoekopdrachten. Het lijkt er daarom op dat ze bij het zoeken naar werk geen rekening houden met hun baankansen op de arbeidsmarkt, die bij onbekende beroepen vaak veel groter zijn.

Dat laat onderzoek zien van Intelligence Group en de Nationale Beroepengids, gebaseerd op een analyse van het zoekgedrag van 3 miljoen bezoekers op nationaleberoepengids.nl gekoppeld aan de data van de arbeidsmarktkansen van deze beroepen. Nationaleberoepengids.nl gaat voortaan het arbeidsmarktperspectief per beroep zichtbaar maken, zodat werkzoekenden en studenten een beter geinformeerde keuze kunnen maken. (Bron: Personeelsnet, 6 jun. 2017)

Jonge mbo-ers gewild op de arbeidsmarkt

Jongeren met een mbo-diploma liggen goed op de arbeidsmarkt. Zo kwamen er van september vorig jaar tot en met februari 214.000 vacatures bij op mbo-niveau, blijkt uit onderzoek van het UWV en de Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB).

In het vierde kwartaal van 2016 waren er zelfs 26 procent meer vacatures dan in de laatste drie maanden van 2015. De meeste banen zijn te vinden in de zorg, metaal en metalektro, gastvrijheidssector, retail en logistiek. Niet alleen mensen met een mbo-diploma, maar ook nog niet afgestudeerde mbo-ers zijn populair. Het aantal studenten in leerbanen nam voor het eerst sinds 2011 weer toe. Dat zijn er nu 101.000 en er staan er nog de nodige leerbanen open. (Bron: ANP, 22 jun. 2017)

In 2016 gemiddeld 2,9 werklozen per openstaande vacature

Halverwege 2008 waren het aantal vacatures en het aantal werklozen bijna met elkaar in evenwicht: er was sprake van een gespannen arbeidsmarkt. Door de financiele crisis daalde het aantal vacatures daarna snel, terwijl het aantal werklozen opliep. Eind 2013 waren er uiteindelijk ruim zevenmaal zoveel werklozen als vacatures. Sindsdien daalt de verhouding werklozen/vacatures weer. Eind 2016 waren er gemiddeld 2,9 werklozen per openstaande vacature.

Eind 2016 telde men de meeste openstaande vacatures in Utrecht en de minste in Friesland. (Bron: CBS, Trends 2017)

Aantal snelgroeiende bedrijven omhoog

In totaal telde het bedrijfsleven vorig jaar bijna 7 300 bedrijven die als een snelle groeier kunnen worden aangemerkt. Dat is het hoogste aantal sinds de start van de metingen in 2010. Ook op jaarbasis steeg het aantal snelle groeiers: in 2015 waren er nog 6 200.

Een bedrijf (met tien of meer werknemers aan het begin van de groeiperiode) groeit snel als het aantal werknemers er in drie achtereenvolgende jaren gemiddeld met minstens 10 procent toeneemt. Dat kan door overname van een ander bedrijf, of door het aannemen van nieuwe mensen. Bij de snelgroeiende bedrijven uit 2016 kwamen er in drie jaar tijd ruim 365 duizend werknemers bij. Een op de zes snelle groeiers groeide (mede) na een overname.

Ondernemingen binnen bedrijfstakken die snel groeiden:
  • Bouw
  • Horeca
  • Logiesverstrekkers
  • Informatie- en communicatiebranche
  • IT-dienstverleners, zoals softwareontwikkelaars
  • Handelaren en zakelijke dienstverleners, waaronder uitzendbureaus
(Bron: CBS, 1 aug. 2017)

Banen en vacatures naar bedrijfstak

In het tweede kwartaal van 2017 waren er 193 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal van 2016. Dit komt neer op een stijging van 2,4 procent. Sinds 2008 is de groei niet meer zo hoog geweest.

Alleen in de bedrijfstak financiele dienstverlening is nog sprake van banenkrimp. In deze bedrijfstak gaan nog 9 duizend banen verloren. Alle overige bedrijfstakken laten een banengroei zien voor werknemers. De banengroei was het grootst in de zakelijke dienstverlening met 87 duizend banen. Dit betreft vooral een stijging van het aantal banen bij de uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling (77 duizend). In de zorg stijgt het aantal banen met 20 duizend. (Bron: CBS, 16 aug. 2017)

Kanttekeningen bij sterkste banengroei sinds 2008 (CBS)

Gemiddeld waren er in het tweede kwartaal 2017 10,2 miljoen banen. Daarbij zijn alle banen meegeteld, van werknemers en zelfstandigen, voltijd en deeltijd. Het aantal banen groeit nu ruim drie jaar op rij. De laatste drie kwartalen kwamen er telkens meer dan 50 duizend banen bij. In het tweede kwartaal waren dat er 51 duizend. Hierdoor is de toename op jaarbasis nu 199 duizend. Dat is de sterkste groei sinds de periode van hoogconjunctuur in 2007-2008. De grootste stijging vond plaats in 2007, toen de banengroei opliep tot 335 duizend.
Bij deze positieve geluiden past ook enige terughoudendheid, wanneer we het verschil van een baan en een fulltime job uitleggen.
Het aantal werknemers met een tweede baan is de afgelopen jaren sterk gestegen. In 2008 was dat een percentage van 5,5%, in 2010 6,7%, in 2013 7,8% en vermoedelijk in 2017 al boven de 10%.

Belangrijk is ook de wijziging van de definitie van een baan. Was deze definitie in 2015 nog dat een werknemer minstens 12 uren per week moest werken, wilde er sprake zijn van een baan. In 2016 is dit gelijkgetrokken met de Europese richtlijn, dat slechts 1 uur werken per week al een baan is.
Zo zijn er mensen die of gewoon een bijbaantje hebben of uitnoodzaak meer dan 3 banen om aan een behoorlijk inkomen te komen.
Niet het aantal banen is belangrijk, maar het totaal aantal werklozen, dat wel beschikbaar is voor een baan. Ook daar moeten we helaas constateren dat ook de officiële cijfers een totaal verkeerd beeld geven. De economie gaat goed, maar niet voor iedereen. Lees meer

Automatisering in finance kost geen banen

tegenstelling tot wat vaak wordt aangenomen, leidt automatisering van bedrijfsprocessen niet noodzakelijk tot baanverlies. Binnen financiele afdelingen zorgt het juist voor een toename van werkgelegenheid. Deze bevinding gaat in tegen het heersende idee dat geautomatiseerde processen zouden leiden tot banenverlies. Wel zorgt deze evolutie voor een verschuiving in de benodigde profielen. Volgens recruitmentbureau Robert Half zal digitalisering van de afdeling wel leiden tot een verandering in de benodigde vaardigheden van de finance professional.

De digitale transformatie zorgt ervoor dat er binnen de financiele afdeling meer ruimte ontstaat om strategische werkzaamheden op te pakken die in lijn zijn met de bedrijfsvoering. Hierdoor worden IT-vaardigheden (41%), communicatieve vaardigheden (41%) en vermogen tot samenwerking (40%) belangrijke vaardigheden voor de finance professional. Technologie wordt namelijk ingezet om gegevens te analyseren voor het voorspellen van trends, inzicht te krijgen in het gedrag van consumenten en om innovatie aan te sturen. Met deze trends en inzichten kan vervolgens de bedrijfskoers worden bepaald. (Bron en meer: CM, 13 sep. 2017)

Baanwissel onderzoek onder Nederlanders 2017

Ieder jaar denken veel Nederlanders aan het wisselen van baan. Voor de één is een baanwissel gedwongen, terwijl de ander juist van baan zou willen wisselen uit ontevredenheid of onmogelijkheden. Ondanks onderlinge verschillen hebben mensen die van baan willen wisselen één ding gemeen: ze willen allemaal optimale werkvreugde voelen.

In dit artikel laten we zien hoe en waarom Nederlanders denken over een baanwissel. Om dit in kaart te brengen heeft CV Ster onderzoek gedaan onder 1.024 Nederlanders. Binnen het onderzoek is aan respondenten gevraagd of en waarom ze het afgelopen jaar (periode: augustus 2016 tot augustus 2017) hebben overwogen om van baan te wisselen.

Redenen om van baan te wisselen:
  • 18,5% heeft aan een baanwissel gedacht omdat er geen groeimogelijkheden binnen de huidige functie zijn of omdat er geen uitdaging meer in het werk zit.
  • 9,9% is niet gelukkig met de werkzaamheden.
  • 9,7% is ontevredenheid over de werksfeer.
  • 6,5% heeft een baanwissel overwogen uit ontevredenheid over het salaris.
(Bron: CV Ster, 19 sep. 2017)

Arbeidsmarkt verslechtert

twee derde van de werkgevers heeft de afgelopen jaren de arbeidsmarkt zien verslechteren. ​67 procent ondervindt grotere problemen bij het vinden van geschikt personeel. 35 procent vindt het steeds moeilijker om personeel vast te houden. 39 procent ondervindt juist grotere moeilijkheden bij het ontslaan van personeel. De gegroeide problemen hangen zowel samen met de krappere arbeidsmarkt als met ingewikkelde wet- en regelgeving.

De problemen die werkgevers ondervinden zijn groter dan gedacht. Niet alleen is de krapte ‘breder’ dan alleen ‘ambachtelijk opgeleiden’ – technici, programmeurs enz. – ook liggen de oplossingen niet voor de hand. Dat komt omdat ze pas op langere termijn resultaat opleveren zoals het invoeren van duurzame inzetbaarheid, of rechtstreeks voortvloeien uit wet- en regelgeving, bijvoorbeeld loondoorbetaling bij ziekte. Zie AWVN, Rapport Arbeidsmarkt 2017.

Derde kwartaal 2017: record aantal openstaande vacatures voor werknemers

In het derde kwartaal van 2017 is het aantal banen met 51 duizend toegenomen. Op jaarbasis is de banengroei de grootste sinds 2008. Ook het aantal vacatures nam in het derde kwartaal verder toe. En opnieuw waren er minder mensen werkloos. Hierdoor neemt de spanning op de arbeidsmarkt verder toe.

De groei in het derde kwartaal betrof vrijwel alleen banen van werknemers. Daarvan kwamen er 49 duizend bij, waarmee het totaal op 8 142 duizend kwam. Dat is de hoogste stand ooit. Het aantal banen van zelfstandigen nam met 2 duizend toe tot 2 088 duizend.

Het aantal banen groeit nu drieënhalf jaar op rij. In het derde kwartaal van 2017 kwamen er 51 duizend banen bij. Gemeten over de laatste vier kwartalen geeft dat een stijging van 223 duizend. Dat is de sterkste groei op jaarbasis sinds de periode van hoogconjunctuur in 2007-2008. De grootste stijging vond plaats in 2007, toen de banengroei opliep tot 335 duizend. Gemiddeld waren er in het derde kwartaal 10,2 miljoen banen. Daarbij zijn alle banen meegeteld, van werknemers en zelfstandigen, voltijd en deeltijd. (Bron: CBS, 14 nov. 2017)

Ruim 12.500 extra banen dankzij buitenlandse investeringen

357 buitenlandse bedrijven zoals Netflix, Merck Performance Materials en Jellice zorgden afgelopen jaar voor 12.686 extra banen in Nederland. Samen waren deze bedrijven goed voor 1,67 miljard euro aan investeringen in onze economie. Deze banen en investeringen zijn binnengehaald door het collectief Invest in Holland dat bestaat uit de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA), het agentschap voor buitenlandse investeringen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en verschillende regionale partners.

De NFIA is binnen Invest in Holland verantwoordelijk voor 8.158 van de 12.686 banen. In 2017 wist de NFIA 224 buitenlandse investeerders naar Nederland te halen, samen goed voor 1,23 miljard euro aan investeringen. Uit de NFIA-cijfers blijkt verder dat de meeste nieuwe banen in distributiecentra (1.864), op hoofdkantoren (1.345), marketing & sales kantoren (1.316), R&D (1.259) en productielocaties (1.081) ontstaan.

De meeste ‘buitenlandse’ banen zijn, net als in 2016, gecreëerd door bedrijven uit de Verenigde Staten. Afgelopen jaar ging het om 2.516 banen, die gepaard gaan met 110 miljoen euro aan investeringen, zo blijkt uit de cijfers van de NFIA. Ook bedrijven elders uit Europa leveren veel banen op (in totaal 2.879), waaronder het VK (872 banen). Aziatische bedrijven uit Japan en India zorgden respectievelijk voor 655 en 423 banen. (Bron: Rijksoverheid, 25 jan. 2018)

In 2017 grootste aantal nieuwe bedrijven sinds 2009

In 2017 kwamen er per saldo ruim 73 duizend bedrijven bij. Dat is het hoogste aantal sinds 2009. Managementadviesbureaus vormen nog altijd de grootste groep onder de startende bedrijven, maar stoppen ook het vaakst. In de onderwijssector en de detailhandel neemt het aantal starters het meest toe.

In enkele sectoren nam het aantal nieuwe bedrijven vanaf 2007 elk jaar toe. Het aantal oprichtingen door starters steeg het sterkst in het sportonderwijs en de studiebegeleiding: van bijna 5 duizend nieuwe bedrijven in 2007 naar ruim 10 duizend in 2017. (Bron: CBS, 2 feb. 2018)

Arbeidsmarkt raakt verder gespannen

In het vierde kwartaal van 2017 is het aantal banen met 57 duizend toegenomen. Verder steeg het aantal vacatures in het afgelopen kwartaal met 14 duizend en daalde het aantal werklozen met 29 duizend. Hierdoor is voor het eerst na de periode 2007-2008 weer sprake van een relatief gespannen arbeidsmarkt.

Doordat het aantal vacatures oploopt, terwijl het aantal mensen dat werkloos is afneemt, neemt de spanning op de arbeidsmarkt toe. Tegenover elke openstaande vacature staan in het vierde kwartaal van 2017 gemiddeld 1,8 personen die geen betaald werk hebben maar daar wel direct voor beschikbaar zijn en ook recent gezocht hebben (definitie van de International Labour Organization, ILO). (Bron: CBS, 14 feb. 2018)

Arbeidsmobiliteit in Nederland in cijfers

Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2016 werknemers gemiddeld tien jaar bij dezelfde werkgever werkzaam zijn. Dit gemiddelde wordt sterk omhooggetrokken door werknemers van 45 jaar en ouder. Jongeren tussen de 15 en 25 jaar blijven niet eens 2 jaar bij dezelfde werkgever. Werknemers tussen de 25 en 45 zijn gemiddeld 7 jaar bij dezelfde werkgever werkzaam.

Afhankelijk van de conjuncturele situatie is jaarlijks een kwart tot 40 procent van de werkenden mobiel. Dit betreft zowel interne als externe mobiliteit. Jongeren zijn vaker extern mobiel (baanmobiliteit), werknemers tussen de 25 en 35 jaar zijn eerder intern mobiel (functiemobiliteit).

Ook naar opleidingsniveau zijn er opvallende verschillen. Hoger opgeleiden wisselen vaker van baan en functie dan middelbaar en lager opgeleiden. Dekker verklaart dit met de human capital theory van Becker (1964). Hoger opgeleiden beschikken over een betere onderhandelingspositie dan lager opgeleiden en zouden daarom eerder vrijwillig van baan of functie wisselen. (Bron: PW, 19 mrt. 2018)

1 op 3 werkt 10 jaar of langer bij dezelfde werkgever

Gemiddeld werkt een op de drie werknemers tien jaar of langer bij dezelfde werkgever. Dit verschilt per bedrijfstak, bij de overheid is dit doorgaans het langst. Deze zogeheten baanduur is korter als de arbeidsrelatie flexibeler is en naarmate de werknemer jonger is.

In 32 procent van de 7,9 miljoen werknemersbanen in 2016 is de baanduur 10 jaar of langer. In 21 procent van de banen ligt de duur tussen de 5 en 10 jaar. Daarnaast heeft 18 procent een baanduur van 2 tot 5 jaar, 14 procent een baanduur van 1 tot 2 jaar, en 15 procent een baanduur korter dan 1 jaar. Het gaat hier om afgeronde en niet afgeronde banen. De baanduur is vastgesteld op 31 december 2016 en is het aantal jaren dat iemand bij dezelfde werkgever werkt. De baanduur houdt geen rekening met functiewisselingen bij dezelfde werkgever.

Werknemers bij het openbaar bestuur en overheidsdiensten hebben de langste baanduren. In bijna 60 procent van de 499 duizend banen is ten minste het 10-jarig ambtsjubileum gevierd, dat wil zeggen, ze hebben tien jaar of langer bij eenzelfde ministerie of andere overheidsinstelling gewerkt. De overheid is de enige bedrijfstak waar meer dan de helft van de werknemers langer dan 10 jaar in een baan zit. In de horeca en de zakelijke dienstverlening zitten de minste werknemers met minimaal 10 dienstjaren; slechts 10 procent van de werknemers. (Bron: CBS, 23 apr. 2018)

CBS cijfers over de arbeidsmarkt

CBS publiceert veelvuldig over de arbeidsmarkt, vanuit verschillende invalshoeken. In deze publicatie worden de beschikbare cijfers over 2017 in samenhang gepubliceerd en toegelicht. Daarnaast geeft het inzicht in de manier waarop de verschillende cijfers tot stand komen, met links naar de StatLine-tabellen waar die cijfers te vinden zijn. Zie verder

Vast werk groeit sterker dan flexwerk

In het eerste kwartaal van 2018 is het aantal banen met 76 duizend toegenomen, de grootste banengroei na het tweede kwartaal van 2007. De afgelopen vier jaar is het aantal banen vrijwel onafgebroken toegenomen, in totaal met ruim 600 duizend. Daarbij zijn alle banen meegeteld, van werknemers en zelfstandigen, voltijd en deeltijd.

In het eerste kwartaal was het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie 124 duizend hoger dan een jaar eerder, een groei van 2,4 procent. Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie nam in een jaar tijd met 38 duizend toe, wat neerkomt op een groei van 2 procent. Naar verhouding groeide bij werknemers het vaste werk daarmee sterker dan het flexwerk. Dit was sinds begin 2009 niet meer voorgekomen. Hiermee is het aandeel werknemers met een vast contract met 73,3 procent iets hoger dan een jaar terug. De toename betrof vooral werkenden met een grote deeltijdbaan of een voltijdbaan. (Bron: CBS, 15 mei 2018)

Personele bezetting gemeenten blijft stijgen

Vooral door de uitbreiding van taken en meer budget, is vorig jaar de personele bezetting bij gemeenten opnieuw toegenomen. Dat blijkt uit de Personeelsmonitor 2017 van het A+O fonds Gemeenten, dat dit samen met Panteia (en ETI) heeft onderzocht.

In 2016 nam de totale personele bezetting van gemeenten voor het eerst sinds 2009 toe. Dat kwam vooral door toename van personeel bij de G4. G4 staat voor de 4 grootste steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Vorig jaar (2017) was de stijging over de hele linie te zien, met 2,2 procent ten opzichte van het jaar ervoor. De meeste groei is opnieuw bij de G4, hier steeg de bezetting met 4,6 procent. Bij de op dat moment 388 gemeenten werkten in 2017 liefst 160.810 mensen. (Bron: Panteia, 17 jun. 2018)

Recordaantal snelgroeiende bedrijven

In 2017 telde het Nederlandse bedrijfsleven bijna 8 500 snelgroeiende bedrijven. Dat zijn er ruim 1 200 (16 procent) meer dan een jaar eerder. Het aantal snelle groeiers nam daarmee voor het derde jaar op rij toe en is het hoogste aantal in de periode van 2010 tot en met 2017.

De zakelijke dienstverlening telde de meeste snelgroeiende bedrijven, 2 350. Dat zijn er ruim 300 meer dan in 2016. Ook in de handel waren meer dan 2 duizend snelle groeiers, een toename van ongeveer 200 in vergelijking met een jaar eerder. In de nijverheid (1 120 snelle groeiers) en horeca (1 045) telden respectievelijk 175 en 100 snelle groeiers meer dan in 2016.

Een bedrijf (met 10 of meer werknemers aan het begin van de groeiperiode) groeit snel als het aantal werknemers in drie achtereenvolgende jaren gemiddeld met minstens 10 procent toeneemt. (Bron: CBS, 13 aug. 2018)

Structurele afname werknemers in financiële sector

Het aantal werknemers in de financiële dienstverlening neemt al jaren af. Sinds 2008 verlaten meer werknemers deze bedrijfstak dan er starten. Ondanks de krimp zijn er meer financieel specialisten en economen in de financiële dienstverlening werkzaam. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van het CBS over arbeidsmobiliteit van werknemers van 15 tot 75 jaar in de financiële sector.

In de financiële dienstverlening is het aantal werknemers in de periode december 2006 – december 2016 afgenomen met 43 duizend tot 212 duizend. Tegelijkertijd groeide het totaal aantal werknemers in Nederland met 334 duizend. Door technologische ontwikkelingen als internetbankieren zijn minder mensen in de sector financiële dienstverlening nodig. Daarnaast verloren door de bankencrisis veel werknemers hun baan. (Bron: CBS, 17 dec. 2018)
 

Ouderen en vrouwen werken aanzienlijk meer

Ouderen zijn in de afgelopen twintig jaar spectaculair meer gaan werken. Dit geldt voor alle opleidingsniveaus, ongeacht migratieachtergrond en huishoudsamenstelling. Vooral in de leeftijdscategorie van 60 tot 65 jaar is het hard gegaan. Twintig jaar geleden werkte nog ongeveer 20 procent van de mannen in deze leeftijdscategorie, nu is dit opgelopen tot rond de 65 procent. Hierbij heeft beleid waarschijnlijk een rol gespeeld – zoals het afschaffen van de VUT- en prepensioenregelingen – maar ook de stijging van de opleidingsniveaus en van de (gezonde) levensverwachting. (Bron: NZG, 21 dec. 2018)

Vacaturegroei komende jaren met name in zorg, overheid en onderwijs

Het aantal vacatures komt in 2018 uit op een recordhoogte van naar schatting 1,2 miljoen. Dit is een stijging met ruim 13% ten opzichte van 2017.

Het aantal vacatures geeft voor 2018 in alle sectoren een flinke toename te zien. In 2019 zal het beeld anders zijn. Alleen in de overige diensten is nog sprake van een groei. Dit betreft voornamelijk vacaturegroei in de zorg en bij de overheid en onderwijs. Ook in 2020 zijn dit de sectoren waar nog enige groei te zien zal zijn. In 2020 zal het aantal vacatures in totaal met zo’n 17.000 afnemen. (Bron: Panteia, dec. 2018)

Meer vaste aanstellingen voor baanwisselaars

De afgelopen drie jaar is op de Nederlandse arbeidsmarkt een sterke stijging te zien van het aantal mensen dat bij wisseling van baan een vast contract krijgt. Daar tegenover staat een even sterke daling van het aantal flexcontracten. En van de mensen die na een baanwisseling beginnen met een tijdelijk of flexibel contract, verwacht een groeiend deel een vast contract te krijgen. Dat blijkt uit onderzoek over de periode 2015-2018.

De verschuiving van flex naar vast heeft zich vooral in de laatste twee jaar gemanifesteerd. Begin 2017 kreeg ruim twee derde (68 procent) van de mensen die een nieuwe of andere baan vonden in het begin een flexibel contract. Eind 2018 is dit gedaald tot 61 procent. Het aandeel vaste contracten is in diezelfde periode gestegen van 32 procent naar 39 procent, een stijging van 22 procent. In de periode voor 2017 was het beeld vrij stabiel. (Bron en meer cijfers: IG, 31 jan. 2019)

Verdere stijging aantal mbo-vacatures voor vrijwel alle beroepsgroepen

Het aantal mbo-vacatures stijgt nog altijd en het aantal jongeren met een WW-uitkering neemt steeds verder af. Dat blijkt uit de nieuwe Basiscijfers Jeugd die UWV en SBB vandaag publiceren.

In de periode van januari tot en met september 2018 ontstonden ruim 418.000 vacatures op mbo-niveau. Dit is een stijging van ruim 10 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. De stijging geldt voor vrijwel alle beroepsgroepen. De grootste stijging is te zien binnen de beroepsgroep Retail, Technische installaties en systemen, Winkelambacht, Transport en logistiek, en Zorg.

Veruit de meeste vacatures zijn er binnen de beroepsgroepen Gastvrijheid en Retail, gevolgd door Zorg, Transport en logistiek, Groothandel en internationale handel, Metaal en metalektro, en Technische installaties en systemen. Regionaal ontstonden de meeste vacatures in Groot-Amsterdam, gevolgd door Midden-Utrecht en Rijnmond. In Gorinchem, Midden-Holland en Drenthe ontstond het minste aantal vacatures. (Bron en meer: BB, 14 feb. 2019)

3,3 miljoen nieuwe werknemersbanen in 2017

In 2017 waren er in totaal 11,6 miljoen banen van werknemers, waarvan 3,3 miljoen nieuwe banen. De nieuwe banen bestonden uit 1,6 miljoen tijdelijke banen, 790 duizend uitzendbanen, 500 duizend oproepbanen en 379 duizend vaste banen.

Ten opzichte van 2010 is het aandeel nieuwe banen met een flexibel contract flink toegenomen en het aandeel met een vast contract afgenomen. In 2017 was het aandeel flexibele banen 88 procent en het aandeel vaste banen 12 procent. In 2010 bedroeg het aandeel flexibele banen 78 procent en het aandeel vaste banen 22 procent. Werknemers startten in 2017 dus vaker in een flexibele baan. De toename is zichtbaar in alle soorten flexibele banen. (Bron: CBS, 7 jun. 2019)

Steeds meer mannen kunnen of willen niet werken

Het aantal Nederlandse mannen tussen de 25 en 45 jaar dat niet actief is op de arbeidsmarkt, wordt steeds groter. Het gaat om mannen die niet kunnen of willen werken. Deze laatste groep wordt niet gezien als werkloos, aangezien ze niet naar een baan zoeken en niet beschikbaar zijn voor werk.

In het eerste kwartaal van 2009 bedroeg de groep nog 4,6 procent van het totaal, begin 2019 was dat opgelopen tot 8 procent, oftewel zo'n 100.000 mannen. De redenen dat mannen niet willen werken, zijn uiteenlopend.

Ziekte of arbeidsongeschiktheid als reden om niet te kunnen werken komt nog altijd vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, aldus het CBS. Bij de vrouwen nam dit percentage sinds 2009 zelfs toe van 3,8 naar 4,8 procent. Daartegenover staat een daling van het percentage vrouwen van 25 tot 45 jaar die niet willen werken vanwege de zorg voor gezin of huishouden (van 5,6 naar 3,7 procent). Mannen geven zorg zelden als reden om niet te werken. (Bron: CBS, 20 jul. 2019)

Nederland telt recordaantal groeibedrijven

Nederland telde in 2018 ruim 10.000 groeibedrijven*. Dit is 20 procent meer dan 2017, toen er bijna 8500 snelle groeiers waren.

De meeste snelgroeiende bedrijven zaten in 2018 in de zakelijke dienstverlening (2 710), op de voet gevolgd door de handel (2 470). Hier vond ook de grootste absolute groei plaats, respectievelijk plus 360 en plus 395. De grootste procentuele groei tussen 2017 en 2018 vond plaats bij de bouwnijverheid (36 procent, plus 210) en de horeca (34 procent, plus 355). (Bron: CBS, 8 aug. 2019)

* Het CBS hanteert die definitie voor bedrijven waar het aantal medewerkers drie jaar op rij met ten minste 10 procent per jaar groeit. Ook moeten die bedrijven aan het begin van hun groeiperiode al minstens 10 werknemers hebben.

Arbeidsmarktmonitor 2019

Het vervolg op het arbeidsmarktonderzoek van Panteia uit 2016, de arbeidsmarktmonitor 2019, geeft Panteia aan dat de vraag naar personeel algemeen gesproken blijvend is, het tempo van de economische groei vlakt evenwel af.

Panteia (11 okt. 2019) geeft een opsomming voor de opleidingsniveaus MBO, HBO en universiteit.

Er gaan mensen hun baan verliezen, ik ben niet naïef

Nooit eerder stampte een minister van Sociale Zaken een reddingmaatregel van tien miljard euro uit de grond zodat bedrijven de lonen kunnen blijven betalen. Toch moeten we niet naïef zijn, stelt Wouter Koolmees. ,,Er gaan mensen hun baan verliezen en er zullen bedrijven failliet gaan.” Voor de chef arbeidsmarkt van het kabinet zijn het bizarre tijden. Begin maart boekte de werkloosheid nog een laagterecord. Amper een maand later ziet Wouter Koolmees hoe grote groepen Nederlanders gedwongen thuis zitten en hele sectoren stilstaan, terwijl anderen juist moeten bikkelen als nooit tevoren.

Cijfers: uit onderzoek blijkt dat het aantal uren dat thuis en op kantoor gewerkt wordt in maart met circa 13 procent is gedaald. De daling betreft vooral zelfstandigen, min 23 procent. De daling bij werknemers is geringer, min elf procent.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kijkt met ontzag naar het medisch personeel dat de klok rond werkt om in de coronacrisis de gezondheidszorg overeind te houden. Tegelijkertijd is hij ook trots op zijn eigen ambtenaren. Zij hebben nachten en weekenden doorgewerkt om een nooit eerder geëvenaard noodpakket in elkaar te sleutelen, waardoor zoveel mogelijk thuiszitters hun baan kunnen behouden. (Bron: AD, 4 apr. 2020)

Percentage niet ingevulde werkdiensten bijna verdubbeld sinds eerste stap openingsplan

Met name in sectoren horeca en productie en warehousing worden diensten niet ingevuld
Sinds de eerste stap van het openingsplan op 28 april (week 17) - waarin de avondklok verdween en winkels en terrassen weer open gingen - is het percentage diensten dat open blijft staan bij bedrijven in de branches zorg en welzijn, recreatie, retail en e-commerce, productie en warehousing en horeca gemiddeld van 2,7% naar 4,6% gestegen. Werkgevers zetten deze diensten uit, maar krijgen ze niet gevuld. Dit blijkt uit data van ruim 3000 organisaties van Dyflexis, ontwikkelaar van soft- en hardware voor workforce management. Het onderzoek geeft een aanvulling op eerdere cijfers van het CBS, waaruit blijkt dat er in Nederland momenteel een ongebruikelijk groot aantal openstaande vacatures is.

Sterke stijging in vier branches

Over de hele linie is te zien dat het percentage open 'shifts' begin van het jaar op een hoog niveau was, met name binnen recreatie en zorg en welzijn, daarna daalde en nu weer aan een sterke stijging bezig is. Met name in de horeca en productie en warehousing zitten werkgevers in de problemen en krijgen hun diensten door personeelstekort niet gevuld. In de horeca steeg het relatieve aantal open diensten vanaf week 17 tot week 33 (die vorige week zaterdag eindigde) van 3,7% naar 4,9%. Bij productie en warehousing is deze stijging nog sterker te zien: van 2,3% naar 5,9%. Het percentage in de zorg en welzijnsbranche (er is met name niet-urgente zorg meegenomen in deze dataset) steeg van 3,1% naar 4,0%, en in de retail en e-commerce van 2,0% naar 3,6%. 

Opvallend is dat er in de recreatiesector een lichte daling zichtbaar is, van 3,6% naar 3,2%. Deze sector zat vooral in het begin van het jaar met relatief grotere tekorten. Na week 20 (waarin stap 2 van het openingsplan inging en recreatielocaties weer buiten open mochten) was de sector in de eerste weken in staat om de diensten beter in te vullen.

Hogere werkloosheid door nieuwe rekenmethode

Door de invoering van een nieuwe rekenmethode ligt het werkloosheidspercentage in Nederland ineens een stuk hoger. Volgens de Europese systematiek, die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vanaf volgend jaar officieel gaat gebruiken, zijn er 107.000 werklozen meer dan nu wordt gemeten. Dat meldt het CBS vrijdag (3-12-2021).
Vanaf 1 januari wordt de nieuwe methode in alle landen in de Europese Unie verplicht, zodat de cijfers beter vergelijkbaar zijn. Uit de eerste resultaten blijkt dat de nieuwe methode meer werklozen, maar ook meer werkenden in beeld brengt.
Zo waren in oktober met de bestaande methode 277.000 werklozen, maar volgens de Europese standaarden zijn dat er 384.000. Daarmee komt het werkloosheidspercentage uit op 4% in plaats van 2,9%. Ook het aantal werkenden valt 172.000 hoger uit en komt daardoor op 9,3 miljoen. Het CBS vergaart de cijfers nu via een eigen vragenlijst, de ‘Enquête beroepsbevolking’. Vanaf volgend jaar wordt de nieuwe vragenlijst de standaard.
Belangrijk verschil met de oude manier van rekenen is de bepaling wanneer iemand als werkloos meegeteld wordt in de cijfers. Volgens de internationale definitie is er sprake van werkloosheid als iemand aangeeft geen betaald werk te hebben, daar wel recent naar heeft gezocht en binnen twee weken kan beginnen. In de huidige methode kregen respondenten veel meer mogelijkheden om hun beschikbaarheid aan te geven.

Beschikbaar

Zo werd in de oude vragenlijst vaak aangegeven dat iemand beschikbaar was voor werk binnen twee weken en drie maanden. In de nieuwe vragenlijst vervalt die optie en kan er alleen aangegeven  worden dat iemand binnen twee weken kan starten. Hierdoor worden er zowel meer jongeren als oudere leeftijdsgroepen als werkloos aangeduid.
Dat er ook meer werkenden naar voren komen, is vooral terug te voeren op het aantal werkende jongeren. In de nieuwe vragenlijst tellen betaalde stages en bijbaantjes ook mee als werk. Hierdoor geven meer jongeren tussen 15 en 25 jaar aan werk te hebben. Een ander verschil is dat de enquête nu persoonsgebonden is, terwijl dit eerder ook mocht worden ingevuld door iemand voor een heel huishouden.

Uitkomsten

Om inzicht te krijgen in de uitkomsten met de nieuwe methode heeft het CBS dit jaar al met de oude en nieuwe vragenlijst gewerkt. Vanaf 1 januari gaat het CBS definitief met de nieuwe methode werken. Ook de cijfers over flexibel werk, deeltijdwerk, onderwijsniveau en onbenut arbeidspotentieel worden aangepast.

1,6 miljoen nieuwe vacatures in 2022

In 2022 waren er in Nederland 1,6 miljoen nieuwe vacatures. Dit is het hoogste aantal sinds het begin van de meting in 1997. Vooral in bedrijfseconomische en administratieve beroepen was meer vraag naar nieuwe medewerkers. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

De helft van de baanvinders jonger dan 25 jaar

In het vierde kwartaal van 2022 waren 3,6 miljoen personen niet aan het werk. Van hen hadden vooral jongeren die niet werkten vanwege een opleiding of studie een kwartaal later al betaald werk. Daarnaast gingen ook mensen die beschikbaar zijn voor werk en/of op zoek zijn naar werk, oftewel werklozen en semiwerklozen, relatief vaak aan het werk. Behalve leeftijd en binding met de arbeidsmarkt spelen ook andere kenmerken een rol bij het doorstromen naar werk.

De kans op het vinden van een baan (2020)

De groeiende vraag naar arbeid contrasteert met het gegeven dat er nog steeds personen zijn die niet werken en die slechts met grote moeite een plek op de arbeidsmarkt weten te vinden. In dit artikel is voor de verslagperiode 2013 tot en met de eerste helft van 2021 gekeken welke kenmerken met de kans op het vinden van werk samenhangen. Naast kenmerken als zoekgedrag en beschikbaarheid, die door het CBS al worden gebruikt voor het indelen van de niet-werkzame bevolking, blijken ook andere kenmerken sterk samen te hangen met de kans op werk: arbeidsbelemmering door een langdurige ziekte of aandoening en leeftijd. Op basis van onder meer deze kenmerken is de baanvindkans van niet-werkenden geschat en is de populatie niet-werkenden onderverdeeld in groepen met een uiteenlopende baanvindkans. De grootste groepen zijn de niet-werkzame personen van 65 tot 75 jaar en de niet-werkzame personen jonger dan 65 jaar met een sterke arbeidsbelemmering. In 2020 maakten zij samen 69 procent van de niet-werkenden uit. De kans om binnen een kwartaal werk te vinden is voor deze twee groepen het kleinst (minder dan 1 procent). Voor de werklozen jonger dan 65 jaar zonder arbeidsbelemmering, een relatief kleine groep onder de niet-werkenden, is de baanvindkans het grootst: 33,3 procent.

Verhouding werkenden/niet-werkenden, 2003-2023

Werkende meerderheid verder gegroeid
In het tweede kwartaal van 2023 waren er in de Nederlandse bevolking 120 mensen met betaald werk op elke 100 mensen die niet werkten. Twintig jaar eerder was die verhouding nog 96 werkenden per 100 niet-werkenden. In die periode groeide het aantal werkenden sterker dan de totale bevolking, terwijl het aantal mensen zonder werk juist daalde. Dit blijkt uit een nadere analyse door het CBS.
Redactie:  Deze cijfers weerspreken de beweringen dat er in de toekomst steeds minder werkende mensen zijn t.o.v. de niet- werkenden. Het doemdenkbeeld dat steeds minder mensen alle lasten moeten opbrengen blijkt niet uit deze cijfers.

Kwartaalbeeld arbeidsmarkt, 2e kwartaal 2023

Spanning op de arbeidsmarkt onveranderd hoog in tweede kwartaal
De krapte op de arbeidsmarkt hield in het tweede kwartaal van 2023 aan. Tegenover elke 100 werklozen stonden 122 vacatures, net als in de vorige twee kwartalen. De werkloosheid daalde met 7 duizend en er kwamen 7 duizend banen bij. Het aantal openstaande vacatures nam af met 10 duizend. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS

Werkloosheid in juli (2023) toegenomen

In juli 2023 waren 362 duizend mensen van 15 tot 75 jaar werkloos. Dat is 3,6 procent van de beroepsbevolking. In de afgelopen drie maanden nam het aantal werklozen toe met gemiddeld 6 duizend per maand. Het aantal werkenden steeg in dezelfde periode met gemiddeld 1 duizend per maand. UWV registreerde eind juli 152 duizend lopende WW-uitkeringen.
Redactie: Over het algemeen neemt de werkloosheid in juli juist af, vanwege seizoensinvloeden. Onze verwachting is dat na september de werkloosheid aanmerkelijk zal toenemen. 3,6% werkloosheid is overigens relatief laag in Europa.
 

Uitstroom uit zorg en welzijn, 1e kwartaal 2023

Opnieuw meer werknemers in zorg en welzijn, ondanks grotere uitstroom
In zorg en welzijn zijn er 21 duizend werknemers bij gekomen tussen het eerste kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023. De uitstroom uit de bedrijfstak is vanaf het midden van 2021 sneller toegenomen dan de instroom, maar per saldo nam het aantal werknemers nog steeds toe. De meeste uitstromers gingen naar een andere bedrijfstak. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS uit het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn.

Bedrijven met personeelstekort, 3e kwartaal 2023

Drie kwart van de ondernemers (ruim 75 procent) ervaart een tekort aan arbeidskrachten aan het begin van het derde kwartaal. Dat is iets minder dan een jaar eerder toen ruim 84 procent hiermee te maken had. Ruim 40 procent ervaart het tekort ook als voornaamste belemmering in de bedrijfsvoering. Ruim een derde (36 procent) van de ondernemers geeft aan dat de werkdruk onder het personeel is toegenomen door het personeelstekort. Dit melden het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW op basis van de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).

Langdurige werklozen, 2e kwartaal 2023

Sterke afname aantal langdurig werklozen in afgelopen 10 jaar
In het tweede kwartaal van 2023 was 1 op de 7 werklozen langdurig werkloos, dat wil zeggen twaalf maanden of langer. In hetzelfde kwartaal van 2013 waren dat er een stuk meer: 1 op de 3. In 2023 zaten werklozen relatief vaak nog maar kort zonder werk. Dat meldt het CBS
Redactie: Volgens het CBS is iemand werkloos, die geen werk heeft, maar wel voor minstens 12 uur per week werk zou willen aanvaarden. Kennelijk is dat niet een optelsom van mensen (in de leeftijdscategorie van 18 tot 67 jaar) met een ww- en/of bijstandsuitkering. Zij die wel kunnen, maar niet willen werken, worden niet meegeteld.
 

Taalvaardigheid en arbeidsdeelname migranten, 2021

Arbeidsparticipatie hoger bij goede beheersing Nederlands
Meer kennis van de Nederlandse taal hangt onder migranten positief samen met het hebben van betaald werk. Toch heeft een relatief groot deel van de migranten die niet of nauwelijks Nederlands spreken een baan op een hoog beroepsniveau. Dit blijkt uit een analyse van het CBS met cijfers van de Enquête beroepsbevolking (EBB) uit 2021

Meer 15- en 16-jarigen met betaald werk

Het aantal werkende jongeren van 15 tot 27 jaar is in het vierde kwartaal van 2023 met 34 duizend toegenomen ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. 77,9 procent van de jongeren van 15 tot 27 jaar had betaald werk. Vooral de 15- en 16-jarigen gingen in de afgelopen jaren vaker aan het werk. Dat meldt het CBS op basis van de Enquête beroepsbevolking (EBB) in het kader van de Landelijke Jeugdmonitor






Ga terug naar Arbeidsmarkt.