Uitkeringen (bijstand)

Datum laatste wijziging: 1 maart 2021  |  Trefwoorden: , , ,

Inhoud

  1. Uitkering categorie afhankelijk
  2. Vermogensgrenzen en vrijlating
  3. Delen woonkosten
  4. Bijverdienregeling
  5. Langdurigheidstoeslag
  6. Vrijwilligerswerk door bijstandsgerechtigden
  7. Kernkaart werk en bijstand
  8. Bijzondere bijstand
  9. Eén bedrag voor gemeenten
  10. Voorschot
  11. Fraude
  12. Bijstandsbudgetten 2015
  13. Bijstandsuitkering en inkomsten
  14. Verdeling bijstandsbudgetten 2017
  15. Cijfers bijstand 2016
  16. Bijstand levert 750 euro meer op dan baan
  17. Cijfers bijstand 2017
  18. Uitbetaling levenslooptegoed is inkomen voor bijstand
  19. Beroep op vangnetuitkering fors gestegen
  20. Cijfers bijstand 2018
  21. Bijstandsvorderingen lastig te innen
  22. Cijfers bijstand 2019
  23. Gemeente Groningen start met proef basisbaan
  24. Liever basisbaan dan uitkering
  25. Cijfers bijstand 2020

Uitkering categorie afhankelijk

De bijstandsuitkering is afhankelijk van de categorie (leeftijd en leefvorm) waartoe iemand wordt gerekend. Er zijn verschillende bedragen (inclusief vakantietoeslag) voor gehuwden of ongehuwd samenwonenden, voor alleenstaande ouders en alleenstaanden van 21 tot 65 jaar. Voor personen jonger dan 21 en 65 jaar of ouder gelden andere bedragen.

Voor personen gelden normbedragen die als regel twee keer per jaar worden aangepast, zie onder:
Groepen: Hoogte uitkering:
gehuwd of samenwonend, tussen 21 en 65 jaar
alleenstaande ouder tussen 21 en 65 jaar
alleenstaande tussen 21 en 65 jaar
65 jaar of ouder
19 of 20 jaar
100% van minimumloon
70% van minimumloon
50% van minimumloon
uitkering gelijk aan netto AOW
uitkering afgeleid van kinderbijslag

De exacte hoogte van de uitkeringen is te vinden in subrubriek Bijstand (tabellen).

Bij het vaststellen van de hoogte van de bijstandsuitkering van alleenstaanden en alleenstaande ouders wordt ervan uitgegaan dat zij (woon)kosten met anderen delen. Als dat niet het geval is, kunnen ze in aanmerking komen voor een toeslag van maximaal twintig procent van het netto minimumloon. Uiteindelijk bepaalt de gemeente hoe hoog de bijstandsuitkering wordt, de gemeente is gerechtigd de uitkering hoger of lager vast te stellen dan de norm.

Vermogensgrenzen en vrijlating

Het vermogen en dat van de eventuele partner speelt een rol bij het vaststellen van het recht op en de hoogte van een uitkering. Als het vermogen lager is dan een bepaalde grens, wordt dit niet meegeteld.

De kans dat een werkloze huiseigenaar eerst zijn huis 'moet opeten', verkopen, van de opbrengst moet leven en pas dat dan voor de bijstand in aanmerking komt, is niet groot. Wie een eigen huis heeft en daar zelf in woont, krijgt bijstand mits de overwaarde niet hoger is dan een vastgesteld bedrag (overwaarde is de taxatiewaarde minus de hypotheek). Wie een hogere overwaarde heeft, kan bijstand krijgen in de vorm van een lening (krediethypotheek) van de gemeente. Die moet hij terugbetalen als hij weer werk heeft.

Belastingplan 2012: In deze (verzamel)wet wordt onder meer geregeld om voor het vaststellen van de bijstandsuitkering niet alleen te kijken naar het inkomen van de partner, maar ook naar het inkomen van meerderjarige thuiswonende kinderen. Verder hebben deze inwonende kinderen geen recht meer op een eigen bijstandsuitkering.

De vermogensgrenzen, maximum overwaarde en vrijlating zijn te vinden in rubriek Bijstand (tabellen)

Delen woonkosten

Voor de bijstandsuitkering van alleenstaanden en alleenstaande ouders wordt ervan uitgegaan dat zij (woon)kosten met anderen delen. Als dat niet het geval is, kunnen ze in aanmerking komen voor een toeslag van maximaal twintig procent van het netto minimumloon, zie subrubriek Bijstand (tabellen).

Bijverdienregeling

Bijstandsgerechtigden die met hun (deeltijd-)baan niet genoeg verdienen om uit de bijstand te komen, mogen maximaal zes maanden lang een kwart van wat ze verdienen houden tot een maximum van netto € 189 per maand (vanaf 2011). Voorwaarde is dat het werk ertoe bijdraagt dat iemand op termijn uit de bijstand komt. Het is mogelijk dat een gemeente deeltijdwerk stimuleert door het verstrekken van een premie, de regels verschillen per gemeente verschillen. Mogelijk wordt de bijverdienregeling in de toekomst ook opengesteld voor gepensioneerden, nu staat in de regeling nog een leeftijdsgrens van 65 jaar.

Langdurigheidstoeslag

Mensen tussen 23 en 65 jaar, die vijf jaar of langer een inkomen hebben dat niet hoger is dan de bijstandsnorm, weinig of geen vermogen hebben en ook geen uitzicht op werk hebben, kunnen in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag. Gemeenten bepalen de hoogte van de langdurigheidstoeslag.

Vrijwilligerswerk door bijstandsgerechtigden

Bijstandsgerechtigden die vrijwilligerswerk doen, krijgen daar soms een onkostenvergoeding voor. Die mogen ze tot een beperkt bedrag houden, zonder dat de hoogte van hun uitkering verandert. Als het gaat om vrijwilligerswerk dat de gemeente noodzakelijk vindt voor re-integratie van een bijstandsgerechtigde, dan mag er per maand maximaal € 150,00 vrij ontvangen worden. Per jaar is het maximum € 1.500,00. In alle andere gevallen is de grens van de vrij te laten onkostenvergoeding lager: maximaal € 95,00 per maand, met een maximum van € 764,00 per jaar.

Kernkaart werk en bijstand

Om de uitvoering van de Wwb door gemeenten inzichtelijk en transparant voor het voetlicht te brengen is op internet een Kernkaart Werk en Bijstand te vinden. De Kernkaart maakt het mogelijk de huidige uitvoering met voorgaande uitvoeringsjaren te vergelijken. Verder bevat de kernkaart nu informatie over het aantal bijstandsuitkeringen dat per gemeente.

Bijzondere bijstand

Als iemand noodzakelijke, bijzondere kosten maakt, die hij naar het oordeel van de gemeente niet zelf kan betalen, kan hij bij de gemeente een beroep doen op bijzondere bijstand. Het gaat dan bijvoorbeeld om verhuiskosten, studiekosten, kinderopvang of woonkostentoeslag. Er wordt rekening gehouden met inkomsten en vermogen. Gemeenten mogen zelf vaststellen voor welke kosten en onder welke voorwaarden zij bijzondere bijstand verstrekken.

Eén bedrag voor gemeenten

Per 1 januari 2010 hebben gemeenten één totaalbedrag gekregen voor bijstandsuitkeringen, voor uitkeringen voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), voor uitkeringen voor oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), voor uitkeringen voor kunstenaars (WWIK) en voor bijstandsverlening aan zelfstandigen (BBZ). Dit om de administratieve romplomp voor gemeenten te verminderen. Voor de uitkeringsontvangers veranderde er niets.

Voorschot

Mensen die bij de gemeente bijstand aanvragen, hebben recht op een voorschot van minimaal 90 procent van de bijstandsuitkering. Het voorschot moet binnen vier weken na de aanvraag worden uitbetaald en wordt iedere vier weken herhaald totdat de uitkering ingaat.

Fraude

Vanaf 1 januari 2010 hebben gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) meer mogelijkheden gekregen om door middel van huisbezoeken te controleren of bijstandsgerechtigden en AOW’ers terecht hun uitkering krijgen.

Medio 2011 is het Handhavingsprogramma 2011-2014 van start gaan. Centraal staan een steviger aanpak van fraude* in de sociale zekerheid, het betrappen van fraudeurs en het aanpakken van uitbuiting van werknemers.

Zie ook 'Wet van 4 oktober 2014' in subrubriek Wetten (bijstand).

* Zie subrubriek Fraude.

Bijstandsbudgetten 2015

De budgetten die gemeenten vanaf 2015 krijgen voor het uitkeren van de bijstand en loonkostensubsidie zijn op het gemeenteloket gepubliceerd. Het budget voor bijstandsuitkeringen wordt met de inwerkingtreding van de Participatiewet op 1 januari 2015 op een nieuwe manier verdeeld. De nieuwe bedragen per gemeente zijn te vinden op www.gemeenteloket.minszw.nl. (Bron: Min. SZW, 29 sept. 2014)

Bijstandsuitkering en inkomsten

In de bijstand geldt de hoofdregel dat al uw inkomsten worden gekort op uw uitkering. Op deze hoofdregel is een aantal uitzonderingen. Sommige inkomsten worden namelijk niet gekort of worden gedeeltelijk vrijgelaten. De gemeente bepaalt welke inkomsten (gedeeltelijk) zijn vrijgesteld. Iemand moet dus altijd al uw inkomsten doorgeven aan de gemeente. Hij hoort dan van de gemeente wat de gevolgen zijn voor uw uitkering.

Als iemand zijn inkomsten niet meldt bij de gemeente kan dit leiden tot: een korting op de uitkering, als straf voor het niet melden van de inkomsten en terugvordering van de eventueel teveel ontvangen uitkering. Bij de inkomstenkorting gelden de volgende regels:
  • de gemeente bepaalt wanneer en welke inkomsten worden gekort
  • alleen netto-inkomen wordt gekort
  • loon in natura wordt ook gekort (wordt omgezet in een geldbedrag)
  • als hij recht heeft op vakantietoeslag dan wordt daar rekening mee gehouden
  • inkomsten uit arbeid, zoals loon, worden maximaal zes maanden gedeeltelijk vrijgelaten.
Deze vrijstelling heeft betrekking op 25% van het inkomen met een maximum van 192 euro netto per maand. Voorwaarde is wel dat deze arbeid positief is voor uw arbeidsinschakeling
de gemeente houdt geen rekening met zogenaamde verwervingskosten (denk bijvoorbeeld aan reiskosten)

Veel voorkomende inkomsten die geheel of gedeeltelijk op de bijstandsuitkering gekort worden zijn bijvoorbeeld:
  • loon, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, gratificatie
  • inkomsten uit uitkeringen van UWV en SVB
  • lijfrentes
  • inkomsten uit verhuur, onderhuur en het hebben van kostgangers
  • alimentatie en een alimentatie afkoopsom
  • een vergoeding voor materiële schade als gevolg van letselschade
  • teruggave van belastingen en premies
  • heffingskortingen
De gemeente kan tot 5 jaar nadat iemand de uitkering heeft gekregen, terugbetaling van iemand eisen. Dit kan als hij:
  • Een uitkering heeft ontvangen terwijl hij daar geen recht op had.
  • Een te hoog bedrag aan uitkering heeft gekregen.
Komt het door een fout van de gemeente? Dan geldt een periode van 2 jaar waarin terugbetaling gevraagd kan worden.

Het bedrag dat iemand moet terugbetalen, kan over een periode van maximaal 20 jaar van zijn rekening worden afgeschreven.

Verdeling bijstandsbudgetten 2017

De gemeenten en het Rijk zijn het eens geworden over het verdeelmodel voor de bijstandsbudgetten voor 2017. In 2017 wordt 5,8 miljard euro verdeeld.

In nauw overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Divosa, verschillende gemeenten en deskundigen wordt er sinds 2015 een nieuw model gebruikt waarbij gebruik wordt gemaakt van gegevens over alle huishoudens in plaats van gegevens uit steekproeven. Dit model is voor 2017 verder verbeterd, zie het artikel van SEO, sep. 2016.

Cijfers bijstand 2016

Het aantal personen met een bijstandsuitkering is in 2016 met 18 duizend toegenomen. Eind december 2016 waren er 467 duizend bijstandsgerechtigden tot de AOW-leeftijd. Bekeken naar herkomst is de toename toe te schrijven aan personen met een niet-westerse migratieachtergrond.

In 2016 zijn vooral meer ouderen en jongeren in de bijstand terechtgekomen. In de groep van 45 jaar tot de AOW-leeftijd bedroeg de groei ruim 10 duizend, bij de jongeren tot 27 jaar ging het om 7 duizend. Ook in 2015 zat de toename voornamelijk bij deze leeftijdsgroepen. (CBS, 28 feb. 2017)

Bijstand levert 750 euro meer op dan baan

Alleenstaande ouders die vanuit de bijstand gaan werken, gaan er financieel zo op achteruit dat het aantrekkelijker blijft om in de bijstand te blijven zitten. Daar moet verandering in komen, zegt de VVD. De VVD is zelf gaan rekenen met een fictieve alleenstaande moeder, die ze hebben omgedoopt tot Ariane.

Ariana heeft een zoon Emile van 10 die op de basisschool zit en een dochter Laura van 15 op de middelbare school. „Zij wonen in een sociale huurwoning met een huur van € 550 per maand. De VVD komt tot de rekensom dat dit gezin € 1.983,79 per maand van de rijksoverheid ontvangt, plus € 2.640 per jaar (inclusief gemiddeld € 114 aan bijzondere bijstand per jaar) aan Amsterdamse regelingen bij volledige uitnutting1. Dat is aanzienlijk meer dan het minimumloon van € 1.551 per maand.

1 Een gratis laptop van de gemeente, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, kledingbonnen, een gratis ID-kaart, een Stadspas, een internetabonnement en twee gemeentelijke scholierenvergoedingen. (Bron: De Telegraaf, 26 apr. 2017)

Red. Wij komen gegeven de cijfers tot circa € 650 meer per maand, nog steeds een formidabel bedrag.

Cijfers bijstand 2017

Het aantal bijstandsgerechtigden tot de AOW-leeftijd is tussen juni 2016 en juni 2017 met 12 duizend gestegen naar 472 duizend. Bij personen met een niet-westerse migratieachtergrond groeide het aantal bijstandsontvangers, terwijl mensen met een Nederlandse of westerse achtergrond minder vaak een bijstandsuitkering ontvingen. Ook jongeren onder de 27 jaar zaten vaker in de bijstand. Wel stijgt het aantal mensen in de bijstand minder hard dan eerdere jaren.

Het aantal bijstandsgerechtigden met een niet-westerse achtergrond is gestegen. Tussen juni 2016 en juni 2017 nam hun aantal met 16 duizend toe naar ruim 239 duizend. De groei betreft voornamelijk asielzoekers, Syriërs en Eritreeërs, die een verblijfsvergunning hebben gekregen, waarna ze een beroep kunnen doen op bijstand. (Bron: CBS, 31 aug. 2017)

Uitbetaling levenslooptegoed is inkomen voor bijstand

Uitbetaling van opgebouwd levenslooptegoed moet als inkomen bij de bijstand in aanmerking worden genomen over de maand van uitbetaling. Aldus de Centrale Raad van Beroep.

De Raad in hoger beroep: “Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB), voor zover hier van belang, worden tot de middelen gerekend alle inkomens- en vermogensbestanddelen waarover de alleenstaande of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

Beroep op vangnetuitkering fors gestegen

Het aantal gemeenten dat in 2017 via de vangnetuitkering de bijstandstekorten over 2016 wil reduceren, is met 32 procent gestegen, meldt de Toetsingscommissie vangnet Participatiewet. In totaal 213 gemeenten vroegen samen een bedrag rond de 138 miljoen euro om uitkeringen aan bijstandsgerechtigden te kunnen blijven verstrekken.

De Toetsingscommissie vangnet Participatiewet beoordeelt aanvragen van gemeenten in het kader van de vangnetregeling en adviseert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het toekennen van de uitkeringen. De minister neemt daarover vervolgens een beslissing. Alle 213 aanvragen werden door de toetsingscommissie met een positief advies naar de minister gestuurd.

Gemeenten met een tekort op de bijstandsbudgetten, ook wel BUIG-budgetten genoemd, moeten een tekort van minstens vijf procent of een tekort van 30 euro per inwoner hebben om in aanmerking te komen voor de vangnetregeling. (Bron: Binnenlands Bestuur, 21 feb. 2018)

Cijfers bijstand 2018 

Het aantal personen met een bijstandsuitkering is in 2018 met 24 duizend gedaald. In 2017 was er nog een daling van 8 duizend. In 2018 is de bijstandsafhankelijkheid het sterkst afgenomen onder de jongeren tot 27 jaar en de 27- tot 45-jarigen. Voor het eerst na 2008 is ook het aantal bijstandsontvangers met een niet-westerse achtergrond gedaald. Eind 2018 telde Nederland 433 duizend bijstandsgerechtigden tot de AOW-leeftijd.

In 2018 is het aantal bijstandsgerechtigden in alle drie de leeftijdsgroepen gedaald:
  • De daling was het sterkst onder jongeren tot 27 jaar. In deze groep nam het aantal bijstandsontvangers met bijna 14 procent af. Dit komt neer op 6 duizend jongeren.
  • Het aantal 27- tot 45-jarigen met bijstand verminderde met 16 duizend, oftewel 9 procent.
  • Onder de 45-plussers gaat het minder snel. Bij hen bedroeg de daling minder dan 1 procent. Zij lijken minder te profiteren van de gunstige arbeidsmarkt dan de jongere leeftijdsgroepen, waardoor zij eerder of langer op bijstand zijn aangewezen. Ook speelt bij 45-plussers de jaarlijkse verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd mee. Oudere bijstandsontvangers verlaten de bijstand later voor een AOW-uitkering. In 2018 is de AOW-leeftijd met drie maanden verhoogd tot precies 66 jaar. De groep 45-plussers met bijstand is daardoor minder snel gedaald.
(Bron: CBS, 28 feb. 2019)

Bijstandsvorderingen lastig te innen

Eind 2017 hadden gemeenten voor een bedrag van 1,46 miljard aan bijstandsvorderingen uitstaan. Dat geld is lastig voor gemeenten lastig te innen omdat bijstandsgerechtigden een minimuminkomen hebben. Gemeenten kunnen het ontstaan van vorderingen proberen te voorkomen. Dat blijkt uit de Divosa-monitor Bijstandsvorderingen.

Elke maand betalen gemeenten ruim 300 duizend bijstandsuitkeringen en verstrekken zij leningen in het kader van de bijzondere bijstand en de bijstand voor zelfstandigen (BBZ). Er gaat dus veel geld om in de bijstand. En waar er betalingen in het spel zijn, ontstaan ook vorderingen. Gemeenten krijgen er door de uitvoering van de bijstand dus automatisch een debiteurenbestand bij. Zo krijgen gemeenten te maken met terugvordering. En met verhaal; vorderingen op anderen dan de persoon in de bijstand. (Bron: Divosa, 25 jan. 2019)

Cijfers bijstand 2019

Eind juni waren er voor het zevende kwartaal op rij minder bijstandsontvangers dan een jaar eerder. Het verschil was met 21 duizend wat kleiner dan in de drie voorgaande kwartalen. Aan het eind van elk van die kwartalen bedroeg het jaar-op-jaarverschil 24 duizend personen.

In alle leeftijdsgroepen is het aantal bijstandsontvangers tussen juni 2019 en juni 2018 minder geworden. Onder de 45-plussers was het verschil het kleinst, namelijk iets meer dan duizend personen. In de jongere leeftijdsgroepen was het verschil met een jaar eerder groter. Het aantal jongeren tot 27 jaar met een bijstandsuitkering lag 5,4 duizend lager, oftewel 12 procent. Bij de leeftijdsgroep 27 tot 45 jaar was dit 15 duizend (9 procent).

Tussen juni 2018 en juni 2019 is zowel het aantal bijstandsontvangers met een Nederlandse achtergrond als met westerse of niet-westerse migratieachtergrond afgenomen met respectievelijk 8 duizend, 2 duizend en 12 duizend. Relatief gezien gaat het om dezelfde orde van grootte: steeds rond de 5 procent minder. (Bron: CBS, 30 aug. 2019)

Gemeente Groningen start met proef basisbaan

De gemeente Groningen begint na de zomer 2019 met het experimenteren met de basisbaan. De gemeente wil in de loop van 2020 rond de 40 tot 50 basisbanen hebben gerealiseerd.

Met het experiment wil de gemeente extra werkgelegenheid creëren voor inwoners voor wie een betaalde baan niet haalbaar is. Ook wil de gemeente bijdragen aan de leefbaarheid in de wijken, dorpen en de binnenstad van Groningen.

Liever basisbaan dan uitkering

Niet een uitkering, maar een basisbaan* zou het vangnet van de verzorgingsstaat moeten worden. Dat schrijft de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) in een advies aan de overheid. Werk is te belangrijk voor de samenleving om mensen onnodig langdurig aan de kant te houden.

Ruim 1,6 miljoen Nederlanders krijgen een uitkering. In 2017 hadden er 810 duizend een arbeidsongeschiktheidsuitkering, 378 duizend een WW-uitkering en 442 duizend kregen bijstand. ‘Er zitten veel mensen tussen die wel degelijk zouden kunnen en willen werken.

(Bronnen: De Volkskrant e.a., 15 jan. 2020)

* De basisbaan is één van de meest opvallende plannen in het rapport om langdurige werkloosheid tegen te gaan. Voor een langere tijd langs de kant staan is een van de grote problemen van de moderne tijd. Langdurige werkloosheid is even groot als ingrijpend voor de mensen die het betreft. Wel willen, maar niet kunnen werken kan leiden tot verlies aan betekenis en tast de basis om samen te leven aan. De basisbaan is een baan in het normale bedrijfsleven, bedoeld voor mensen die onlangs werkloos zijn geworden en geen werk kunnen vinden. WI-stafmedewerker Arjen Siegmann, auteur van het rapport: "Te vaak gaan discussies alleen over uitkeringen en inkomen en te weinig wordt gesproken over de zingevende betekenis van werk. De basisbaan opent een wereld van mogelijkheden. Mensen die wat langer werkloos dreigen te worden en op bijstand moeten terugvallen, krijgen de mogelijkheid om een nieuwe loopbaan te beginnen.".

Cijfers bijstand 2020

Eind december 2020 hadden 429 duizend personen tot de AOW-leeftijd een algemene bijstandsuitkering. Dit zijn er ruim 14 duizend, oftewel ruim 3 procent meer dan een jaar eerder. Het is voor het eerst sinds 2016 dat het aantal bijstandsontvangers in een jaar per saldo is toegenomen.

Bijstandsgerelateerde uitkeringen, zoals die op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo), die in maart 2020 is gestart vanwege de coronacrisis, zijn niet meegeteld. (Bron: CBS, 1 maart 2021)