Werkgelegenheid (arbeidsmarkt)

Datum laatste wijziging: 17 oktober 2023  |  Trefwoorden: , , , , , , , , ,

Inhoud

  1. Recordaantal buitenlandse bedrijven vestigt zich in Nederland
  2. Kansen voor kleinbedrijf over de grens
  3. Kabinet wil banen uit lagelonenlanden terughalen
  4. Buitenlandse bedrijven investeren in Nederland
  5. CPB brengt effecten arbeidsmarktbeleid in kaart
  6. Een vijfde Nederlandse banen door export naar EU-landen
  7. Grote verschillen werkgelegenheid per regio
  8. Aannemen overgekwalificeerde kandidaten
  9. Sterkste banengroei in ruim vier jaar tijd
  10. In 2030 zijn soft skills belangrijker dan feitenkennis
  11. Verplicht onbetaald werk leidt tot verdringing arbeidsmarkt
  12. Waarom straks niemand meer een baan heeft
  13. Kunstmatige intelligentie brengt meer ongelijkheid
  14. Verschil smaakt naar meer
  15. Forse daling secretariële en andere administratieve functies op lager en middelbaar niveau
  16. Europese werkgelegenheid naar recordniveau
  17. Geen enkele definitie van werkloosheid klopt
  18. Oplopend personeelstekort in vergrijzende industrie
  19. Aantal bedrijven met 5 procent gegroeid
  20. Ruim 30 duizend banen naar buitenland
  21. Top 10 skills die u moet hebben (in 2020)
  22. Banenkrimp financiële dienstverlening structureel
  23. Is er een lerarentekort, of toch niet?
  24. Nederland moet aantrekkelijker worden voor internationaal talent
  25. Meer banen in hernieuwbare energie en energiebesparing
  26. Online Kenniscentrum inclusieve en sociale werkgelegenheid
  27. Opkomst van superjobs
  28. Beroepen met meeste kans op werk in 2020
  29. Bouwcrisis vanaf 2019
  30. In 2019 kleinste onbenut arbeidspotentieel
  31. Geen baan voor meer dan 800.000 mensen met flexcontract?
  32. NLWerktDoor matcht vraag en aanbod
  33. SER-advies stap richting hervorming arbeidsmarkt
  34. Uitzendbureau's
  35. Per 2026 toelatingsstelsel voor uitzendbureau's

Recordaantal buitenlandse bedrijven vestigt zich in Nederland

In 2013 hebben 370 buitenlandse bedrijven zich in Nederland gevestigd. In vergelijking met het jaar ervoor is dat een stijging van 18 procent. Dat blijkt uit een onderzoek van IBM naar het wereldwijde investeringsklimaat.

In 2012 zorgden de nieuw in Nederland gevestigde bedrijven voor een potentiële werkgelegenheid van zo’n 6000 banen. In 2013 stijgt dat aantal met meer dan de helft naar 9.200, voornamelijk in de ICT, de zakelijke dienstverlening en de voedingsmiddelenindustrie.

Kansen voor kleinbedrijf over de grens

Een derde van de ondernemers in het kleinbedrijf is internationaal actief. De belangrijkste handelspartners zijn Duitsland en België, de grootste kansen liggen in Centraal- en Oost-Europa. Dit blijkt uit onderzoek van het ING Economisch bureau in 2014.

Kabinet wil banen uit lagelonenlanden terughalen

Het kabinet moedigt bedrijven die hun activiteiten naar het buitenland hebben verplaatst, aan terug te keren naar Nederland. Het 'zet fors in op het verder versterken van het vestigingsklimaat' door te investeren in innovatie, duurzaamheid en onderwijs. Ook wil het de research stimuleren en de regeldruk verminderen.

Minister Asscher heeft dat aan de Tweede Kamer geschreven. Zijn brief van 19 augustus 2014 gaat over 'reshoring', het terughalen van banen uit lagelonenlanden. De afgelopen decennia is in bijvoorbeeld de textielindustrie veel productie en dus werkgelegenheid verdwenen naar landen waar de arbeidskosten veel lager zijn dan in Nederland.

Buitenlandse bedrijven investeren in Nederland

Nederland is in trek bij buitenlandse ondernemers. Afgelopen jaar investeerden die voor 3,2 miljard euro, een recordbedrag, in Nederland. Het datacenter van Google in de Eemshaven (Groningen) is een van de in totaal 187 nieuwe projecten die worden gerealiseerd.

Verder komt het nieuwe Europese hoofdkantoor van Netflix in ons land, breidt boekingssite Expedia het servicecenter in Amsterdam uit, steekt het Canadese bedrijf Northland Power geld in windpark Gemini en krijgt Bergen op Zoom een distributiecentrum van modebedrijf American Eagle. Dat blijkt uit de jaarcijfers van de organisatie die de investeerders helpt naar Nederland te komen, de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). De investeringen zijn goed voor 6304 banen.

CPB brengt effecten arbeidsmarktbeleid in kaart

Minder loondoorbetaling bij ziekte kost werkgelegenheid. Het terugbrengen van de maximale WW-duur naar drie jaar eveneens. Vooral fiscaal beleid gericht op moeders met jonge kinderen vergroot de participatie op de arbeidsmarkt. Dit zijn drie bevindingen uit het CPB Boek 16 'Kansrijk Arbeidsmarktbeleid'.

Een vijfde Nederlandse banen door export naar EU-landen

De Europese Unie levert ons land ruim een vijfde van het inkomen en werkgelegenheid op. In 2013 was de export goed voor 1,4 miljoen voltijdsbanen. De export naar EU-landen levert in totaal 140 miljard euro op.

Bedrijven exporteerden in 2013 voor 385 miljard euro goederen en diensten naar EU-landen. Daar was 245 miljard euro aan import voor nodig. Zo importeren bedrijven bijvoorbeeld aardolie en maken er vervolgens benzine van om te exporteren. Ook importeren Nederlandse bedrijven smartphones uit China om ze weer te verkopen aan andere landen.

Deze wederuitvoer levert per euro export wel veel minder op dan de in Nederland zelf geproduceerde goederen en diensten. Maar in totaal houdt Nederland toch 140 miljard euro over aan de export naar EU-landen. (Bronnen: Alles over HR en CBS, mei 2015)

Grote verschillen werkgelegenheid per regio

Volgens het CBS (18 aug. 2015) staan in het tweede kwartaal van 2015 136 000 vacatures open, een record vergeleken met afgelopen twee/drie jaar. Maar qua regio zijn er grote verschillen in het aantal openstaande vacatures. En hetzelfde geldt logisch ook voor de mate van werkloosheid.

Als werkloze kan je beter in Utrecht of Noord-Holland wonen (gem. vijf vacatures per tien werklozen) dan in Friesland, Groningen en Flevoland (één vacature per tien werklozen).

Aannemen overgekwalificeerde kandidaten

Tamelijk veel sollicitanten worden afgewezen omdat ze overgekwalificeerd (zouden) zijn. Aangenomen wordt dat kandidaten met meer kennis en ervaring dan medekandidaten minder betrokken en minder productief zullen zijn en dat ze opstappen op het moment dat een betere baan langskomt. Maar de stereotypen over overgekwalificeerde medewerkers zijn niet waar, zo blijkt uit een nieuwe studie.

Sterkste banengroei in ruim vier jaar tijd

Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen is in het vierde kwartaal van 2015 met 48 duizend toegenomen. Vooral in de uitzendbranche nam de werkgelegenheid sterk toe. Ook kwamen er 11 duizend vacatures bij. Het aantal werklozen nam met 5 duizend af tot 600 duizend. Het aantal banen is voor het eerst opgelopen tot meer dan 10 miljoen. (Bron: CBS, 11 feb. 2016)

In 2030 zijn soft skills belangrijker dan feitenkennis

Maar liefst 70% van de professionals in de financiële sector verwacht dat 'zachte kerncompetenties' - soft skills zoals aanpassingsvermogen en overtuigingskracht - in 2030 belangrijker zijn dan feitenkennis. Daarnaast neemt volgens een ruime meerderheid (60%) de werkgelegenheid in de sector (nog) verder af en verwacht 40% zelfs dat zijn of haar functie in 2030 helemaal niet meer bestaat. Om überhaupt in de financiële sector te kunnen blijven werken is structurele bijscholing een randvoorwaarde, zo denkt 94%. (Bron: ANP Press Support, 19 apr. 2016)

Verplicht onbetaald werk leidt tot verdringing arbeidsmarkt

Veel gemeenten dwingen mensen met een uitkering tot een tegenprestatie in de vorm van onbetaald werk. Het FNV waarschuwt dat dit kan leiden tot verdringing van betaalde krachten op de arbeidsmarkt.

Een aantal gemeenten is al bezig om werken zonder loon uit te bannen, zoals Smallingerland, Ouder-Amstel, Oss, Nijmegen en Amersfoort. Den Haag, Midden-Delfland en Westland tekenden bovendien het verdringingsprotocol van de FNV,” aldus de vakbond. (Bron: Lokaal FNV, 14 sep. 2016)

Waarom straks niemand meer een baan heeft

De ‘baan’ is uit, ‘werk’ is in. Hoezeer politici ook mogen roepen – vooral tijdens verkiezingstijd – dat werkgevers meer mensen in dienst moeten nemen, hun uitspraken getuigen van weinig realiteitszin. Het aantal flexwerkers stijgt en zal voorlopig blijven stijgen. De afgelopen jaren groeide het aantal flexbanen bijna 5 keer zo snel als het aantal vaste banen. Volgens TNO zou de flexibele schil in 2015 25 procent van het personeelsbestand uitmaken, en in 2020 30 procent.

Vooral onder jonge mensen begint het idee van de vaste baan weg te sterven. Als nieuwkomers op de arbeidsmarkt hebben ze minder kans op een van de spaarzame vaste contracten. Daarnaast staan ze er zelf vaak anders tegenover: ze willen zich niet committeren aan een carrière, en ze willen hun tijd langer verdelen onder reizen of vrijwilligerswerk. In de veelbekeken TED-lezing Re-imagining the Future of Work schetst de Amerikaanse ondernemer Sally Thornton (zelf oprichter van een flexwerkbureau) de toekomst van werk. In plaats van door te buffelen tot ons pensioen, waarna we pas tijd hebben om echt van het leven te genieten, gaan werk en privéactiviteiten elkaar afwisselen. Eén baan verandert in een serie projecten, sommige gelijktijdig, waaronder vrijwilligerswerk. Wat vroeger de ‘baan’ was, heet dan ‘projectmatig werken’. (Bron: MT, 15 sep. 2016)

Kunstmatige intelligentie brengt meer ongelijkheid

Het Amerikaanse Witte Huis waarschuwt in een onderzoeksrapport dat technologie zoals kunstmatige intelligentie effect kan hebben op bijvoorbeeld de banenmarkt, omdat bepaalde banen door een computer worden vervangen. Er verdwijnen meer banen dan er nieuwe bijkomen. 'Als je kijkt naar de afgelopen decennia, dan zie je dat er steeds meer ongelijkheid ontstaat, dat is deels te wijten aan technologie. Innovatie heeft er recent voor gezorgd dat mensen met hogere vaardigheden beter kunnen werken.'

Het Witte Huis beschrijft hoe de Verenigde Staten zich kunnen voorbereiden op de opkomst van kunstmatige intelligentie. Zo wordt bijvoorbeeld geadviseerd om te investeren in de opvang en omscholing van werklozen. (Bron: Flex Nieuws, 22 dec. 2016)

Verschil smaakt naar meer

De publicatie van AWVN 'Verschil smaakt naar meer' geeft werkgevers veel redenen om ook ruimte te maken voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.

De waarde van inclusief werkgeven biedt werkgevers aanknopingspunten om nu eens vanuit een ander gezichtspunt te kijken naar het aan werk helpen van mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt: niet vanuit kosten en risico’s, maar vanuit de waarde, die deze werknemers voor hun organisatie hebben. Het boekje geeft de resultaten van een onderzoek over die waarden met aanbevelingen voor werkgevers en overheid. Bron: AWVN, 7 mrt. 2017)

Forse daling secretariële en andere administratieve functies op lager en middelbaar niveau

Het aantal secretariële banen is tussen 2013 en 2016 met 11.000 gedaald, een daling van 19%. Ook bij andere administratieve functies op lager en middelbaar niveau nam het aantal banen af. Bij boekhoudkundige werknemers was dat 8% en bij telefonisten en receptionisten 7%. Het totaal aantal administratieve krachten op dit niveau daalde tussen 2013 en 2016 met bijna 39.000 (-5%).

Door processen van automatisering en digitalisering (van o.a. klantprocessen) worden vele repeterende taken vervangen door slimme software en computerprogramma’s. Klanten kunnen als gevolg van digitalisering steeds vaker zelf gegevens invoeren in systemen.

(Bron en meer: UWV / Factsheet arbeidsmarkt Administratieve beroepen, 20 apr. 2017)

Europese werkgelegenheid naar recordniveau

De werkgelegenheid in Europa is vorig jaar gestegen naar een nieuw recordniveau. Dat blijkt uit cijfers die Europees statistiekbureau Eurostat heeft gepubliceerd.

In 2016 had in totaal 71,1 procent van de 20- tot 64-jarigen in de EU een betaalde baan. Dat is bijna 1 procentpunt meer dan het vorige recordniveau, uit 2008. In 2015 kwam de teller tot 70,1 procent van de beroepsbevolking.

De EU-landen streven ernaar om in 2020 minstens drie kwart van de 20- tot 64-jarigen aan een baan te helpen. Vorig jaar werd dat peil in acht lidstaten bereikt. Zweden spande daarbij de kroon, met een werkgelegenheid van ruim 81 procent. Nederland eindigde met 77 procent op plaats vijf, achter Duitsland, Groot-Brittannië en Denemarken. (Bron: Allesoverhr e.a., 25 apr. 2017)

Geen enkele definitie van werkloosheid klopt

Dat zegt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligan in een interview in de Telegraaf (30-8-2017).
Dat is op z’n zachtst gezegd vreemd, wanneer het CBS dit toegeeft. Wanneer we namelijk een definitie goed verklaren, is er ook voor het aangeven van de mate van werkloosheid maar 1 getal de juiste.

Wanneer we in grote lijnen over de juiste aantallen beschikken, is een relatief kleine afwijking geen probleem, maar wel wanneer we allerlei begrippen door elkaar halen en te pas en te onpas gebruiken om het succes van het regeringsbeleid aan te tonen. Het aantal arbeidsinactieven is met 1,8 miljoen vrij hoog (WIA/WAO + WW + Bijstand + Vroegpensioen), waarvan 1,3 miljoen mensen wel tot het arbeidspotentieel zouden kunnen horen (Bron: CBS). In 2014 schreef de redactie al een artikel over de toename in het aantal banen, waarbij enige relativering wel op z’n plaats zou zijn.

Lees: meer banen en meer arbeidsplaatsen een sprookje.

Personeelstekort in vergrijzende industrie

Volgens de ondernemers in de industrie loopt het tekort aan personeel op. Aan het begin van het vierde kwartaal van dit jaar meldde bijna 16 procent van de industrie bedrijven dat personeelstekort de productie belemmert. Sinds de start van de conjunctuurmeting in 1985 lag dat aantal niet zo hoog. In de industrie werken bijna 9 procent minder mensen dan in 2005, terwijl de sector steeds verder vergrijst. Dit meldt het CBS op basis van nadere analyse van cijfers.

Het opgelopen personeelstekort valt samen met een toegenomen vraag: het percentage bedrijven dat een tekort aan vraag als belemmering ervaart ligt namelijk op het laagste punt sinds eind 2008. Met het gestegen personeelstekort en de hogere vraag naar hun producten stijgt het aantal vacatures in de industrie: sinds het derde kwartaal van 2008 stonden er niet zoveel vacatures open. Per duizend banen van werknemers waren er aan het eind van het derde kwartaal 23 vacatures. (Bron: CBS, 8 dec. 2017)

Aantal bedrijven met 5 procent gegroeid

Nederland telt 5 procent meer bedrijven dan begin vorig jaar. Er waren op 1 januari van dit jaar 1 665 795 bedrijven, een toename van 78,5 duizend op jaarbasis. De nieuwe bedrijven zijn meestal eenmanszaken. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over de bedrijvendemografie.

Het aantal bedrijven waar 1 persoon werkzaam is, is met 79,5 duizend toegenomen, het aantal bedrijven met meer dan 1 werkzame persoon nam per saldo met duizend af. Dat past in het patroon van de afgelopen jaren: in de afgelopen tien jaar is het aantal bedrijven met bijna 600 duizend toegenomen, bijna volledig door de groei van het aantal een pitters.

Niet bij alle bedrijfsgroottes is sprake van groei. Zo daalde het aantal bedrijven met 2-9 werkzame personen afgelopen jaar met 3 duizend. Deze groep krimpt al sinds begin 2012: sinds dat jaar daalde het aantal bedrijven van die omvang met 20 duizend. (Bron: CBS, 22 jan. 2018)

Ruim 30 duizend banen naar buitenland

Zes procent van de bedrijven met meer dan 50 werknemers verplaatste in de periode 2014–2016 bedrijfsactiviteiten naar het buitenland. De meeste van die bedrijven verplaatsten administratieve en managementtaken. Met de verplaatsingen waren meer dan 30 duizend banen gemoeid. Eén procent van de bedrijven haalde eerder verhuisde activiteiten weer terug naar Nederland.

Ruim 250 bedrijven verplaatsten administratieve en managementfuncties, zoals financiële, boekhoud- en coördinatieposten naar het buitenland. Ongeveer 220 bedrijven verplaatsten (een deel van) hun kernactiviteit, productie of levering van diensten voor de markt. Dit betrof onder andere arbeidsplaatsen in fabrieken, maar ook ontwerp- of onderhoudsfuncties voor klanten. Bron: CBS, 28 jun. 2018)

Top 10 skills die u moet hebben (in 2020)

Een greep uit de (hogere) functies waar de komende tijd veel vraag naar zal zijn: data-analisten, IT-specialisten, engineers, maar ook experts op het gebied van HR en organisatieontwikkeling. Het World Economic Forum verwacht dat de gevraagde skills in 2020 voor 35 procent afwijken van de huidige vaardigheden van mensen. Het Forum heeft hiervoor een top 10 opgesteld:

  1. In staat zijn om complexe problemen op te lossen
  2. Beschikken over kritisch denkvermogen
  3. Creativiteit
  4. People Management skills
  5. Effectief kunnen samenwerken met anderen
  6. Emotionele intelligentie
  7. Beoordelingsvermogen en besluitvaardigheid
  8. Servicegericht zijn
  9. Beschikken over onderhandelingsvaardigheden
  10. Cognitieve flexibiliteit
(Bron: F-Facts, 1 aug. 2018)

Banenkrimp financiële dienstverlening structureel

UWV verwacht dat de banenkrimp in de financiële dienstverlening ook de komende jaren doorzet, hoewel de relatieve omvang van de krimp iets afvlakt. UWV bij de publicatie van de 'Factsheet arbeidsmarkt Financiële dienstverlening': "De financiële dienstverlening is de enige sector in de economie waarin het aantal banen van werknemers structureel krimpt.

Toch komen er ondanks de banenkrimp ook veel vacatures bij. Dit heeft onder meer te maken met vervanging van personeel door de vergrijzing en verschuivingen in gevraagde beroepen. In het hogere financiële segment neemt het aantal banen daarom juist toe. Dit geldt ook voor specialistische ICT-beroepen." (Bron: VVP, 15 aug. 2018)

Is er een lerarentekort, of toch niet?

Marlies Tolkamp mag een beroep gekozen hebben dat vooral in het nieuws is vanwege de enorme tekorten, zelf merkt ze daar bijzonder weinig van. Het is vijf jaar geleden dat de 29-jarige uit Ulft de Pabo afmaakte en nog altijd heeft ze geen vaste baan. Wel veel invalwerk. 'Ik heb de afgelopen jaren op een stuk of zestig scholen in de Achterhoek voor de klas gestaan.'

Toen vorig jaar de term lerarentekort een vlucht nam, waren er in feite nog genoeg leraren, blijkt nu uit cijfers van het UWV. In 2017 waren per kwartaal gemiddeld zo’n 900 vacatures voor leraren in het basisonderwijs; in dezelfde periode had het UWV gemiddeld 1.100 kortdurend werklozen in de kaartenbakken. ‘Dat zijn mensen die minder dan een half jaar werkloos zijn en in principe zo de arbeidsmarkt op kunnen’, zegt IJzerman. Eén probleem: ze wonen op de verkeerde plek. (Bron: De Volkskrant, 19 aug. 2018)

Nederland moet aantrekkelijker worden voor internationaal talent

Amsterdam is niet populair onder werknemers in de financiële sector. De stad staat op een 11e plek van voorkeurssteden in Europa, blijkt uit onderzoek van Intelligence Group. Op woensdag 31 oktober ging Geert-Jan Waasdorp in gesprek met Bas van Werven van BNR Nieuwsradio over dit onderwerp.

In Amsterdam wil maar 3% van de financiële professionals werken en in Parijs is dit 21%. ‘Waarom komt Nederland er zo slecht vanaf?’, vraagt Van Werven zich af. ‘Er zijn verschillende redenen voor,’ vertelt Geert-Jan Waasdorp: ‘Als we kijken naar deze doelgroep dan maakt het bonusplafond Nederland minder aantrekkelijk.(Bron: Intelligence Group, 2 nov. 2018)

Meer banen in hernieuwbare energie en energiebesparing

In 2017 waren er in Nederland 54 duizend voltijdbanen in hernieuwbare energie en energiebesparing. In 2008 waren dit er nog 35 duizend. De werkgelegenheid in de hernieuwbare energie en energiebesparing stijgt onafgebroken sinds 2008, met enkel een kleine terugval in 2011. De werkgelegenheid in de conventionele energie groeide vanaf 2008 gestaag tot 2014, waarna zij terugviel tot het niveau van 2008. In 2017 waren er omgerekend 64 duizend voltijdbanen verbonden aan conventionele energie.

In 2017 waren er in Nederland 54 duizend voltijdbanen in hernieuwbare energie en energiebesparing. In 2008 waren dit er nog 35 duizend. De werkgelegenheid in de hernieuwbare energie en energiebesparing stijgt onafgebroken sinds 2008, met enkel een kleine terugval in 2011. De werkgelegenheid in de conventionele energie groeide vanaf 2008 gestaag tot 2014, waarna zij terugviel tot het niveau van 2008. In 2017 waren er omgerekend 64 duizend voltijdbanen verbonden aan conventionele energie. (Bron: CBS, 11 dec. 2018)

Online Kenniscentrum inclusieve en sociale werkgelegenheid

Met een druk op de knop heeft staatssecretaris Tamara van Ark (SZW) het nieuwe online Kenniscentrum inclusieve en sociale werkgelegenheid www.inclusiefwerkt.nl gelanceerd: ‘Met dit Kenniscentrum komt een inclusieve arbeidsmarkt een stapje dichterbij. Actuele kennis en de juiste tools helpen immers meer werkzoekenden met een beperking aan een betaalde baan. Dat is onze gezamenlijke ambitie.’
Initiatiefnemers SBCM en Cedris bundelen op het Kenniscentrum alle expertise over inclusieve en sociale werkgelegenheid.
 
Huib van Olden, voorzitter SBCM: ‘De kracht van het Kenniscentrum ligt in het zich direct richten op beleid, uitvoering en de werkzoekende zelf. Beleidsmakers vinden bijvoorbeeld informatie over de inzet van techniek om mensen meer mogelijkheden te bieden op passend werk. De jobcoach kan zich aanmelden voor een landelijke kenniskring met vakgenoten. De werkzoekende leert werknemersvaardigheden. Het Kenniscentrum ondersteunt alle schakels en verbindt daarbij kennis met praktijk.’

Job Cohen, voorzitter Cedris: ‘Begeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar een betaalde baan vraagt om de juiste kennis, ervaring en kunde. Die moeten overal in het land beschikbaar zijn. Het bundelen, verder ontwikkelen en centraal beschikbaar stellen van dat alles is meer dan ooit nodig om een werkelijke inclusieve arbeidsmarkt te realiseren. Daar dragen we op deze manier aan bij.’

Groeiende doelgroep nog onvoldoende aan het werk

Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt komen kwetsbare groepen moeilijker aan betaald werk en behouden in mindere mate hun baan. Gemeenten blijven achter in de uitvoering van de Participatiewet, terwijl jaarlijks het aantal mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt groeit. Gemeenten hebben te maken met veel verschillende doelgroepen die maatwerk nodig hebben, zoals statushouders en mensen met een GGZ-verleden of degenen die eerder een beroep konden doen op de Wajong. Op een toegankelijke manier vinden direct betrokkenen op het kenniscentrum informatie over alle functionaliteiten om kwetsbare groepen aan werk te helpen: Werkfit maken, Matching en begeleiding, Passend werk, Detachering, Beschut werk en Werkgeversnetwerk.

Alle spelers

Waar voorheen initiatieven zich richtten op de verschillende spelers, bedient het Kenniscentrum ze allemaal: beleidsmaker/beslisser, professional/expert en werkzoekende/werknemer. In haar verkenning ´Sociale infrastructuur voor kwetsbare groepen onder de Participatiewet´ spreekt de SER van de noodzaak van een landelijk dekkende sociale infrastructuur om met de juiste instrumenten de doelen van Participatiewet en de banenafspraak te halen. Het Kenniscentrum faciliteert deze infrastructuur.

Redactie: Graag wijzen wij werkgevers ook op de No-risk polis als een belangrijke maatregel van de Participatiewet.

Opkomst van superjobs

De opkomst van superjobs is een kenmerk van de toekomstige arbeidsmarkt. Deze nieuwe functies zullen een aantal taken samenvoegen die vroeger door verschillende werknemers werden uitgevoerd. Dat creëert een nieuw type werknemer, die verschillende opdrachten moet combineren. Lees het rapport van consultant Deloitte d.d. 11 april 2019.

Beroepen met meeste kans op werk in 2020

Het UWV heeft 140 beroepen in 13 verschillende sectoren op een rij gezet waar werkgevers de meeste moeite hebben om personeel te vinden. De beroepenlijst is gebaseerd op eerder onderzoek van het UWV dat op 23 december 2019 is gepubliceerd.

De 140 moeilijk vervulbare vacatures bevinden zich in de volgende 13 sectoren:

  • Bouw en installatie
  • Industrie en voertuigen
  • Transport en logistiek
  • Veiligheid
  • Agrarisch (groen)
  • Horeca
  • Schoonmaak
  • Commercieel (verkoop)
  • ICT
  • Financieel, juridisch
  • Overheid
  • Zorg
  • Onderwijs, pedagogisch

Bouwcrisis vanaf 2019

De bouwsector maakte in de laatste drie maanden van 2019 de laagste kwartaalgroei in vier jaar tijd mee. En met 137 faillissementen stijgt het aantal omgevallen bouwbedrijven nu al zes kwartalen op rij.

De krimp in de bouwsector en de daling van 18% in afgegeven vergunningen voor nieuwbouw in 2019 passen volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen totaal niet in de economische wet van vraag en aanbod. „De sector krimpt terwijl de vraag enorm is. Dit is echt een paradox.”

Toch durft het CBS de term bouwcrisis nog niet in de mond te nemen, omdat de aanleg van infrastructuur en bouw van kantoren cijfermatig nog in de lift zitten. Aannemers zetten zich echter al schrap voor door de stikstof- en PFAS-problematiek veroorzaakte daling. (Bronnen: Ad, De Telegraaf, CBS e.a., feb. 2020)

In 2019 kleinste onbenut arbeidspotentieel

Het aantal personen in het onbenut arbeidspotentieel zonder betaald werk daalde in 2019 tot 680 duizend, het laagste aantal na 2008. Het gaat om 314 duizend werklozen volgens de officiële ILO-definitie en 366 duizend mensen die ofwel zochten naar werk ofwel beschikbaar waren. In de periode 2014-2018 had gemiddeld 19 procent van de personen in het onbenut arbeidspotentieel zonder werk drie maanden later wel werk. Mensen die zichzelf als werkzoekend beschouwden vonden vaker werk dan mensen die dat niet deden. (Bron: CBS, 5 mrt. 2020)

Geen baan voor meer dan 800.000 mensen met flexcontract?

800.000 mensen met een flexcontract zijn in gevaar door de coronacrisis. Dat zegt vakbond FNV (6 mrt. 2020) middels een optelsom van het aantal mensen in Nederland met een heel onzekere aanstelling. Onderbouwing van het getal meer dan 800.000:

  • 425.000 mensen op oproep- en 0-urenbasis
  • 227.600 uitzendkrachten in de eerste anderhalf jaar van hun uitzendwerk
  • 64.500 mensen van wie het tijdelijk contract afloopt
  • 100.000 mensen die nog in de proeftijd zitten

NLWerktDoor matcht vraag en aanbod

NO-NCW en MKB-Nederland hebben samen met gemeenten, vakbonden en de landelijke overheid het platform NLWerktDoor opgezet. De organisaties brengen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt samen nu corona tot baanverlies én werkgelegenheid leidt.

UWV noteerde eind maart 250.000 lopende WW-uitkeringen, 10.000 meer dan een maand eerder. Tegelijkertijd staan sectoren als zorg, logistiek en land- en tuinbouw te springen om arbeidskrachten. Via NLWerktDoor moeten snelle matches van vraag naar en aanbod van arbeid tot stand komen. Werkgevers kunnen met hun vraag op de website van NLWerktDoor terecht. Die vraag wordt vervolgens neergelegd bij één van de 35 regionale werkgeversservicepunten (WSP’s). (Bron: VNO-NCW, 24 apr. 2020)

SER-advies stap richting hervorming arbeidsmarkt

“Investeringen zijn nodig in onze publieke sectoren, in ons toekomstige verdienvermogen door grotere innovatiekracht en hogere productiviteit, in meer inclusiviteit door gelijkere kansen en eerlijker delen, en in een duurzaam leefklimaat, nu en in de toekomst, kortom: in onze brede welvaart.” Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER) in zijn advies aan de informateur. Het is voor het eerst in vijftien jaar dat werkgevers- en werknemersorganisaties samen met kroonleden tot een dergelijk middellange termijn advies komen. (Bron: AWVN, 2 jun. 2021)

Uitzendbureau

Uitzendbureaus danken hun bestaan in hun huidige vorm, vooral sinds de tweede helft van de twintigste eeuw, aan vaak snel wisselende periodieke of tijdsgebonden algemeen economische en sectorgebonden conjunctuurverschillen (= afwisseling in de hoeveelheid werk). Voor een stuk ligt de wijdverspreide ingang van uitzendarbeid in het economische landschap aan het gebrek aan eenheid bij werknemers. Er wordt zeer kort op de man gespeeld inzake het aanbod ten aanzien van de door werkgevers gevraagde tijdelijke arbeidskrachten om plotse eerder kortdurende activiteitspieken op te vangen.
Onder meer de land- en tuinbouwsector en daarvan afgeleide bedrijven b.v. uit de voedingsnijverheid zoals ondernemingen die diepvriesgroenten verwerken doen vaak een beroep op uitzendbureaus om geschikte seizoensarbeiders te vinden in drukke periodes zoals het aanplanten, zaaien en oogsten van gewassen. Hetzelfde geldt voor sectoren die actief zijn rond een product- of dienstengamma waarvan het gebruik hoogtepunten kent tijdens feestperiodes zoals de bakkers en chocolade-industrie rond het religieuze Pasen of kinderfeest Sinterklaas/Sint-Maarten. Ook de Kerst- en eindejaarsperiode zijn voor bepaalde werkgevers zoals traiteurs, restauranthouders en shopping- of winkelcentra druk. Tijdens het toeristische hoogseizoen schakelt de betrokken sector met horeca-uitbaters heel dikwijls uitzendkrachten in. Voor jobstudenten zijn het dan hoogdagen.
Uitzendarbeid wordt beschouwd als een vorm van flexwerk.

Positie van uitzendkrachten

Zeker in de aanvangstijd was de rechtspositie van uitzendkrachten slecht. Vele voordelen uit de cao's van vaste werknemers zoals uitkering bij ziekte, vakantie, pensioen en opleidingstijd en -geld werden hun door het uitzendbureau niet toegekend en konden bij de inlener niet afgedwongen worden. Eind jaren tachtig kwam hierin geleidelijk verandering in Nederland en ontstonden bijvoorbeeld ook regels omtrent het herhaald inhuren van dezelfde uitzendkracht: sindsdien krijgt de uitzendkracht na verloop van tijd dezelfde rechten als vast aangestelde krachten.
De uitzendkrachten beginnen altijd in een fase A-contract. Na 78 gewerkte weken gaan ze over naar een fase B-contract. Een fase A-contract is te vergelijken met een nulurencontract. Dit houdt in dat de werknemer bijna geen rechten en plichten heeft. In een fase B-contract ontstaan er meer rechten en stijgt het uurloon. Wanneer een fase B-contract afloopt heeft het uitzendbureau twee opties. Of ze gaan niet verder met de uitzendkracht of hem/haar wordt een vast contract aangeboden. Dit laatste komt tegenwoordig bijna niet meer voor.
Nederland

De uitzendkrachten zijn bij het uitzendbureau ingeschreven als werkzoekende, en komen in dienst bij het uitzendbureau zodra ze uitgezonden worden naar een bedrijf. Tussen de uitzendkracht en het uitzendbureau bestaat een uitzendovereenkomst (arbeidsovereenkomst).
De uitzendkracht wordt dan ook betaald door het uitzendbureau, en niet door het inlenende bedrijf. Het inlenende bedrijf betaalt het uitzendbureau (meestal het salaris van de uitzendkracht met wettelijke lasten (loonsom) plus een toeslag). Het is een veel gehoorde misvatting dat een uitzendbureau een deel van het salaris van de uitzendkracht inhoudt.
Er zijn vele uitzendbureaus, sommige algemeen, sommige gespecialiseerd op een bepaald deelgebied van de arbeidsmarkt. Grote organisaties zijn vaak vertegenwoordigd in meerdere landen. Een van de eerste uitzendbureaus in Nederland (begin twintigste eeuw) was het HTO (Holland Typing Office) aan het Damrak te Amsterdam, geleid door Selma Meyer en Annette Monash.1
Zowel bij uitzenden als bij detacheren kan de inlenende partij aansprakelijk worden gesteld voor af te dragen belastingen en premies. Dit is in de invorderingswet 1990 geregeld. Dit risico heet ketenaansprakelijkheid.
In 2011 bleek uit sociologisch onderzoek dat een meerderheid van 187 benaderde Nederlandse uitzendbureaus zich schuldig maakte aan discriminatie. In 1991 was een vergelijkbaar resultaat uit onderzoek voortgekomen.
 

Per 2026 toelatingsstelsel voor uitzendbureaus

Het voorstel voor de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (WTTA) is aan de Tweede Kamer aangeboden. Het wetsvoorstel moet de positie van uitzendkrachten verbeteren en malafide uitzendbureaus harder aanpakken.
De misstanden in de uitzendbranche, die met name de arbeidsmigranten raken, zijn al jaren een doorn in het oog van het inmiddels demissionaire kabinet. Uit een rapport uit 2022 van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) is naar voren gekomen dat 98% van de slachtoffers van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling arbeidsmigrant is. Het gaat dan om misstanden op het gebied van onderbetaling, huisvesting en gezond en veilig werken.


Geen sprake van certificeringsplicht

De WTTA, die voortvloeit uit het advies van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (commissie-Roemer), introduceert naar verwachting per 1 januari 2026 een publiek toelatingsstelsel voor uitleners. Dat is een jaar later dan oorspronkelijk gepland in het conceptwetsvoorstel, waarin bovendien nog sprake was van een certificeringsplicht voor uitleners. Onder uitleners vallen alle rechtspersonen en ondernemingen die arbeidskrachten ter beschikking stellen, zoals gedefinieerd is in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI).
Uitleners worden periodiek gecontroleerd
Uitleners mogen straks alleen nog arbeidskrachten ter beschikking stellen als zij daartoe door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn toegelaten. Hiervoor moeten uitleners kunnen aantonen dat zij relevante wet- en regelgeving naleven, een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overleggen en financiële zekerheid geven. Een belangrijke toelatingseis wordt dat de uitlener moet voldoen aan het voorstel voor de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie, dat op dit moment bij de Eerste Kamer ligt. Om financiële zekerheid te bieden, moet een uitlener een waarborgsom van € 100.000 voldoen (of € 50.000 gedurende een half jaar voor startende uitleners). Private inspectie-instellingen gaan periodiek (ten minste jaarlijks) controleren of toegelaten uitleners nog voldoen aan alle eisen, die later bij algemene maatregel van bestuur worden vastgelegd.

Toelating intrekken bij arbeidsmarktdiscriminatie

Voor inleners geldt dat zij per 1 januari 2026 alleen nog arbeidskrachten mogen inhuren van toegelaten uitleners. Er komt een openbaar register met toegelaten uitleners, zodat inleners zich ervan kunnen verzekeren dat ze niet met een malafide partij in zee gaan. Dit moet kwaadwillende uitleners uit de markt drukken. De NLA, die voor de handhaving wordt uitgebreid met negentig voltijdsbanen, ziet toe op de toelatingsplicht en kan uitleners én inleners beboeten als zij zich niet aan de regels houden. Deze boete kan oplopen tot € 90.000 per overtreding. Bij een herhaalde overtreding kan de NLA (na een waarschuwing) de uit- of inlenende organisatie preventief stilleggen. Ook kan het ministerie van SZW een toelating intrekken, bijvoorbeeld als een inlener zich schuldig maakt aan arbeidsmarktdiscriminatie.

Overgangsrecht

Voor een snelle aanpak van de problematiek in de sector bevat het wetsvoorstel overgangsrecht. Dat moet uitleners stimuleren om vóór 1 juli 2025 een toelating aan te vragen en zich, in aanloop daarnaartoe, vrijwillig te laten certificeren door de Stichting Normering Arbeid (SNA).


Ga terug naar subrubriek