Diversiteit (arbeidsmarkt)

Datum laatste wijziging: 9 februari 2023  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Charter Diversiteit
  2. Toename internationale werknemers bij Nederlandse bedrijven
  3. 29-jarige ervaart 100 dagen achter elkaar andere baan
  4. Banen onderkant middensegment verdwijnen
  5. Nieuwe beroepen met toekomst
  6. Start op arbeidsmarkt na studie verschilt enorm
  7. Helft startende ondernemers jonger dan 35 jaar
  8. Bladeren door vacatures
  9. Werkgevers vragen brede kennis en vaardigheden
  10. Diversiteit werkvloer stagneert
  11. Diversiteitswet: tijdig rapporteren in 2023!

Charter Diversiteit

Een evenwichtiger personeelssamenstelling op alle niveaus, respect, tolerantie en eerlijke kansen kenmerken een inclusieve cultuur van het bedrijf of de organisatie. Dit is een verantwoordelijkheid van werkgevers én werknemers. Daarom heeft de Stichting van de Arbeid, het overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers, het initiatief genomen voor Diversiteit in bedrijf en daarmee het Charter Diversiteit.

Diversiteit kent vele dimensies. Diversiteit in bedrijf steekt specifiek in op de dimensies: arbeidsbeperking of chronische ziekte, gender, etnische, culturele en religieuze achtergrond, leeftijd, en seksuele oriëntatie.

Op 2 juli 2015 werd in Den Haag het Charter Diversiteit officieel gepresenteerd. 22 werkgevers uit de publieke en private sector zetten hun handtekening onder het Charter. Lodewijk Asscher, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, benadrukte bij deze gelegenheid dat de wet niet kan voorkomen dat mensen onbewust toch discrimineren. ‘Het vraagt om een omslag in het denken die geen minister per decreet kan afdwingen. Wat wel helpt, is wat u hier vandaag doet.’ Hij prees de insteek van de aanwezige bedrijven om zelf positief te werken aan meer diversiteit in hun bedrijven en om hun ervaringen en kennis met elkaar te delen.

Toename internationale werknemers bij Nederlandse bedrijven

Het aantal buitenlandse werknemers in Nederland is de afgelopen jaren flink toegenomen en blijft ook groeien in uiteenlopende sectoren en op diverse functieniveaus. Dat signaleert arbeidsbemiddelaar Walters People in haar Salary Survey 2017onder zo’n 150 Nederlandse werkgevers en meer dan 750 medewerkers werkzaam binnen de financiële administratie, office support, IT support en supply.

De Nederlandse arbeidsmarkt internationaliseert. Vooral Amsterdam en de Randstad blijken aantrekkelijk voor internationale organisaties en buitenlandse werknemers. Directeur Jose Bokhorst: ‘De wederzijdse aantrekkingskracht versterkt zichzelf doordat werkgevers en internationale kandidaten elkaar hier vinden.’ De afgelopen vijf jaar zag 44 procent van de Nederlandse organisaties het aantal internationale werknemers in hun personeelsbestand groeien. Voor 2017 verwacht 55 procent dat dit aantal gelijk blijft, 37 procent verwacht zelfs verdergaande internationalisering. Nederland is niet alleen populair door de centrale ligging en het gunstige belastingklimaat, maar ook door de internationale oriëntatie van ons land, vooral in de Randstad. Buitenlandse werknemers wonen hier graag, wat internationale bedrijven potentieel toegang biedt tot meer talent.

Uitbreiding binnen de ruim 3.000 buitenlandse bedrijven die al in Amsterdam gevestigd zijn, leverde ook nog eens bijna 4.300 extra banen op. Ook openen steeds meer internationale bedrijven hier een shared service center, wat eveneens nieuwe banen oplevert.

De groeiende vraag naar internationale werknemers wordt volgens Walters People versterkt doordat organisaties tijdens de economische crisis heel efficiënt en ‘lean1’ gemaakt zijn. Nu de markt aantrekt, hebben ze mankracht nodig om nieuwe projecten op te starten.

1 Lean is een methodiek die erop gericht is alleen tijd en energie te stoppen in activiteiten die toegevoegde waarde opleveren, waardoor de productiekwaliteit wordt verhoogd en de productiekosten afnemen. Vooral de Nederlandse maakindustrie, de zorg en de financiële sector passen de principes van lean toe.

Ze moeten nu direct werven om te kunnen groeien. Tekorten die op die functies ontstaan, worden opgevangen met onder andere tijdelijke krachten uit het buitenland. Dit sluit aan bij de visie van Randstad-topman Jacques van den Broek die gisteren stelde dat ons land vanwege de grote tekorten hier 80.000 goed opgeleide arbeidskrachten uit het buitenland moet halen.

Nederland is voor grote internationale bedrijven een aantrekkelijk vestigingsland. Zo meldde de gemeente Amsterdam eerder deze maand dat een recordaantal van 157 buitenlandse bedrijven zich in 2016 in Amsterdam vestigde. Dit leverde ruim 3300 nieuwe banen op.

(Bron: Walther People. 15 feb 2017)

Red.: Een Chinees komt hier werken en hoort dat hij twee jaar of langer ziek mag zijn voordat hij kan worden ontslagen, zijn reactie: 我生病了我回中国

29-jarige ervaart 100 dagen achter elkaar andere baan

Niemand heeft straks zoveel werkervaring als de 29-jarige Lonneke Marsmans uit Valkenswaard. Zij is door Randstad gekozen uit 600 kandidaten voor het experiment 100 dagen, 100 banen. In 100 dagen oefent zij 100 verschillende banen uit. In de 100 dagen wordt ze o.a. APK monteur, uitvaartbegeleidster, barista en hacker.

Het doel van het initiatief is inspireren, de verscheidenheid aan werk etaleren en mensen bewuster maken van kansen op de arbeidsmarkt. Een filmcrew legt haar ervaringen vast. Vanaf 20 maart 2017 is dagelijks een videoverslag op You Tube te zien. (Bron: Flex Nieuws, 23 mrt. 2017)

Banen onderkant middensegment verdwijnen

Uit de UWV Arbeidsmarktanalyse 2017 blijkt dat er onvoldoende (betaalde) banen bijkomen voor iedereen die kan en wil werken. Eisen die aan werknemers worden gesteld, vanwege bijvoorbeeld technologische ontwikkelingen, stijgen. De werkgelegenheid in functies die een hoog probleemoplossend vermogen vergen neemt toe en er komt meer focus te liggen op ICT-kennis, in combinatie met sociale vaardigheden. Er is sprake van ‘baanpolarisatie’, waarbij vooral banen aan de onderkant van het middensegment dreigen te verdwijnen.

Weet de samenleving daar geen goed antwoord op te geven, dan dreigt in de visie van de deskundigen uitsluiting van groepen met een zwakke arbeidsmarktpositie: laaggeschoolden, (oudere) langdurig werklozen, arbeidsbeperkten, niet-westerse migranten. De UWV Arbeidsmarktanalyse 2017 laat zien dat de maatschappelijke kosten hiervan hoog kunnen zijn. (Bron: UWV, 6 apr. 2017)

Nieuwe beroepen met toekomst

De Nationale Beroepengids noemt liefst 21 beroepen waar volgens de gids toekomst in zit. Of de beroepen in 2018 nog bestaan is de vraag, maar kennis nemen van beroepen waar u nog nooit heeft gehoord is niet te versmaden. Als u weet wat een Ethisch Hacker, Werkgeluksdeskundige en Virtual Assistent doet, kunt u het artikel overslaan.

Start op arbeidsmarkt na studie verschilt enorm

De opleiding procestechniek biedt voor mbo’ers de beste start op de arbeidsmarkt. Op hbo-niveau scoort de opleiding mechatronica het beste. Dit blijkt uit een analyse van UWV naar de startpositie op de arbeidsmarkt van verschillende mbo- en hbo-opleidingen. UWV onderzocht de werkloosheid onder afgestudeerden, het bruto maandsalaris, het type baan en het werken op niveau en in de eigen studierichting.

Van de 59 onderzochte mbo-opleidingen kwam de opleiding procestechniek (mbo4) als meest kansrijk uit de bus. Afgestudeerden hebben het hoogste maandsalaris van alle mbo-opleidingen, de werkloosheid onder deze groep is nagenoeg 0% en een vaste baan is de norm. De opleiding automatisering (mbo3) is het minst kansrijk: veel studenten vinden na deze opleiding geen werk en het werk is vaak van tijdelijke aard.

UWV onderzocht in totaal 143 hbo-opleidingen. De technische hbo-opleiding mechatronica biedt de beste startpositie op de arbeidsmarkt. Deze opleiding heeft niet het allerhoogste maandsalaris, maar vrijwel alle studenten vinden na deze opleiding een baan op eigen niveau. Ook komt een flexibel contract weinig voor en is de werkloosheid laag. Afgestudeerde verloskundigen verdienen het hoogste maandsalaris. De opleiding oriëntaalse talen en communicatie kent een veel minder goede arbeidsmarktpositie.

(Bron en meer: UWV, 6 dec. 2017)

Helft startende ondernemers jonger dan 35 jaar

Bijna de helft van alle ondernemers die een bedrijf beginnen is jonger dan 35 jaar. Tien jaar geleden was dat nog 40 procent. Vooral het aandeel starters tot 25 jaar is gestegen.

Van de 161 duizend ondernemers die in 2016 een bedrijf zijn gestart, deed bijna 60 procent dat in Noord-Holland, Zuid-Holland of Noord-Brabant. In 2007 waren er ongeveer evenveel starters, maar lag het aandeel in deze drie provincies met 55 procent iets lager.

Rekening houdend met het aantal inwoners is de provincie Noord-Holland het meest ondernemend, met 13 startende ondernemers per duizend inwoners. Daarna volgt Utrecht, met 11 startende ondernemers per duizend inwoners. In de kustprovincies inclusief de Waddeneilanden zijn relatief veel startende ondernemers gevestigd, in het oosten van het land is het aantal starters relatief laag.

Amsterdam heeft van alle gemeenten het grootste aantal startende ondernemers, zowel absoluut als relatief. Afgezet tegen het aantal inwoners vallen nog enkele andere grote (universiteits)steden op. In Groningen, Zwolle, Arnhem, Nijmegen, Enschede, Utrecht, Rotterdam en Den Haag wonen relatief veel startende ondernemers. (Bron: CBS, 15 dec. 2017)

Bladeren door vacatures

Op de site van Intermediair zijn grote aantallen vacatures te vinden, gerangschikt per provincie, functiegroep, branche, opleidingsniveau, dienstverband (interim of stage) en per uren (fulltime of parttime). Verder zijn vacatures volgens het alfabet onderverdeeld per functie, bedrijf en plaatsnaam. (Bron: Intermediair, jan. 2018)

Werkgevers vragen brede kennis en vaardigheden

Uit een enquête van UWV onder 2.000 bedrijven blijkt dat 3 van de 10 werkgevers verwachten dat er de komende 2 jaar bredere vaardigheden nodig zijn op de arbeidsmarkt. De behoefte aan digitale vaardigheden groeit. Bedrijven noemen ook klantgerichtheid, probleemoplossend vermogen, samenwerken en aanpassingsvermogen als vereiste vaardigheden voor de komende jaren. Daarnaast ziet UWV dat de gevraagde vakkennis steeds breder wordt.

‘In veel sectoren moeten medewerkers van meer zaken tegelijk verstand hebben dan alleen van wat ze in hun opleiding hebben geleerd. Het werk wordt een stuk complexer’, zegt Freek Kalkhoven, arbeidsmarktdeskundige bij UWV. ‘Dit komt onder andere door de technologische ontwikkelingen, waardoor kennis over nieuwe technieken steeds belangrijker wordt.’ (Bron: UWV, 24 sep. 2019)

Redactie: Je zou ook kunnen zeggen dat 7 van de 10 werkgevers geen noemenswaardige veranderingen zien komen. 

Diversiteit werkvloer stagneert

Nederlandse werkgevers willen graag meer doen aan culturele diversiteit op de werkvloer, maar lopen daarbij tegen tal van belemmeringen aan. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant (29 feb. 2020) onder de grootste werkgevers van Nederland.

Van de 100 grootste werkgevers van Nederland deden 66 mee aan het onderzoek, samen verantwoordelijk voor 780 duizend fte. Tweederde van hen zegt beleid te voeren om culturele diversiteit op de werkvloer te stimuleren. 34 organisaties hebben hiervoor concrete doelen gesteld.

Aan ambitie schort het dus niet, maar organisaties blijken nauwelijks in staat om de effectiviteit van hun diversiteitsbeleid te meten. Wegens privacywetgeving mogen werkgevers de afkomst van hun werknemers niet registreren, waardoor zij geen inzicht hebben in het aandeel medewerkers met een migratieachtergrond en hun positie binnen de organisatie.

Diversiteitswet: tijdig rapporteren in 2023!

Voor grote bedrijven geldt sinds 1 januari 2022 de Diversiteitswet.Deze wet heeft als doel om de verhouding tussen mannen en vrouwen in de top en subtop van het bedrijfsleven evenwichtiger te maken.

Bedrijven moeten in 2023 voor het eerst gaan rapporteren over de toepassing van de wet.                 

Bedrijven vallen onder deze verplichting indien ten minste aan twee van de volgende vereisten is voldaan:

  • de waarde van de activa volgens de balans met toelichting, bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, meer dan 20 miljoen euro
  • de netto-omzet over het boekjaar bedraagt meer dan 40 miljoen euro
  • het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt 250 of meer.

Alle grote vennootschappen dienen jaarlijks binnen tien maanden na afloop van het boekjaar te rapporteren aan de SER.

Rapportageplicht en transparantie

De rapportageverplichting geldt voor boekjaren begonnen na 1 januari 2022. De rapportage ziet op:

  1. het aantal mannen en vrouwen dat aan het eind van het boekjaar deel uitmaakt van het bestuur, de rvc en subtop
  2. de doelen in de vorm van een streefcijfer
  3. het plan om deze doelen te bereiken, en
  4. indien één of meer doelen niet zijn bereikt, de redenen daarvoor

Dit betekent dus niet per se dat elk jaar nieuwe streefcijfers opgesteld moeten worden. Wel dient elk jaar aan de SER te worden gerapporteerd. De SER maakt deze cijfers transparant en publiceert de informatie jaarlijks. Hierdoor is voor een breed publiek de diversiteitsaanpak zichtbaar.

Conclusie

De verplichting om jaarlijks binnen tien maanden na afloop van het boekjaar te rapporteren aan de SER, betekent dat grote vennootschappen voor het eerst in 2023 moeten gaan rapporteren. 

Er is in de Diversiteitswet geen specifieke consequentie aan het niet (tijdig) rapporteren verbonden, maar ook niet rapporteren wordt gepubliceerd en is voor een breed publiek inzichtelijk.

Ga terug naar subrubriek Arbeidsmarkt