Inhoud
- Beleid
- Berekening
- Maatmanloon
- Voorbeeld berekening percentage arbeidsongeschiktheid
- Berekening maatmaninkomen, niet geïnd loon
Beleid
Het begrip arbeidsongeschiktheid heeft in de
WAO en de WIA een andere betekenis dan in de Ziektewet. Bij de
WAO en de WIA ligt het accent niet meer op eigen werk, maar op het in staat zijn te werken. Voor de
WAO/WIA is iemand arbeidsongeschikt als hij niet meer in staat is om, met algemeen geaccepteerd werk, een voor hem normaal salaris te verdienen. Daarbij wordt er sinds augustus 1993 niet meer alleen gekeken naar werk dat overeenkomt met iemands opleiding en ervaring. Wel wordt gezocht naar de hoogst haalbare functies. Dit nieuwe arbeidsongeschiktheidscriterium heeft tot gevolg dat er veel meer arbeidsmogelijkheden voor iemand zijn aan te wijzen. Iemand is voor de
WAO/WIA arbeidsongeschikt als hij of zij door ziekte, zwangerschap of bevalling niet in staat is om met gangbare arbeid hetzelfde te verdienen als gezonde personen met een soortgelijke opleiding.
Berekening
Bij de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt eerst gekeken wat de werknemer zou hebben kunnen verdienen als hij niet arbeidsongeschikt was. Dat wordt de
verdiencapaciteit genoemd. De verdiencapaciteit is gelijk aan het inkomen van de
maatman (ook wel maatmanarbeid of maatgevende arbeid genoemd) i.c. het loon dat een soortgelijke gezonde persoon met arbeid gewoonlijk verdient. Vervolgens stelt het
UWV vast wat de arbeidsongeschikte op dit moment zou kunnen verdienen, zijn restcapaciteit of resterende verdiencapaciteit. Deze restcapaciteit wordt bepaald door de drie meest betalende functies waarvoor de arbeidsongeschikte in aanmerking komt te selecteren en daar het middelste inkomen van te nemen. Het percentage arbeidsongeschiktheid wordt vervolgens met de volgende formule bepaald:
verdiencapaciteit -/- restcapaciteit x 100%
verdiencapaciteit
Het begrip
maatman komt voor in een drietal wetten:
WAO - artikel 19, Wajong - artikel 6 en Wet
WIA - artikel 23.
Maatmanloon
Dit is het loon dat iemand verdiende voordat hij ziek werd. Uitgangspunt is het loon dat de belastingdienst hanteert voor de berekening van de werknemerspremies (het
SV-loon).
Voorbeeld berekening percentage arbeidsongeschiktheid
Pieter is timmerman en verliest door een bedrijfsongeval één van zijn armen. Door deze handicap is hij arbeidsongeschikt als timmerman. Hij kan eventueel nog wel werken als telefonisch verkoper. Met dit nieuwe werk kan Pieter € 1.400 per maand verdienen (restcapaciteit). Een timmerman met dezelfde opleiding en ervaring als Pieter (de maatman) verdient € 2.400 per maand (verdiencapaciteit). Het percentage van arbeidsongeschiktheid van Pieter is:
€ 2.400 - € 1.400 x 100% = 41%
€ 2.400
Pieter is voor meer dan 35% arbeidsongeschikt en heeft daarom recht op een WGA-uitkering. Afhankelijk van de vraag of Pieter voldoet aan de referte-eis (voldoende arbeidsverleden) en of hij met werken ten minste € 700 gaat verdienen (meer dan 50% van zijn restverdiencapaciteit), krijgt Pieter achtereenvolgens een loongerelateerde WGA-uitkering en daarna een loonaanvullingsuitkering WGA of een vervolguitkering WGA.
Berekening maatmaninkomen, niet geïnd loon
De Centrale Raad van Beroep oordeelt in zijn
uitspraak van 22 augustus 2016 dat appellant werkgeefster tijdens de referteperiode niet heeft gemaand het
CAO-loon volledig te betalen. Het UWV heeft dan ook in redelijkheid kunnen weigeren om toepassing te geven aan artikel 7a, vijfde lid, van het Schattingsbesluit. (Rechtennieuws, 29 aug. 2016)