Eerste Kamer stemt in met vereenvoudiging banenafspraak

wo 30 apr 2025  |  Bron: HR-kiosk & Rendement  |  Auteur: Andries Bongers  |  Trefwoorden: , , , , , , , , ,


De Eerste Kamer heeft het voorstel voor de Wet banenafspraak afgedaan als hamerstuk (zonder stemming aangenomen). Het wetsvoorstel moet het voor werkgevers eenvoudiger en aantrekkelijker maken om werknemers met een arbeidsbeperking in dienst te nemen en houden.
Omdat het voor werknemers met een arbeidsbeperking lastig kan zijn om aan werk te komen, zijn het kabinet, de werkgeversorganisaties en de vakbonden in het sociaal akkoord van 2013 de ‘banenafspraak’ aangegaan. Het doel van de banenafspraak is dat werkgevers in de overheids- en marktsector in 2026 samen 125.000 extra banen hebben gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking ten opzichte van de nulmeting uit 2013. Het gaat om 100.000 banen in het bedrijfsleven en 25.000 bij de overheid. De werkgevers lopen flink achter op deze doelstellingen.

Mogelijk verdwijnt onderscheid tussen markt en overheid

Het wetsvoorstel treedt naar verwachting op 1 januari 2026 in werking, al bevat het ook maatregelen die later van kracht worden, of die nog niet helemaal zeker zijn. Voor werkgevers zijn de volgende maatregelen uit het wetsvoorstel (infographic) het belangrijkste:
Per 1 januari 2026 kunnen werkgevers voor elke werknemer uit de doelgroep banenafspraak (infographic) jaarlijks tot € 2.000 loonkostenvoordeel (LKV) krijgen, zolang de arbeidsbeperkte werknemer in dienst blijft. Nu nog is de maximale duur van het LKV beperkt tot drie jaar. En om de administratieve lasten te verlichten, hoeven werkgevers en werknemers geen doelgroepverklaring meer aan te vragen bij UWV om het LKV te krijgen.

Wajong

Per 1 januari 2027 wordt de doelgroep banenafspraak uitgebreid met: mensen in de Wajong die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben en werken bij een reguliere werkgever, en mensen met een IVA-uitkering die werken met loondispensatie.
Het onderscheid tussen (de doelstellingen van) de marktsector en de overheid verdwijnt. Dit moet samenwerking tussen bijvoorbeeld werkgevers, sectoren of regio’s mogelijk maken en de administratieve lasten verminderen. Wel is deze maatregel afhankelijk van nog niet gespecificeerde baanrealisaties bij de overheid.
Als de gezamenlijke doelstelling van 125.000 extra banen niet wordt gehaald, komt er mogelijk een quotumregeling voor individuele werkgevers. De insteek daarvan is niet langer uitsluitend gericht op straffen, maar ook op belonen. Er komt een meer positief systeem dat werkt met een ‘inclusiviteitsopslag’ (een opslag op de hoge gedifferentieerde Aof-premie) voor werkgevers die het quotum niet halen en een bonus (een verhoging van het LKV doelgroep banenafspraak) voor werkgevers die het quotum overtreffen. Volgens berekeningen zijn de heffing en de bonus gemiddeld genomen gelijk: € 5.000 per niet-gerealiseerde of extra gerealiseerde baan. Onder meer kleine werkgevers en uitlenende werkgevers hoeven de inclusiviteitsopslag niet te betalen.

Rapportageplicht voor overheidswerkgevers

De Tweede Kamer nam eerder diverse moties en twee amendementen aan. Amendement 1. verplicht de overheid om jaarlijks te rapporteren over het aantal ‘eigen’ gecreëerde banen, ook als het onderscheid tussen de markt en de overheid verdwijnt. Amendement 2. regelt dat het onderscheid tussen de markt en de overheid pas vervalt als de Tweede en Eerste Kamer zich hierover gebogen hebben via een zogenoemde voorhangprocedure.

Redactie: Het zou goed zijn om deze maatregel ook van toepassing te laten zijn op werkloze werknemers van 55 jaar en ouder en daarbij de No-riskpolis ook aan te koppelen.
Lees meer