Middeling

Datum laatste wijziging: 22 januari 2024  |  Trefwoorden: , , , , , , , ,

Inhoud

  1. Oorsprong
  2. Voorwaarde
  3. Werkwijze regeling
  4. Bovenmatige pensioenaanspraken
  5. Buitenlandse belastingplichtigen
  6. Onbekendheid
  7. Transitievergoeding
  8. Informatie
  9. Jurisprudentie
  10. Jaar overlijden betrekken in middelingstijdvak
  11. Evaluatie en aanpassing middelingsregeling
  12. Heeft middeling invloed op toeslagen, zoals zorg- en huurtoeslag
  13. De middelingsregeling gaat verdwijnen in 2023

Oorsprong

De middelingsregeling dateert uit 1893, ontworpen voor de boeren die het ene jaar goed boerden en het andere jaar door een mislukte oogst niets verdienden. In het succesvolle jaar moesten de boeren torenhoge belastingen betalen terwijl ze het andere jaar geen inkomsten hadden. Dat vond (en vindt) de wetgever niet redelijk en dus mochten de boeren hun inkomsten over een aantal jaren middelen.

De huidige regeling is van 2001 en is ruimer van opzet. Iedereen met sterk wisselende inkomsten in box 1 kan hiervoor in aanmerking, bijvoorbeeld zojuist (deels) ontslagen werknemers, ZZP-ers en freelancers en starters op de arbeidsmarkt.

Voorwaarde

De werknemer moet zijn verzoek om middeling doen binnen 36 maanden (3 jaar) nadat de aanslag van het laatste jaar dat tot het middelingstijdvak hoort, onherroepelijk vaststaat.

Werkwijze regeling

Middeling houdt in dat men eerst het gemiddelde inkomen van drie opeenvolgende jaren berekent. Over dit gemiddelde inkomen herrekent men vervolgens de inkomstenbelasting in de drie jaren. Het verschil tussen de werkelijk betaalde inkomstenbelasting en de inkomstenbelasting betaalt de fiscus terug, het moet dan wel gaan om een bedrag dat groter is dan € 545. Werknemers kunnen een verzoek voor middeling bij de Belastingdienst indienen. De eerder gekozen jaren kunnen bij een eventueel volgend verzoek voor middeling niet opnieuw worden betrokken.

Deze berekening is interessant als zich in de gekozen drie opeenvolgende jaren grote inkomensverschillen* hebben voorgedaan. Een dergelijke situatie doet zich bijvoorbeeld voor als een salarisverhoging met terugwerkende kracht is verkregen, een ontslaguitkering is ontvangen (en direct te gelde is gemaakt) of een aanzienlijk lager inkomen is verdiend vanwege een WAO/WIA- of WW- of VUT-uitkering.

* Alleen het inkomen in box 1 telt mee voor de berekening, spaargeld en vermogen niet. Heffingskortingen worden in de berekening niet betrokken, hypotheekrente en andere fiscale aftrekposten echter weer wel.

Het eerste jaar dat in de middeling kan worden betrokken is 2001.

Als in enig jaar dat in de middeling is betrokken de belastingplichtige de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, wordt voor de geheven en her berekende belasting ervan uitgegaan dat in alle middelingsjaren AOW-premie verschuldigd was.
 
Voorbeeld berekening (tarieven 2006)

Stel: een persoon verdient door omstandigheden het ene jaar aanzienlijk meer dan het andere jaar. De inkomsten en inkomstenbelasting gedurende drie opeenvolgende jaren zijn:
Salaris bruto per jaar Inkomstenbelasting
2004: € 30.000 € 11.190
2005: € 25.000 € 9.120
2006: € 65.000 € 27.162
€ 120.000 € 47.472
Berekening volgens middeling:
Gemiddeld salaris over jaren 2004, 2005 en 2006 is € 40.000
Inkomstenbelasting
2004: € 40.000 € 15.385
2005: € 40.000 € 15.385
2006: € 40.000 € 15.385
€ 120.000 € 46.155
Berekening verschil: € 47.472 - € 46.155 = € 1.317. Teruggave: € 1.317 - € 545 (drempel) = € 772

Bovenmatige pensioenaanspraken

Hiervoor is geen middeling mogelijk.

Buitenlandse belastingplichtigen

Uit jurisprudentie (2010) is gebleken dat buitenlandse belastingplichtigen die hun inkomen in Nederland verdienen, ook het recht hebben om gebruik te maken van de mogelijkheid tot middeling ongeacht of ze kiezen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige. Hier liggen dus mogelijkheden voor buitenlandse belastingplichtigen met sterk fluctuerende inkomens. Let wel op: het verzoek tot middeling moet gedaan worden binnen 3 jaar nadat de laatste aanslag over de middelingsjaren is vastgesteld!

Onbekendheid

Middeling is weinig bekend, de Belastingdienst schatte in 2008 een totaal van 12.000 aanvragen te zullen ontvangen. Vooral personen die zelf hun belastingaangifte invullen, laten volgens deskundigen vaak geld liggen.

Transitievergoeding

Veel medewerkers zullen bij ontslag een Transitievergoeding* ontvangen. De werkgever zal hierop het bijzonder tarief toepassen. Het bijzonder tarief is gebaseerd op het jaarinkomen van voorgaand jaar. Het kan dus voorkomen dat er (op dat moment) relatief veel belasting wordt ingehouden. Het verschil wordt over het algemeen rechtgetrokken met de aanslag Inkomstenbelasting. Wijken de inkomens in de 3 lopende jaren sterk van elkaar af (en dat kan natuurlijk, wanneer de transitievergoeding een aanmerkelijk bedrag is) dan kan middeling worden toegepast.

* De maximale hoogte van de transitievergoeding wordt vermeld in subrubriek Transitievergoeding (tabellen).

Informatie

Zie: www.belastinghelden.nl en www.belastingmiddeling.nl. Op deze sites wordt de regeling uitgebreid besproken en kan men bovendien een berekening maken om te zien of een eventuele aanvraag voor middeling zin heeft. Bij de Belastingdienst is een stappenplan voor het berekenen van de belastingteruggaaf te vinden. En tenslotte is op internet te vinden waarheen het verzoek om middeling heen moet.

Jurisprudentie

Omdat de Belastingdienst de inkomstenbelasting en de premies volksverzekeringen in één bedrag heft, werkt dit ook door naar de berekening van de middelingsteruggaaf. Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 29 januari 2013, LJN: BZ1825.

Ook de Hoge Raad oordeelde dat bij de bepaling van de omvang van de middelingsteruggaaf van de inkomstenbelasting rekening moet worden gehouden met de premies volksverzekeringen: Hoge Raad, 24-1-2014, nr. 13/00724.

Jaar overlijden betrekken in middelingstijdvak

Staatssecretaris Wiebes van Financiën heeft een nieuw beleidsbesluit gepubliceerd over middeling. Hierin staat dat voor de berekening het jaar van overlijden in het middelingstijdvak mag worden meegenomen als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  • Het belastbare inkomen uit werk en woning dat in het deeljaar is genoten, is hoger dan de belastbare inkomens uit werk en woning van beide andere kalenderjaren die deel uitmaken van het middelingstijdvak.
  • De binnenlandse belastingplicht is geëindigd als gevolg van het overlijden van de belastingplichtige.
  • De oorzaak van het hogere belastbare inkomen uit werk en woning in het deeljaar, is niet gelegen in het overlijden van de belastingplichtige. Voor zover dit wel het geval is, kan dat deel van het belastbaar inkomen niet worden meegenomen in de middeling.
  • De nabestaande van de belastingplichtige, moet de inspecteur daarom verzoeken.
  • De overige voorwaarden van artikel 3.154 van de Wet IB 2001 blijven van toepassing. (Bron: Wetten.Overheid, 17 jul. 2014)

Evaluatie en aanpassing middelingsregeling

Het blijkt dat jaarlijks circa 50.000 belastingplichtigen gebruik maken van de middelingsregeling en dat dit tot een budgettair beslag van tussen € 70 mln. en € 90 mln. leidt. De gemiddelde middelingsteruggave ligt tussen € 1.550 en € 1.700, maar de mediaan (de middelste waarde) ligt een stuk lager op ongeveer € 900. Dit komt doordat het grootste gedeelte van de middelingsteruggaven (circa 27.000) kleiner is dan € 1.000, maar er daarnaast jaarlijks ook ongeveer 3.000 gevallen zijn waarbij belastingplichtigen meer dan € 5.000 terugkrijgen.

De benutting van de middelingsregeling is laag: 85% van de belastingplichtigen die recht hebben op een middelingsteruggave maakt er geen gebruik van. Het budgettaire beslag van de regeling zou vier keer zo groot zijn bij volledige benutting. Vooral mensen die recht hebben op een lage middelingsteruggave en/of een laag inkomen hebben, benutten de regeling nauwelijks. Ook ligt de benutting een stuk lager bij mensen in loondienst dan bij zelfstandigen. Het is daarom goed dat de regeling makkelijker wordt. Dat zeggen MKB-Nederland en VNO-NCW in reactie op een evaluatie van de regeling door staatssecretaris Snel van Financiën. (Bronnen: Fintool, 13 dec. 2018 en MKB, 13 dec. 2018)

Heeft toepassing van middeling invloed op toeslagen, zoals zorgtoeslag en huurtoeslag?

Nee, het 'toetsingsinkomen' voor toeslagen verandert niet door toepassing van middeling. Middeling heeft daarom geen invloed op toeslagen.
Middeling is een op zichzelf staande regeling om de fiscale gevolgen van sterk schommelende inkomsten te verzachten. Middeling verandert het belastbare inkomen over de betrokken jaren niet. De opgelegde aanslagen blijven ook gewoon in stand. Bij een middelingsteruggaaf ontvang je geld terug op basis van middeling, niet omdat het belastbare inkomen lager is geworden, omdat dit ongewijzigd blijft.
De belastbare inkomens veranderen over deze 3 jaren dus niet. De opgelegde aanslagen blijven gewoon in stand en veranderen niet door toepassing van middeling.

Aangifte samen met mijn fiscale partner. Wat zijn de gevolgen hiervan voor middeling?
Als je samen met je fiscale partner aangifte hebt gedaan (fiscaal partnerschap), heeft dit geen invloed op de toepassing van middeling. Beide partners zijn ieder apart belastingplichtig en krijgen dan ook allebei een definitieve aanslag opgelegd. Middeling wordt toegepast voor elke belastingplichtige (fiscale partner) apart, en voor de middelingsberekening gebruik je dan ook de gegevens van slechts één belastingplichtige / fiscale partner.

De middelingsregeling gaat verdwijnen in 2023

De middelingsregeling in de inkomstenbelasting maakt het voor belastingplichtigen mogelijk bij sterk wisselende inkomens in een aantal jaren belasting terug te krijgen als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Deze regeling gaat echter per 2023 verdwijnen, zo is op te maken uit het coalitieakkoord. De regeling zou te weinig doeltreffend zijn en bovendien – vanwege de invoering van het tweeschijvenstelsel – in de toekomst alleen nog interessant zijn voor de hogere inkomens.

Het verdwijnen van de middelingsregeling is vooral een tegenvaller voor wie plots een jaar veel meer verdient dan andere jaren. En voor wie meestal een hoog inkomen heeft en sterk terugvalt in inkomen, zoals bijvoorbeeld de afgelopen jaar door de coronacrisis.
Of door 10% pensioen ineens.