Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)

Datum laatste wijziging: 18 juni 2023  |  Trefwoorden: , , , , ,

Inhoud

  1. Voorwoord
  2. Kleineondernemingsregeling
  3. Optreden Sinterklaas of Kerstman: 6% BTW
  4. BTW uitvoerende kunstenaars
  5. Sinterklaasfeest
  6. Personeelsfeest
  7. Dirigent moet 21% BTW belasten voor selectie koorleden
  8. 80 miljoen naheffingen BTW-fraude
  9. BTW-tarieven Europa
  10. BTW-vrijstelling sportaccommodaties uitgebreid
  11. EU-landen gaan voor elkaar BTW innen
  12. BTW-sportvrijstelling wordt uitgebreid
  13. Pluk me niet
  14. BTW plus en min tegen elkaar wegstrepen toegestaan?
  15. Omzetbelasting zitplaatsen soms aftrekbaar
  16. Vervanging en actualisatie eerder gepubliceerde beleidsbesluiten BTW
  17. Verlaagd BTW-tarief per 2019 verhoogd van 6 naar 9%
  18. Zonder drinkwater uit van BTW-verhoging
  19. Extra onderzoek hogere BTW
  20. EU-raad akkoord met oplossingen op korte termijn in aanloop naar nieuw BTW-systeem
  21. Verruiming BTW-sportvrijstelling gepubliceerd
  22. Meer BTW-controles op komst
  23. BTW-heffingen e-commerce per 1 januari 2019
  24. Sportclubs dupe van verruiming BTW-sportvrijstelling
  25. Kantineforfait sportverenigingen van 11,5% naar 13%
  26. De koopkracht stijgt, ergernis over de BTW-verhoging overheerst
  27. Opbrengst BTW groeit in 50 jaar tot meer dan 50 miljard
  28. Aanpassing kleineondernemersregeling
  29. BTW op eten van de zaak wordt aangepast
  30. BTW-regels voor uitlenen personeel in de publieke sector gewijzigd
  31. Verlaagd BTW-tarief digitale boeken kranten en tijdschriften
  32. Opleverdatum en aanvaarding bepalen dat de dienst is verricht
  33. Wetsvoorstel BTW-tarief voor elektronische uitgaven
  34. Nieuwe BTW-regels voor internetverkopen vanaf 2021
  35. BTW-tarief voor artiesten en uitvoerend kunstenaars
  36. Europese Commissie stelt BTW e-commerceregels uit tot 1 juli 2021
  37. BTW-vrijstelling definitief van de baan
  38. Tweedehands goederen verkopen, dan ben je btw-ondernemer
  39. Geen culturele btw-vrijstelling voor bridge, schaken, dammen en go
  40. Nieuwe btw-regels voor e-commerce en diensten per 1 juli 2021

Voorwoord

BTW of omzetbelasting is een belasting die het consumptieve verbruik van goederen en diensten beoogt te belasten. De BTW dient dan ook gedragen te worden door de consument (ook wel eindverbruiker). In tegenstelling tot bijvoorbeeld de motorrijtuigenbelasting draagt de consument de BTW niet zelfstandig af aan de Belastingdienst. Dit doet namelijk de ondernemer, ofwel de ondernemer voor de BTW.

De Nederlandse wet kent drie BTW-tarieven (2017). Als eerste het normale tarief van 21% BTW. Dit tarief is van toepassing op alle leveringen, diensten en intracommunautaire verwervingen en voor de invoer van alle goederen. Voor sommige leveringen en diensten geldt het verlaagde tarief van 6%. Onder het 6%-tarief valt bijvoorbeeld de levering van voedingsmiddelen, geneesmiddelen en verbandmiddelen. Als laatste kent Nederland het 0%-tarief. Dit tarief is onder andere van toepassing op de uitvoer van goederen (export).

In deze subrubriek worden enkele voorbeelden van BTW-heffing genoemd. De BTW die te maken heeft met de bijtelling van privé-gebruik lease-auto's wordt behandeld in subrubriek Belasting Toegevoegde Waarde (lease-auto's).

Een historisch overzicht laat zien dat afgelopen periode de BTW almaar is gestegen, waar ligt de grens? De door Rutte III voorgestelde verhoging van BTW-verlaagd van 6 naar 9% is een niet eerder voorgekomen verhoging.

Kleineondernemingsregeling

De kleineondernemersregeling (KOR) is een vrijstelling voor de btw. U kunt gebruik maken van de KOR als u in Nederland bent gevestigd en niet meer dan € 20.000 omzet in 1 kalenderjaar hebt. De KOR is er voor natuurlijke personen (eenmanszaken), combinaties van natuurlijke personen (bijvoorbeeld een vof) en voor rechtspersonen (bijvoorbeeld stichtingen, verenigingen en bv's).

Wat is de KOR?

De KOR is een btw-vrijstelling. Als u voldoet aan de voorwaarden en kiest voor de KOR, hoeft u geen btw meer te berekenen aan uw klanten. Ook doet u geen btw-aangifte meer en kunt u geen btw meer terugvragen over uw kosten en investeringen.
Lees meer informatie over wat meedoen met de KOR precies voor u betekent en welke overwegingen er kunnen zijn om wel of niet mee te doen aan de KOR. We hebben ook een aantal praktijkvoorbeelden voor u op een rijtje gezet.

Meedoen met de KOR

U kunt zich aanmelden voor de KOR met het formulier 'Melding omzetbelasting kleineondernemersregeling'.

Zonnepanelen en de KOR

Bent u zonnepaneelhouder en bent u benieuwd wat meedoen met de KOR voor u betekent?
Lees meer bij 'Eigenaren van zonnepanelen'.

Registratiedrempel

U bent niet verplicht uw onderneming aan te melden voor de btw als u aan alle volgende voorwaarden voldoet:
  • U bent niet verplicht om uw onderneming in te schrijven bij de Kamer van Koophandel en u hebt dat ook niet gedaan.
  • Uw omzet per kalenderjaar is maximaal € 1.800.
  • U wilt btw die aan u in rekening is gebracht niet in aftrek brengen.
Lees meer hierover op 'Registratiedrempel voor kleine ondernemers'.

Omzetgrens voor de KOR - wat telt mee en wat niet?

Als uw omzet niet meer is dan € 20.000 per kalenderjaar kunt u kiezen voor deelname aan de KOR.

Hoe berekent u de hoogte van uw omzet?

Als u nog niet deelneemt aan de KOR en u btw berekent over uw prestaties, dan telt deze btw niet mee als omzet. Uw omzet is het totaal van alle bedragen die u aan uw klanten berekent, exclusief de btw.
Als u al wel deelneemt aan de KOR, dan mag u geen btw in rekening brengen aan uw klanten. Uw omzet is dan het totaal van alle bedragen die u aan uw klant berekent.

Omzet die meetelt voor de omzetgrens van de KOR

  • leveringen van goederen en diensten belast met Nederlandse btw
  • Leveringen van goederen en diensten die normaal gesproken belast zijn met Nederlandse btw tellen mee voor de berekening van uw omzet. Dit zijn leveringen belast met 21%, 9% en 0% btw (uitvoer en intracommunautaire leveringen) en leveringen belast met Nederlandse btw die u verlegt naar een andere Nederlandse ondernemer (nationale verlegging).

Past u de margeregeling of de reisbureauregeling toe? Ga dan voor het bepalen van de omzet niet uit van de winstmarge, maar van het bedrag waarvoor u de goederen en/of diensten hebt geleverd.

Bepaalde btw-vrijgestelde omzet

Ook telt btw-vrijgestelde omzet mee van leveringen van goederen en diensten die betrekking hebben op onroerende zaken, betaalmiddelen en effecten, financiële diensten en verzekeringsdiensten in Nederland (overige vrijgestelde omzet telt niet mee voor de omzetgrens). Lees meer bij 'Vrijstellingen van btw'.

Omzet die niet meetelt voor de omzetgrens van de KOR

Btw over privégebruik van goederen en diensten
Gebruikt u goederen of diensten van uw bedrijf ook privé? Dan gaat het om een fictieve levering of dienst. Deze telt niet mee voor de berekening van uw omzet. Lees meer bij 'Btw aftrekken bij privégebruik goederen en diensten van uw bedrijf?'.

Investeringsgoederen die in uw onderneming zijn gebruikt
Levert u een investeringsgoed dat in uw onderneming is gebruikt? Dan telt die omzet niet mee bij het bepalen van de hoogte van uw omzet voor de KOR. Lees meer bij 'Gemengd gebruik van roerende en onroerende investeringsgoederen'.

Binnenlandse prestaties waarover de btw verlegd wordt naar u als afnemer
Lees meer bij 'Wanneer btw verleggen?'.

Prestaties die belast zijn in een ander land
Wanneer u zaken doet met het buitenland kunt u de btw verleggen naar uw afnemer in het buitenland. Deze btw telt niet mee voor uw omzet. Leveringen en diensten belast met 0% btw tellen wél mee voor de berekening van de omzet. Lees meer bij 'Verlegging bij zakendoen met het buitenland'.

Een intracommunautaire verwerving
U doet een intracommunautaire verwerving als u goederen aankoopt uit een ander EU-land waarover u in Nederland btw moet betalen. Deze telt niet mee voor het berekenen van uw omzet. Lees meer bij 'Intracommunautaire verwerving'.

Btw-vrijgestelde omzet

Omzet uit leveringen en diensten die zijn vrijgesteld van btw, telt niet mee voor de berekening van de omzetgrens van de KOR. Vrijgestelde omzet van leveringen van goederen en diensten die betrekking heeft op onroerende zaken, betaalmiddelen en effecten, financiële diensten en verzekeringsdiensten in Nederland, telt wel mee voor de berekening. Lees meer bij 'Vrijstellingen van btw'.

Hulp nodig bij het schatten van uw omzet?

Om uw omzet voor een kalenderjaar te schatten, kunt u gebruikmaken van het hulpmiddel 'Kan ik gebruikmaken van de kleineondernemersregeling?'. We leggen hierin ook uit welke omzet meetelt voor de KOR. Ook de overige voorwaarden om mee te kunnen doen komen aan bod. Zo kunt u snel zien of u mee kunt doen. Ook ziet u wat meedoen met de KOR voor u betekent.

Hebt u meerdere subnummers binnen 1 onderneming?

Als u meerdere subnummers hebt binnen 1 onderneming, dan geldt de KOR voor ál uw subnummers. U kunt niet per subnummer kiezen of u wel of niet meedoet. Kiest u voor de KOR voor 1 van de subnummers, dan moet u de KOR ook bij alle andere subnummers toepassen.
Wilt u uitrekenen of u onder de omzetgrens van € 20.000 blijft? Tel dan de omzet van alle subnummers bij elkaar op.
Lees meer over meerdere subnummers binnen 1 onderneming.

Vrijgestelde prestaties?

Doet u op dit moment geen aangifte omdat u alleen vrijgestelde prestaties verricht? Dan verandert er voor u niets. Uw prestaties zijn al vrijgesteld van btw.

Btw en handelen binnen de EU

Afmelden voor de KOR
  • Als u bent aangemeld voor de KOR, kunt u zich pas na 3 jaar afmelden. Als uw omzet boven de € 20.000 in 1 kalenderjaar komt, moet u zich direct afmelden voor de KOR. Kijk voor uitgebreide informatie bij 'Afmelden voor de kleineondernemersregeling (KOR)'..

NB: Een eenmaal gemaakte keuze voor de KOR kan slechts éénmaal per drie jaren worden herzien.
Voor eventueel meer informatie ga dan naar de website van de belastingdienst. 

Optreden Sinterklaas of Kerstman:6% BTW

Gaat even niet over auto's, Sint komt trouwens per stoomboot en de Kerstman per arrenslee. Hoeft er dan helemaal niets worden betaald? Fout, dan ken je de Belastingdienst niet: betaalde uitvoeringen van acteurs (lees Sinterklaas en/of de Kerstman) voor publiek zijn belast met 6% BTW. Dit kunnen optredens zijn voor zowel particulieren als voor bedrijven. (Bron: Zwarte en getinte Piet)
 

BTW uitvoerende kunstenaars

Het optreden door uitvoerende kunstenaars valt onder het 6%-tarief (m.i.v. 1-1-2019 9%). Dit tarief geldt alleen als er een artistieke prestatie wordt verricht. Hieronder vallen de volgende optredens:
  • optredens in muziekuitvoeringen, opera’s, operettes en op muziekfestivals
  • dansuitvoeringen
  • optredens van diskjockeys of videojockeys op dance-party’s en dergelijke
  • optredens van een master of ceremony/vocalist bij dance-events
  • optredens in revues, musicals en cabaretvoorstellingen
  • optredens in toneelvoorstellingen, pantomimes en poppentheaters
  • geven van lezingen
  • Lezingen zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van BTW. Lees hierover meer bij Vrijstelling voor lezingen, excursies en rondleidingen
  • optredens van komieken, goochelaars, buiksprekers en circusartiesten
  • optredens van sneltekenaars en karikaturisten die sneltekeningen maken bij evenementen
  • Tekeningen die u als sneltekenaar of karikaturist buiten publieksoptredens om maakt, vallen onder het 21%-tarief
Voorwaarde is dat het om optredens gaat die het publiek direct of indirect kan beluisteren of bekijken. Bijvoorbeeld:
  • optredens in theaters, concertzalen en dergelijke
  • optredens voor radio, televisie of voor een cd-opname
  • optredens in films of commercials
  • muziekuitvoeringen voor films
  • optredens in rollenspelen bij cursussen
De volgende diensten gelden niet als optreden en vallen onder het 21%-tarief:
  • diensten van regisseurs, geluidstechnici of fotomodellen
  • leiden van repetities door een dirigent
  • Repetities die noodzakelijk zijn voor het optreden van uitvoerende kunstenaars vallen onder het 9%-tarief
  • pianobegeleiding bij ballet- of koorrepetities
  • deelname van acteurs aan tv-programma's, zoals spelshows, waarbij zij niet optreden als acteur
Maar, als iemand onder de regeling voor artiesten, dan hoeft hij/zij geen BTW in rekening te brengen. (Bron: Belastingdienst)

Red.: We hebben hier geen woorden voor. Zie voor de tarievenoverzicht hieronder

Sinterklaasfeest

Een Sinterklaas- of kerstfeest voor de werknemers met de kinderen mag belastingvrij worden georganiseerd, mits het feest open staat voor 75% van de werknemers (van die afdeling of vestiging). Het maakt dan niet uit of 20% verschijnt. De kosten van het feest en de cadeaus zijn aftrekbaar. Het kan zijn dat een onderdeel een beloning voor de werknemer is, hierover zou normaliter loonheffing verschuldigd zijn.

Het maximum dat aan een personeelsfeest mag worden besteed is € 454. Het meerdere is belastbaar inkomen, het meerdere is belast met een eindheffing van 80%.

Personeelsfeest

Binnen de werkkostenregeling valt het feest in vrije ruimte. Dit betekent dat het de werkgever aan het feest maximaal 1,4% van de loonsom besteden - mits de vrije ruimte niet aan andere zaken is besteed - het meerdere is belast met een eindheffing van 80%.

De BTW is verrekenbaar als op het personeelsfeest enkel werknemers aanwezig zijn. Komen er
ook relaties of klanten, dan is de BTW voor dit deel niet verrekenbaar, vraag dan om 2 facturen. De kosten mogen voor de BTW niet uitkomen boven een bedrag van € 227 per werknemer, dit komt door het Besluit Uitsluiting Aftrek (BUA).

Personeelsvoorzieningen, giften en relatiegeschenken

Als de werkgever uitgaven heeft gedaan voor giften en relatiegeschenken of voorzieningen voor uw personeel, dan kan de BTW niet altijd worden afgetrokken als voorbelasting. Dit is het gevolg van het Besluit Uitsluiting Aftrek van voorbelasting (BUA).

Personeelsvoorzieningen

Personeelsvoorzieningen zijn faciliteiten die de werkgever aan het personeel beschikbaar stelt, zoals huisvesting, fitness, ontspanning of loon in natura. Ook een kerstpakket of jubileumgeschenk valt hier dus onder.

Privévervoer

Hieronder valt onder andere het verstrekken van vervoersbewijzen voor openbaar vervoer en het vervoeren van personeel met vervoermiddelen.

NB: Het BUA is niet van toepassing op het privégebruik van de auto van de zaak door uw personeel. Kijk voor meer informatie op BTW en de auto.

Giften en relatiegeschenken

Geeft de werkgever goederen of diensten cadeau, of tegen een symbolisch bedrag - bijvoorbeeld een gift aan een stichting of een relatiegeschenk - dan kan de werkgever de BTW niet aftrekken als:
  • de ontvangers van het geschenk, als zij het zelf zouden kopen, minder dan 30% BTW kunnen aftrekken, én
  • de werkgever over het drempelbedrag heen gaat.

Drempelbedrag

De BTW op uitgaven voor personeelsvoorzieningen, giften en relatiegeschenken is niet altijd aftrekbaar als voorbelasting. De BTW over deze uitgaven kan alleen worden afgetrokken als de uitgaven per begunstigde per jaar niet meer dan € 227 (exclusief BTW) zijn. Zie 'Drempelbedrag personeelsvoorzieningen, giften en relatiegeschenken'.

Dirigent moet 21% BTW belasten voor selectie koorleden

Als een dirigent nieuwe leden selecteert voor een koor dat hij zelf samenstelt, dat is die dienst belast met 21% BTW. Het percentage van 21% geldt voor alleen voor de dienst dat een dirigent na selectie zangers toelaat tot een door hem samen te stellen koor. Met dit koor organiseert hij voorstellingen en treedt hij op. De reden voor dit afwijkende percentage is het feit dat deze werkzaamheden voornamelijk bestaan uit toelaten en organiseren en niet uit het leiden van repetities die samenhangen met optredens.

Bestaat de dienst van de dirigent uit het optreden met een koor of orkest, of het leiden van repetities, dan is dat belast met 6% BTW. (Bron: AVaccountancy, 2 feb. 2017)

80 miljoen naheffingen BTW-fraude

De vaste commissie voor Financiën heeft de heer Wiebes vragen voorgelegd over de BTW-carrouselfraude. In woorden van Wiebes:

'De uitzending van Zembla ging over een specifieke vorm van BTW-carrouselfraude* met CO2-emissierechten. Deze vorm van fraude is door tijdig en adequaat ingrijpen van de toenmalige staatssecretaris van Financiën snel beëindigd. In het hierna volgende wordt dit nader toegelicht. Ook de BTW-carrouselfraude met bepaalde elektronische goederen is door de invoering van de verleggingsregeling beëindigd. Ik moet echter helaas constateren dat dit niet betekent dat BTW-carrouselfraude is uitgebannen. Deze fraude doet zich nog steeds voor, zij het met andere producten. De inzet van de Belastingdienst en de FIOD in de bestrijding en de voorkoming van deze fraude is en blijft daarom ook onverminderd stevig. Zo heeft de Belastingdienst over 2016 ruim 72.000 uren besteed aan 2500 afgeronde onderzoeken ten aanzien van BTW-fraude (waarvan een deel BTW-carrouselfraude alsmede een deel onderzoeken in het kader van verzoeken om informatie uit andere landen) en is ruim 80 miljoen euro aan BTW nageheven over BTW-(carrousel)fraude.' (Bron: Accountancyvanmorgen, 14 feb. 2017)

* Carrouselfraude is een vorm van belastingfraude waarin gefraudeerd wordt met de afdracht en teruggave van BTW. Men spreekt dan ook wel van een BTW-carrousel. Carrouselfraude vindt plaats doordat goederen voortdurend worden doorgeleverd binnen een groep van vennootschappen, waarbij wel BTW wordt teruggevraagd maar niet afgedragen. Vaak worden dezelfde goederen telkens weer via dezelfde vennootschappen doorverkocht, vandaar de verwijzing naar de carrousel (draaimolen). Bron: Wikipedia

BTW-tarieven Europa

Zijn de BTW-tarieven in Nederland buitensporig? Om de antwoorden in goede banen te leiden, geeft De Zaak een overzicht van de EU-landen. Het toptarief in Nederland is hoog, maar niet extreem. Relativeren noemen ze dat. We noemen de tarieven van een beperkt aantal landen.

Overzicht BTW-tarieven in Europa per 1 januari 2017

Land Standaard tarief Verlaagd tarief
België 21% 6%, 12%
Denemarken 25% -
Duitsland 19% 7%
Frankrijk 20% 5%,10%
Griekenland 24% 6,5%, 13%
Hongarije 27% 5%, 18%
Nederland 21% 6%
Noorwegen 27% 15%, 8%
Verenigd Koninkrijk 20% 5%, 0%
Zweden 25% 12%, 6%
Zwitserland 8% (Tot 31 december 2017) 2,5%, 3,8%

(Bron en meer: De Zaak, maart 2017)

 

BTW-vrijstelling sportaccommodaties uitgebreid

Minister Hoekstra van Financiën gaat de BTW-sportvrijstellingen in 2019 uitbreiden. Gemeenten worden vanaf 2019 volledig gecompenseerd voor de BTW op kosten van aanleg, renovatie, onderhoud en exploitatie van sportaccommodaties.

De maatregel leidt tot een extra opbrengst voor de schatkist van € 241 miljoen in 2019. Voor gemeenten en sportverenigingen leidt de maatregel echter tot een financieel nadeel van dezelfde omvang. Om gemeenten en sportverenigingen hiervoor te compenseren wordt € 241 miljoen overgeheveld van de inkomsten- naar de uitgavenkant van de rijksbegroting.

Het is nog niet duidelijk hoe de compensatie gaat plaatsvinden. (Bron: VNG, 7 nov. 2017)

EU-landen gaan voor elkaar BTW innen

De belastingdienst van iedere EU-lidstaat kan straks een deel van de Nederlandse belastingen innen. Morgen stemmen de EU-ministers van Financiën in met een voorstel dat ervoor zorgt dat webwinkels al hun Europese BTW kunnen regelen in het land waar ze gevestigd zijn.

"Dat scheelt ons heel veel tijd en geld", zegt René Onverwacht van webwinkel VidaXL. Het bedrijf verkoopt in alle 28 landen van de Europese Unie en moet op dit moment nog in al die landen BTW afdragen.

EU-landen willen meer BTW voor elkaar gaan innen. Ze beginnen dus met de webwinkels, maar later wordt het plan uitgebreid met meer grensoverschrijdende handel. (Bron: NOS, 4 dec. 2017)

BTW-sportvrijstelling wordt uitgebreid

Het nieuwe Kabinet heeft aangegeven dat de BTW-regelgeving met betrekking tot sport daadwerkelijk wordt gewijzigd met ingang van 1 januari 2019. De BTW-sportvrijstelling wordt uitgebreid. In ieder geval wordt het zonder winstoogmerk exploiteren van binnen- en buitensportaccommodaties vrijgesteld van heffing van BTW.

De eis dat de diensten moeten worden verricht aan de leden komt te vervallen. Het Europese Hof van Justitie heeft namelijk aangegeven dat de sportvrijstelling ook geldt voor ‘sportdiensten’ aan anderen dan leden. Het gevolg van deze wetswijziging zal zijn dat de terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie mogelijk niet meer belast is tegen het verlaagde BTW-tarief, thans 6%. In veel gevallen zal de sportvrijstelling daarop van toepassing zijn. Daar staat tegenover dat de BTW op de kosten en investeringen van de sportaccommodatie (veelal 21% BTW) niet langer aftrekbaar is. (Bronnen: vele)

NB: Gemeenten kunnen vanaf 2019 gecompenseerd worden voor het financieel nadeel dat zij lijden door de uitbreiding van de BTW-sportvrijstelling. Hiertoe moeten zij vóór 1 december 2018 een aanvraag indienen bij het Rijk. 

Pluk me niet

Onder het motto ‘Pluk me niet’ protesteren Nederlandse bloemisten, samen met detaillisten in groente en fruit en marktkooplieden, tegen de verhoging van het BTW-tarief van 6 naar 9 procent.

In een speciaal ontwikkelde Pluktuin van 400 m2 op het Haagse Plein kunnen passanten op 16 mei 2018 een Plukmeniet-boeket samenstellen en de petitie Stop de BTW-verhoging tekenen. Tegelijk wordt het grootste Plukmeniet-boeket ter wereld aangeboden aan Kamerleden en worden de resultaten bekend gemaakt van een onderzoek naar de gevolgen van de voorgenomen BTW-verhoging voor de bloemisten. (Bron: Tax Life, 16 mei 2018)

BTW plus en min tegen elkaar wegstrepen toegestaan?

Dat heeft menigeen wel eens gedacht, de te betalen en te ontvangen BTW met elkaar verrekenen, slim en scheelt de Belastingdienst werk. Toch maar niet doen. Uit de jurisprudentie d.d. 8 mei 2018 bleek dat het domweg niet mag. De betrokkene moest extra betalen voor rente, kosten te laat betalen, kosten aanmaningen en een verzuimboete.

Red.: Uit de jurisprudentie is niet gebleken dat een waarschuwing werd overwogen.

Omzetbelasting zitplaatsen soms aftrekbaar

Als een werkgever personeelsleden in belang van het bedrijf recreatieve evenementen laat bezoeken samen met zakenrelaties, kan de omzetbelasting aftrekbaar zijn. Dit in het kader van Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA). Dat blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad d.d. 29 juni 2018.

Een beroep in cassatie brengt dit naar voren. Die had staatssecretaris Snel van Financiën ingesteld tegen een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. Het ging om een naheffingsaanslag in de omzetbelasting in verband met de kosten van zitplaatsen in een business room.

Vervanging en actualisatie eerder gepubliceerde beleidsbesluiten BTW

De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit over de maatstaf van heffing voor de BTW gepubliceerd. Dit besluit vervangt en actualiseert eerder gepubliceerde beleidsbesluiten over de maatstaf van heffing. In dit besluit wordt onder meer goedgekeurd:

  • Om bepaalde bedragen gelijk te stellen met doorlopende posten.
  • Om het doorbelasten van de overdrachtskosten aan een koper bij een verkoop vrij op naam bij de verkoper buiten de heffing van BTW te laten.
  • Dat niet tot de vergoeding worden gerekend de kosten van de normale verpakking, waarvan bij terugzending aanspraak op terugbetaling bestaat.
  • Om de vergoeding van een curator in een faillissement vast te stellen op het bedrag van het aanwezige boedelactief. Daarnaast is goedgekeurd dat de vergoeding wordt vastgesteld op 100/121e deel van het aanwezige boedelactief, als de failliet geen aanspraak kan maken op aftrek van de BTW die de curator in rekening brengt.
  • Dat de BTW wordt voldaan over de daadwerkelijk ontvangen kredietbeperkingstoeslag.

Het besluit treedt op 10 juli 2018 in werking. (Bronnen: Staatscourant, 29 juni 2018 en Taxlife, 9 juli 2018

Verlaagd BTW-tarief per 2019 verhoogd van 6 naar 9%

Vanaf 1 januari 2019 krijgt Nederland te maken met een nieuw verlaagd BTW-tarief, deze stijgt van 6% naar 9%. Over het algemeen worden producten en diensten in Nederland belast met 21%, enkele uitzonderingen vallen op dit moment onder het tarief van 6%. De stijging naar 9% zal iedere ondernemer gaan treffen, zowel zakelijk als privé.

NB: Door de BTW-verhoging in januari 2019 eindigden veel prijzen niet meer op het bekende getal 9. dan lijkt de prijs minder hoog. De meeste supermarkten willen daarom hun prijzen weer verhogen of hebben dit al gedaan. Door de extra verhoging zijn de prijzen in sommige supermarkten soms wel 6,5% hoger geworden. 

Zonder drinkwater uit van BTW-verhoging

Het belasten van drinkwater is niet meer van deze tijd en het kabinet zou drinkwater dan ook moeten uitzonderen van de BTW-verhoging die begin volgend jaar ingaat. Daarvoor pleiten de drinkwaterbedrijven. ,,In de huidige tijd zou je mogen verwachten dat juist minder gezonde en duurzame producten voor hogere belastingheffing in aanmerking zouden komen”.

Op 1 januari volgend jaar wil het kabinet het lage BTW-tarief, waar ook drinkwater onder valt, verhogen van 6 procent naar 9 procent. Daardoor zou de waterrekening voor burgers en bedrijven jaarlijks 50 miljoen euro hoger uitvallen. Maar het leidt volgens De Groene niet tot minder watergebruik. Hij wijst er bovendien op dat drinkwater een eerste levensbehoefte is, past bij een gezonde leefstijl en ,,op milieuvriendelijke en duurzame wijze wordt gemaakt”: het zit niet in een pak en er hoeft geen vrachtwagen voor de weg op. (Bron: AVaccountancy, 3 aug. 2018)

Extra onderzoek hogere BTW

Het kabinet is bereid extra te laten onderzoeken of mensen met een kleine beurs harder geraakt worden door de verhoging van het lage BTW-tarief dan grootverdieners. Staatssecretaris Menno Snel (Financiën) laat het aan de Tweede Kamer of die een oproep daartoe steunt van SP, SGP, GroenLinks, PvdA, PvdD en DENK. De lage BTW, die onder meer geldt voor de dagelijkse boodschappen, gaat volgend jaar omhoog van 6 naar 9 procent. Dat betekent in de praktijk dat een kar boodschappen van 100 euro, 2,80 euro duurder wordt. Dat kost huishoudens volgend jaar gemiddeld zo'n 350 euro extra.

Het kabinet stelt dat dit in veruit de meeste gevallen wordt gecompenseerd door de lagere inkomstenbelasting. Ook zou de BTW-verhoging alle inkomensgroepen evenredig treffen. SP-Kamerlid Renske Leijten betwistte dat tijdens de algemene financiële beschouwingen in de Tweede Kamer. Zij wees erop dat de onderzoeken waar het kabinet dat op baseert niet eenduidig zijn en ook al enkele jaren oud. (Bronnen: AD, Bing, MSN e.a. 5 okt. 2018)

EU-raad akkoord met oplossingen op korte termijn in aanloop naar nieuw BTW-systeem

In afwachting van de invoering van het nieuwe BTW-stelsel zullen per 1 januari 2020 vier kortetermijnoplossingen ('quick-fixes') worden ingevoerd om de BTW-heffing bij de handel tussen de lidstaten te verbeteren. Er lopen momenteel besprekingen over een definitief BTW-stelsel ter vervanging van de huidige 'overgangsregelingen' voor BTW-regelingen die sinds 1993 zijn toegepast. Vooralsnog is de introductie van het concept certified taxable person op de lange baan geschoven. (Bron en meer: PwC, 11 okt. 2018)

Verruiming BTW-sportvrijstelling gepubliceerd

Op 29 oktober 2018 is de nota naar aanleiding van het verslag met betrekking tot het pakket Belastingplan 2019 gepubliceerd waarin onder andere aandacht is besteed aan de aanstaande verruiming van de BTW-sportvrijstelling. Een dag later is de nota van wijziging gepubliceerd waarin de overgangsregeling in verband die aanstaande verruiming is aangepast. Een enkel punt:
  • Een gemeente die een sportaccommodatie met BTW verhuurt aan een sportstichting, komt vanaf 1 januari 2019 in aanmerking voor de overgangsregeling.
  • Er wordt structureel € 241 miljoen beschikbaar gesteld inclusief uitvoeringslasten voor subsidieregelingen ten behoeve van sportaccommodaties.
  • Met betrekking tot de subsidieregeling voor amateursportorganisaties geldt inderdaad ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’.
(Bron: Zeker Fiscaal, 1 nov. 2018)

Meer BTW-controles op komst

Bedrijven die internationaal digitale diensten aanbieden, kunnen in de toekomst meer controles verwachten van de Belastingdienst over het nakomen van hun internationale BTW-verplichtingen. Staatssecretaris Snel gaat hiermee aan de slag op basis van aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer.

De rekenkamer pleit voor diverse maatregelen op dit gebied: versterking van het ‘Mini-One-Stop-Shopsysteem’( MOSS), uitwisseling van signalen met andere EU-lidstaten, het maken van risicoanalyses en onderzoek doen op internet om ontduiking op te sporen. Daarnaast dient de samenwerking met EU-belastingdiensten te verbeteren. (Bron: CM Web, 29 nov. 2018)

BTW-heffingen e-commerce per 1 januari 2019

Op grond van de huidige wetgeving zijn telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten (‘TOE-diensten’) die worden verricht voor eindconsumenten aan BTW-heffing onderworpen in het land waar de eindconsument woonachtig is. Deze regel leidt tot veel administratieve complicaties voor kleine ondernemers, onder meer omdat zij moeten bijhouden waar hun afnemers woonachtig zijn. Met het oog hierop mogen kleine ondernemers die TOE-diensten verrichten voor eindconsumenten vanaf 1 januari 2019 het BTW-tarief toepassen dat geldt in de Lidstaat waar ze zelf zijn gevestigd.

Eén van de voorwaarden is dat hun jaarlijkse grensoverschrijdende omzet niet uitgaat boven de drempel van €10.000.

Het voornoemde - BTW-drempel voor kleine ondernemers die ‘TOE-diensten’ verrichten - is een van de wetswijzigingen betreffende de BTW-heffing in het kader van e-commerce, die in werking treden op 1 januari 2019. De andere regelingen zijn Vereenvoudiging voor bewijs van woonplaats, Uitbreiding van de MOSS-regeling en Vereenvoudiging factureringsregels. (Bron: Bakertilly, 6 dec. 2018)

Sportclubs dupe van verruiming BTW-sportvrijstelling

Vanaf 1 januari zijn sportverenigingen vrijgesteld van BTW. Dit betekent dat zij de BTW die zij zelf betalen aan leveranciers niet meer kunnen aftrekken. Omdat de kosten voor sportverenigingen altijd veel hoger waren dan de opbrengsten, leverde dit een groot belastingvoordeel op.

De regering stelt 241 miljoen euro subsidie beschikbaar aan gemeenten en sportclubs om de nadelige gevolgen van de BTW-verhoging te compenseren. Volgens Michel Bloemsma van SRO, een beheerder van sportaccommodaties, is dat niet genoeg. „Het gaat om heel veel geld, het lijkt erop alsof de effecten van deze wijziging niet goed zijn doorberekend”, zegt hij in de krant. (Bron: Tax Life, 17 dec. 2018)

Kantineforfait sportverenigingen van 11,5% naar 13%

Het komt voor dat de exploitatie van kantines door sportorganisaties belast is met BTW, omdat het grensbedrag van de BTW-vrijstelling voor fondswervende activiteiten wordt overschreden. Dit grensbedrag bedraagt voor leveringen van goederen € 68.067 en voor diensten € 50.000.

De staatssecretaris van Financiën heeft in een eerder besluit goedgekeurd dat sportverenigingen over hun kantineontvangsten BTW betalen naar een forfaitair percentage als het hiervoor bedoelde grensbedrag wordt overschreden. Met ingang van 1 januari 2019 wordt dit percentage verhoogd van 11,5% naar 13% via een nieuw besluit. Dit oorzaak is de verhoging van het verlaagde BTW-tarief van 6% naar 9% per 1 januari 2019. (Bron: Zeker Fiscaal, 24 dec. 2018)

Koopkracht stijgt, ergernis over de BTW-verhoging overheerst

Koopkracht gaat vooruit, maar ons ‘gevoel’ over BTW-verhoging overheerst. Iedereen, zowel consumenten als winkeliers, weet dat de prijzen omhoog gaan door de verhoging van het lage BTW-tarief (van 6 naar 9 procent). Maar niemand weet dat daar een grotere belastingverlaging tegenover staat. De ‘schrikmomentjes’ en het negatieve blijheidssaldo overheersen. (Bron: De Volkskrant, 28 dec. 2018)

Opbrengst BTW groeit in 50 jaar tot meer dan 50 miljard

De belasting op de toegevoegde waarde (BTW) bestaat in Nederland sinds 1 januari 1969. In het eerste jaar leverde de BTW de schatkist 2,6 miljard euro op. Sindsdien steeg de opbrengst gemiddeld met ruim 6 procent per jaar tot ongeveer 53 miljard euro in 2018 (raming ministerie van Financiën, Najaarsnota 2018). In deze halve eeuw zijn er vijf jaren geweest waarin de inkomsten uit BTW afnamen. Uitgedrukt als percentage van het bbp schommelt de opbrengt sinds eind jaren zeventig rond de 6,5 procent. (Bron: CBS en Blikopnieuws, 2 jan. 2019)

Aanpassing kleineondernemersregeling

De kleineondernemersregeling (KOR) wordt gemoderniseerd. Nu geldt de kleineondernemersregeling als een ondernemer in één jaar minder dan € 1.883 BTW moet betalen. De ondernemer krijgt dan belastingvermindering of hij betaalt geen BTW. Dat berekent hij zelf en meldt hij in de laatste BTW-aangifte van een jaar.

In de nieuwe regeling gaat het om de omzet. Ondernemers met maximaal € 20.000 omzet in Nederland kunnen vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van de omzetbelasting. Dit betekent dat zij geen BTW in rekening brengen aan hun afnemers en dus ook geen BTW meer mogen vermelden op hun rekeningen. Daarnaast hoeven ze ook geen BTW-aangiften meer te doen en worden ze vrijgesteld van de bijbehorende administratieve verplichtingen.
Daar staat tegenover dat ze de BTW die andere ondernemers aan hen in rekening brengen, niet kunnen aftrekken. De regeling geldt alleen voor de door hen in Nederland verrichte goederenleveringen en diensten.

De regeling gaat vermoedelijk in per 1 januari 2020.

BTW op eten van de zaak wordt aangepast

Per 1 januari 2019 heeft het Kabinet het verlaagde BTW-tarief verhoogd van 6 naar 9 procent. Deze maatregel heeft als nog gevolgen voor ondernemers die aan hun werknemers eten en drinken verkopen tegen een gereduceerde prijs.

Wettelijk is bepaald dat dit kostenvoordeel niet meer mag zijn dan € 227 per werknemer per jaar. De ondernemer berekent een keer per boekjaar of hij hieraan voldoet. Wanneer dit niet het geval is, corrigeert de ondernemer dit in zijn aangifte. Ook hierbij geldt dat er gerekend moet worden met 9 in plaats van 6 procent. Per vergissing is het percentage van 6 procent niet in de regelgeving aangepast. Het Ministerie van Financiën zal dit percentage dan ook met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 aanpassen naar 9 procent. (Bron: CM, 29 jan. 2019)

BTW-regels voor uitlenen personeel in de publieke sector gewijzigd

In december 2018 is een nieuw besluit gepubliceerd over BTW-heffing en het uitlenen van personeel in de publieke sector. Het besluit geeft aan onder welke voorwaarden het uitlenen van personeel in onder meer het onderwijs, de zorg en bij sociaal-culturele instellingen zonder BTW-heffing kan plaatsvinden.

Voor deze sectoren geldt een BTW-vrijstelling, waardoor in de meeste gevallen geen recht op BTW-aftrek op de kosten van het inlenen van personeel bestaat. Zowel structurele als tijdelijke detachering van personeel kan onder voorwaarden echter vrij van BTW plaatsvinden. (Bron: Forwardfiscalisten, 22 jan. 2019)

Nb: Lees ook ''Toch weer BTW-problematiek bij passend onderwijs'' van BDO, 16 jan. 2019.

Verlaagd BTW-tarief digitale boeken kranten en tijdschriften

Op 31 januari 2019 zijn de antwoorden op Kamervragen gepubliceerd over de BTW-behandeling van langs elektronische weg verstrekte boeken, kranten en tijdschriften. Uit deze antwoorden blijkt dat de staatssecretaris van Financiën voornemens is om een conceptwetsvoorstel in de eerste helft van 2019 breed te consulteren via een internetconsultatie, zodat alle belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld te reageren. De beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel is 1 januari 2020. (Bron: Zeker Fiscaal, 3 feb. 2019)

Opleverdatum en aanvaarding bepalen dat de dienst is verricht

Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat de formele opleverdatum en aanvaarding bepalend zijn voor het moment dat een dienst is verricht. De uitspraak is belangrijk voor bouwbedrijven. BTW hoeft dus niet worden betaald als nog geen factuur is ontvangen. Zie de tekst van de uitspraak d.d. 2 mei 2019.

Wetsvoorstel BTW-tarief voor elektronische uitgaven

Journalistieke printproducties en abonnementen werden tot dusverre belast met het lage BTW-tarief. Digitale uitgaven van dezelfde publicatie of publicaties die enkel digitaal verschijnen, werden hoog belast. Dit gaat veranderen. Een en ander is gesteund door een Europese richtlijn.

De Nederlandse Orde van Belastingadviseur (mei 2019) noemt het wetsvoorstel BTW-tarief voor elektronische uitgaven een verbetering, maar we zijn er nog niet. Het kabinet stelt dat het lagere tarief alleen van toepassing zal zijn als de digitale variant lijkt op de fysieke versie. En omdat een nieuwssite niet één vast uitgiftemoment kent, blijven er twee BTW-tarieven bestaan, een lage en een hoge. Het kabinet heeft op de kritiek van de Orde nog niet geantwoord.

Nieuwe BTW-regels voor internetverkopen vanaf 2021 

Met ingang van 1 januari 2021 gaan nieuwe regels gelden voor de heffing en inning van BTW op grensoverschrijdende internetverkopen aan (vooral) consumenten. Een belangrijke wijziging is dat die verkopen in de meeste gevallen belast worden in de EU-lidstaat van de consument. Nu is dat vaak de lidstaat van de verkoper en wordt alleen BTW geheven in de lidstaat van de consument als de verkoper een bepaalde jaarlijkse omzetdrempel heeft overschreden. Die drempel verschilt per lidstaat, waardoor de regels nu erg complex zijn.

Door de nieuwe regels maakt het voor het toepasselijke BTW-tarief niet meer uit wat het vestigingsland van de leverancier is. In bijna alle gevallen is het BTW-tarief van de lidstaat van de consument van toepassing. Gevolg is dat voor bijna alle leveranciers dezelfde concurrentievoorwaarden gaan gelden.

BTW-tarief voor artiesten en uitvoerend kunstenaars

Werkzaamheden Waar Door wie geboekt Tarief
Optreden/zang Nederland Zelf 9%*
Optreden/zang Buitenland Zelf 0%
Optreden/zang Nederland Impressariaat 9%
Optreden/zang Buitenland Impressariaat (Nederland) 9%
Zangles Nederland Leerling 9%
Zangles Nederland Leerling < 21 jaar 0%


Wanneer het zangles is of b.v. een masterclass noem het dan geen workshop, omdat dan het hoge tarief (21%) berekend moet worden.

* M.i.v. 1-1-2019 is het lage tarief van 6% verhoogd naar 9%

NB: BTW-aftrekposten zijn alle kosten die direct en indirect verband houden met het beroep, zoals:
kleding, contributie, reiskosten, make-up, studieboeken, bladmuziek, les ontvangen, verblijfskosten.

Europese Commissie stelt BTW e-commerceregels uit tot 1 juli 2021

De Europese Commissie heeft voorgesteld om de inwerkingtreding van de e-commerceregels uit te stellen tot 1 juli 2021 vanwege de coronacrisis. Verwacht wordt dat de EU-lidstaten zich achter dit voorstel scharen. Hierdoor krijgen lidstaten en ondernemers meer tijd om zich voor te bereiden op de inwerkingtreding van de nieuwe e-commerceregels. (Bron: BDO, 14 mei 2020)

BTW-vrijstelling definitief van de baan

Vanaf 1 juli 2021 moeten consumenten btw betalen op al hun online aankopen, ook als die afkomstig zijn uit landen buiten de Europese Unie (EU). Op dat moment verdwijnt de btw-vrijstelling voor ingevoerde producten met een waarde tot 22 euro.

Gevolg is dat het enorme aantal pakketten dat nu nog als ongecodeerd poststuk de EU binnenkomt, straks moet worden aangegeven bij de douane. Dat betekent dat de meeste pakketten uit landen buiten de EU minstens 21 procent duurder worden. (Bron: Brisk, 23 jul. 2020)

Redactie: Of het verstandig is direct na of mogelijk nog tijdens alles wat te maken heeft met de coronavirus tal van producten fors duurder te maken, is de vraag.

Tweedehands goederen verkopen, dan ben je btw-ondernemer

Een stichting verkoopt tweedehands goederen voor een goed doel. De spullen (met name boeken, cd’s en kleding) worden gratis aan haar geleverd. De stichting verkoopt de meeste goederen voor € 1. De stichting vindt dit een symbolische prijs en meent daarom dat de verkopen niet met btw belast zijn.

Rechtbank Gelderland oordeelt d.d. 19 juni 2020 anders. De prijs van € 1 is niet symbolisch, maar vertegenwoordigt de werkelijke tegenwaarde van de goederen. Omdat de stichting actief stappen onderneemt, door middelen in te zetten die vergelijkbaar zijn met die van een fabrikant, handelaar of dienstverrichter (zoals kringloopwinkels), verricht zij met de leveringen economische activiteiten. Zij is daarvoor dus btw-ondernemer.

NB: De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Geen culturele btw-vrijstelling voor bridge, schaken, dammen en go

Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën ziet geen mogelijkheden om denksporten als bridge, schaken, dammen en go alsnog vrij te stellen van btw. Clubs en bonden moeten die belasting gaan betalen omdat het Europees Hof twee jaar geleden bepaalde dat bridge geen sport is, vanwege het gebrek aan lichamelijke activiteit. Daarom komt de sport niet in aanmerking voor de vrijstelling die voor andere sporten wel geldt.

De huidige toelichting op de sportaanduiding in Tabel I, onderdeel b, post 3, van de Wet op de omzetbelasting 1968 wordt per 1 januari 2022 aangepast aan het oordeel van het Hof van Justitie. (Bron: NOS, 31 aug. 2020)

Nieuwe btw-regels voor e-commerce en diensten per 1 juli 2021

Vanaf 1 juli 2021 wijzigen de e-commerce regelingen voor btw-ondernemers die internationaal online verkopen aan consumenten in andere EU-landen. Zo moeten verkopen van goederen van binnen en buiten de EU gelijker behandeld worden. Daarnaast zijn de administratieve lasten te hoog. De afschaffing van de drempelbedragen, de nieuwe OSS-regeling, de afschaffing van de vrijstelling voor btw en invoerrechten en de btw-platformfictie moeten ervoor zorgen dat de internationale verkoop van goederen aan consumenten eerlijker en makkelijker verloopt. (Bron: CM, 23 apr. 2021)