Sommige inkomens tellen niet mee bij het bepalen van het toetsinkomen voor de huurtoeslag. Dit wordt ook wel het 'bijzonder inkomen' genoemd. Welk inkomen wordt bedoeld is terug te vinden in art 2b, Besluit op de huurtoeslag.
In deze bepaling wordt ook de nabetaling van inkomsten (loon of uitkering) over vorige jaren genoemd.
Als de nabetaling gemiddeld meer bedraagt dan € 2.300 per berekeningsjaar, blijft de nabetaling alleen buiten beschouwing als over de berekeningsjaren waarop de nabetaling betrekking heeft minder huurtoeslag zou worden genoten, dan wanneer de betrokken inkomsten niet als nabetaling zouden zijn uitbetaald.
Een ingewikkelde zin, waaruit wij concluderen, dat een nabetaling alleen meetelt voor het berekenen of herrekenen van een toeslag wanneer de bedragen al eerder in de toeslag periode zou zijn uitbetaald.
Stel: Iemand krijgt over de jaren 2020 t/m 2023 een nabetaling. In die periode had diegene geen toeslagen. De toelsag wordt uitbetaald in 2025; dan is de conclusie dat de nabetaling niet mag worden meegerekend als toetsloon in 2025.
* Zie subrubriek Bovenmatige beloning.