De omkeerregel is een fiscale regel die inhoud dat aanspraken die berusten op een pensioenregeling niet tot het loon behoren. Vanwege de omkeerregel wordt niet de pensioenaanspraak belast, maar de te zijner tijd te ontvangen pensioenuitkering.
De omkeerregel vinden we terug in Artikel 11 van de Wet op de Loonbelasting. Aangezien de meeste mensen na pensionering in een lagere inkomensschaal terechtkomen, levert de omkeerregel meestal een fiscaal voordeel op. Dit fiscale voordeel wordt geboden om mensen te stimuleren om hun pensioenvoorzieningen goed te regelen. (Bron: Homefinance)
Om de opbouw van pensioen te stimuleren heeft de overheid 100 jaar geleden de zogeheten ‘omkeerregel’ in het leven geroepen. (Bron: PGGM, mei 2014)
Red.: Ten onrechte is geen groot feest gevierd terwijl miljoenen Nederlanders er baat bij hebben gehad. Toch wordt de omkeerregel niet consequent uitgevoerd, dat is namelijk het geval met de inhouding van 50% van de WGA-premie, zie onder.
Het verhalen van de WGA-premie moet gebeuren op het nettoloon van de werknemer. Sociale partners in de Stichting van de Arbeid hebben indertijd grote bezwaren tegen dit netto verhaal, die ook bij de toenmalige minister van Financiën en de Tweede Kamer zijn aangekaart. Het is sinds het ontstaan van de sociale wetten immers gebruikelijk dat de premies van het brutoloon worden afgetrokken, omdat anders tweemaal belasting wordt betaald (zowel over de premie als later over de uitkering). In 2007 waren de gevolgen gezien de hoogte van de WGA-premie nog te overzien, maar deskundigen vinden de netto-inhouding van 50% van de premie onbegrijpelijk en inconsequent. Dat zou immers ook moeten betekenen, dat de eventuele uitkering later onbelast zou moeten gedaan.
Red.: HR-kiosk adviseert diegenen die een WGA-uitkering genieten, bezwaar te maken wanneer niet 50% van de uitkering onbelast wordt uitgekeerd.