De leidende rol van de ondernemingsraad in de overstap naar een nieuwe pensioenregeling

Opinie  |  do 15 okt 2020  |  Bron: Gommer&Partners  |  Auteur: Theo Gommer  |  Trefwoorden: , , , , , ,

Het PensioenAkkoord2022 betekent werk aan de winkel. In het nieuwe pensioenstelsel zullen de bekende  ‘premiestaffels’ verdwijnen en komt daar een ‘flat rate’ voor in de plaats; we gaan dus naar een vast premiepercentage van het pensioengevend salaris ongeacht leeftijd.

Een werknemer moet instemmen met het wijzigen van de pensioenregeling. In de rechtspraak wordt naar de huidige stand van zaken benadrukt dat pensioen een belangrijke arbeidsvoorwaarde is. Dat vereist maatwerk in de pensioentransitie. Want – enigszins vereenvoudigd – geldt dat voor de werknemers/deelnemers die via een premiestaffel in het huidige pensioenstelsel pensioen opbouwden, in de pensioenopbouw rekening is gehouden met een progressieve stijgende staffel; dus per leeftijdscohort een hoger premiepercentage. Wijzigt de pensioenregeling voor deze werknemers naar de flat rate-staffel, dan ontstaat de discussie dat deze groep eigenlijk te weinig premie in de pensioenregeling heeft gestopt voor het bereiken van een adequaat pensioen.

In een individueel geval kan de flat rate-pensioenregeling nadelen met zich brengen. Deze discussie zal door werkgever en werknemer in goed overleg gevoerd moeten worden.

Naast werkgever en werknemer is nog een partij betrokken

Let op: de Ondernemingsraad heeft ook zeggenschap.
De laatste jaren is de invloed van de Ondernemingsraad (OR) nader bepaald. De OR beschikt over een instemmingsrecht ten aanzien van het aangaan, het wijzigen en het intrekken van een pensioenovereenkomst.

De overstap naar het nieuwe pensioenstelsel, betekent dus voor werkgevers, waar een OR is ingesteld, dat instemming verkregen moet worden. Stemt de OR niet in met de voorgestelde wijziging van de pensioenregeling, dan zal via de kantonrechter vervangende toestemming verkregen moeten worden. Dat verloopt juridisch aan de hand van een toetsingskader dat vergelijkbaar is met het kader voor wijziging van andere arbeidsvoorwaarden.

De OR kan ook zelf een voorzet geven

Op basis van de Wet op de Ondernemingsraden kent de OR ook de bevoegdheid om zelf een voorstel tot wijziging van de pensioenregeling te doen. In dat geval zal de werkgever in ieder geval overleg moeten plegen met de OR en een met redenen omkleed besluit moeten nemen over het voorstel.

De OR vormt met het instemmingsrecht én de bevoegdheid om zelf voorstellen te doen, een belangrijke speler in de transitie naar een regeling gebaseerd op het PensioenAkkoord.

Terug naar de individuele werknemer

Het uitgangspunt blijft dat de individuele werknemer zijn instemming met wijziging van de pensioenregeling moet verlenen. Gebeurt dat niet en lijkt een impasse te ontstaan, dan telt de instemming van de OR wel mee in de beoordeling of de werkgever gerechtigd is om de pensioenregeling te wijzigen.

Een tripartite ensemble, met de OR centraal

Bij de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel neemt de OR een belangrijke positie in, ook met de bevoegdheid om zelf een voorstel te doen. Gezien de eerdere flexibiliteitsmogelijkheden voor op de werkvloer in de sleutel van pensioen, is ons advies om de OR een leidende rol in de pensioentransitie te geven.

mr. J.T. Gommer MPLA CCFP & mr. M.K.A. van Slagmaat


 

Theo Gommer

Theo Gommer Meer info