Vergeten pensioenen

Datum laatste wijziging: 6 februari 2024  |  Trefwoorden: , , , , , , , , , ,

Inhoud

  1. Informatiebronnen
  2. Stichting Pensioenregister
  3. Pensioen onvindbaar?
  4. Voor het aanvullend pensioen geldt een haalplicht, geen brengplicht
  5. Waar kunt u nog meer informatie vinden
  6. Zorgplicht, wat is daarover m.b.t. pensioenen vastgelegd?
  7. ABP op zoek naar deelnemers met ‘vergeten pensioenen’
  8. Stichting Federatief Pensioenfonds opgeheven
  9. Kan het recht op pensioen verjaren?

Informatiebronnen

Werknemers die bij verschillende werkgevers in dienst zijn geweest, hebben als regel bij verschillende fondsen pensioen opgebouwd. Vooral als het oude werkgevers betreft, bestaat de mogelijkheid dat de werknemer van sommige pensioenaanspraken geen bewijs of opgave (meer) heeft. In voorkomende gevallen kan men informatie over pensioenen inwinnen op de website van de Pensioenfederatie: www.pensioenfederatie.nl. Gaat het om een pensioenvoorziening die is ondergebracht bij een verzekeraar, dan kan men zich wenden tot het Verbond van Verzekeraars.

Stichting Pensioenregister

Pensioenen al dan niet 'vergeten' kunnen ook bij de Stichting Pensioenregister worden ingezien. Het register is opgericht door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en alle Nederlandse pensioenuitvoerders. Op mijnpensioenoverzicht.nl ziet iemand, naast de AOW, hoeveel pensioen hij heeft en bij welke pensioenuitvoerder (pensioenfonds of -verzekeraar). Ook ziet men wat de nabestaanden krijgen als iemand overlijdt. AOW en pensioen die al wordt ontvangen, worden niet getoond. Wat men op deze website ook niet vindt, is wat iemand zelf voor zijn oude dag heeft geregeld. Zie Mijnpensioenoverzicht.nl

Pensioen onvindbaar?

Zie subrubriek Nationaal Pensioenregister.

Ook zijn in de loop van de tijd Pensioenfondsen naar een andere uitvoerder gegaan. De vorige uitvoerder is niet meer te vinden of maakt zich er maar vanaf, dat men geen informatie meer heeft.
Een lijst met rechtsopvolgers van pensioenfondsen en verzekeraars kun je hier vinden.

Voor het aanvullend pensioen geldt een haalplicht, maar ook een brengplicht

U moet soms ook zelf achter uw pensioenaanspraken aan. In de praktijk valt dat niet altijd mee. Dankzij de moderne informatietechnieken (GBA) doen veel pensioenfondsen wel hun best om gepensioneerden op te sporen. Meestal lukt dit, maar in honderden gevallen per jaar ook niet.
In veel gevallen hebben werknemers meerdere werkgevers gehad in hun arbeidzame leven. Gegevens zijn bij de pensioengerechtigde vaak zoekgeraakt en weten niet eens of ze nog ergens pensioen hebben opgebouwd.

Ongetwijfeld zal het pensioenfonds van uw laatste werkgever ongeveer een half jaar voor uw pensioendatum contact met u opnemen en u een formulier toesturen. Maar heeft u drie maanden voor uw pensionering nog niets gehoord, dan kunt u het beste zelf contact opnemen. Ook als het om relatief kleine bedragen gaat.

Niet alleen dat pensioenfondsen soms hun administratie overhevelen naar andere beheerders, maar vooral oude Verzekeringsmaatschappijen zijn moeilijk te vinden. O.a. op de website van Atem 'Oude polissen zoeken' kunt u de rechtsopvolger zien van de oude verzekeringsmaatschappij. Maar bent u daar zelf ook bekend? Met uw originele polis of pensioenbrief heeft u in ieder geval een bewijsstuk in handen. Nu nog uw recht halen. Ja, halen want brengen is er vaak niet bij.

Veel pensioenverzekeraars hanteren namelijk de slagzin: “Niet gehaald, dan niet gemaald”!
Maar de verzekeraars en pensioenfondsen hebben wel een Zorgplicht om met de oude polis uw huidige adres op te zoeken via het GBA en u te vertellen dat er nog een “appeltje voor de dorst” klaarligt. Maar of aan deze zorgplicht goed wordt voldaan, durven we te betwijfelen.
Honderden miljoenen liggen al jaren op hun eigenaren te wachten.
Ons advies is dan ook om uw polissen en pensioenbrieven goed te bewaren en bijtijds aan de bel te trekken, want anders kunt u fluiten naar uw centen.

Automatisering bij pensioenverzekeraars

Het komt regelmatig voor dat pensioengegevens bij de verzekeraar (vooral bij waardeoverdracht, bij verandering van werkgever, niet te vinden zijn. Vaak zijn deze gegevens niet digitaal opgeslagen en derhalve moeizaam te vinden. Indien u geen gegevens zelf bewaard heeft, is het moeilijk te bewijzen, dat er voor u pensioenrechten zijn vastgelegd.

Zorgplicht, wat is daarover m.b.t. pensioenen vastgelegd?

De inspanningsverplichting van een pensioenuitvoerder is vastgelegd in art. 50 van de Pensioenwet (PW)
Artikel 50. Verstrekken informatie door pensioenuitvoerder
  1. De pensioenuitvoerder kan zich voor het schriftelijk verstrekken van de informatie, bedoeld in de artikelen 38 tot en met 44, houden aan het laatst hem bekende adres van de deelnemer, gewezen deelnemer, pensioengerechtigde of gewezen partner.
  2. Indien dit adres onjuist blijkt te zijn, raadpleegt de pensioenuitvoerder de basisregistratie personen over het adres van de deelnemer, gewezen deelnemer, pensioengerechtigde of gewezen partner.
  3. Indien de pensioenuitvoerder kosten maakt in verband met werkzaamheden die voortvloeien uit het feit dat de deelnemer, gewezen deelnemer, pensioengerechtigde of gewezen partner verzuimd heeft de pensioenuitvoerder omtrent een wijziging van adres te informeren, kan de pensioenuitvoerder deze kosten bij deze in rekening brengen, maar kunnen deze kosten niet direct in mindering worden gebracht op de uitkering.
  4. Indien het bij de pensioenuitvoerder bekende adres voor de elektronische verstrekking van informatie onjuist blijkt, verstrekt de pensioenuitvoerder de informatie schriftelijk.
De oorspronkelijke memorie van toelichting op de PW zegt daarover het volgende:
Dit artikel is nieuw ten opzichte van de PSW. Er is voor gekozen de pensioenuitvoerder een bepaalde inspanningsverplichting op te leggen. Het wetsvoorstel gaat op dit punt verder dan het voorgestelde artikel 7.17.1.9. van het Burgerlijk Wetboek (Kamerstukken I 2002/03, 19 529), waarin is bepaald dat de verzekeraar zich kan houden aan de laatst hem bekende woonplaats van de geadresseerde voor het doen van schriftelijke mededelingen. Indien echter blijkt dat dit adres niet meer correct is, bijvoorbeeld omdat deze post wordt geretourneerd, dan is de pensioenuitvoerder gehouden om via de gemeentelijke basisadministratie (GBA) na te gaan of het actuele adres te achterhalen is. Dat betekent, dat indien de deelnemer, gewezen deelnemer, pensioengerechtigde of gewezen partner verzuimt een adreswijziging door te geven, de pensioenuitvoerder gehouden is via de gemeentelijke basisadministratie (GBA) te proberen om het actuele adres te achterhalen. Op grond van artikel 84 (toevoeging: dit artikel is uiteindelijk niet in de PW terecht gekomen, maar is daarvoor specifiek een tekst opgenomen in art. 50 lid 3) kan de pensioenuitvoerder deze informatie kosteloos opvragen. Artikel 99 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens voorziet in de mogelijkheid om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gegevens te verstrekken aan pensioenuitvoerders. Dit is uitgewerkt in artikel 68b van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Indien de navraag bij het GBA oplevert dat iemand naar het buitenland is vertrokken en verdere informatie ontbreekt, dan houdt de inspanningsverplichting van de pensioenuitvoerder op. Wat betreft de verplichtingen van de deelnemer om informatie te verstrekken aan de pensioenuitvoerder op het moment dat het risico zich voordoet, daarvoor is het bepaalde in het voorgestelde artikel 7.17.1.14, eerste en tweede lid, BW relevant (Kamerstukken I 2002/03, 19 529).

Ook voor de deelnemer is dus een plicht de pensioenuitvoerders te informeren.
Vanaf artikel 47 van de PW staat ook dat de deelnemer actief informatie moet verstrekken dat de pensioenuitvoerder er toe in staat stelt om de deelnemers te kunnen informeren. Dus ook het doorgeven van adresgegevens als men naar het buitenland vertrekt etc.

Ook artikel 94 (gebruik GBA) en 95 (BSN-nummer) moeten ervoor zorgen dat de juiste informatie kan worden gedeeld met de deelnemer.

Dus zowel de deelnemer als de pensioenuitvoerder moeten zich inspannen om te komen tot een pensioenuitvoering.

Waar kunt u nog meer informatie vinden

Mijn Pensioenoverzicht

Veel persoonlijke informatie kunt u vinden op de website www.mijnpensioenoverzicht.nl
U logt in met uw DigiD.

De Nederlandsche Bank

Hebt u de naam van het pensioenfonds, maar bestaat het pensioenfonds niet meer? Dan kunt u informatie opvragen bij De Nederlandsche Bank (DNB). U kunt ook gratis bellen met de Informatiedesk van DNB: 0800-0201068.

Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB)

Op de website van de VB kunt u onder Over Pensioen/Vergeten Pensioen een register raadplegen met (oude) pensioenfondsen en levensverzekeringsmaatschappijen.

Helpdesk

Telefoonnummer speciaal voor informatie over vergeten pensioenrechten:
(070) 311 73 73. Dit nummer is iedere ochtend tussen 8.30 en 12.30 uur bereikbaar.
Wanneer u niet beschikt over het adres van een bedrijfstakpensioenfonds, kunt u navraag doen bij de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB). De VB heeft echter geen inzage in de pensioenadministratie van de aangesloten leden en kan dus niet zien of en hoeveel pensioen u heeft opgebouwd. Als u belt met deze Helpdesk wordt eerst op naam van de (voormalige) werkgever gezocht, waarna u een telefoonnummer krijgt van het bijbehorende pensioenfonds. Bij dit pensioenfonds kunt u dan navragen of u rechten heeft opgebouwd.

Stichting Pensioenregister

Of neem contact op met de Stichting Pensioenregister, telefoonnummer 020-751 2870

Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP)

Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) heeft haar kantoor in juli 2014 gesloten en de administratie overgeheveld aan Pensioenfonds Zorg en Welzijn. In mei 2014 heeft de Stichting FVP alle FVP-bijdragen aan de desbetreffende pensioenfondsen betaald, waar de medewerker voordat deze een WW-uitkering kreeg voor zijn pensioen was aangesloten. Wanneer u het pensioenfonds belt, dan is onze ervaring dat men in eerste instantie niet weet waar het over gaat, maar na enig aandringen gaat er meestal een lampje branden. Dus de aanhouder wint. of de premies ook allemaal juist geboekt zijn is de vraag.

ABP op zoek naar deelnemers met ‘vergeten pensioenen’

Bij het ABP hebben circa 19.000 deelnemers nog geen pensioen aangevraagd op de AOW-leeftijd, terwijl zij hier wel recht op hebben. ABP heeft daarvoor 400 miljoen euro voor gereserveerd.

Het ABP geeft het volgende advies, check in MijnABP

Federatief pensioenfonds opgeheven

In 2010 heeft het bestuur van de Stichting Federatief Pensioenfonds, in overleg met de aangesloten werkgevers en de betrokken vakorganisaties, besloten om het fonds te liquideren. Het voortbestaan van het fonds stond onder druk vanwege het uittreden van werkgevers evenals de financiële crisis waarmee pensioenfondsen zijn geconfronteerd. Rechten naar PFZW en ABP In 2010 heeft het bestuur besprekingen gevoerd met het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) om de opgebouwde rechten en nieuwe aanspraken bij deze fondsen onder te brengen. Dat bleek niet voor alle deelnemers mogelijk. Met nog een aantal andere pensioenuitvoerders en verzekeraars zijn afspraken gemaakt waardoor nu alle deelnemers bij de nieuwe pensioenuitvoerders kunnen worden ondergebracht. Inmiddels hebben de vereffenaars van de Stichting Federatief Pensioenfonds maatregelen genomen om er voor zorg te dragen dat de aan de pensioenuitvoerders te betalen koopsom vanuit het vermogen van het fonds gefinancierd kan worden. Daarvoor zijn de beleggingen verkocht en het vrijkomende vermogen is in twee geldmarktfondsen ondergebracht. Naar het oordeel van de vereffenaars moet het mogelijk zijn om de opgebouwde rechten zonder korting over te dragen aan de nieuwe pensioenuitvoerders.
Redactie: Het blijkt nu dat van een aantal pensioengerechtigden het bedrag dat is overgemaakt gewoon zoek is.

Kan het recht op pensioen verjaren, omdat de rechthebbende het te laat aanvraagt?

Volgens de uitspraak van de Hoge Raad ECLI:NL:HR:2012:BT8462 van 03-02-2012 verjaart het recht niet:
"Van verjaring op grond van art. 3:307 kan daarom geen sprake zijn." (onderdeel 3.5 laatste zin). En onderdeel 3.6 vermeldt: "Anders dan de klachten betogen, doet hieraan niet af dat een pensioenaanspraak een zelfstandig (voorwaardelijk) vermogensrecht vormt. Dat vermogensrecht ontstaat immers niet doordat de BPF bepaalde prestaties jegens de rechthebbende verricht, maar ontstaat rechtstreeks op grond van het vervuld zijn van de in het Pensioenreglement daartoe gestelde voorwaarden."