Beroepspensioenregeling

Datum laatste wijziging: 11 juli 2019  |  Trefwoorden: , , , , , ,

Inhoud

  1. Vrije beroepsbeoefenaren
  2. Wet
  3. Rechten
  4. Wijzigingen beroepspensioenregelingen 2015

Vrije beroepsbeoefenaren

In Nederland kennen we 11 verplicht gestelde beroepspensioenregelingen voor de vrije beroepsbeoefenaren. Hieronder vallen bijvoorbeeld de medisch specialisten, fysiotherapeuten, apothekers en loodsen. Deze beroepspensioenregelingen vormen een vreemde eend in de pensioenbijt. Zij vallen niet onder de wettelijke bepalingen van de Wet Loonbelasting en ook niet onder de Pensioen- en spaarfondsenwet.

Wet

Op 1 januari 2006 treedt een nieuwe wet verplichte beroepspensioenregeling in werking. Deze wet zorgt ervoor dat de voorwaarden voor verplichtstelling van beroepsbeoefenaren om deel te nemen in de pensioenregeling worden aangescherpt. Een verplichtstelling zal alleen worden voorgeschreven als er voldoende draagvlak en solidariteit bestaat in de beroepsgroep. Hieraan wordt uitvoering gegeven door het oprichten van een beroepspensioenvereniging.

Rechten

De wet stelt tevens een aantal eisen aan de pensioenregeling, die veelal in alle andere pensioenregelingen reeds lange tijd wettelijk geregeld zijn. De nieuwe wet bevat een recht op waardeoverdracht. Dat wil zeggen dat vanaf 1 januari 2006 ook in deze beroepspensioenregelingen de beroepsbeoefenaar het recht krijgt zijn pensioen mee te nemen naar een nieuwe pensioenregeling. Tevens zullen deelnemers aan de beroepspensioenregeling niet langer medisch mogen worden gekeurd. Tot slot geldt op grond van de wet dat voor alle regelingen een doorsnee premie gehanteerd dient te worden, behalve voor beschikbare premieregelingen. Dit betekent dat elke deelnemer aan de regeling een zelfde percentage van het inkomen dient af te dragen aan de beroepspensioenregeling. In vergelijking met een individuele pensioenvoorziening is dit voor een jonge deelnemer in verhouding daarom te duur en voor een oudere deelnemer te goedkoop. Solidariteit dient daarom binnen deze beroepsgroepen aanwezig te zijn. Verplichtstelling van de pensioenregeling zal dan ook slechts plaatsvinden indien binnen de beroepsgroep voldoende draagvlak en solidariteit aanwezig is. (Bron: FX.nl)






Wijzigingen beroepspensioenregelingen 2015

Het fiscale kader voor het reguliere werknemerspensioen (het Witteveenkader) zal ook van toepassing zijn op beroepspensioenregelingen. Premiebijdragen zijn vanaf 2015 slechts aftrekbaar voor de inkomstenbelasting mits aan een aantal vereisten in de loonbelasting wordt voldaan:
  • opbouw volgens het eindloonsysteem is voor deze groep niet mogelijk;
  • alleen pensioenpremies voor ouderdomspensioen, waarvoor de opbouw per jaar niet meer dan 2,15% van maximaal het pensioengevend inkomen bedraagt, komen voor aftrek in aanmerking. Zijn de premies gebaseerd op een hoger inkomen dan bestaat er in zoverre geen recht op aftrek, de uitkeringen zullen volledig belast zijn zodat sprake is van dubbele belastingheffing;
  • de pensioenleeftijd moet gekoppeld zijn aan de ontwikkeling van de levensverwachting;
  • de eventuele vrijwillige premie mag, om in aanmerking te komen voor fiscale aftrek, niet meer bedragen dan een derde van de verplichte premie in een kalenderjaar.