Premiebasissysteem (premiestaffels)

Datum laatste wijziging: 7 november 2017  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Fiscaal maximum
  2. Fiscaal besluit
  3. Vier staffels
  4. Besluit 24 december 2012
  5. Premiestaffels beschikbare premieregelingen pensioen 2017
  6. Ingangsdata AOW en pensioenrichtleeftijd verhoogd
  7. Forse stijging pensioenuitkering beschikbare premieregeling (eind 2017)

Fiscaal maximum

Voor een beschikbare premieregeling zijn in de Wet fiscale behandeling van pensioenen alleen de kaders gecreëerd waarbinnen een regeling opgezet dient te worden. Vanuit de praktijk en de vanwege de groei van beschikbare premieregelingen heeft het Ministerie van Financiën vervolgens premiestaffels afgegeven die als fiscaal maximum dienen voor een beschikbare premieregeling.

Bij beschikbare premieregelingen, ook wel premieovereenkomsten genoemd, is meestal sprake van een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Wanneer een werknemer in een hogere leeftijdsgroep komt te vallen, stijgt het percentage dat gebruikt wordt om zijn pensioenpremie te bepalen. Tot voor kort waren deze premiestaffels altijd bruto staffels. Dat wil zeggen, dat de kosten van de verzekeraar en de opslag voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid bij de premie zijn inbegrepen.

Fiscaal besluit

Op 21 december 2009 is een nieuw staffelbesluit gepubliceerd. Dit besluit bevat in de bijlage netto staffels. Waar de oude besluiten uitgingen van bruto staffels, dat wil zeggen verhoogd met kosten en een opslag voor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, gaan we nu uit van netto staffels.

Het nieuwe besluit beschikbare-premieregelingen en premie- en kapitaalovereenkomsten van 21 december 2009 Nr. CPP2009/1487M bevat 'netto staffels'. De publicatie van deze staffels draagt bij aan betere transparantie van kosten in pensioenregelingen. In dit besluit zijn ook enkele aanwijzingen opgenomen van premie- en kapitaalovereenkomsten als pensioenregeling. Deze aanwijzingen zijn nodig gebleken na de invoering van de Pensioenwet in 2007 en als reactie hierop de ontwikkeling van nieuwe pensioenvormen.

Vanaf 1 januari 2015 dienen alle premieovereenkomsten te voldoen aan het staffelbesluit van december 2009. Tot die tijd is er een overgangsregeling waarbij iemand kan kiezen of hij een bruto staffel wenst of een netto staffel.

Vier staffels

Er zijn 4 staffels:
  • een voor uitsluitend ouderdomspensioen (staffel 1);
  • een voor ouderdomspensioen in combinatie met een uitgesteld opgebouwd nabestaandenpensioen (staffel 2);
  • een voor een ouderdomspensioen in combinatie met een direct ingaand opgebouwd nabestaandenpensioen (staffel 3);
  • een staffel voor ouderdomspensioen in combinatie met een direct ingaand bereikbaar nabestaandenpensioen (staffel 4).
Voor meer informatie, ziePremiebasissysteem (beschikbaar premiestelsel).

Besluit 24 december 2012

Het 'Besluit Loonheffingen, pensioenen; beschikbare-premieregelingen en premie- en kapitaalovereenkomsten, geldend op 24-11-2012' is een actualisering van het besluit over beschikbare-premieregelingen van 23 oktober 2007, nr. CPP2007/552M en het besluit van 21 december 2009, CPP2009/1487M.

Het besluit treedt in werking per 1 januari 2014 en vervalt met ingang van 1 januari 2015. Per die datum zal weer een nieuw beschikbare premiebesluit in werking treden.
Vanaf 1 januari 2014 gelden nieuwe staffels. Deze geven per leeftijdsklasse de maximale pensioenpremie aan die op grond van de fiscale wetgeving toegekend mag worden aan werknemers met een beschikbare premieregeling. De nieuwe staffels zijn uitgebreid met de leeftijdscohort 65 tot 67 jaar in verband met de verhoging van de fiscale pensioenrichtleeftijd naar 67 jaar. Daarnaast zijn de maximale premies per leeftijdsklasse verlaagd in lijn met de verlaging van het fiscaal maximale opbouwpercentage voor middelloonregelingen naar 2,15 per 1 januari 2014.

(Bron: PWC, 21 feb. 2013)

De volledige tekst van voornoemd besluit is te vinden op de site van de Overheid.

Premiestaffels beschikbare premieregelingen pensioen 2017

Staatssecretarissen Wiebes van Financiën en Klijnsma van SZW hebben de premiestaffels gepubliceerd die per 1 januari 2017 geldig zijn. Deze premiestaffels zijn van toepassing op zogenaamde ‘beschikbare premieregelingen’ en zijn een handreiking voor de praktijk.
(Bron: Rijksoverheid, 20-1-2017)

* De Eerste Kamer heeft op 27 mei 2014 de twee wetsvoorstellen aangenomen die leiden tot een versobering van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw per 2015. Het betreft de ‘Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioeninkomen’ en de ‘Novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioeninkomen en het Belastingplan 2014′. Zie voor meer, subrubriek Pensioenwetten.

Ingangsdata AOW en pensioenrichtleeftijd verhoogd

De AOW-leeftijd gaat verder omhoog. In 2021 is de pensioenleeftijd nog 67 jaar, in 2022 wordt dat 67 jaar en 3 maanden. Deze verhoging raakt iedereen die geboren is na 1954. De verhoging is het gevolg van een nieuwe, hogere raming van de levensverwachting van Nederlanders, gemaakt door het CBS in 2016. Sinds 2012 schrijft de wet voor dat de AOW-leeftijd in dat geval automatisch met drie maanden stijgt. De vuistregel in de wet is dat ouderen tot hun overlijden gemiddeld achttien jaar AOW krijgen.
Verhoging AOW-leeftijd (aantal maanden) gecorrigeerd oktober 2016
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Ingangsleeftijd AOW 65 + 1 mnd 65 + 2 mnd 65 + 3 mnd 65 + 6 mnd 65 + 9 mnd 66 66 + 4 mnd 66 + 8 mnd 67 67 +
3 mnd

Als gevolg van de gestegen levensverwachting zal de pensioenrichtleeftijd met ingang van 1 januari 2018 worden verhoogd van 67 naar 68 jaar. De pensioenrichtleeftijd is een rekenleeftijd die wordt gebruikt voor de berekening van de jaarlijkse maximaal toegestane fiscale pensioenopbouw.

Zie ook subrubriek Pensioenen opbouwpercentage (tabellen).

Forse stijging pensioenuitkering beschikbare premieregeling (eind 2016)

De pensioenuitkering van de gemiddelde beschikbare premieregeling, ook wel bekend als DC-regeling, is in het vierde kwartaal van 2016 gestegen van 687 euro naar 756 euro. Dat is nog steeds minder dan de uitkering bij een middelloonregeling, maar het bedrag komt er wel dichter bij in de buurt.

Steeds meer pensioenuitvoerders bieden zogenaamde ‘marktrentestaffels’ aan voor beschikbare premieregelingen. Hierdoor is het mogelijk om meer premie te kunnen inleggen dan op basis van de bestaande 3,0 procent- en 4,0 procent-staffels. (Bron: Managers on line, 4 apr. 2017)