Arbowet 2007

Datum laatste wijziging: 19 december 2019  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Aanpassing wet
  2. Overige wijzigingen Arbowet 2007
  3. Melding ongeval
  4. Bijna half miljoen werknemers met arbeidsongeval

Aanpassing wet

Op 1 januari 2007 is de Arbowet aangepast. Net als bij de Arbeidstijdenwet, legt de Arbowet zwaardere verantwoordelijkheden bij werkgevers en werknemers. De Arbowet 2007 schrijft niet meer tot in detail voor aan welke eisen ondernemingen moeten voldoen. Daarvoor in de plaats zijn er 'doelvoorschriften' gekomen waarin staat wat het beschermingsniveau moet zijn. Een voorbeeld is de norm dat werknemers niet zonder beschermingsmiddelen mogen werken in omgevingsgeluid van 85 decibel of meer¹. Werkgevers en werknemers moeten per sector regelen hoe ze dat bereiken. In discotheken waar werknemers langdurig worden blootgesteld aan harde muziek, zullen partijen andere maatregelen nemen dan op werkplekken waar zo nu en dan met lawaaierige machines wordt gewerkt.

¹ Van te veel lawaai op het werk word je doof. Maar hoe weet je wat te veel lawaai is? De FNV introduceert daarom de FNV Decibelmeter. Deze gratis app voor iPhone en Android laat zien aan welk geluidsvolume, aangegeven in decibel (dB), een werknemer wordt blootgesteld op het werk. Ook krijg iemand meteen advies over zijn werksituatie: is het nog veilig of niet en wat moet er gedaan worden? (Bron: FNV, 4 apr. 2013)

Overige wijzigingen Arbowet 2007

het arbeidsomstandighedenspreekuur vervalt als verplichte taak van de Arbodienst. De werkgever moet met de OR/medewerkers overleggen over de invulling hiervan. Werknemers krijgen toegang tot een arbeidsdeskundige. Dit kan iemand zijn van de Arbodienst, maar ook de preventiemedewerker (preventief = voorkoming);
  • in organisaties met niet meer dan 25 werknemers mag de werkgever nu ook zelf als preventiemedewerker (zie onder) optreden. Tot 2007 was dat alleen mogelijk voor organisaties met maximaal 15 werknemers;
  • organisaties met maximaal 25 werknemers hoeven hun RI&E niet meer te laten toetsen door de Arbodienst. Voorwaarde is wel dat een voor de branche of CAO ontworpen model RI&E wordt gebruikt die door ten minste door één arbeidsdeskundige is getoetst. Deze bepaling was eerder alleen van toepassing voor organisaties met maximaal 10 werknemers;
  • organisaties dienen op basis van de risico-inventarisatie en -evaluatie zelf te bepalen hoeveel bedrijfshulpverleners (BHV) (zie ook onder) er moeten komen, wat hun takenpakket is en hoe de opleiding is geregeld. Een van de taken van de BHV-er is niet langer het voorkomen van ongevallen maar het beperken van de gevolgen van ongevallen;
  • werkgevers hoeven niet meer alle arbeidsongevallen aan de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) te melden. Dodelijke ongevallen en ongevallen die leiden tot blijvend letsel of ziekenhuisopname, moeten nog wel worden gemeld;
  • de verplichte jaarlijkse schriftelijke rapportage aan de OR over het gevoerde Arbobeleid is vervallen;
  • de Inspectie SZW controleert op basis van de wet en de inhoud van de nieuwe Arbocatalogi, Arboconvenanten en praktijkrichtlijnen. De Inspectie SZW (AI) geeft speciale sectorbrochures uit. Daarin geeft de AI aan waar de Arbeidsinspecteurs bij controles speciaal op letten binnen een sector en welke wettelijke regels daarbij horen;
  • werkgevers en werknemers kunnen een boete krijgen als zij de Arboregels overtreden, denk bij werknemers bijvoorbeeld aan het niet dragen van gehoorbescherming als dat wel verplicht is. De maximale boete voor werknemers is € 225.

Melding ongeval

De Arbowet verplicht werkgevers om arbeidsongevallen die hebben geleid tot de dood, blijvend letsel of een ziekenhuisopname, direct aan de Inspectie SZW te melden. ’Blijvend letsel’ is bijvoorbeeld een amputatie, verminderd gezichtsvermogen of chronische lichamelijke klachten. Er is sprake van een ’ziekenhuisopname’ als een slachtoffer in een ziekenhuis wordt opgenomen. Ook een dagopname valt hieronder. Deze meldingsplicht geldt overigens niet alleen voor eigen werknemers, maar ook voor personen die onder gezag bij de werkgever werkzaam zijn, zoals uitzendkrachten.

Bijna half miljoen werknemers met arbeidsongeval

In 2012 liepen 478 duizend werknemers lichamelijk letsel of geestelijke schade op door een ongeval tijdens het werk. Het betrof 7 procent van alle werknemers. Dit aandeel is al sinds 2005 vrij stabiel. In de horeca en in de bouw gebeuren de meeste ongevallen.

Bijna de helft van de werknemers die in 2012 betrokken waren bij een arbeidsongeval, verzuimde hierdoor ten minste één dag. Bij een derde duurde het ziekteverzuim vier dagen of langer.

Van de werknemers met een arbeidsongeval liep bijna 70 procent alleen lichamelijk letsel op, zoals een wond, botbreuk, verstuiking of verbranding. Bij ruim 20 procent ging het uitsluitend om geestelijke schade, zoals psychische schade door bedreiging of agressief gedrag. Bij bijna 10 procent was er zowel lichamelijk letsel als geestelijke schade. (Bron: CBS, 5 aug. 2013)

Ga terug naar subrubriek Arbeidsomstandighedenwet.