Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Datum laatste wijziging: 24 april 2021  |  Trefwoorden:

Inhoud

  1. Inleiding
  2. Groeiende tekorten op de Wmo
  3. Toename Wmo-aanvragen problematisch voor gemeenten
  4. Wetsvoorstel maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015

Inleiding

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een wet in het kader van hulp en ondersteuning. Het doel van de wet is om burgers te helpen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan de maatschappij. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor uitvoering van de Wmo.

Stappenplan

Onderstaand het stappenplan voor het aanvragen van een voorziening via de Wmo.

Stappenplan Wmo


Taken en verantwoordelijkheden

Voor de uitvoering van de Wmo hebben gemeenten een aantal taken en verantwoordelijkheden:

  • Leefbaarheid en sociale samenhang bevorderen
  • Mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen
  • Het bevorderen van mensen met een beperking of psychisch probleem om deel te nemen aan de samenleving
  • Maatschappelijke opvang aanbieden
  • Openbare geestelijke gezondheidszorg bevorderen
  • Informatie, advies en cliëntondersteuning geven
  • Verslavingsbeleid bevorderen
  • Jeugdigen met problemen preventief ondersteunen

Bekostiging Wmo

Uitvoering van de Wmo wordt gefinancierd uit belastinggeld en eigen bijdragen. De overheid beheert dit geld en keert dit geld aan de gemeenten uit via een speciaal gemeentefonds. Bij de verdeling van het geld wordt vooral gekeken naar de samenstelling van de bevolking in een bepaalde gemeente. Hiervoor zijn verschillende maatstaven, zoals:

  • Aantal inwoners in de gemeente
  • Aantal jongeren en ouderen
  • Aantal uitkeringsgerechtigden en bijstandsontvangers
  • Gemiddeld inkomen
  • Aantal minderheden
  • Aantal één- en meerpersoonshuishoudens
  • Oppervlakte van de gemeente

Groeiende tekorten op de Wmo

Gemeenten zijn behalve voor de jeugdzorg, ook voor de Wmo in 2018 fors in de rode cijfers gekomen. De verwachtingen voor 2019 zijn niet anders.

De tekorten lopen op door:
  • de aanzuigende werking van het abonnementstarief (ingevoerde vaste eigen bijdrage)
  • vergrijzing en de daaraan gekoppelde vraag naar ondersteuning
  • stijgende kosten per cliënt
  • dalende rijksbijdragen
Gemeentelijke bezuinigen, putten uit de gemeentelijke reserves, meer vrijwilligers en/of hogere rijksbijdragen kunnen het tij misschien (deels) doen keren.

Toename Wmo-aanvragen problematisch voor gemeenten

Vanaf januari 2019 geldt per persoon een maximale eigen bijdrage van € 17,50 voor de zorg en ondersteuning van de gemeente in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ontvangt. In 2020 zal deze eigen bijdrage maximaal € 19,00 bedragen.

Wat eerder de gemeenten al vreesden is waarheid geworden, een grote toeloop van de aanvragen Wmo. De oorzaak ligt niet alleen bij het lage bedrag van de eigen bijdrage, ook de vergrijzing en het feit dat inwoners gestimuleerd worden om langer thuis te blijven wonen spelen een rol in de toename van de aanvragen.

Voorbeeld: de gemeente Kampen verwacht bijvoorbeeld op basis van een scherpe analyse van het eerste kwartaal, dat dit jaar twintig procent meer inwoners een maatwerkvoorziening zullen aanvragen dan vorig jaar. Dit betekent dat de gemeente 1 miljoen euro tekort zal komen op haar Wmo-budget 2019. Daarin is het bedrag (€ 372.000) dat de overheid aan Kampen ter beschikking heeft gesteld als compensatie voor de inkomstenderving van de eigen bijdragen en de aanzuigende werking van het Wmo-abonnement, al verrekend.

In najaar 2019 of later zal de regering bezien of gemeenten in aanmerking komen voor extra ondersteuning van de overheid.

Wetsvoorstel maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015

De ministerraad is akkoord gegaan met het wetsvoorstel maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015. Het wetsvoorstel maakt het gemeenten mogelijk om aanbestedingsprocedures voor jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning eenvoudiger in te richten. Het wetsvoorstel is vandaag naar de Tweede Kamer gestuurd. (Bron: Rijksoverheid, 23 apr. 2021)