Thuiswerken en de fiscus

Datum laatste wijziging: 16 maart 2024  |  Trefwoorden: , , , , , , , , , , , , , , , , ,

Inhoud


  1. Noodmaatregelen Coronacrisis
  2. Vaste reiskostenvergoeding voor 2020
  3. Vaste reiskosten en Arbo voorzieningen 2021
  4. Thuiswerkvergoeding voor de Rijksoverheid
  5. Wat zegt de fiscus over Arbovoorzieningen
  6. Terug naar kantoor: Overzicht van wat mag, moet en kan
  7. Thuiswerkvergoeding in belastingplan 2022
  8. Werkgevers willen secundaire arbeidsvoorwaarden aanpassen vanwege thuiswerken
  9. Ruim helft Nederlanders werkt weleens thuis

Noodmaatregelen Coronacrisis


Veel werknemers werken op dit moment al thuis. En na de oproep van het kabinet zullen nog meer werknemers volgen. Een werkgever mag niet zomaar deze werkplek belastingvrij vergoeden. Hiervoor gelden allerlei voorwaarden.

Voorwaarden thuiswerkplek voor werknemers

Los van het feit dat een werkplek moet voldoen aan ARBO-voorwaarden, zijn er ook fiscale regels. Een laptop, smartphone, beeldscherm, gereedschap of stoel ter beschikking stellen is alleen belastingvrij mogelijk als voldaan wordt aan het noodzakelijkheidscriterium, wat echter praktisch nauwelijks een probleem hoeft te zijn.

De fiscus is (helaas) wel van mening dat wanneer de werkgever voor o.a. voorzieningen als een laptop of meubilair een vergoeding gaat geven dit wel belastbaar is.

Een vergoeding wordt namelijk belast, behalve wanneer deze uit de vrije ruimte van de WKR wordt bekostigd, maar deze pot is toch al niet rijkelijk gevuld. Dus is het niet zo handig om de vrije ruimte van de WKR aan te spreken.

Maar wanneer de werkgever vindt dat op grond van het noodzakelijkheidscriterium of de Arbowetgeving een voorziening noodzakelijk is, dan mag de werkgever deze voorzieningen gewoon onbelast beschikbaar stellen.

Wat zijn dan de voorwaarden:


  • De werkgever moet de voorziening betalen.

  • De kosten mogen niet aan de werknemer worden doorberekend.

  • De voorziening moet naar het redelijke oordeel van de werkgever noodzakelijk zijn voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking.

  • De werknemer moet de voorziening na enige tijd teruggeven of de restwaarde van deze voorziening aan de werkgever betalen.

Internet thuis belastingvrij

Ook de internetaansluiting bij uw werknemer thuis moet voldoen aan het noodzakelijkheidscriterium. Nu is thuiswerken zonder internet lastig of zelfs onmogelijk. De vergoeding van het internetabonnement is gericht vrijgesteld als deze noodzakelijk is voor uw werknemer. Meestal heeft uw werknemer een zogenaamd combinatie pakket met TV, radio, bellen en internet. In dit geval mag u een deel van de kosten vergoeden, derhalve enkel voor de internetaansluiting. Deze vergoeding is belastingvrij en gaat niet ten laste van de vrije ruimte.

Maar ook een vergoeding voor verwarming, elektra en kleine is door de fiscus geaccepteerd. Er worden hiervoor verschillende bedragen genoemd.

In de cao voor Rijksoverheid is een bedrag netto van € 363 afgesproken voor de periode 13 maart t/m 31 december. Dus omgerekend € 38,21 per maand.

Bij de overheid zelf wordt ook een bedrag van € 81,00 per maand genoemd en het NIBUD noemt bedragen van € 43.30 per maand. Maar, zolang er geen sprake is van een forfaitair bedrag is feitelijk ieder bedrag goed, mits het maar aangetoond kan worden. Meestal door een paar “maatmannen” te nemen en de kosten 3 maanden vast te leggen.

Ons advies is om een redelijk bedrag hiervoor te vergoeden. Het gaat dan puur om kosten zoals energie, water, koffie etc.

Hoe staat het dan met de gebruikelijke reiskosten?

Ook hier constateren we dat de verwarring vrij groot is en er geen eenduidig beleid is op dit gebied.

Er zijn werkgevers, die de lopende maand en de maand erop nog de volle reiskosten doorbetalen bij ziekte en thuiswerken.

Twee bekende uitzonderingen

De mogelijkheid om een werknemer een vaste reiskostenvergoeding te geven voor woon-werkverkeer is per 1 januari 2007 aanzienlijk verruimd

Voor de berekening van de reiskosten per maand is indertijd echter uit praktische overwegingen het aantal werkdagen vastgesteld op 214 dagen per kalenderjaar. Met andere woorden: indien een werknemer met een vijfdaagse werkweek in het kalenderjaar op tenminste 150 dagen (60%) naar de vaste arbeidsplaats reist, kan aan hem een onbelaste reiskostenvergoeding worden betaald alsof hij op 214 dagen naar de werkplek reist. De aantallen van 214 en 150 worden in geval van werkweken van minder dan vijf dagen naar rato berekend. Ook dient er herrekend te worden als de omstandigheden op grond waarvan de berekening is gemaakt wijzigen.

Als de werknemer op minstens 60% (was 70%) van het aantal werkdagen per kalenderjaar naar zijn vaste werkplek reist, kan aan hem een vaste onbelaste vergoeding worden betaald alsof hij op alle werkdagen naar deze plaats reist.

Dus bij minder dan 64 dagen thuiswerken mag de werkgever de volledige reiskosten onbelast blijven vergoeden.

Noodmaatregelen Coronacrisis

De Belastingdienst keurt het doorbetalen van reiskosten (OV en € 0.19) goed op basis van het besluit “Noodmaatregelen Coronacrisis” zie hieronder:

Maar er is ook een zogenaamde Kamerbrief van staatssecretaris Vijlbrief waarin hij het volgende stelt:

"Voor reiskosten bestaat de mogelijkheid een vaste onbelaste vergoeding af te spreken, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis wat betreft de kosten van vervoer tot een verandering van hun reispatroon. Die verandering kan meebrengen dat een werkgever de vaste reiskostenvergoeding moet aanpassen of geheel of gedeeltelijk tot het loon moet rekenen. Dit vind ik in deze bijzondere omstandigheden ongewenst. Daarom wordt in het beleidsbesluit geregeld dat de werkgever die een vaste reiskostenvergoeding aanbiedt hier nu in deze thuiswerktijden geen gevolgen aan hoeft te verbinden. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van het reispatroon waar de vergoeding al op gebaseerd was."

N.B. Indien niet in de cao of in het personeelsreglement c.q. de arbeidsovereenkomst nadrukkelijk geregeld, zijn reiskosten niet afdwingbaar

Vaste reiskostenvergoeding voor het jaar 2020 


Officiële mededelingen van Ministerie van Financiën (Belastingdienst)

"Voor reiskosten met een vast en gelijkmatig karakter bestaat de mogelijkheid een vaste onbelaste vergoeding af te spreken, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject (zie onderdeel 4 van het besluit van 20 maart 2015, nr. BLKB2015/0188M (Stcrt. 2015, 8385)).

Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis wat betreft de kosten van vervoer tot een verandering van hun reispatroon. Die verandering kan meebrengen dat een werkgever de vaste reiskostenvergoeding moet aanpassen of geheel of gedeeltelijk tot het loon moet rekenen.

Dit vind ik (staatssecretaris) in deze bijzondere omstandigheden niet doelmatig en ongewenst. Daarom keur ik voor zoveel nodig het volgende goed."

Goedkeuring 1

Ik keur voor zoveel nodig goed dat een werkgever gedurende het jaar 2020 voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen verbindt aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer. De werkgever kan deze goedkeuring ook toepassen voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.

Andere vaste vergoedingen

Voor andere vaste vergoedingen kunnen de maatregelen rondom de coronacrisis zonder nadere maatregel overeenkomstige gevolgen hebben. Dit vind ik in deze bijzondere omstandigheden ook niet doelmatig en ongewenst. Daarom keur ik voor zoveel nodig het volgende goed.

Goedkeuring 2

Ik keur voor zoveel nodig goed dat een werkgever gedurende het jaar 2020 ook andere vaste vergoedingen ongewijzigd voortzet en daarvoor blijft uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is

Toelichting

Deze goedkeuringen gelden niet voor een vergoeding voor extraterritoriale kosten volgens de bewijsregel als bedoeld in artikel 10ea van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965. Deze goedkeuringen zien alleen op vaste vergoedingen waarop de werknemer uiterlijk op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht kreeg.

Voorbeeld

Als een recht op een vaste reiskostenvergoeding afhankelijk was van een keuze van de werknemer (bijvoorbeeld bij een cafetariasysteem) moet deze zijn keuze uiterlijk op 12 maart 2020 hebben gemaakt.

Opmerkingen redactie

Arbovoorzieningen voor thuiswerkers

Voorzieningen zoals meubilair (zoals een bureau/tafel en een ergonomische bureaustoel mag de werkgever beschikbaar stellen, maar niet vergoeden.

Een netto vergoeding kan dit jaar alleen of

 
  • uit de vrije ruimte van de WKR of

  • de vergoeding voor meubilair wordt aangemerkt als loon en moet worden belast.

Reiskosten

De gebruikelijke reiskosten die tot maart werden betaald, hoeven dus niet gekort te worden in het hele jaar 2020, wanneer de medewerker minder reisbewegingen maakt vanwege thuiswerken.

N.B. de werkgever is dit niet verplicht. M.a.w. de werkgever mag de reiskosten dus wel relatief verlagen, maar is dit fiscaal niet verplicht.

Vaste reiskosten en Arbo voorzieningen 2021

Fiscale tegemoetkomingen (2021) naar aanleiding van de coronacrisis; (Besluit noodmaatregelen coronacrisis) dd. 29 september 2020

Vanaf 1 januari 2021 komt de vrijstelling te vervallen om vaste reiskosten en/of kostenvergoedingen netto te mogen betalen aan thuiswerkers. Een eventuele thuiswerkvergoeding gaat dan eventueel ten laste van de vrije ruimte van de WKR;


Arbo voorzieningen vergoeden mag netto indien het is voor thuisgebruik en geen eigen bijdrage van de werknemer wordt verlangd en voldoet aan het beleid van de werkgever o.b.v. de Arbowet. Algemene voorzieningen vallen hier niet onder.


Opmerkingen redactie

Vanaf 1-1-2021 mag de werkgever dus geen onbelaste reiskostenvergoeding meer betalen over dagen dat de medewerker niet naar zijn locatie reist.

Maar hoe zit het dan met de 60% regel?

Nogal curieus is het feit dat in 2021 de werkgever nu wel een onbelaste vergoeding mag geven voor o.a. meubilair voor thuisgebruik. In 2020 mag de werkgever namelijk wel meubilair beschikbaar stellen, maar geen onbelaste vergoeding daarvoor geven. De rechtvaardiging voor deze beslissing (2020) is, dat wanneer op basis van het "Noodzakelijkheidscriterium" de werkgever een communicatiemiddel of meubilair mag verstrekken, de werkgever voor deze voorziening ook de factuur moet betalen en de voorziening beschikbaar moet stellen. Een vergoeding hiervoor aan de werknemer rechtstreeks wordt (tot nu toe) door de fiscus belast.

 

Thuiswerkvergoeding voor de Rijksoverheid


Vanwege de coronacrisis zijn de meeste werknemers (N.B. ambtenaren) momenteel thuis aan het werk. Zij maken daardoor extra kosten die zij niet gemaakt zouden hebben als zij hun werk op de werklocatie zouden verrichten. Het Nibud heeft berekend hoe hoog deze kosten zijn. *1

Partijen willen werknemers via een eenmalige vergoeding compenseren voor deze extra kosten die zij vanwege het thuiswerken hebben gemaakt.

Partijen zijn het eens over de volgende tijdelijke regeling voor gemaakte kosten vanwege het thuiswerken van 14 maart 2020 tot en met 31 december 2020:

  • Werknemers hebben recht op een thuiswerkvergoeding van netto € 363, *2 en 3

  • Tenzij zij door hun werkgever zijn aangewezen om het werk op de werklocatie te verrichten.

  • De thuiswerkvergoeding van werknemers die in deeltijd werken, wordt naar rato van de arbeidsduur berekend.

  • Daarnaast wordt de thuiswerkvergoeding van werknemers die later dan 13 maart 2020 in dienst zijn getreden naar rato van de thuisgewerkte maanden berekend.

  • Uitbetaling van de thuiswerkvergoeding geschiedt eenmalig in december 2020.

De thuiswerkvergoeding wordt door de werknemer aangevraagd en de leidinggevende controleert of de werknemer recht heeft op de thuiswerkvergoeding.

De onbelaste thuiswerkvergoeding wordt gewoon uit de WKR betaald

Partijen onderkennen dat cumulatie met bestaande vergoedingen voor thuiswerken moet worden voorkomen.

Werknemers die op grond van de CAO Rijk reeds recht hebben op de telewerkvergoedingen bij verplicht telewerken van € 81,83 (bruto) per maand, hebben daarom geen recht op de bovengenoemde vergoeding. Ook zullen eventuele decentraal afgesproken maandelijkse vergoedingen die zijn vastgelegd in het Personeelsreglement in mindering worden gebracht op deze vergoeding.


1. https://www.nibud.nl/beroepsmatig/thuiswerken-kost-e-2-per-dag/.

2. De thuiswerkvergoeding wordt onder de Vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) gebracht, waardoor werknemers een netto vergoeding ontvangen.

3. Partijen baseren dit totaalbedrag op basis van de berekeningen van € 2,- per dag van het Nibud, aangepast aan de feitelijke situatie binnen het Rijk, vermenigvuldigd met de periode van 14 maart 2020 t/m 31 december 2020 en gebaseerd op een voltijd dienstverband.

Wat zegt de fiscus over Arbovoorzieningen en in relatie tot de thuiswerkplek


In de loonbelastingwet is het volgende hoofdstuk hieraan gewijd

22.1.9 Arbovoorzieningen

Arbovoorzieningen zijn gericht vrijgesteld. Hierbij maakt het niet uit of u deze vergoedt, verstrekt of ter beschikking stelt, en of uw werknemer de voorziening op de werkplek gebruikt of niet. In al deze situaties geldt een gerichte vrijstelling die niet ten koste gaat van uw vrije ruimte. Het gaat om de volgende voorzieningen:
  • arbovoorzieningen op de werkplek
  • arbovoorzieningen buiten de werkplek (bijvoorbeeld een medische keuring) De arbovoorzieningen moeten wel aan de volgende voorwaarden voldoen:
  • De voorzieningen vloeien rechtstreeks voort uit het arbeidsomstandighedenbeleid dat u voert op grond van de Arbeidsomstandighedenwet.
  • De werknemer gebruikt of verbruikt de voorzieningen op de (thuis)werkplek (geheel of gedeeltelijk).
  • U brengt geen kosten ten laste van de werknemer (eigen bijdrage). Het gaat bijvoorbeeld om:
  • een veiligheidsbril met geslepen glazen voor een laborant of lasser
  • een zonnebril voor een chauffeur of piloot
  • speciale isolerende of beschermende kleding Zie paragraaf 22.2.4 voor meer informatie over (werk)kleding en uniformen.
  • een verplichte medische keuring
  • een aanstellingskeuring
  • een geneeskundig of arbeidsgezondheidskundig onderzoek, een second opinion of een griepprik in het kader van preventie- en verzuimbeleid
  • een door de werkgever geïnitieerd preventie- en gezondheidsprogramma
  • een EHBO-cursus die in redelijkheid deel uitmaakt van uw arboplan Dit geldt ook voor herhalingscursussen en bijscholing in verband met het EHBO-diploma. Krijgt de werknemer met een EHBO-diploma hiervoor een toeslag, dan is deze toeslag wel belast.
  • Stoelmassage of reflexzonemassage Een stoelmassage of reflexzonemassage kunt u onder de volgende voorwaarden gericht vrijgesteld ter beschikking stellen
           - U hebt als werkgever een arboplan.
           - De massage maakt in redelijkheid deel uit van dat arboplan.
           - De massage vindt tijdens werktijd plaats. Uw werknemer hoeft geen eigen bijdrage te betalen.
  • Cursus stoppen met roken U mag uw werknemers gericht vrijgesteld een cursus stoppen met roken laten volgen. Voorwaarde daarbij is dat de cursus deel uitmaakt van het arboplan van uw onderneming. Belastingdienst | Handboek Loonheffingen 2021 – Uitgave maart 2021 Gerichte vrijstellingen, nihilwaarderingen en normbedragen | 290 Arbovoorzieningen in de werkruimte thuis.
Het vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen van arbovoorzieningen in de werkruimte thuis is gericht vrijgesteld als:

▪ die arbovoorzieningen rechtstreeks voortvloeien uit het arbeidsomstandighedenbeleid dat u voert op grond van de Arbeidsomstandighedenwet.

▪ de werknemer die voorzieningen (gedeeltelijk) gebruikt of verbruikt in de werkruimte

▪ de werknemer geen eigen bijdrage voor die voorzieningen betaalt

▪ de inrichting van de werkruimte thuis voldoet aan de volgende eisen van het Arbeidsomstandighedenbesluit: – De werkruimte van een thuiswerker is zodanig ingericht, dat de werknemer zo veel mogelijk zittend en op een ergonomisch verantwoorde manier zijn werk kan doen. De werknemer heeft hiervoor een doelmatige zitgelegenheid en een doelmatig werkblad of een doelmatige werktafel tot zijn beschikking. – In de werkruimte zijn de nodige voorzieningen voor een doelmatige kunstverlichting aanwezig.

N.B. de ruimte moet aan deze minimale eisen voldoen, willen de arbovoorzieningen onbelast verstrekt worden. Er staat dus niet dat de inrichting van de ruimte (stoel en bureau) onbelast vergoed mag worden. Wel mag de inventaris onbelast beschikbaar gesteld worden en blijft eigendom van de organisatie.


NB: Het onderwerp "Thuiswerken" treft u ook aan in subparagraaf Thuiswerken.

Terug naar kantoor: Overzicht van wat mag, moet en kan


De coronacijfers gaan nu zo snel de goede kant op, dat vanaf 26 juni 2021 de nodige versoepelingen mogelijk zijn. Veel werknemers zullen blij zijn dat ze dan weer (voorzichtig) naar kantoor mogen, zij het voorlopig voor de helft van de tijd. Om alles veilig te laten verlopen, moeten werkgevers en werknemers zich wel aan verschillende regels houden. (Bron en meer: Personeelsnet, 22 juni 2021)

Thuiswerkvergoeding in Belastingplan 2022

Wat gaat er mogelijk veranderen en wat is de huidige situatie?

Huidige situatie

De werkgever mag o.a. een onbelaste vergoeding geven voor bijvoorbeeld internetgebruik, alhoewel dat al uiterst discutabel is, omdat een dergelijke voorziening als gebruikelijk mag worden gezien.
Verder mag de werkgever allerlei faciliteiten beschikbaar stellen, die min of meer door de Arbowet als noodzakelijk worden beschouwd, w.o. meubilair, maar ook kleine voorzieningen als koffie en een koffiezetapparaat.
Maar wat niet rechtstreeks onbelast vergoed mag worden aan de werknemer zijn de kosten van deze voorzieningen. Een maandelijkse vergoeding geven of een totaal bedrag is gewoon belastbaar.
Soms wordt de suggestie gewekt dat deze vergoedingen wel onbelast gegeven kunnen worden. Het gaat dan echter om een bedrag uit de vrije ruimte van de WKR, waarbij de werkgever eventueel ook nog de overschrijding van de 1,18% (3% over de eerste € 400.000,00) van de loonsom voor zijn rekening neemt (eindheffing). Zowel bij eindheffing als overschrijding van de vrije ruimte is wel het gebruikelijkheidscriterium van toepassing. Dat zal v.w.b. voorzieningen m.b.t. de thuiswerkplek doorgaans geen probleem opleveren.

Nieuwe situatie

Het is het voornemen van het demissionaire kabinet om een onbelaste vergoeding voor een thuiswerkplek te introduceren per 1 maart 2022. Of dat ook echt doorgaat is onduidelijk. Meerdere voornemens en zelfs aangenomen wetten zijn in het verleden bij een nieuwe kabinetsperiode gewoon geschrapt.
Daarbij is het niet ondenkbaar dat weliswaar in de regelzucht een forfaitaire thuiswerkvergoeding wordt geïntroduceerd, maar dat  deze verstrekking ten koste zal gaan van het percentage van de vrije ruimte.
Toen indertijd besloten werd om het percentage van de vrije ruimte van de WKR te verhogen naar 1,6%, werd dit voornemen weer rigoureus bijgesteld naar 1,2% i.v.m. de introductie van het noodzakelijkheidscriterium m.b.t. o.a. communicatiemiddelen. De vraag is dus of eenzelfde bijstelling ook gebeurt bij de introductie van de onbelaste thuiswerkvergoeding.

Onbelaste thuiswerkvergoeding

Het is geen verrassing dat het vrijstellen van de thuiswerkvergoeding één van de voorstellen is. Het kabinet heeft dit jaar overlegd met sociale partners en maatschappelijke organisaties om de mogelijkheden te onderzoeken van ruimere fiscale regelingen. Eén van de voorstellen is om het voor werkgevers mogelijk te maken het thuiswerken te vergoeden. Een aantal gerichte vrijstellingen zijn nu al mogelijk, bijvoorbeeld arbovoorzieningen en internetvergoedingen. Er lijkt nu dan toch een meer concreet voornemen te zijn.
Belastingplan 2022
In het voorlopig overzicht van de voorgenomen fiscale maatregelen van het pakket Belastingplan 2022 dat de staatssecretaris van Financiën aan de Kamer heeft gestuurd staat onder meer vermeld: "Introductie gerichte vrijstelling loonbelasting voor vergoeding voor thuiswerkkosten" en "Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling i.v.m. de steunpakketten vanwege COVID-19".
Het is nog maar de vraag wat er concreet gaat gebeuren, want het is nog verre van zeker. Het geeft in ieder geval hoop op “betere tijden” in de WKR voor het vergoeden van thuiswerkkosten en -voorzieningen. Het betekent namelijk dat de thuiswerkvergoeding niet langer uit de vrije ruimte van de werkkostenregeling hoeft te worden gefinancierd.

Arbeidsvoorwaarden 2022

‘Hoe kunnen we daar nu al mee rekening houden?,’ zullen veel werkgevers zich afvragen. Nu veel werknemers structureler gaan thuiswerken, zullen arbeidsvoorwaarden daarop worden aangepast. Dit betreft dan naast de vaste of flexibele (reis-)kostenvergoedingen ook de (arbo)voorzieningen voor het thuiswerken.
Voor dit moment adviseren wij werkgevers om bij het ontwerpen en bespreken van de arbeidsvoorwaarden 2022 de mogelijkheid open te laten voor implementatie van de te verwachten verruiming van de mogelijkheden.
Het is ook zinvol om in de bestaande regelingen die de werkgever afspreekt ook een disclaimer op te nemen, dat een toezegging afhankelijk is van de gewijzigde wetgeving en ook dienovereenkomstig kan worden aangepast of kan worden ingetrokken.

Werkgevers willen secundaire arbeidsvoorwaarden aanpassen vanwege thuiswerken

Werkgevers in de Benelux willen hun secundaire arbeidsvoorwaarden aanpassen en daarbij rekening houden met de sterke toename van thuiswerken. Als gevolg van de pandemie hopen zij hierbij ook meer aandacht te kunnen besteden aan de mentale gezondheid. Dit blijkt uit de Benefit Trends Survey 2021 van Willis Towers Watson, een wereldwijd adviesbureau.

De meerderheid (75%) van de werkgevers noemt de toename van thuiswerken als belangrijkste reden voor verandering. De krapte op de arbeidsmarkt is met 67% de op een na grootste oorzaak van verandering, omdat bedrijven moeite hebben om personeel aan te trekken en te behouden.
In het onderzoek geeft 37% van de werkgevers aan dat hun aanpak van het emotioneel welzijn van hun medewerkers het afgelopen jaar als een zwak punt is aangemerkt. Om dat te veranderen, zegt 78% dat dit een belangrijke prioriteit is voor de komende twee jaar, waarbij 51% van plan is hun ondersteuning op het gebied van mentale gezondheid uit te breiden.

Mentale gezondheidsproblemen schadelijk

Sander Kwint, Director Health en Benefits Nederland bij Willis Towers Watson: “"Door de pandemie en de lockdowns is het besef gegroeid dat mentale gezondheidsproblemen schadelijk kunnen zijn voor het personeel en dat werkgevers een belangrijke rol spelen bij de ondersteuning van hun mensen. 
Nu we overgaan op een hybride model van thuis- en kantoorwerk, willen werkgevers dat bredere inzicht graag gebruiken om hun secundaire arbeidsvoorwaarden opnieuw vorm te geven. Online gezondheidszorg, welzijnsapps en strategieën voor mentale gezondheid zijn steeds meer aandachtsgebieden voor veel HR-leiders die het arbeidsvoorwaardenpakket willen vernieuwen."

“We zien ook een bredere verschuiving naar het erkennen van en tegemoetkomen aan individuele behoeften en omstandigheden. Een trend die deels gedreven wordt door de toegenomen aandacht voor inclusie en diversiteit. Technologie maakt een meer gepersonaliseerde en op maat gemaakte werknemerservaring mogelijk die verder gaat dan het aanbod van een paar standaard arbeidsvoorwaarden zoals pensioen en verzekeringen,” aldus Kwint.

Beperkt inzicht in wensen en behoeften werknemers

Voor veel organisaties kan het een uitdaging zijn om van koers te veranderen. Slechts drie van de tien (27%) organisaties zegt inzicht te hebben in de wensen en behoeften van hun werknemers. De helft (51%) heeft momenteel geen duidelijke benefits-strategie, maar 54% wil de komende twee jaar een op maat gesneden arbeidsvoorwaardenpakket opzetten.

Kwint: “De pandemie heeft ervoor gezorgd dat veel werkgevers vanuit een ander perspectief naar hun arbeidsvoorwaarden zijn gaan kijken. Veel organisaties hebben te maken met een grote kloof tussen waar ze nu staan en waar ze willen staan, en het is essentieel dat ze goed naar hun personeel luisteren om uit te zoeken wat de beste manieren zijn om de werknemerservaring te personaliseren en te versterken.”

Ruim helft Nederlanders werkt weleens thuis

In 2023 werkten ruim 5 miljoen mensen soms of meestal thuis, 52 procent van alle werkenden. In geen enkele EU-lidstaat is dit percentage hoger. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers over thuiswerken uit de Enquête beroepsbevolking (EBB). De meeste mensen die thuis werken, werkten soms thuis, dat wil zeggen hooguit de helft van hun gebruikelijke arbeidsduur. Tussen 2021 en 2023 steeg dit met bijna 700 duizend, tot 3,8 miljoen. Tegelijkertijd daalde het aantal mensen dat meestal thuiswerkt met ruim 600 duizend, tot 1,3 miljoen. Het totale aantal thuiswerkers groeide daardoor van 5,0 miljoen in 2021 naar 5,1 miljoen in 2023. Maar doordat het totale aantal werkenden sneller toenam, daalde het deel dat thuiswerkt van 54 procent in 2021 naar 52 procent in 2023.
Redactie: Thuiswerken, waarbij de medewerker geen duidelijke doelstelling heeft, leidt vroeg of laat tot achterdocht van het management. Wanneer de medewerker echter de verantwoordelijkheid voelt en zijn werk ook zijn "eigen winkel" is, maakt het niet meer uit waar het verricht wordt. Collegiaal overleg en afstemming blijft belangrijk en moet goed geregeld worden.