Administratie WKR

Datum laatste wijziging: 10 juli 2018  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Inleiding administratie
  2. Aanwijzen eindheffingsbestanddelen
  3. Naslag
  4. Bijna goed is niet goed genoeg
  5. Wordt de aanwijzigingsverplichting werkkostenregeling aangepast?

Inleiding administratie

Specifiek bezien vanuit de rol van de accountant liggen er kansen om de WKR administratief voor klanten goed in te richten, zodat er periodiek inzicht is gedurende het jaar in de kansen en risico’s rondom de WKR. De ondernemer kan dan op basis van actuele gegevens beslissen hoe de ruimte in de WKR optimaal binnen zijn bedrijf wordt benut. Tevens loopt hij geen risico’s in overschrijdingen van de vrije ruimte wat kan leiden tot onvoorziene naheffingen.

Zorg ervoor dat uit de administratie blijkt welke loonbestanddelen worden aangemerkt als eindheffingsloon. Verder moeten de toegepaste gerichte vrijstellingen en de berekening van de eindheffing uit de administratie blijken. De wijze waarop dit gebeurt, is vormvrij. Er kunnen bijvoorbeeld aparte grootboekrekeningen worden aangemaakt of kostenplaatsen. In combinatie met dashboardsoftware kan er dan eenvoudig een WKR dashboard voor de ondernemer worden ingericht. Voor die accountants die nog in pdf rapporteren op kwartaal- of maandbasis, kunnen er uiteraard ook extracomptabel in Excel registraties worden aangelegd, waarna de informatie in de rapportage wordt betrokken.

Ook zijn er inmiddels softwaretools geïntegreerd beschikbaar in administratieve pakketten die in combinatie met goede werkafspraken met de ondernemer over het boekhoudkundige proces relatief geautomatiseerd tot het gewenste inzicht kunnen leiden. (Bron: Accountancy, 7 jan. 2017)

Aanwijzen van eindheffingsbestanddelen

De Belastingdienst heeft onlangs een bepaling gepubliceerd voor een algemene aanwijzing van het eindheffingsloon, de zogeheten 'aanwijzingsverplichting'. Specifiek gaat het over de gerichte vrijstellingen en de vergoedingen en verstrekkingen die aan de 1,2% vrije ruimte worden toegewezen.

De bepaling ziet er als volgt uit: ‘[Naam inhoudingsplichtige] verklaart hierbij dat hij met ingang van […] alle tot het loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) behorende vergoedingen en verstrekkingen, dan wel terbeschikkingstellingen, voor zover niet vrijgesteld op grond van artikel 11 en volgende Wet LB, aanwijst als eindheffingsloon
Deze aanwijzing geldt niet: voor zover de omvang van de aangewezen vergoedingen en verstrekkingen in belangrijke mate groter is dan de omvang van de vergoedingen en verstrekkingen die in voor het overige overeenkomstige omstandigheden in de regel worden aangewezen; voor zover [Naam inhoudingsplichtige] het loon tot het individueel belaste loon van de werknemer heeft gerekend, dan wel binnen de onderneming op grond van de geldende arbeidsvoorwaarden had behoren te rekenen.’

NB: BDO denkt dat de algemene aanwijzingen van de Belastingdienst een vangnet (gevolgd door forse boete) vormen op het moment dat het niet helder is of de werkgever sommige posten juist heeft betiteld als eindheffingsloon voor de WKR. Daarbij gaat het om een kalenderjaar. Het Handboek Loonheffingen hanteert namelijk strikte voorwaarden. (Bron: CM, 15 jan. 2018)

Naslag 

Meer informatie is te vinden in Handboek Loonheffingen. Ga naar subrubriek Loon- en inkomstenbelasting en klik bij Handboeken Loonheffingen op het door u gewenste jaar.

Bijna goed is niet goed genoeg

Was de Belastingdienst in het begin nog soepel bij controles van de werkkostenregeling, inmiddels is dat allemaal heel anders. Ook een enkele fout kan al leiden tot boetes van tienduizenden euro’s. Dat komt vooral doordat de Belastingdienst de toepassing van de werkkostenregeling bij werkgevers steeds vaker controleert met steekproeven. Een enkele fout geboekte euro wordt dan geëxtrapoleerd naar een heel forse correctie.

Hoe groot die correctie is hangt onder meer af van de loonsom van de werkgever. Bij een loonsom van 1 miljoen euro’s bedraagt de correctie bij 1 gevonden fout al zo’n € 10.000, bij een loonsom van 4,5 miljoen euro’s zo’n € 60.000. Alle reden dus om alles te weten over de werkkostenregeling en er voor te zorgen dat uw organisatie WKR-proof is. (Bron: BDO, 2018)

Wordt de aanwijzigingsverplichting werkkostenregeling aangepast?

Staatssecretaris Snel van Financiën heeft op 28 juni 2018 antwoorden op vragen over het rapport “Evaluatie werking werkkostenregeling” naar de Tweede Kamer gestuurd.

Uit de reactie van de staatssecretaris komt naar voren dat de beoogde administratieve lastenverlichting met de werkkostenregeling (‘WKR’) in de praktijk niet wordt ervaren en dat de regeling nog steeds als complex wordt gezien. Afgezien dat werkgevers zijn gebaat bij rust op het gebied van de WKR, hebben werkgevers met de WKR meer keuzevrijheid dan onder het oude regime om vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij te geven. Daarmee is de WKR volgens de staatssecretaris toekomstbestendig. Het kabinet is wel met het bedrijfsleven in overleg over verbeterpunten. Zo wordt geopperd om de verplichting te schrappen dat gericht vrijgestelde vergoedingen en verstrekkingen aangewezen moeten worden en wordt overwogen om (weer) een normrente voor personeelsleningen in te voeren.

In de praktijk wordt het eindheffingstarief van 80% vaak als hoog ervaren. Het tarief is inderdaad hoog maar in vergelijk met de kosten wanneer de werkgever de verschuldigde loonheffingen via brutering voor zijn rekening zou nemen, valt het mee. Ook in de antwoorden wordt opgemerkt dat deze 80% in de meeste gevallen voordeliger kan zijn dan individuele verloning. Dat komt doordat bij toepassing van de eindheffing WKR niet alleen de individuele loonheffing tegen gebruteerd tarief wegvalt, maar voor de werkgever ook de gevolgen voor de premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Daarnaast zijn door de WKR toe te passen er voor de werknemer geen gevolgen voor toeslagen en inkomensafhankelijke bijdragen. (Bron: Zeker Fiscaal, 5 jul. 2018)