Variabel pensioen

Datum laatste wijziging: 17 april 2019  |  Trefwoorden: , , , ,

Inhoud

  1. Inleiding
  2. Kwetsbaar moment
  3. Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering
  4. Beleggingsperspectief
  5. Risicoperspectief
  6. Beperkte keuzevrijheid
  7. Projectierente
  8. Prudent Person-regel en Zorgplicht
  9. Verwachting
  10. Communicatie
  11. Aanpassingen
  12. Gaat mevrouw Klijnsma haar wetsvoorstel terugtrekken?
  13. Waarschuwingstekst variabel pensioen verduidelijkt
  14. Risico’s variabele pensioenproducten

Inleiding

Ongeveer 1 miljoen mensen hebben een premie- of kapitaalovereenkomst. Dit aantal neemt de laatste jaren snel toe. Op dit moment zijn deze mensen verplicht hun opgebouwde kapitaal op de pensioendatum om te zetten in een vast, gegarandeerd pensioen.
Dat moet veranderen, werknemers die pensioen opbouwen via een premie- of een kapitaalovereenkomst moeten zelf een afweging kunnen maken tussen een vast of een flexibel pensioen.

Staatssecretaris Klijnsma heeft op 23 november 2015 het wetsvoorstel 'Variabele pensioenuitkering' ingediend bij de Tweede Kamer. Klijnsma: 'Het gaat er om dat mensen zelf kunnen kiezen. Daarbij moet natuurlijk wel worden voorkomen dat er ongewenste beleggingsrisico’s worden genomen waardoor de pensioenvoorziening in gevaar kan komen.'
Het wetsvoorstel van Klijnsma biedt deze deelnemers de keuze tussen een vast pensioen, een variabel pensioen of een combinatie. Deze keuzemogelijkheid stelt deelnemers in staat zelf een afweging te maken tussen de hoogte van het pensioen en de daaraan verbonden risico’s.

Het kapitaal van mensen die kiezen voor een variabel pensioen kan na de pensioendatum voor een deel belegd blijven. Ook biedt het wetsvoorstel de mogelijkheid om bij een variabel pensioen de financiële mee- en tegenvallers in de tijd te spreiden en om risico’s collectief te delen.

Het streven is het wetsvoorstel variabele pensioenuitkering per 1 juli 2016 te laten ingaan.

Kwetsbaar moment

Het kwetsbare moment binnen de huidige beschikbare premieregeling is het moment waarop de pensioendatum is bereikt en het pensioenkapitaal in zijn geheel en ineens moet worden aangewend voor de aankoop van een levenslang, vaste pensioenuitkering. De lage rentestand van dit moment speelt daarbij een belangrijke (negatieve) rol.
Vanwege de wettelijke verplichting tot het in één keer aanwenden van het pensioenkapitaal voor de aankoop van een pensioenkomen, wordt het opgebouwde pensioenvermogen volledig naar de rentemarkt overgeheveld en is de kans op een gunstig rendement op dit vermogen geminimaliseerd. Dit heeft een drukkend effect op de hoogte van het pensioeninkomen, het zogenaamde conversierisico.

Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering

We hebben daarvoor dus een wetswijziging nodig. Via dit wetsvoorstel wordt het voor deelnemers aan een premieovereenkomst mogelijk om een variabel, risicodragend pensioen aan te kopen.
 
Als de deelnemer hiervoor kiest, varieert zijn pensioen na de pensioendatum mee met het beleggingsrisico en de ontwikkeling van de levensverwachting. Op deze wijze wordt het pensioen minder afhankelijk van de actuele marktrente op de pensioendatum.

Het kernpunt van het wetsvoorstel is dat mensen die pensioenkapitaal opbouwen via een premie- of een kapitaalovereenkomst zelf een afweging moeten kunnen maken tussen een vast pensioen of een variabel en dus risicodragend pensioen. Een risicodragend pensioen betekent in dit geval dat de hoogte van het pensioen afhankelijk is van de beleggingen. 

Beleggingsperspectief

Door het wegvallen van de garanties aan de kant van de pensioenuitvoerder kan een groter deel van het pensioenvermogen in zakelijke waarden worden belegd en kunnen die beleggingen ook na de pensioendatum worden voortgezet. Dit maakt het mogelijk een hoger beleggingsrendement te behalen en daarmee - naar verwachting - een hoger pensioenresultaat te realiseren. 

Risicoperspectief

Tegenover een hoger verwacht rendement staan ook een hoger risico voor de deelnemer met een mogelijk negatief effect op de pensioenuitkering. Een tegenvallend beleggingsrendement, maar ook een ‘negatieve’ ontwikkeling van de levensverwachting, kunnen parten gaan spelen. De verwachting is echter dat dit risico beduidend minder zal zijn, dan het nadeel van de lage rentestand van dit moment.

Beperkte keuzevrijheid

Het wetsvoorstel kadert de keuzevrijheid wel enigszins af. Deelnemers mogen namelijk in de uitkeringsfase geen onbeperkte risico’s nemen.
  • Op de pensioendatum kunnen zij de keuze maken tussen:
  • Een vast pensioen: een levenslang pensioen met zekerheid over de nominale uitkeringshoogte
  • Een flexibel pensioen: variabel, risicodragend pensioen. Bij de keuze voor een flexibel pensioen na de pensioendatum varieert de uitkering onder meer als gevolg van het beleggingsresultaat en de ontwikkeling van de levensverwachting
  • Daarnaast is een combinatie van een vaste en flexibele pensioenuitkering mogelijk. Door middel van een combinatie van een pensioen met een zekere vaste uitkering, met een deel variabel pensioen, worden de risico’s beperkt, omdat de hoogte van de uitkering aan de onderkant wordt begrensd door de vaste uitkering
De keuzemogelijkheid voor de deelnemers zorgt ervoor dat zij zelf een afweging kunnen maken tussen de hoogte van het pensioen en de daaraan verbonden risico’s. Het wordt uiteindelijk een keuze tussen zekerheid of risico’s.

Het wetsvoorstel bevat allerlei waarborgen om ervoor te zorgen dat de deelnemer geen onverantwoorde beleggingsrisico’s kan nemen en naar redelijke verwachting uitzicht blijft houden op een aanvaardbaar pensioen 

De variabele uitkering moet, net als de vaste (gegarandeerde) uitkering, levenslang zijn. Bij het vaststellen van de hoogte van de variabele uitkering moet worden uitgegaan van een zogenaamd 'projectierendement'.

Projectierente

De projectierente bepaalt de hoogte van het pensioen op de ingangsdatum en is de basis voor het verdere verloop van het pensioen. Als vuistregel geldt bij benadering dat een 1% hogere projectierente (1% extra rendement bovenop de risicovrije rente) resulteert in een stijging van het pensioeninkomen met ongeveer 11% ten opzichte van de uitkeringshoogte van een vaste uitkering.
 
Als de gerealiseerde beleggingsrendementen overeenkomen met de veronderstelde projectierente, dan kan dit hogere uitkeringsniveau worden volgehouden. Wanneer de projectierente echter te hoog wordt vastgesteld, zal het pensioen in de loop der jaren regelmatig naar beneden moeten worden bijgesteld. 
 
De projectierente moet realistisch zijn met als doel om de deelnemer te beschermen tegen kortzichtigheid of een te groot optimisme. Een hogere projectierente (de prognose), als gevolg van een risicovoller beleggingsprofiel, resulteert bij aanvang in een hoger pensioen, maar ook in een hoger risico op een lager pensioen op hogere leeftijd. De projectierente wordt daarom gebaseerd op wettelijke parameters. 

Prudent Person-regel en Zorgplicht

Op grond van artikel 135 van de Pensioenwet moet een pensioenfonds een beleggingsbeleid voeren dat in overeenstemming is met de "prudent person" regel. Dat betekent dat een pensioenfonds zich bij het beleggingsbeleid gedraagt als een goed huisvader en handelt in het belang van de pensioengerechtigde.
 
Pensioengerechtigden krijgen gedurende de uitkeringsperiode geen mogelijkheid om bij de uitvoering van variabele uitkeringen de verantwoordelijkheid voor de beleggingen over te nemen, zoals in de opbouwfase wel mogelijk was. De pensioenuitvoerder draagt hiervoor de verantwoordelijkheid voor het beleggingsbeleid. De pensioenuitvoerder moet er wel voor zorgen dat voor de pensioengerechtigde een beleggingsprofiel wordt gehanteerd dat passend is gezien diens risicoprofiel. (leeftijd, gezondheid, levensstijl en levensverwachting??) Het beleggingsbeleid dat gevoerd wordt bij een variabele pensioenuitkering moet dus aansluiten bij de resterende levensverwachting van de betreffende pensioengerechtigde.

Verwachting

De verwachting is dat het wetsvoorstel per 1 juli 2016 doorgang zal vinden. De eerste verzekeringsvoorstellen zullen medio dit jaar opvraagbaar zijn. Het is goed dat werknemers met pensioen in zicht zich zo goed mogelijk oriënteren. Meer keuzemogelijkheid is mooi, maar tegelijkertijd wordt het er niet makkelijker op. Los van de eigen verantwoordelijkheid aan de kant van de werknemer, zal de werkgever op zijn minst moeten zorgdragen voor deskundige begeleiding van zijn werknemers met ‘pensioen-in-zicht’.

Communicatie

In het wetsvoorstel zijn aanvullende communicatieverplichtingen voor pensioenuitvoerders opgenomen met betrekking tot het verstrekken van informatie over de variabele uitkering en het keuzerecht voor een variabele of vaste uitkering. De pensioenuitvoerder moet informatie verstrekken over de relevante gevolgen en risico’s bij een variabele pensioenuitkering, waaronder de opgave van de hoogte van de variabele pensioenuitkering. De regering acht het van belang dat deelnemers een weloverwogen keuze kunnen maken tussen een variabele of een vaste uitkering.

De beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel is 1 juli 2016. De wetgever stelt voor om de effecten van het wetsvoorstel drie jaar na inwerkingtreding te evalueren.

Aanpassingen

Wanneer het wetsvoorstel is goedgekeurd zal HR-kiosk deze rubriek verder toelichten door onze pensioendeskundigen en eventueel aanpassen.

Gaat mevrouw Klijnsma haar wetsvoorstel terugtrekken?

Wordt, voor de inkt droog is, het wetsontwerp al weer ingetrokken? Ja, daar lijkt het wel op. Het gaat om een mogelijke samenvoeging van het initiatiefvoorstel van Tweede Kamerlid Lodders 'Wet uitbetaling pensioen in pensioeneenheden' ; met haar wetsvoorstel 'Wet variabele pensioenuitkering'. Staatssecretaris Klijnsma volgt de wens van de Tweede Kamer haar wetsvoorstel te integreren met het initiatiefvoorstel-Lodders. Indien de Tweede Kamer het initiatiefvoorstel aanvaardt, zal het wetsvoorstel variabele pensioenuitkering door Klijnsma worden ingetrokken. Er wordt nog overlegd, rond 1 maart a.s. moet de knoop worden doorgehakt.

Red: Het geheel komt wat knullig over.

Waarschuwingstekst variabel pensioen verduidelijkt

Pensioenuitvoerders die bij variabele pensioenuitkeringen een spreidingsperiode voor financiële mee- en tegenvallers hanteren die langer loopt dan 5 jaar, moeten deelnemers vooraf expliciet gaan informeren over de risico’s daarvan. Staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft samen met toezichthouders AFM en DNB een standaard waarschuwingstekst opgesteld. De tekst luidt als volgt:

“De ontwikkeling van uw pensioen hangt af van economische omstandigheden. We spreiden financiële meevallers en tegenvallers over een aantal jaren om uw pensioen zo stabiel mogelijk te houden. Bij een spreidingsperiode van meer dan vijf jaar en grote of langdurige financiële tegenvallers loopt u een verhoogd risico dat uw pensioen op langere termijn flink wordt verlaagd.”

Op het moment dat iemand een offerte aanvraagt voor een variabele uitkering moeten pensioenuitvoerders deze waarschuwing uiten. Klijnsma laat dit vastleggen in een algemene maatregel van bestuur die per 2018 van kracht wordt. (Bron: AMweb, 11 jul. 2017)

Risico’s variabele pensioenproducten

Onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) - gepubliceerd op 11 april 2019 - wijst uit dat de invulling van de Wet verbeterde premieregeling (Wvp) nog te wensen overlaat. Met name worden de risico's door de deelnemers vaak onderschat. Bij de Wvp moeten deelnemers kiezen tussen een vaste en een (deels) variabele uitkering. Bij de variabele uitkering wordt een deel van het opgebouwde kapitaal belegd om daarmee meer pensioen te ontvangen, maar het kan op termijn ook lager uitvallen.

Volgens de AFM wordt er nog niet veel gebruik gemaakt van de verruimde mogelijkheden voor variabele uitkeringen, wel groeit het aantal gebruikers in ras tempo. Meer keuzevrijheid is een belangrijk thema in de discussie over herziening van het pensioenstelsel. De AFM wil voorkomen dat risico's nog groter worden waardoor de problemen zich opstapelen. De betrokken 22 onderzochte pensioenfondsen hebben toegezegd eraan te werken de keuzebegeleiding van deelnemers te zullen verbeteren.

NB: Het Verbond van Verzekeraars wil met de wetgever en toezichthouder in gesprek over een switchmogelijkheid van variabel pensioen naar vast. Dat schrijven de verzekeraars d.d. 17 april 2019 in een position paper* over de Wet verbeterde premieregeling. Ze kondigen ook aan hun communicatie over variabel pensioen te standaardiseren.

* Position paper: Gepubliceerd document waarmee een organisatie haar visie op bepaalde vraagstukken geeft.