Afstandsverklaring

Datum laatste wijziging: 29 maart 2017  |  Trefwoorden: ,

Inhoud

  1. Inleiding
  2. Overeenkomst
  3. Veranderen van werkgever
  4. Inhoud afstandsverklaring
  5. Toelichting afstandsverklaring

Inleiding

Het komt voor dat werknemers afstand willen doen van deelname aan de pensioenregeling die hen wordt aangeboden. Veel werkgevers accepteren dat niet. De laatste jaren wordt daarbij steeds vaker de Pensioenwet als excuus aangehaald. Ten onrechte. Afstand doen van pensioen is nog steeds mogelijk, de Pensioenwet zegt namelijk niets over afstandsverklaringen en ook uit andere wetgevingen blijkt geen verbod. Anders is het als de werkgever een arbeidsovereenkomst met daarin een pensioenaanbod met de werknemer wil sluiten.

Overeenkomst

Als de werknemer het aanbod niet (volledig) aanvaard, dient ter bescherming van de positie van de werkgever en de werknemer een afstandsverklaring te worden opgesteld. Misschien is het beter om geen afstandsverklaring maar een afstandsovereenkomst op te stellen. Een verklaring is immers eenzijdig en kan door de werknemer weer worden ingetrokken.

In het kader van de Pensioenwet komen afstandsverklaringen niet vaak voor. Als de werknemer (denk aan parttime werknemers en oproepkrachten) toch vrij is al of niet aan de bedrijfspensioenverzekering deel te nemen en hij er voor kiest zich hiervoor niet te verzekeren, dan moet hij zijn keuze schriftelijk vastleggen in een zogeheten afstandsverklaring of afstandsovereenkomst. Laat men dit achterwege dan kan de werknemer achteraf stellen dat hij toch aan de pensioenregeling deelnam.

Veranderen van werkgever

Verandert de werknemer van werkgever, dan komen afstandsverklaringen vaker voor. De werknemer moet binnen zes maanden beslissen of hij aan de nieuwe pensioenregeling wenst deel te nemen.

Niet alleen de werknemer dient schriftelijk aan te geven dat hij afstand doet. Ook een eventuele partner en meerderjarige kinderen dienen schriftelijk akkoord te gaan. Een partner verkrijgt immers ook rechten uit een pensioenregeling. (Bron: Nationaal Pensioenweblog 2009)

Inhoud afstandsverklaring

In de afstandsverklaring worden vaak zaken opgenomen als:
  • de concrete gevolgen van het afstand doen van pensioenaanspraken, met name in geval van overlijden en arbeidsongeschiktheid;
  • hoewel er geen werkgeverspremie aan de pensioenverzekeraar wordt betaalt, ontvangt de werknemer hiervoor geen compensatie;
  • de werknemer wordt erop gewezen dat latere financiële nadelen voor zijn risico en rekening zijn als de verzekeraar bij latere deelname aanvullende medische waarborgen stelt en er aanvullende verzwarende verzekeringsvoorwaarden zullen gelden;
  • de werknemer wordt geïnformeerd over wijzigingen van de pensioenregeling en krijgt alsdan het aanbod tot deelname.

Toelichting afstandsverklaring

Door het tekenen van een afstandsverklaring wordt voorkomen dat de werkgever in de toekomst geconfronteerd wordt met de werknemer die dan alsnog aangeeft recht te menen kunnen ontlenen aan de eerder gedane pensioentoezegging, of nog erger, door de nabestaanden van de werknemer.

Veel verzekeraars weigeren overigens mee te werken aan het doen van afstand van pensioenrechten. Redenering: de PensioenWet staat het niet toe.
Al snel werd, ook voor verzekeraars, duidelijk dat de PensioenWet zelf geen grond biedt voor het niet toestaan van een afstandsverklaring. Toen dat duidelijk werd, verwees menig verzekeraar naar jurisprudentie die de verzekeraar toch verplichtte tot het doen van pensioenuitkeringen, ondanks dat een afstandsverklaring met de werknemer op juiste wijze overeengekomen was.

Het lijkt erop dat deze verzekeraars met het verwijzen naar deze jurisprudentie doelen op een oordeel van de Commissie Gelijke Behandeling (1996-107, PJ 1999/43). In dit oordeel stond echter onderscheid naar geslacht centraal: in de betreffende zaak werd (alleen) aan vrouwen een afstandsverklaring voorgelegd.

Of op een uitspraak van het Hof in Amsterdam (JAR 1995/93) waar deze aangaf dat pensioen niet mag worden afgekocht en dat er dus geen afstand van kan worden gedaan. Beide uitspraken zien dus op een andere situatie dan het louter afstand willen doen van pensioenaanspraken door middel van een afstandsverklaring.
Volgens de PensioenWet geldt contractsvrijheid. Het aangaan van pensioen is daarmee gebaseerd op het in Boek 6 Burgerlijk Wetboek geldende “aanbod en aanvaarding”. Omdat de basis van de pensioenovereenkomst aanbod en aanvaarding is zou een afstandsverklaring dus nog steeds mogelijk moeten zijn:
  • De werkgever doet een aanbod tot pensioen (artikel 7 PensioenWet).
  • Door aanvaarding van dit aanbod door de werknemer komt een pensioenovereenkomst tot stand (artikel 6:217 Burgerlijk Wetboek).
Als een werknemer het aanbod van de werkgever weigert, komt er dan ook geen pensioenovereenkomst tot stand. Daarmee doet de werknemer afstand van pensioen, wat in een afstandsverklaring wordt vastgelegd.

Er kunnen wel andere, contractuele redenen zijn waarom door de verzekeraar geen afstandsverklaring wordt geaccepteerd. Het kan zijn dat een werkgever zich tegenover de verzekeraar heeft verplicht dat alle werknemers die recht hebben op deelname aan de pensioenregeling in de pensioenregeling moeten worden opgenomen.
In dat geval kan een bizarre situatie ontstaan: tussen de werkgever en de werknemer komt geen pensioenovereenkomst tot stand maar de werkgever is op grond van de afspraken met de verzekeraar wel premieplichtig naar de verzekeraar toe voor de werknemer.

Al met al is een afstandsverklaring een heftige zaak waar praktische haken en ogen kunnen zitten, maar waar in veel gevallen de gevolgen verstrekkend kunnen zijn. Verzekeraars zijn er niet happig op en sluiten de mogelijkheid vaak uit in het contract met de werkgever. Mocht een werknemer afstand willen doen van pensioen, dan doet de werkgever er verstandig aan zich goed te laten informeren over de mogelijkheden en de consequenties. En uiteraard heeft de werkgever daarna de schone taak om deze duidelijk te communiceren naar de werknemer.

Deze tekst is gedeeltelijk overgenomen van een publicatie op 2 maart 2009 door Gerrit-Jan Doorneweerd




Ga terug naar Pensioen (inleiding).