Zware beroepen

Datum laatste wijziging: 19 oktober 2020  |  Trefwoorden: , , , ,

Inhoud

  1. Nederland
  2. Oostenrijk
  3. België
  4. Duitsland
  5. Europese landen
  6. Commentaar
  7. De vervuiler betaalt
  8. Koolmees en Pinto op stap
  9. Zware beroepen-regeling voor Afbouw

Nederland

Nederland kent geen lijst met zware beroepen. Er is diverse keren over gesproken, maar dat leverde geen resultaten op.

Wat is een zwaar beroep? Is in de bouw werken een zwaar beroep? Ja, als iemand veel moet tillen. Nee, als iemand voornamelijk zittend arbeid verricht. En misschien, als iemand voor de helft van de tijd moet tillen en de ander helft achter de werktafel zit.

Komt bij dat sommige mensen een bepaalde functie zwaarder vinden dan anderen. Het werk van een verpleegster op de eerste hulp is qua belasting en stress anders dan het werk van een verpleegkundige in een verzorgingstehuis. Maar is de functie verpleegster ook zwaarder dan de verpleegkundige, of andersom, of gelijk?

Een andere benadering is het meten van de zwaarte van een functie c.q. objectieve criteria gebruiken om een zwaar beroep te definiëren. En dit zou ook moeten geschieden voor beroepen met mentaal belastend werk. Of deze werkwijze breed wordt geaccepteerd, valt te bezien.

Redactie: Zware beroepen worden steeds weer aangehaald wanneer het gaat om de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Niet alleen dat het een voortdurende discussie oplevert wat de definitie is van een zwaar beroep, maar wanneer moet je dat zware beroep hebben uitgeoefend? De laatste jaren voor je pensioen? Je hele arbeidzame leven of telt ook de 30 jaren mee, die je voorafgaande aan de 10 jaren van een "licht" beroep voor je pensioen hebt gewerkt? Lees ook de brief van Kamp met een duidelijke toezegging, waardoor er in 2011 een Pensioenakkoord kwam.

NB: Zie ook subparagraaf "Zware beroepen eerder met pensioen".

Oostenrijk

Oostenrijk kent sinds 2007 een speciaal zwareberoepenpensioen. Oostenrijkse ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft criteria opgesteld om te zien wanneer iemands beroep als lichamelijk of geestelijk zwaar belastend is. Welke werkzaamheden zijn dat?
  • Werken in wisselende diensten (minimaal zes nachtdiensten per maand)
  • Werken in hitte, kou of onder gevaarlijke omstandigheden (bedienen van zware machines of duikwerkzaamheden)
  • Werknemers in de gehandicaptenzorg en verpleegkundigen in de palliatieve zorg vallen onder zware beroepen.
  • Fysiek zwaar werk. Hiervoor is een meetbare regeling gekozen door het aantal verbrande kilocalorieën per werkdag meten. Voor mannen moeten dat er minstens 2000 per werkdag zijn, voor vrouwen 1400.
Op de Oostenrijkse lijst staan zo'n 180 beroepen die eerder met pensioen kunnen.

België

De christelijke en liberale vakbonden sloten 23 mei 2018 een akkoord af met pensioenminister Daniel Bacquelaine over wie wel dan niet een zwaar beroep uitoefent bij de overheid. Wie een zwaar beroep uitoefent, zal ofwel vroeger op pensioen kunnen of een hoger pensioen krijgen. Dat akkoord omvat ook een lijst met zware beroepen, die voor de vakbonden te nemen of te laten is. De zware beroepen worden naar zwaarte in vier categorieën ingedeeld.

De beroepen die op de lijst - inclusief de helft van alle overheidsberoepen* - staan zijn onder meer:
  • Zwaarte coëfficiënt 1: Veiligheidsagenten, Bosarbeiders en Leerkrachten lager en middelbaar onderwijs
  • Zwaarte coëfficiënt 2: Rijdend personeel stads- en streekvervoer, Postbodes en Kleuteronderwijzers
  • Zwaarte coëfficiënt 3: Afval ophalers, Gevangenisbewakers en Burgerpersoneel Defensie
  • Zwaarte coëfficiënt 4: Militairen, Zeeloodsen en Politie- en hulpagenten
* De minister wees er op dat al snel wordt vergeten dat de bestaande uitzonderingsregimes voor ambtenarenpensioenen worden afgeschaft, waar vandaag nog 65 procent van de ambtenaren onder vallen. 

Duitsland

Vanaf 2012 verhoogt Duitsland jaarlijks de pensioenleeftijd van het staatspensioen. In het Duitse systeem is het mogelijk om na 45 dienstjaren met (vervroegd) pensioen te gaan zonder te worden gekort op de pensioenuitkering. Iemand die op zijn twintigste jaar is gaan werken, kan dus op zijn vijf en zestigste jaar met staatspensioen.

Duitsland heeft niet gekozen voor het vaststellen van zware beroepen. Daarentegen hanteert men een koppeling met het arbeidsverleden. De rechtvaardiging hiervoor is dat over het algemeen laagopgeleide mensen een (fysiek) zwaar beroep hebben en vaak op jonge leeftijd zijn gaan werken. Ook heeft men berekend dat laagopgeleide werknemers circa zes jaar korter leven dan hoogopgeleide werknemers, waardoor ze korter het staatspensioen ontvangen.

Europese landen

Kort samengevat:

  • Wat onder een 'zwaar beroep' moet worden verstaan, is per land verschillend. In sommige landen worden ook beroepen om historische, culturele of andere redenen op de lijst van zware beroepen geplaatst. Landen met beroepenlijsten zijn Bulgarije, Estland, Griekenland, Italië, Kroatië, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje.
  • Landen als Finland, Frankrijk, Oostenrijk en Polen kennen geen beroepenlijsten. Hier worden objectieve criteria gebruikt om een zwaar beroep te definiëren. Naast beroepen met fysiek zwaar werk, worden ook beroepen met mentaal belastend werk op de lijst geplaatst.
  • Het aantal jaren dat de werknemer eerder met pensioen kan gaan, is heel divers. Twee jaar (Finland en Frankrijk), vijf jaar (Oostenrijk en Polen) tot zelf 13 jaar.
  • De werknemer moet als regel 10 tot 15 jaar in een zwaar beroep hebben gewerkt, om in aanmerking te komen voor de vervroegde uittreding.
  • Nederland is niet het enige land in Europa dat geen erkenning van zware beroepen kent. Andere landen zijn Duitsland, Denemarken, Ierland, Malta, Verenigd Koninkrijk en Zweden.

Commentaar

Mensen met een laag inkomen moeten fiscaal gefaciliteerd worden om eerder met pensioen te gaan. Dat is een betere oplossing dan het bevriezen van de AOW-leeftijd voor mensen met zware beroepen. Lees 'Flexibel met pensioen', Februari 2019

De vervuiler betaalt

Oplossingen voor het probleem dat mensen in specifieke (zware) beroepen de AOW-leeftijd niet halen, moeten in beginsel binnen de sector worden gezocht, aldus Netspar, februari 2019. Het voordeel daarvan is dat de ‘vervuiler’ betaalt en dus ook prikkels heeft om het probleem aan te pakken.
Enerzijds moeten er voldoende prikkels zijn om de zwaarte van een beroep te beperken, voor alle werknemers (robotisering etc.) en in sommige gevallen ook specifiek voor oudere werknemers (minder werken in nacht- en ploegendienst). Anderzijds kunnen op sectorniveau afspraken worden gemaakt over regelingen via de tweede pijler die (geleidelijke) uittreding voor de AOW-leeftijd mogelijk maken (maatwerkregelingen op sectorniveau).

Koolmees en Pinto op stap

Minister Koolmees gaat in 2019 een dagje meelopen met vuilnisman Carlos Pinto, die wil laten zien dat zijn baan te zwaar is om tot 67 jaar en drie maanden door te werken. Pinto stelde voor een dag van baan te ruilen, maar dat ging Koolmees toch te ver.

Pinto is lid van de FNV en heeft in het referendum "een dikke nee" gestemd.

NB: Zie ook subparagraaf "Zware beroepen eerder met pensioen".

Zware beroepen-regeling voor Afbouw

Vanaf 1 januari 2021 kunnen afbouwwerknemers (geen uta) die vallen onder de cao Afbouw (incl. natuursteen) maximaal 3 jaar vóór de AOW-leeftijd stoppen met werken. Deze cao-afspraak noemen we de ‘zware beroepenregeling’.

Regeling in het kort
  • De werknemer die fysieke arbeid in de afbouw verricht, kan drie jaar voor het ingaan van de AOW-leeftijd stoppen met werken. Vanaf dat moment krijgt hij een uitkering van het O&O-fonds tot zijn pensioen.
  • Instromen in de regeling kan van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025.
  • De hoogte van de uitkering is maximaal € 21.200 bruto per jaar.
  • Het kan zijn dat een werknemer afgelopen jaren extra pensioen heeft opgebouwd. Dat is de zogenaamde 55min-regeling om de afschaffing van vroegpensioen te compenseren. Bij het bepalen van de hoogte van de uitkering wordt rekening gehouden met de inzet van deze 55min-rechten.
  • Recht op deelname aan de regeling geldt voor alle werknemers die in de periode van vijftien jaar voorafgaand ten minste tien jaar hebben gewerkt in de afbouw. Perioden van maximaal 6 maanden niet gewerkt tellen als gewerkt. Of zij moeten ten minste 45 jaar in de bouwsector hebben gewerkt. Uta-jaren tellen niet mee.
  • De regeling geldt niet voor het uta-personeel.
(Bron: FNV, 14 okt. 2020)

NB: Zie ook subparagraaf "Zware beroepen eerder met pensioen".