Gedeeltelijk ontslag

Datum laatste wijziging: 3 juni 2017  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Situatie tot 2011
  2. Ontsnappingsclausule
  3. Vaststellingsovereenkomst met minder uren
  4. Veranderingen vaststellingsovereenkomst vanaf 1 juli 2015

Situatie tot 2011

Tot 2011 kon een organisatie - getroffen door financiële malaise - bij het UWV (vroeger CWI geheten) een (gedeeltelijke) ontslagvergunning aanvragen. Nadat het UWV de vergunning heeft afgegeven, vroeg de werkgever een WW-uitkering voor de verkorte uren aan. De werkgever kon vervolgens besluiten het nieuwe (lagere) inkomen gedurende een aantal maanden aan te vullen tot het oorspronkelijke salaris.

Ontsnappingsclausule

Deeltijdontslag bestaat officieel niet. Het komt echter geregeld voor dat werknemers ‘voor de helft’ worden ontslagen. Met of zonder toestemming van het UWV. Dat blijkt volgens de Volkskrant uit een rondgang van de krant langs juristen en vakbondsbestuurders. Vakbonden en het UWV willen over het algemeen niet aan deeltijdontslag meewerken. Het UWV heeft geen gegevens over het aantal werknemers dat deeltijdontslag krijgt. Het fenomeen bestaat officieel dan ook niet.

Hoewel het UWV landelijk afwijzend tegenover deeltijdontslag staat, kregen het afgelopen jaar twee kinderopvangorganisaties toch toestemming. December 2012 mocht de Amsterdamse kinderopvangorganisatie IJsterk van het UWV tientallen medewerkers in de naschoolse opvang deeltijdontslag verlenen aldus de VK. Volledig ontslag, waarbij per leeftijdsgroep de werknemers met het kortste dienstverband zouden moeten opstappen, zou tot ingrijpende personeelsverschuivingen leiden, aldus de werkgever. Het regionale UWV-kantoor liet zich van deze onvermijdelijkheid overtuigen.

Een andere kinderopvangorganisatie in de Randstad kreeg van het regiokantoor om die reden in april 2013 een vergunning voor deeltijdontslag van tientallen medewerkers. Een situatie waarbij het bedrijfsbelang in het geding komt biedt dan een ontsnappingsclausule.

Vaststellingsovereenkomst met minder uren

Aangezien het UWV meestal afwijzend tegenover deeltijdontslag staat, kiezen werkgevers vaker voor vrijwillig inleveren van uren. Werknemers krijgen dan de vraag voorgelegd in te stemmen met een vaststellingsovereenkomst met minder uren. Volgens Hans Wijers, bij de Abvakabo bestuurder voor de sectoren welzijn, kinderopvang en jeugdzorg komt dit vaak voor en op basis van gedwongen vrijwilligheid. “Werknemers werken soms liever een paar uur minder dan dat ze het risico lopen hun baan te verliezen”, aldus de bestuurder in de VK.
(Bron: HR Praktijk, 23 dec. 2013)

500 medewerkers busbouwers VDL met deeltijdontslag


Ruim vijfhonderd medewerkers van twee busproducenten van de VDL Groep gaan met deeltijdontslag. De medewerkers, van VDL Bus Modules BV en VDL Bus Valkenswaard BV, worden ontslagen en komen voor 60 procent terug in dienst. Volgens de Brabantse bussenbouwer is deze maatregel nodig om de economische crisis door te komen. De vraag naar touringcars in Europa is met meer dan 30 procent gedaald.

Hoewel met de ondernemingsraden overeenstemming is bereikt, zijn de vakbonden minder tevreden. De regeling is met te veel onzekerheden omgeven, vindt Suat Koetloe van De Unie. 'Bij deeltijd-WW, een crisismaatregel die in 2008 werd ingezet, bleven de mensen in dienst, nu moeten ze ontslag nemen. Daarbij vragen we ons af of mensen terug kunnen naar hun oude functie als de situatie verbetert. Dat was de vorige keer beter geregeld.'

Een woordvoerder van uitkeringsinstantie UWV erkent dat de medewerkers een risico nemen. 'Maar dat is begrijpelijk, want ze houden op deze manier wel werk.' Het UWV gaat streng toezien op naleving van de sollicitatieplicht, zegt de woordvoerder. 'Voor de weggevallen uren moeten de medewerkers wel op zoek naar iets anders. Dit kan geen manier zijn waarop werkgevers gemakkelijk van mensen afkomen en de overheid voor de kosten, de WW, opdraait.' (Bron: Volkskrant / Nanda Troost, 8 mei 2013)

Veranderingen vaststellingsovereenkomst vanaf 1 juli 2015

Per 1 juli 2015 heeft bijna iedere werknemer die wordt ontslagen via opzegging of ontbinding door de kantonrechter recht op een transitievergoeding*, zie deze subrubriek. In de wet is geen recht op een transitievergoeding geregeld voor werknemers die met een vaststellingsovereenkomst vertrekken. Verwacht wordt dat werkgever en werknemer, voordat zij een vaststellingsovereenkomst aangaan, onderhandelen over een ontslagvergoeding. Zij kunnen de regels over de hoogte van de transitievergoeding als uitgangspunt nemen, ook kunnen zij een hogere of lagere ontslagvergoeding overeenkomen.

* De maximale hoogte van de transitievergoeding wordt vermeld in subrubriek Transitievergoeding (tabellen).

Bij wet zijn wel de volgende bepalingen per 1 juli 2015 van kracht:
  • de vaststellingsovereenkomst kan alleen nog schriftelijk worden overeengekomen;
  • de werknemer heeft de mogelijkheid om na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst gedurende twee weken de vaststellingsovereenkomst te ontbinden door een schriftelijke verklaring gericht aan de werkgever. De werknemer kan dat doen zonder opgaaf van redenen;
  • de werkgever moet de werknemer via de vaststellingsovereenkomst schriftelijk informeren over de twee weken bedenktijd. Doet werkgever dat niet, dan bedraagt de bedenktijd drie weken;
  • als de vaststellingsovereenkomst binnen de bedenktijd wordt ontbonden en er wordt binnen 6 maanden een nieuwe vaststellingsovereenkomst gesloten, dan geldt de bedenktijd niet voor de tweede vaststellingsovereenkomst.