Wetten

Datum laatste wijziging: 15 februari 2018  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Uitzendbeding
  2. Waadi
  3. Wettelijke verplichtingen
  4. Algehele registratie
  5. Uitzendbureaus vervalsen certificaat
  6. Veiligheid en gezondheid
  7. Europese wetgeving
  8. Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
  9. Wet Werk en Zekerheid
  10. Beleidsregels boeteoplegging WAADI aangepast
  11. Herinvoering uitzendvergunning?
  12. Regeldruk uitzendbranche drie keer hoger dan gemiddeld
  13. VVD wil ruim baan voor ZZP-er en uitzendkracht
  14. Boetenormbedragen Waadi-registratie onvoldoende gedifferentieerd

Uitzendbeding

Het arbeidscontract met een uitzendkracht is een bijzondere overeenkomst. Het bijzondere zit met name in het feit dat de werknemer zijn arbeid niet verricht voor zijn formele werkgever, maar door die werkgever, het uitzendbureau, bij een derde te werk wordt gesteld, zie ook BW art. 691.

De regels die in de arbeidsovereenkomst zijn opgenomen duidt men aan onder noemer uitzendbeding. De regels gaan onder meer over het schriftelijk sluiten van de overeenkomst, het werk in fasen (zie onder), beëindiging van de overeenkomst et cetera.

Waadi

Het uitzendbureau moet voldoen aan bepalingen uit de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (Waadi of Waai), enkele bepalingen van deze wet:
  • uitgezonden werknemers hebben recht op een gelijke behandelingsnorm ten aanzien van loon en in de Waadi genoemde arbeidsvoorwaarden ten opzichte van werknemers die in dezelfde/vergelijkbare functies werkzaam zijn bij de inlener¹;
  • het is een uitzendorganisatie niet toegestaan om medewerkers ter beschikking te stellen, terwijl niet bekend is waar, welke arbeid en onder wat voor arbeidsomstandigheden het werk wordt verricht. Daarnaast dient de uitzendorganisatie op de hoogte te zijn van de beroepskwalificaties die er voor dat werk nodig zijn;
  • het ter beschikking stellen van uitzendkrachten is niet toegestaan als de opdrachtgever te maken heeft met een staking, uitsluiting of bedrijfsbezetting.
¹ Deze bepaling lijkt sterk op het recht dat werknemers van een payroll bedrijf hebben, zie subrubriek Shared Service Centre

Met ingang van 15 april 2003 is de Waadi aangepast, uitzendbureaus hebben niet langer een vergunning nodig om uitzendkrachten ter beschikking te stellen. Ook de maximum uitzendtermijn van zes maanden is afgeschaft.

Wettelijke verplichtingen

  • uitzendbureaus moeten zich bij een Kamer van Koophandel (KvK) laten registreren²;
  • overheidsinstanties, zoals de Belastingdienst, zijn verplicht de KvK's te melden als zij merken dat een uitzendbureau niet of niet juist is geregistreerd;
  • de KvK's zijn verplicht de informatie over geregistreerde uitzendbureaus wekelijks door te geven aan de Stichting Normering Arbeid (SNA);
  • de SNA kan uitzendbureaus benaderen om het certificaat NEN 4400-1 voor Nederlands uitzendwerk of NEN 4400-2 voor buiten Nederland gevestigde uitzendbureaus aan te vragen;
  • de gecertificeerde uitzendbureaus komen in het register van de SNA, dat bedrijven online kunnen inzien, zodat bedrijven bij twijfel kunnen nagaan of zij te maken hebben met een bonafide uitzendbureau.
² De KvK heeft een tool – de WAADI-check – ontwikkeld waarmee de werkgever kan zien of het bureau waarvan personeel wordt ingeleend met een correcte beschrijving is geregistreerd in het Handelsregister.

Algehele registratie

Alle uitzendbureaus moeten vanaf 2012 in het handelsregister zijn geregistreerd als uitlener van personeel. Doen zij dit niet dan krijgen zij een boete. Dat geldt ook voor bedrijven die werknemers inlenen via niet-geregistreerde uitzendbureaus. Dat heeft het kabinet in mei 2011 besloten op voorstel van minister Henk Kamp (Sociale Zaken). De minister kondigde begin dit jaar al de registratieplicht voor uitzendbureaus aan. Hij hoopt zo malafide koppelbazen die veelal arbeidsmigranten uitbuiten, aan te pakken.

De wet inzake de registratieverplichting voor uitzendbureaus is in juli 2012 ingegaan. De wet maakt onderdeel uit van een totaalpakket aan maatregelen om fraude³ en illegaliteit binnen de uitzendbranche terug te dringen. Zo stelt het wetsvoorstel dat uitzendbureaus als uitzendbureau in het Handelsregister geregistreerd moeten staan. Wanneer er geen inschrijving is gedaan, bedraagt de boete de eerste keer € 12.000 per werknemer, bij herhaling € 24.000 per werknemer en bij een derde overtreding € 36.000 per werknemer. De Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) gaat de registratieverplichting controleren en zal boetes kunnen opleggen. Ook de bedrijven die personeel inhuren via een niet geregistreerd uitzendbureau worden beboet.

Uitzendbureaus vervalsen certificaat

Sommige malafide uitzendbureaus maken gebruik van valse certificaten. De Inspectie SZW adviseert bedrijven om te controleren of hun uitzendbureau werkelijk door de Stichting Normering Arbeid (SNA) gecertificeerd is. Anders kan het ze veel geld kosten. (Bron: Inspectie SZW, 5 sep. 2013)

³Zie ook subrubriek Fraude.

Veiligheid en gezondheid

De Arbo-verantwoordelijkheid voor de veiligheid en gezondheid van de uitzendkracht ligt deels bij de werkgever en deels bij het uitzendbureau:
  • ziekte: de inlenende werkgever hoeft de uitzendkracht niet te begeleiden bij ziekte. Ook hoeft hij het loon niet door te betalen. Het uitzendbureau en het UWV zijn hier verantwoordelijk voor;
  • ongevallen: de inlenende werkgever is verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid van de uitzendkracht. Het bedrijf moet uitzendkrachten behandelen alsof het zijn eigen werknemers zijn en dient voor een goede en veilige werkomgeving te zorgen.
Meer hierover is te vinden op de site van Stichting Arbo Flexbranche.

Europese wetgeving

Uitzendkrachten in de Europese Unie krijgen vanaf de eerste dag dat ze bij een bedrijf werken dezelfde rechten als de vaste werknemers. Het gaat bijvoorbeeld om salaris, zwangerschapsverlof, toegang tot de kantine en opleidingen, vakantiedagen en doorbetaling bij ziekte. Het Europees Parlement heeft op 22 oktober 2008 ingestemd met de uitzendrichtlijn daartoe waar de EU-landen het eerder al over eens waren geworden.

De uitzendrichtlijn garandeert een gelijke behandeling van uitzendwerkers wat betreft arbeidsomstandigheden - loon, verlof, opleidingen, doorbetaling bij ziekte, maximaal 48 werkuren per week, et cetera - vergeleken met vergelijkbare werknemers in het bedrijf waar de uitzendwerker te werk is gesteld.

Uitzonderingen op de gelijke arbeidsvoorwaarden zijn mogelijk via overleg tussen de sociale partners. Ze kunnen dan de gelijke rechten met bijvoorbeeld twaalf weken opschorten, wat Groot-Brittannië wil.

Voor Nederland heeft het besluit weinig gevolgen. De rechten van uitzendkrachten, vastgelegd in een eigen CAO, waren al lang dezelfde rechten als werknemers. Niettemin, waren er twee wetswijzigingen voor nodig die dit mogelijk moeten maken: 'Wijziging Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met invoering registratieplicht in het handelsregister voor uitzendbureaus' en 'Wijziging Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs in verband met implementatie Richtlijn uitzendarbeid'.

Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag

Vanaf 1 maart 2012 zijn de wettelijke mogelijkheden om de toepassing van Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) door de Inspectie SZW te controleren verruimd. Ook inleners van personeel (opdrachtgevers) en indirect ook uitleners, zoals uitzend- en detacheringsbureaus, worden voortaan bij de controles betrokken. De controles kunnen worden voorkomen als een uitzendbureau door de overheid is gecertificeerd volgens de NEN-4400 normering. Of dit zo is, kan bij de Stichting Normering Arbeid (SNA) opgevraagd (zie boven).

Wet Werk en Zekerheid

Een uitzendbeding is nu geldig gedurende de eerste 26 weken waarin de werkzaamheden worden verricht. In de wet is verder opgenomen dat het beding niet verder mag worden verlengd dan tot 78 weken (dit in op dit moment als van toepassing binnen de ABU-CAO). Na 78 weken krijgen uitzendkrachten aanspraak op een tijdelijk contract en een grotere inkomenszekerheid. Zie deze subrubriek.

Beleidsregels boeteoplegging WAADI aangepast

Het beleid voor boeteoplegging op grond van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) is aangepast voor zelfstandigen met een BV. De maatregel voorkomt boeteoplegging aan een zelfstandige die zich via zijn eigen bv uitleent aan een derde, maar wiens bv niet bij de KvK staat geregistreerd als een onderneming die arbeidskrachten ter beschikking stelt. (Bron: Overheid,nl, 1 nov. 2013)

Herinvoering uitzendvergunning?

Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid overweegt een vergunningenstelsel voor uitzendbureaus in te voeren. De aanpak van malafide uitzendbureaus blijkt nog niet effectief genoeg. Ook gecertificeerde uitzendbureaus blijken de fout in te gaan. Dit alles staat in de Kamerbrief 'Aanpak malafide uitzendbureaus en zelfregulering' van 12 mei 2014.

Regeldruk uitzendbranche drie keer hoger dan gemiddeld

De regeldruk in de uitzendbranche wordt geraamd op ruim 195 miljoen per jaar. Dit blijkt uit onderzoek van Panteia naar de kosten van regeldruk in de uitzendbranche.

Het onderzoek biedt inzicht in de administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten voor uitzendondernemingen van wet- en regelgeving van de Rijksoverheid. Uit het onderzoek blijkt dat de regeldruk in de uitzendbranche drie keer hoger is dan gemiddeld in Nederland en vier keer hoger dan elders in de zakelijke dienstverlening. (Bron: ABU, 23 mei 2014)

VVD wil ruim baan voor ZZP-er en uitzendkracht

CAO-afspraken om het inhuren van ZZP-ers en uitzendkrachten te beperken, moeten verboden worden. De VVD wil een initiatiefwet indienen om dat te regelen. Tweede Kamerlid Anne Mulder zal dat aankondigen bij de behandeling van de begroting van minister Asscher (Sociale Zaken).

De ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen), die hierover eveneens met een verklaring kwam, wijst erop dat de advocaat-generaal van het Europese Hof onlangs ook heeft geconcludeerd dat lidstaten blijvend maatregelen dienen te nemen tegen ongerechtvaardigde uitzendbeperkingen in CAO’s. Het zou ook in strijd zijn met de Europese Uitzendrichtlijn. (Bron: Nu, 25 nov. 2014)

Boetenormbedragen Waadi-registratie onvoldoende gedifferentieerd

Sinds 18 juni 2016 is de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie van kracht. De wet regelt de arbeidsvoorwaarden waarop werknemers van Europese bedrijven recht hebben wanneer zij tijdelijk in Nederland werken. Ook maakt deze wet een betere controle mogelijk op de naleving van deze arbeidsvoorwaarden door de Europese bedrijven.

Als de onderneming niet beschikt over een Waadi-registratie kan een bestuurlijke boete worden opgelegd. De bestuurlijke boete kan niet alleen aan de onderneming worden opgelegd die de arbeidskrachten ter beschikking stelt zonder Waadi-registratie, maar ook aan de inlener bij wie de arbeidskrachten arbeid verrichten.

De boetebedragen zijn hoog. Ook het feit dat - wat de hoogte van de boetes betreft - er geen onderscheid wordt gemaakt tussen wel- en niet-malafide ondernemingen, krijgt kritiek. (Bron en meer: FlexNieuws, 14 feb. 2018)

Ga terug naar subrubriekUitzendarbeid.