Nevenwerkzaamheden

Datum laatste wijziging: 17 augustus 2019  |  Trefwoorden: ,

Inhoud

  1. Meer dan één werkkring
  2. Bepalingen
  3. Belangenverstrengeling
  4. Openbaarmaking neveninkomsten ambtenaren
  5. Beding nevenwerkzaamheden
  6. Verbod op nevenwerkzaamheden mag vanaf 1 augustus 2022 niet meer

Meer dan één werkkring

Vele werknemers hebben meer dan één werkkring, vooral bij werknemers in deeltijd komt dit voor. In het algemeen zal er geen bezwaar bestaan als een werknemer arbeid een eigen bedrijf heeft of ook bij een andere werkgever onder contract staat. Andere namen voor dubbele werkzaamheden zijn nevenwerkzaamheden of nevenarbeid.

Bepalingen

De Arbeidstijdenwet stelt verplicht dat een werknemer ongevraagd het werken in een andere baan meldt, om beide werkgevers in staat te stellen het risico van overschrijding van de maximale wekelijkse arbeidstijd te voorkomen. Hetzelfde geldt voor de rusttijden.

In CAO’s, arbeidsvoorwaardenregelingen en individuele arbeidsovereenkomsten zijn vaak bepalingen opgenomen over nevenwerkzaamheden. Bij voorbeeld de bepaling dat een werknemer om toestemming moet vragen voordat hij nevenactiviteiten gaat verrichten. Als de nevenactiviteiten maken dat de werkzaamheden in het gedrang komen, mag de werkgever de nevenactiviteiten verbieden.

Belangenverstrengeling

Bij nevenwerkzaamheden speelt het beginsel van goed werknemerschap, de werknemer mag geen werkzaamheden verrichten, waarbij sprake kan zijn van belangenverstrengeling met de activiteiten die hij bij zijn werkgever verricht. We komen hier op het terrein van het concurrentiebeding waar in subrubriek Concurrentiebeding over is geschreven.

Openbaarmaking neveninkomsten ambtenaren

De Eerste Kamer heeft in maart 2010 het wetsvoorstel over de openbaarmaking en verrekening van inkomsten uit nevenfuncties van politieke ambtsdragers van provincies, gemeenten en waterschappen aangenomen.

Voor de verrekening van neveninkomsten is de methodiek gekozen die op dit moment geldt voor leden van de Tweede Kamer. Dat betekent dat niet alle inkomsten voor verrichte nevenwerkzaamheden afgeroomd, maar slechts een deel in de gevallen dat de neveninkomsten een ondergrens overschrijden. De bepalingen gelden direct voor politieke ambtsdragers op gemeentelijk en provinciaal niveau met uitzondering van de zittende politieke ambtsdrager zolang deze zonder onderbreking zijn ambt vervult in dezelfde gemeente of provincie.

Voor politieke ambtsdragers die hun functie in deeltijd vervullen (raads- en statenleden en leden algemeen bestuur waterschap, alsmede wethouders die het ambt in deeltijd vervullen) geldt de verrekeningsregeling niet. Wel dienen zij hun nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties openbaar te maken.

Zie ook subrubriek 'Tweede inkomen'.

Beding nevenwerkzaamheden

Een beding nevenwerkzaamheden moet schriftelijk worden overeenkomen. Dat kan in een afzonderlijk document, maar het ligt meer voor de hand om het beding op te nemen als paragraaf in het arbeidscontract. Ondertekent je werknemer het contract, dan gaat hij automatisch ook akkoord met het nevenwerkzaamhedenbeding.

Het nevenwerkzaamhedenbeding bevat meestal een verbod op het verrichten van bepaalde activiteiten. Het moet dan gaan om werkzaamheden die op een of andere manier schade kunnen toebrengen aan jouw bedrijf. Bijvoorbeeld: (Bron en meer: Ondernemen met personeel, 5 sep. 2018)

Verbod op nevenwerkzaamheden mag vanaf 1 augustus 2022 niet meer

Een werkgever mag vanaf 1 augustus 2022 de werknemer niet meer verbieden om buiten het werkrooster te gaan werken voor een ander, tenzij er een rechtvaardigingsgrond is.

Een beding waarbij de werkgever verbiedt of beperkt dat de werknemer voor anderen werkt buiten de tijdstippen waarop hij werkt bij die werkgever, is nietig, behalve als dit beding kan worden gerechtvaardigd op grond van een objectieve reden. Dit staat in de EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden en het wetsvoorstel dat deze richtlijn implementeert.

Meerdere banen

In artikel 9 van de richtlijn is opgenomen dat het werknemers toegestaan is om meerdere banen te hebben. Dat houdt in dat de werknemer buiten de overeengekomen arbeidstijd bij een andere werkgever of voor zichzelf arbeid mag verrichten. Dit wordt voor de Nederlandse arbeidsmarkt een belangrijke verandering, omdat dit voor werknemers aantrekkelijker kan worden om meer uren te maken en om van de zijkant van de arbeidsmarkt in te stromen.

Rechtvaardigingsgronden

Er gelden echter nog wel uitzonderingen hierop. Als werkgever mag je bepaalde nevenwerkzaamheden wel verbieden op basis van een rechtvaardigingsgrond als dit nodig is ter bescherming. De in de richtlijn opgenomen rechtvaardigingsgronden zijn:

  • Gezondheid en veiligheid;
  • De bescherming van vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie;
  • De integriteit van overheidsdiensten; of
  • Het vermijden van belangenconflicten.

Het is mogelijk, maar niet noodzakelijk om deze rechtvaardigingsgrond op te nemen in de arbeidsovereenkomst zelf. De rechtvaardiging kan ook naderhand gegeven worden, bijvoorbeeld als de werkgever een beroep doet op de bepaling in de arbeidsovereenkomst.

Artikel 7:653a BW

Artikel 7:653a BW in het wetsvoorstel bepaalt dat een verbod op nevenwerkzaamheden niet is toegestaan, behalve als sprake is van een gerechtvaardigde uitzondering. Dit (nieuwe) artikel 653a, betreft implementatie van artikel 9 van de Richtlijn.

Het (nieuwe) artikel luidt als volgt:

Artikel 653a

  1. Een beding waarbij de werkgever verbiedt of beperkt dat de werknemer voor anderen arbeid verricht buiten de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht bij die werkgever, is nietig, tenzij dit beding kan worden gerechtvaardigd op grond van een objectieve reden.
  2. De werkgever mag de werknemer niet benadelen wegens de omstandigheid dat de werknemer in of buiten rechte de in dit artikel aan hem toegekende rechten geldend maakt, ter zake bijstand heeft verleend of een klacht hierover heeft ingediend.

Het artikel bevat een verbod op bedingen in een collectieve of individuele arbeidsovereenkomst waarbij het verboden wordt dat de werknemer arbeid verricht voor anderen. Onder anderen wordt ook verstaan dat de werknemer als zelfstandige arbeid verricht.

Absolute verboden op nevenwerkzaamheden komen ook nu al niet in aanmerking voor algemeenverbindendverklaring (paragraaf 5.3 van het Toetsingskader algemeenverbindendverklaring cao-bepalingen (AVV)).

Objectieve reden

Een beperking om arbeid voor anderen te verrichten kan uitsluitend worden opgelegd als deze gerechtvaardigd kan worden aan de hand van een objectieve reden.

Onder objectieve reden wordt in de richtlijn onder meer verstaan: de gezondheid en veiligheid, de bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de integriteit van overheidsdiensten of het vermijden van belangenconflicten.

Door het gebruik van de woorden ‘zoals’ maakt de wetgever van de richtlijn duidelijk dat de opsomming niet-limitatief is. De redenen kunnen daarom ook gelegen zijn in andere belangen van de werkgever. Daarbij valt te denken aan de verenigbaarheid van de arbeid met de verplichtingen van de werkgever onder de Arbeidstijdenwet.

Nietig beding

Indien in de arbeidsovereenkomst is bepaald dat het verrichten van arbeid voor een ander niet is toegestaan en daarvoor geen objectieve reden is gegeven, is het beding nietig. Het is daarbij overigens niet noodzakelijk dat het beding zelf de rechtvaardiging bevat.

Als de rechtvaardiging niet in het beding is opgenomen en de werkgever het beding wil inroepen, zal hij de objectieve reden van de rechtvaardiging alsnog moeten geven, anders is het beding nietig. Bestaande bedingen waarin de objectieve rechtvaardiging niet is opgenomen, kunnen op deze wijze in stand blijven bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel. De rechtvaardiging van een beding kan
daarnaast, onder omstandigheden zoals tijdsverloop, wijzigen.

Afhankelijk van toestemming

Het beding kan bestaan uit een door de werkgever verplicht te verlenen toestemming voor het verrichten van arbeid bij anderen. Het onthouden van toestemming door een werkgever, moet in die gevallen gerechtvaardigd worden met een beroep op een objectieve grond. Bij gebrek aan die objectieve grond zijn er geen gevolgen aan het onthouden van die toestemming.

In de praktijk betekent dit dat de werkgever de werknemers niet mag verhinderen werkzaamheden elders te verrichten, tenzij de werkgever daarvoor een rechtvaardigingsgrond heeft, zoals het beschermen van zijn bedrijfsgeheimen, de integriteit van overheidsdiensten of het voorkomen van belangconflicten.

Een beding als bedoeld in het eerste lid waarvoor geen objectieve rechtvaardiging gegeven is of gegeven kan worden, is nietig. Dit geldt zowel voor bestaande en te sluiten (collectieve) arbeidsovereenkomsten. Een werknemer die het niet eens is met een door de werkgever gegeven (objectieve) rechtvaardiging kan hier tegenop komen bij de civiele rechter.

Gevolgen

Met de invoering van artikel 7:653a wordt de drempel voor werknemers om ander werk te doen naast het huidige werk verlaagd. De bedingen over nevenwerkzaamheden moeten in lijn worden gebracht met de genoemde wijzigingen. Een beding dat de werknemer zonder objectieve rechtvaardiging beperkt voor anderen arbeid te verrichten buiten de werktijd is nietig.

Wetsvoorstel implementatie richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden