Griffiekosten

Datum laatste wijziging: 2 augustus 2019  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Woord vooraf
  2. Wet griffierechten burgerlijke zaken
  3. Wie moet betalen?
  4. Hoger beroep
  5. Naslag
  6. Wetsvoorstel aanpassing griffierechten 2016 ingetrokken
  7. Hoge Raad heeft laatste woord over betalingsonmacht
  8. Geen dubbel griffierecht
  9. Griffierechten verhoogd in 2018
  10. Rechters en officieren pleiten voor directe verlaging van de griffierechten
  11. Griffierechten van kleine vorderingen moeten omlaag 
  12. Kosten rechtszaak ruimer vergoed in gerechtelijke procedures per 2019
  13. Griffierechten lagere vorderingen verlaagd en duurdere vorderingen verhoogd

Woord vooraf

De tekst in deze subrubriek geeft (deels) de situatie vóór 1 juli 2015 aan. Vanaf 1 juli 2015 is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) van toepassing, zie deze subrubriek.

Wet griffierechten burgerlijke zaken

Op 1 november 2010 is de Wet griffierechten burgerlijke zaken in werking getreden. Daarmee kwam er een nieuwe regeling voor de heffing en de inning van griffierechten. De belangrijkste wijzigingen waren:
  • de bijzondere tarieven voor verschillende soorten zaken, van de aparte regeling voor het kort geding en van de regeling op basis waarvan het griffierecht wordt berekend als percentage van de vordering, zijn afgeschaft;
  • invoering van een vast laag tarief voor on- en minvermogenden;
  • het griffiegeld moet vooraf aan de procedure van een rechtszaak zijn betaald. Als het griffierecht niet op tijd wordt betaald, is de kans groot dat de zaak niet in behandeling wordt genomen, maar ook dán moet griffierecht betaald worden.

Wie moet betalen?

Als iemand naar de kantonrechter gaat, betaalt hij alleen griffierecht als hij degene bent die de procedure start. Als iemand door een ander gedaagd wordt, betaalt hij geen griffierecht. Als een vordering aan de rechtbank moet worden voorgelegd, moeten beide partijen griffierecht betalen.

Hoger beroep

Als een belastingplichtige in hoger beroep gaat (in appel gaan) tegen een uitspraak van de rechtbank, moet hij voor het hoger beroep altijd griffierecht betalen. Dit geldt ook als de inspecteur in eerste aanleg is veroordeeld om de proceskosten en het griffierecht te vergoeden aan de belanghebbende. Het voorgaande wordt bevestigd door jurisprudentie.
Even goed nadenken voordat je in hoger beroep gaat, zie onder.

NB: Nieuw standpunt in appel wordt niet gehoord door het Hof. Het staat belanghebbende niet vrij om in hoger beroep een andersluidend standpunt in te nemen dan hij uitdrukkelijk bij de rechtbank heeft ingenomen, heeft Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beslist. Lees de jurisprudentie d.d. 12 apr. 2016)

Naslag

Meer informatie is te vinden op Griffierecht bij de rechtbank.

Wetsvoorstel aanpassing griffierechten 2016 ingetrokken

Het kabinet is tot de conclusie gekomen dat voor dit wetsvoorstel slechts beperkt draagvlak is.

Hoge Raad heeft laatste woord over betalingsonmacht

Een belanghebbende had tegen een uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld. Hij werd hierbij door het hof niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet betalen van griffierecht.

De Hoge Raad heeft in april 2016 een besluit genomen, die maakt dat betalingsonmacht niet altijd het laatste woord hoeft te zijn. Zie de betreffende jurisprudentie.

Geen dubbel griffierecht

In procedures die vóór 1 juli 2013 zijn begonnen, kon het voorkomen dat belanghebbenden dubbel griffierecht moesten betalen als zij ook een immateriële schadevergoeding eisten. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit dubbele griffierecht niet is toegestaan, zodat recht op teruggaaf van griffierecht kan ontstaan.

Griffierechten verhoogd in 2018

De griffierechten in burgerlijke zaken worden jaarlijks geïndexeerd. De indexatie is gekoppeld aan de consumentenprijsindex en deze is in de periode 31 juli 2016 tot en met 31 juli 2017 gestegen met 1,34%. Dit betekent dat de griffierechten per 1 januari 2018 zullen stijgen. De hoogte van het te betalen griffierecht is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de aard van de zaak, de hoogte van de vordering en of je als natuurlijke persoon of als bedrijf procedeert.

De kosten 2018 treft u aan in Rechtblog.

Rechters en officieren pleiten voor directe verlaging van de griffierechten

Te hoge griffierechten zorgen ervoor dat burgers en ondernemingen hun recht niet meer halen. NVvR-voorzitter Jansen: “Ik ben blij dat de Raad voor de rechtspraak en het WODC dit effect boven tafel hebben gekregen. Het is erg jammer dat er destijds niet goed geluisterd is naar de adviezen van onder andere de NVvR.” (Bron: NVvR, 2017)

Griffierechten van kleine vorderingen moeten omlaag

De griffierechten die ondernemers betalen voor vorderingen van 500 tot pakweg 2500 euro moeten omlaag. Door een ‘tussenschijf’ te introduceren wordt het voor kleine ondernemingen beter mogelijk om van het recht gebruik te maken. Deze maatregel kan genomen worden zonder gevolgen voor het budget van het ministerie van Justitie en Veiligheid, stellen VNO-NCW en MKB-Nederland na een bijeenkomst met Kamerleden.

De relatief hoge griffierechten voor zaken van 500 tot zo’n 2500 euro leiden er nu toe dat ondernemers vorderingen ‘massaal’ afboeken in plaats van te verhalen op de schuldenaar, stellen de ondernemingsorganisaties. Achter de betaling aangaan is duurder dan het oplevert. Deze situatie zet schuldenaars aan tot berekenend gedrag, wat uiteindelijk kan resulteren in faillissementen van bedrijven. (Bron: VNO-NCW, 26 sep. 2018)

Kosten rechtszaak ruimer vergoed in gerechtelijke procedures bij kantonrechter per 2019

Procederen kost geld, maar per 1 januari 2019 kost procederen minder geld dan voorheen. Vanaf deze datum is het zogenaamde salaris gemachtigde voor gerechtelijke procedures bij de sector kanton van de rechtbank namelijk voor het eerst in 14 jaar opnieuw geïndexeerd met maar liefst 20,1%.
 
Door deze indexatie worden de kosten in gerechtelijke procedures bij de kantonrechter ruimer vergoed dan voorheen het geval was. Dit is goed nieuws voor procespartijen die in rechte hun gelijk willen halen, want zij krijgen voortaan een groter deel van de proceskosten in hun rechtszaak vergoed.

De recente indexatie bij de kantonrechter volgt hiermee de eerdere indexatie van de liquidatietarieven bij rechtbanken en gerechtshoven per 1 mei 2018. Deze eerdere indexatie van de liquidatietarieven kwam vooralsnog enkel ten goede aan procespartijen die met een advocaat procederen, aangezien deze indexatie uitsluitend toezag op de advocaatkosten en niet op het salaris gemachtigde bij de sector kanton van de rechtbank.
 
Deze ongelijkheid in zaken waarin procespartijen met of zonder advocaat procederen is nu gladgetrokken. Dit laatste geldt ook voor kort geding. Het salaris gemachtigde voor kort gedingen bij de kantonrechter is namelijk ook opnieuw geïndexeerd per 1 januari 2019. Procespartijen die een kort geding aanspannen zonder advocaat zien hun kosten voortaan dus ook ruimer vergoed.

De nieuwe gemachtigdensalarissen zijn gepubliceerd in de Liquidatietarieven Kanton 2019 en voor kort geding in de Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken per 1 januari 2019

Overige liquidatietarieven, zoals het salaris advocaat voor gerechtelijke procedures bij de rechtbank en het gerechtshof, zijn niet gewijzigd per 1 januari 2019. De griffierechten en deurwaarderskosten zijn zoals gebruikelijk wel weer jaarlijks geïndexeerd binnen de gebruikelijke marges.

Voor een overzicht van alle kosten van een rechtszaak per 1 januari 2019 zie Dit kost een rechtszaak in 2019

Bron: e-Legal incasso advocaten

Griffierechten lagere vorderingen verlaagd en duurdere vorderingen verhoogd

De griffierechten bij de kantonrechter voor geldvorderingen van € 500 tot € 5.000 worden verlaagd. Daar staat een stijging van 35% voor de griffierechten voor vorderingen van € 5.000 of meer tegenover. Aldus het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken van minister Dekker voor Rechtsbescherming dat vanaf 29 juli 2019 in consultatie is gegaan. (Bron: E-legal, juli 2019)