Telt een proefplaatsing mee voor de ketenregeling en is prijscompensatie verplicht?

Vraagbaak  |  ma 8 jan 2018  |  Trefwoorden: , ,

Vraag

Ik werk sinds maart 2016 bij een projectorganisatie die tot eind 2022 zal bestaan. Heb eerst vanuit de bijstand via een proefplaatsing van 6 maanden gewerkt (dus met behoud van uitkering), daarna 1-jaarscontract gekregen, die 1/10/2017 weer met 1 jaar is verlengd. Ik heb 2 vragen:
1. Is dit nu mijn 3e contract of telt de proefplaatsing niet mee en is dit dus mijn 2e contract?
2. Ik heb sinds mijn 1e contract geen salarisverhoging/inflatiecorrectie ontvangen.
Tegen collega's is bij verlenging gezegd dat onze salarissen bevroren zijn tot einde bedrijf, dus eind 2022. Er is geen CAO, onze enige aandeelhouder is de gemeente, maar die CAO wordt niet gevolgd. Mag een werkgever de salarissen van zijn personeel 5 jaar lang bevriezen en ook geen inflatiecorrectie toekennen?
 

Antwoord

  1. Een proefplaatsing houdt in dat een werknemer gedurende twee maanden bij een werkgever proef komt draaien met behoud van zijn of haar uitkering (UWV of Bijstand). Gedurende deze periode hoeft een werkgever nog geen salaris te betalen. Tijdens deze twee maanden krijgt een werknemer de kans om kennis en ervaring op te doen en kan de werkgever definitief besluiten of hij deze werknemer in dienst wil nemen. De werkgever moet vooraf schriftelijk verklaren dat hij de intentie heeft om de werknemer na de proefplaatsing in dienst te nemen voor een periode van minimaal zes maanden. Op het moment dat een werknemer daadwerkelijk in dienst treedt mag de werkgever niet opnieuw een proeftijd afspreken. De proefplaatsing wordt beschouwd als vervanging van de wettelijke proeftijd. Deze proefplaatsing telt echter niet mee voor de ketenregeling van arbeidsovereenkomsten. Dit betekent dat een werknemer drie keer een tijdelijk contract mag worden aangeboden binnen 24 maanden. Het vierde contract wordt dan eerst automatisch een contract voor onbepaalde tijd.
  2. Een werkgever is niet verplicht om de prijscompensatie (inflatiecorrectie) te geven, tenzij dit in de CAO (loonregeling) is opgenomen. De vraag is wel, wanneer de Gemeente de enige aandeelhouder is of niet toch een CAO van toepassing is.