Eindelijk wordt de zogenaamde rekenrente ter discussie gesteld

Opinie  |  wo 16 okt 2019  |  Bron: Telegraaf  |  Auteur: Andries Bongers  |  Trefwoorden: , , , , , , , , ,

Art. 126 van de pensioenwet zegt dat verplichtingen naar de toekomst gebaseerd moeten zijn op de marktwaarde. De marktwaarde, de waarde dus van alle bezittingen tezamen (het vermogen), is voor ieder pensioenfonds verschillend. Er zijn pensioenfondsen die goed (of zo u wilt gelukkig) beleggen of ongelukkig beleggen. Verder spelen ook de beheerskosten in belangrijke rol. Bij sommige fondsen zijn die kosten wel erg hoog in verhouding tot het beheerde vermogen.
Om nu aan die verschillende rendementen per fonds een einde te maken, heeft regelneef Dijsselbloem indertijd bedacht dat je een vaste rekenrente voor ieder fonds moest gaan invoeren. De rekenrente was gelijk aan de gemiddelde rente op de internationale kapitaalmarkt. Die rente schommelde indertijd rond de 4%. Daar kan je voor alle fondsen makkelijk mee rekenen, was de gedachte.
Dus werd de “rekenrente” als maatstaf genomen om de verplichtingen in keer voor ieder fonds rigoureus vast te stellen.

Geld lenen kost geld, geldt alleen voor de consument

Dat ging natuurlijk heel lang goed, totdat meneer Draghi (vazal van Goldman Sachs) als president van de ECB met de rente ging jongleren ten gunste van de zuidelijke landen van de EEG. De rente zakte van 4% naar uiteindelijk 0%. Hoera “geld lenen kost geld” werd een slogan, die alleen voor de consument nog geldig is. De banken lenen tegen 0% en lenen aan u tegen 10%.
Nu de rente op 0% staat, moeten fondsen rekening houden met een rendement van 1% op hun vermogen! Maar 1% of 4% maakt een gigantisch verschil uit. Zeker als menig fonds meer dan 5% rendement maakt. Al een aantal jaren werkt dus de Dijsselbloem doctrine niet meer, maar blijven de machthebbers vasthouden aan de vermaledijde rekenrente.
Het blijft overigens een uiterst vreemde zaak, dat zowel Dijsselbloem als Knot (DNB) als toezichthouder zich bemoeien met de uitvoering van een wetsartikel en heel iets anders voorschrijven dan Art. 126 van de Pensioenwet verordent. Dijsselbloem en Knot zouden, als bewakers van de zorgvuldigheid, een punt hebben, wanneer pensioenfondsen niet de wet naleven. Maar een toezichthouder bepaalt toch niet de koers van een organisatie?
Dat Dijsselbloem zich gekrenkt voelt door een brief van een aantal prominenten is heel kinderachtig en om deze brief nu af te doen als insinuaties, suggesties, halve redenering en ronduit kletspraat, geeft aan dat hij er waarschijnlijk zelf niets van begrijpt of zijn onjuiste inschatting in het verleden, niet wil toegeven.

Rendementen in het verleden geven geen garantie voor de toekomst, maar is uw pensioen en toekomst alleen afhankelijk van de rekenrente?

Lees ook



Andries Bongers

Andries Bongers Meer info

Eindredacteur bij HR-kiosk.nl en Directeur van HR-kiosk BV, Directeur en consultant De Bongerd VOF, was Bestuurslid NVP, is Auteur "Fiscaal Vriendelijk Belonen", Partner van Merknemers.nu
Interesse: Beloningsmanagement, Arbeidsrecht, HR Generalist, Columnist. Visie over Personeelsbeleid  Interview dr. Miranda Langedijk op pagina 6/10