Economische veranderingen

Datum laatste wijziging: 2 mei 2020  |  Trefwoorden: , , , ,

Inhoud

  1. Inleiding
  2. Streven naar economische zelfstandigheid
  3. Flexibele arbeidspatronen
  4. Kredietcrisis (2007 - 2010)
  5. Uitleg termen
  6. Economie gebaat bij minder fiscale prikkels tot sparen en lenen
  7. Recordaantal ondernemingen in Nederland
  8. Economische ontwikkelingen 2015
  9. Bedrijven kunnen makkelijker schuld in ander EU-land innen
  10. DNB: vrijwel overal in de economie schijnt de zon, loon blijft daarbij achter
  11. Aandeel arbeid in de economie daalt derde jaar op rij
  12. Aantal bedrijven in Nederland
  13. Nieuw businessmodel nodig voor circulaire economie
  14. Economische groei trekt in 2017 stevig aan
  15. Hoogste groei BBP in 10 jaar
  16. Economische groei? Nee, alleen vaker in de file
  17. De AIQ in Nederland: een overzicht
  18. Ondernemers positief over 2019
  19. Economie koelt in 2019 en 2020 af
  20. Omzet industrie daalt verder in 2019
  21. Economische groei zwakt af, groei zorguitgaven houdt aan
  22. Effect van globalisering op werkgelegenheid beperkt
  23. De arbeidsmarkt in cijfers 2019

Inleiding

In Nederland en daarbuiten krijgt de economie een steeds meer internationaal karakter. De opeenvolging van snelle technologische ontwikkelingen mondt uit in wat globalisering* of mondialisering wordt genoemd, d.w.z. invloeden van buiten bepalen in belangrijke mate de staatshuishoudkunde. De levenscyclus van producten wordt korter en steeds vaker zal een investering in innovatie van producten en diensten noodzakelijk zijn om de concurrentie het hoofd te bieden. Van de werkgevers en werknemers wordt verlangd zich te willen en kunnen aanpassen. De werknemers op hun beurt verlangen als tegenprestatie een flexibele opstelling van de werkgever voor hun situatie: flexibele beloning, werktijden en pensionering.

* Globalisering duidt op het verschijnsel dat de arbeidsmarkt steeds internationaler wordt.

Streven naar economische zelfstandigheid

Daarnaast of in het verlengde van voornoemde flexibiliteit, is in de maatschappij het streven naar economische zelfstandigheid een richtinggevende trend. Dit is zichtbaar in ontwikkelingen zoals emancipatie, grotere mondigheid van burgers, individualisering versus het vroegere gemeenschapsdenken, differentiatie van leefvormen en herverdeling van arbeid en zorgtaken. En deze ontwikkelingen maken het gewenst/noodzakelijk dat de systemen van sociale zekerheid, arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden en belastingwetgeving zich hieraan aanpassen. Lifetime employment is steeds meer op zijn retour, het 25- en 40-jarig arbeidsjubileum heeft aan glans verloren.

Flexibele arbeidspatronen

Daarvoor in de plaats komen gevarieerde, flexibele arbeidspatronen. In de sociale wetgeving van de overheid en bij het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen werkgevers- en werknemersorganisaties, is de tendens van verdergaande decentralisatie naar het niveau van bedrijfstakken en bedrijven zelf. Belangrijke elementen hierbij zijn de schaarste aan gekwalificeerde werknemers enerzijds en een verouderende beroepsbevolking anderzijds.

Flexibele arbeidspatronen maken ook dat de grens tussen werk en privé steeds meer vervaagt. Vooral de introductie van mobiele telefoons en laptops heeft een grote bijdrage geleverd aan deze ontwikkeling. Uit cijfers blijkt dat ongeveer vier van de vijf Nederlanders de mobiele telefoon aan laat staan op vrije dagen. Ook het overwerk neemt toe en vele werknemers werken regelmatig gedeeltelijk thuis.

Arbeidsvoorwaarden (Employee Benefits) zijn niet meer en niet minder dan een middel, een middel om het doel - een passend antwoord te vinden op veranderende technologisch, economische en sociale ontwikkelingen - het hoofd te kunnen bieden.

Kredietcrisis (2007 - 2010)

De kredietcrisis is de aanduiding voor de crisis op de financiële markten die in de zomer van 2007 ontstond en tot 2010 voortduurde. Over de gevolgen voor de overheid, bedrijfsleven en niet te vergeten de gewone burger is veel geschreven. In de context van HR-kiosk zijn de volgende onderwerpen belangrijk, het merendeel daarvan wordt meer uitgebreid in subrubrieken beschreven:
  • organisaties streven naar een verlaging van de kosten, in dat kader is vaak ook een vacaturestop afgekondigd;
  • om de loonkosten te drukken worden algemene salarisverhogingen in 2009 t.o.v. 2008 beperkt of helemaal niet doorgevoerd, zie CAO (inhoud);
  • er is een voorkeur voor het afsluiten van nulurencontracten¹ (alleen werknemers inhuren als er werk is), zie Flexibele arbeidsovereenkomst;
  • om ontslag te voorkomen zijn in korte tijd een aantal bijzondere regelingen werktijdverkorting tot stand gekomen, zie Deeltijd-WW;
  • bij ontslag is een tijdelijke versoepeling van het afspiegelingsbeginsel toegestaan, zie Collectief ontslag;
  • leerwerkplekken voor jongeren dreigen massaal te verdwijnen, zie Jeugdwerkloosheid;
  • de dekkingsgraad van pensioenverzekeraars is ruim onder het vereiste 104,2% gekomen, het gevolg is dat pensioenfondsen de pensioenpremie verhogen en/of de uitkering niet indexeren, zie Indexatie (pensioenen);
  • pensioenfondsen die een dekkingsgraad van minder dan 100% hebben, mogen geen waardeoverdracht accepteren zolang zij onder die grens zitten, zie Waardeoverdracht;
  • aannemers die werk uitbesteden en werkgevers die personeel inlenen - sectoren als de bouw, de uitzend- en detacheringbranche, schoonmaak en transport en waar het aantal faillissementen a.g.v. de kredietcrisis toeneemt - kunnen na faillissement opdraaien voor inleners- en ketenaansprakelijkheid, zie Detachering;
  • leaserijders nemen gas terug tijdens de economische crisis. Werkgevers dwingen hun werknemers vooral tot zuiniger rijden en goedkoper tanken. Bedrijven zeggen hun contracten niet op, maar beperken wel het aantal leaseauto's tot een minimum, zie Leaseauto;
  • de totale werkloosheid in Nederland nam in het tweede kwartaal t.o.v. het eerste kwartaal 2009 toe van 4,4 tot 4,8 procent. De kredietcrisis raakt allochtonen extra zwaar, de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen steeg in dezelfde periode van 10 naar 11 procent, ofwel een toename met 7.000 tot 84.000 personen. Voor allochtone jongeren is de situatie nog zorgelijker, deze groep laat een stijging van de werkloosheid zien van 19 naar 21 procent. De werkloosheid onder allochtone vrouwen nam toe van 10 naar 12 procent, zie Allochtonen.
¹ Werknemers met nuluren-contracten hebben vaak het gevoel uitgesloten te worden van werkzekerheid, rechtvaardige arbeidsvoorwaarden en de vertrouwensrelatie die met permanente arbeidscontracten worden geassocieerd. Dat blijkt uit een rapport van de Britse overheidsorganisatie Advisory, Conciliation and Arbitration Service (Acas). Er wordt aan toegevoegd dat de betrokkenen vaak bang zijn om op zoek te gaan naar ander werk, uurroosters af te wijzen of informatie in te winnen over hun arbeidsrechten. Deze problemen kunnen volgens Acas belangrijke schade toebrengen aan het vertrouwen en de arbeidsverhoudingen.

Uitleg termen

De termen kredietcrisis, recessie, laagconjunctuur en eurocrisis vliegen ons om de oren en hebben vele raakvlakken. Hebben ze alle dezelfde betekenis, ja en nee!? In de literatuur troffen we onder meer de volgende 'definities' aan:
  • Kredietcrisis: 'een geldcrisis die veroorzaakt is door de grote banken' of 'een verzamelterm voor de problemen in de financiële sector die in de loop van 2008 zijn ontstaan'.
  • Recessie betekent letterlijk 'teruggang' of 'achteruitgang'. Dit betekent dat de economische groei daalt en lager is dan gemiddeld. In de praktijk wordt wel van een recessie gesproken als de groei van het bruto nationaal product gedurende twee opeenvolgende kwartalen negatief is.
  • Laagconjunctuur: door een afname van de bestedingen (uitgaven door consumenten en/of investeerders) daalt de productie of krimpt zelfs.
  • Eurocrisis: Financiële problemen in eurolanden als Griekenland, Ierland en Portugal brengen de stabiliteit van de euro in gevaar. De eurocrisis brengt onrust op de financiële markten, waardoor beleggers ook hun vertrouwen in andere eurolanden kunnen verliezen.

Economie gebaat bij minder fiscale prikkels tot sparen en lenen

Nederlandse huishoudens hebben de afgelopen decennia zowel hun bezittingen als schulden fors zien groeien. Dat is mede het gevolg van overheidsmaatregelen op het gebied van pensioenen en wonen. Het overheidsbeleid op deze terreinen wordt meestal niet in samenhang bezien. Integraal beleid, met minder verstorende fiscale prikkels, kan zowel huishoudens zelf als de economie als geheel ten goede komen. (Bron: DNB, 20 feb. 2015)

Record aantal ondernemingen in Nederland

Bij het begin van 2016 telt Nederland een recordaantal bedrijven. Opvallend daarbij is dat steeds meer vrouwen zich onder de ondernemers scharen, zowel absoluut als in percentage. Ook mensen die de AOW-gerechtige leeftijd hebben bereikt of ouder zijn, hebben steeds vaker een eigen bedrijf.

Nederland telt krap 1,8 miljoen bedrijven. Dat zijn er ruim 385.000 meer dan begin 2010. De groei is vooral een gevolg van een nog steeds toenemend aantal ZZP-ers. In 2015 nam het aantal ZZP-ers toe met 6 procent tot krap 930.000. Ook signaleert de KvK een groei bij parttime ZZP-ers. (Bron: ANP & Z24, 1 jan. 2016)

Economische ontwikkelingen 2015

De publicatie van het CBS 'Nederland in 2015' geeft een compleet overzicht van de sociaaleconomische ontwikkelingen in 2015. Aandacht is er voor het economisch herstel en het verder aantrekken van de woningmarkt. Ook worden nieuwe cijfers gepubliceerd over onder meer over de inkomens van huishoudens, het overheidstekort en de winsten van ondernemingen. En verder komen de werkloosheid en verschuiving van vast naar flexibel werk aan de orde, evenals de economische betekenis van het dichter draaien van de gaskraan. Een lijvige publicatie van 85 bladzijden, beslist de moeite waard het rapport ten minste te openen en naar de inhoudsopgave te kijken. (Bron: CBS, 25 mrt. 2016)

Bedrijven kunnen makkelijker schuld in ander EU-land innen

Bedrijven die geld tegoed hebben van een onderneming in een ander EU-land, kunnen voortaan makkelijker en goedkoper beslag laten leggen op de bankrekening van de debiteur. De debiteur krijgt geen waarschuwing, om te voorkomen dat er niets meer te halen is. Wetgeving die dat regelt, is 18 januari 2017 van kracht geworden.

Vooral kleinere bedrijven kunnen ervan profiteren. Die zien vanwege de kosten en de rompslomp vaak af van juridische procedures, waardoor ze volgens de Europese Commissie jaarlijks 600 miljoen euro laten lopen. Het is voortaan mogelijk een standaardformulier bij de rechter in het land van de schuldenaar in te dienen. Als er voldoende bewijs is, moet dat binnen tien dagen tot conservatoire beslaglegging leiden.

De procedure geldt in de hele EU, met uitzondering van Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. (Bron: Nu.nl, 18 jan. 2017)

DNB: vrijwel overal in de economie schijnt de zon, loon blijft daarbij achter

Uit de halfjaarlijkse ramingen van De Nederlandsche Bank (DNB), die vandaag zijn gepubliceerd, blijkt dat de economische groei in 2017 een piek van 2,5% gaat behalen; een groeicijfer dat sinds 2007 niet meer is voorgekomen.

Ook de komende twee jaar laten de ramingen een robuuste groei zien, van respectievelijk 2,1% en 1,9%. De economische groei is breed gedragen en wordt ondersteund door alle bestedingscategorieën. Het begrotingsoverschot profiteert hiervan en loopt gedurende de ramingsjaren geleidelijk op van 0,4% bbp in 2016 tot 1,1% bbp in 2019. De werkloosheid neemt af tot 5,0% dit jaar en daalt geleidelijk verder naar 4,4% in 2019.

Tot nu toe is er nog geen algehele krapte op de arbeidsmarkt; aan de groeiende vraag naar arbeid kan worden voldaan door een ruimere groep personen dan alleen werklozen. Dit gaat vooral om werkenden met een deeltijdbaan die meer uren zouden willen werken. Mede hierdoor neemt de loondruk op dit moment niet toe. (Bron: Blikopnieuws, 12 jun. 2017)

Aandeel arbeid in de economie daalt derde jaar op rij

Geld dat in de marktsector verdiend wordt, komt de laatste jaren in meerdere mate bij bedrijven en in mindere mate bij werkenden terecht. Het aandeel van de arbeidsinkomsten, de zogeheten arbeidsinkomensquote (AIQ), daalde in 2016 voor het derde jaar op rij. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Deze cijfers zijn gebaseerd op een herziene berekening van de AIQ.

Van elke euro die in 2016 in de marktsector werd verdiend, ging 73 cent naar werknemers en zelfstandigen als arbeidsinkomen. Het arbeidsinkomen is hierbij gelijkgesteld aan de totale beloning van werknemers plus de inkomsten uit arbeid van zelfstandigen. De overige 27 cent van elke verdiende euro vormden de winsten van bedrijven. In 2013 was de verhouding nog 78 om 22 procent. De arbeidsinkomensquote is een belangrijke indicator voor de vraag waar de verdiensten van een economie terechtkomen. (Bron: CBS, 23 jun. 2017)

Aantal bedrijven in Nederland

Het aantal bedrijven in Nederland groeit gestaag sinds 2007. Aan het begin van het tweede kwartaal van 2017 kwam het aantal uit op ruim 1,6 miljoen. In alle jaren sinds 2007 groeide het aantal eenmanszaken duidelijk sterker dan het aantal bedrijven met een andere rechtsvorm. Een eenmanszaak is een populaire rechtsvorm voor ZZP-ers. Ruim een kwart van alle eenmanszaken is actief in de zakelijke dienstverlening1.

1 De zakelijke dienstverlening telt de meeste bedrijven. Het gaat om ruim 380 duizend bedrijven aan het begin van het tweede kwartaal van 2017. Dit zijn vaak eenmanszaken. De bedrijfstak handel, vervoer en horeca volgt op de tweede plaats, met bijna 320 duizend bedrijven. Daarna volgen de bedrijfstakken overheid, onderwijs en zorg en cultuur, recreatie en overige dienstverlening, met elk rond de 200 duizend bedrijven en instellingen. (Bron: CBS, Trends 2017)

Nieuw businessmodel nodig voor circulaire economie

Als Nederland zijn ambitie van een volledig circulaire economie in 2050 wil waarmaken, moeten duizenden bedrijven in de zakelijke dienstverlening omschakelen naar een nieuw businessmodel. In de zakelijke dienstverlening werken 1,5 miljoen mensen, die samen 13% van het BBP1 realiseren. De diensten zijn onder te verdelen in HR, consultancy en Facilities Management.

Proeftuin Technologie speelt een steeds grotere rol. De zakelijke dienstverlening functioneert als een proeftuin waarin bedrijven (noodgedwongen) experimenteren met nieuwe organisatievormen en maatschappelijk relevante businessmodellen. Terwijl grote bedrijven krimpen, groeien kleine bedrijven en groeit het aantal zelfstandig professionals. Daarin is de transitie naar een netwerkeconomie, en de (circulaire) innovatie het duidelijkst zichtbaar. Er treedt een verschuiving op van bezit naar gebruik. Innovatie Kennis is cruciaal bij de herinrichting van het economisch systeem. Omdat de zakelijke dienstverlening een kennisintensief is, fungeert de sector als enabler. Innovaties als reverse logistics, predictive maintenance en deelplatforms zorgen voor nieuwe banen. (Bron: persbericht ABN AMRO, 15 augustus 2017)

1 Het bruto binnenlands product (bbp) is de totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode (meestal een jaar). (Bron: Wikipedia)

Economische groei trekt in 2017 stevig aan

De Nederlandse economie zit flink in de lift, zo blijkt uit de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) d.d. 16 augustus 2017. Dankzij een zeer sterk tweede kwartaal trekt de economische groei dit jaar naar verwachting aan tot 3,3%. Daarmee zou de groei voor het eerst sinds het uitbreken van de crisis (2007) weer boven de 3% uitkomen. Ook voor komend jaar zijn de economische vooruitzichten naar boven bijgesteld. Het CPB raamt voor 2018 een groei van 2,5%.

Belangrijkste economische cijfers voor 2017 en 2018:
  • 3,3% groei in 2017 en 2,5% groei in 2018
  • Dalende werkloosheid: 4,9% in 2017, daalt verder naar 4,3% in 2018
  • Inflatie: zowel in 2017 als in 2018 1,3%
  • Begrotingsoverschot neemt toe: in 2017 bedraagt EMU-saldo 0,6% bbp; in 2018 0,9% bbp
  • Overheidsschuld blijft dalen: 57% bbp in 2017 en 54% in 2018

Hoogste groei BBP in 10 jaar

Volgens de eerste berekening van het CBS, op basis van nu beschikbare gegevens, is het bruto binnenlands product (bbp) in het vierde kwartaal van 2017 met 0,8 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. De groei in 2017 is breed gedragen; meer investeringen, meer uitvoer en meer consumptie dan in 2016.

Met het beschikbaar komen van het vierde kwartaal is ook het eerste groeicijfer voor 2017 bekend. Het bbp was vorig jaar 3,1 procent groter dan in 2016, de hoogste groei in tien jaar. (Bron: CBS, 14 feb. 2018)

Economische groei? Nee, alleen vaker in de file

Ondanks positieve berichten over de Nederlandse economie, voelt een meerderheid (59%) daar (nog) niets van in zijn portemonnee. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 24.000 leden van het Opiniepanel. Indexatie van pensioenen of loonsverhogingen blijven uit, terwijl alledaagse uitgaven hoger worden, aldus verontwaardigde deelnemers.

Het CBS en CPB zien de economie sinds het einde van de crisis ieder kwartaal groeien. Het kabinet maakte er bij zijn presentatie een speerpunt van: gewone Nederlanders moeten in hun portemonnee gaan voelen dat het beter gaat. 
Een jaar verder blijkt daar nog weinig van terecht te komen. Vooral voor lager opgeleiden en ouderen is er naar eigen zeggen weinig reden tot jubelstemming: respectievelijk 75% en 70% zegt niets te merken van de groei.
Een deelnemer daarover: “Ik zie er niks van terug in mijn portemonnee. Het enige wat ik merk van economische groei is dat ik vaker in de file sta”.

Tegelijk met de berichten over de aantrekkende economie zien mensen onvriendelijke maatregelen aangekondigd worden, zoals de BTW-verhoging op boodschappen. Een verbolgen deelnemer: “Waar halen ze de moed steeds vandaan om te zeggen dat het beter gaat? Boodschappen, energie, de huren, de WOZ: alles wordt duurder. En ondertussen krijg ik er niks bij.”

De AIQ in Nederland: een overzicht

De arbeidsinkomensquote (AIQ) kan op verschillende manieren gemeten worden. Dit heeft gevolgen voor de hoogte en ontwikkeling van de AIQ. De hoogst en laagst gemeten AIQ’s verschillen tot wel 15 procentpunt. In alle definities daalde de AIQ licht tussen 1995 en 2015. Jaar op jaar steeg deze echter in sommige definities. Welke AIQ gehanteerd moet worden hangt af van het doel van de analyse.

Langere reeksen laten een meer diffuus beeld zien: de AIQ is weliswaar teruggelopen sinds de jaren ’70, maar lag toen op een uniek hoog niveau. Gemeten vanaf 1960 of 1950 is de AIQ gestegen. Dit roept de vraag op wat een maatschappelijk optimaal niveau voor de AIQ is. Op basis van de huidige stand van de literatuur is dit niveau niet te bepalen. (Bron en meer: SEO, sep. 2018)

Ondernemers positief over 2019

Ondernemers in het niet-financiële bedrijfsleven verwachten in 2019 meer omzet, uitbreiding van het personeelsbestand en hogere investeringen dan in 2018. Naast de positieve verwachtingen voor 2019 geven steeds meer bedrijven aan last te hebben van personeelstekort. Aan het begin van het vierde kwartaal van 2018 werd 26 procent van de ondernemers hierdoor belemmerd bij de bedrijfsactiviteiten.

Dit melden het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW op grond van de Conjunctuurenquête Nederland. (Bron en een uitgebreid verslag, 15 nov. 2018)

Economie koelt in 2019 en 2020 af

De Nederlandse economische groei valt door de gure wind uit het buitenland terug. De groei van de Nederlandse uitvoer is tanende. Opvallend is dat de afzwakking van de productiegroei nog nauwelijks invloed heeft gehad op de arbeidsmarkt. Die blijft krap met tot nu toe nog steeds toenemende vacatures en snelle werkgelegenheidsgroei. De werkloosheid blijft in de raming uitzonderlijk laag, maar loopt wel wat op in 2020. (Bron: CPB Juniraming 2019: economische vooruitzichten 2019 en 2020)

Omzet industrie daalt verder in 2019

De omzet van de Nederlandse industrie is opnieuw gedaald. In het eerste kwartaal 2019 daalde de omzet met 4,2%, in het tweede kwartaal met 4,9%. Toch zijn de industrieproducenten nog steeds positief, in juli zelfs weer iets positiever dan in juni.

In totaal werd er in het tweede kwartaal 2019 bijna 5% minder omgezet dan in dezelfde periode vorig jaar. Deze daling wordt vooral veroorzaakt door de omzet van producenten van olie en chemische producten. Daar daalde de omzet met 5%. Maar ook de sectoren Metaal en Textiel, kleding en leer daalde de omzet, met 1,6%. De grootste omzetstijging was bij producenten van hout en bouwmaterialen 6,6%.

Economische groei zwakt af, groei zorguitgaven houdt aan

De bbp-groei* valt terug naar 1,1% per jaar in 2022-2025 door de geringere groei van het arbeidsaanbod. De vergrijzing leidt er toe dat de bevolking in de leeftijdscategorie 15-74 jaar voor het eerst afneemt. De stijging van de arbeidsproductiviteit is hoger dan in de voorgaande periode maar blijft onder het langjarig gemiddelde. De groei van de werkgelegenheid in de marktsector staat onder druk door de afnemende groei van het arbeidsaanbod en de sterke vraag naar personeel in de zorgsector. Bij realistische veronderstellingen voor de raming van de collectieve zorguitgaven neemt de werkgelegenheid in de zorg in 2022-2025 toe met 2,1% per jaar. (Bron: Centraal Planbureau, 18 nov. 2019)

* Het CBS berekent de economische groei met behulp van het bruto binnenlands product (bbp). Het bbp is de totale toegevoegde waarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten. Wat is toegevoegde waarde? Dit is de totale waarde van de geproduceerde goederen en diensten, minus de waarde van wat er bij de productie is verbruikt (het zogenoemde intermediair verbruik). Het verbruik bij de productie bestaat niet alleen uit goederen zoals grondstoffen en halffabricaten (bijvoorbeeld auto-onderdelen), maar ook uit diensten zoals ingekocht automatiseringswerk en ingehuurd (uitzend)personeel.

Effect van globalisering op werkgelegenheid beperkt

Het effect van globalisering op de industriële werkgelegenheid in Nederland is beperkt. Banenverlies door toegenomen importconcurrentie uit China en de Midden- en Oost-Europese landen lijkt te worden gecompenseerd met banenwinst door toegenomen exportkansen. Regionaal pakt het netto effect wel verschillend uit. Maar dit effect blijft per regio beperkt tot plus of min één procent van de totale werkgelegenheid over een periode van vijftien jaar. Dat komt overeen met het gevoel dat mensen hebben: acht op de tien Nederlanders voelen zich niet benadeeld door de open economie. Diegenen die dat wel voelen, zijn vaker lager- en middelbaar opgeleid. Ondervraagde werkenden geven aan vooral moeite te hebben met zeggenschap over en inhoud van hun werk, ook maken ze zich zorgen over de versobering van de sociale zekerheid en de pensioenen. (Bron: Persbericht CPB, 12 dec. 2019)

De arbeidsmarkt in cijfers 2019

In het jaar 2019 werden op de arbeidsmarkt verschillende recordcijfers uit 2018 verder aangescherpt. Zo was het aantal banen eind 2019 gestegen tot 10,8 miljoen. Sinds het dieptepunt van economische crisis begin 2014 waren er 1 miljoen banen bijgekomen.

Er waren meer mensen aan het werk dan ooit. De werkzame beroepsbevolking in Nederland nam toe met 179 duizend personen tot 9,0 miljoen. In 2019 had gemiddeld 68,8 procent van de bevolking van 15 tot 75 jaar betaald werk. Daarmee was in 2019 voor het eerst een groter deel van de bevolking aan het werk dan ten tijde van de recordstand in 2008, terwijl er sindsdien meer dan een half miljoen mensen van 65 tot 75 jaar zijn bijgekomen. Hun arbeidsdeelname is veel lager dan gemiddeld. (Bron en nog veel meer cijfers: CBS, 1 mei 2020