Algemeen verbindend verklaren

Datum laatste wijziging: 2 december 2021  |  Trefwoorden: , , , ,

Inhoud

  1. Toepassingsgebied
  2. Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst
  3. Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (AVV)
  4. Doel verbindend verklaren
  5. Duur looptijd AVV
  6. AVV-procedure
  7. Dispensatieregeling
  8. Vredesplichtclausule
  9. Representativiteit
  10. Bewust niet-verbindend verklaren
  11. Rechter
  12. Bedrijfsreglement
  13. Verstrijken CAO
  14. Overzicht alle CAO's
  15. ABU-CAO voor Uitzendkrachten algemeen verbindend verklaard
  16. Verlenging algemeen verbindend verklaring
  17. CAO zonder akkoord FNV niet-verbindend verklaard
  18. Payrollbedrijven moeten zich aan uitzend-CAO houden
  19. Gewijzigd Besluit Aanmelding CAO’s en Toetsingskader AVV
  20. Wijziging Wet AVV treedt in werking op 1 januari 2022

Toepassingsgebied

Allereerst moet worden vastgesteld of er een CAO van toepassing is, en zo ja, welke. We noemen dit toepassingsgebied van de CAO ook wel of werkingssfeer genoemd. Als regel staat omschreven in de eerste artikelen van de betreffende CAO.

Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst

Artikel 14 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst (WCAO) bepaalt dat - tenzij in de CAO anders is aangegeven - de aan de collectieve arbeidsovereenkomst gebonden werkgever verplicht is om de CAO-bepalingen halve aan de gebonden werknemers (lid van een vakbond) ook toe te passen op de ongebonden werknemers. De 'onderkruipersbepaling' moet voorkomen dat niet-gebonden werknemers hun diensten goedkoper kunnen aanbieden dan werknemers die wel aan de CAO gebonden zijn.

Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (AVV)

Voor de bedrijfstak-CAO’s is het belangrijk dat de Wet AVV* van toepassing is op alle werkgevers en werknemers** die in een bepaalde bedrijfstak werkzaam zijn. Dit wordt het algemeen verbindend verklaren genoemd.

* De Wet AVV stamt uit 1937 en is daarna herhaaldelijk aangepast.
** De algemeen verbindend verklaarde CAO geldt voor alle werknemers, dus ook voor werknemers die niet lid van een vakbond zijn.

Doel verbindend verklaren

Het doel van het algemeen verbindend verklaren is het bevorderen van een gelijke rechtspositie van werknemers en het tegengaan van ongelijke concurrentie op basis van arbeidsvoorwaarden. Niet alle bepalingen in een CAO kunnen algemeen verbindend verklaard worden. Alleen bepalingen die naar hun aard geschikt zijn, komen hiervoor in aanmerking. Geschikt voor algemeen verbindend verklaren zijn de normatieve (dwingende) bepalingen in een bedrijfstak-CAO.

Afspraken tussen de CAO-partijen - obligatoire (verplichte) bepalingen - zijn dat niet. Zij regelen de rechten en plichten van CAO-partijen ten opzichte van elkaar en deze afspraken hebben geen werking ten opzichte van derden. Ook bepalingen van een ondernemings-CAO zijn niet bedoeld om buiten de grenzen van de onderneming te werken. De Ahold-CAO geldt alleen voor Ahold en is niet bedoeld voor de hele bedrijfstak grootwinkelbedrijven.

Als een werkgever geen lid is van een werkgeversorganisatie maar zijn bedrijfsactiviteiten vallen wel onder de werkingssfeer van de CAO, dan zal deze CAO toch van toepassing zijn op de individuele arbeidsovereenkomsten van de werknemers gedurende de periode dat deze CAO algemeen verbindend is. Wanneer een werkgever geen CAO volgt en achteraf blijkt dat hij dit wel had moeten doen, dan kan hij financiële claims van werknemers tegemoet zien.

Duur looptijd AVV

De maximale looptijd van een besluit tot AVV bedraagt 2 jaar, behoudens eenmalige verlenging voor ten hoogste één jaar (artikel 2, tweede lid, Wet AVV).

AVV-procedure

De AVV-procedure verloopt als volgt:
  • werkgevers- en werknemersorganisaties onderhandelen over de nieuwe CAO. De vakbonden treden tijdens het CAO-overleg op namens hun leden, i.c. de werknemers die lid zijn van de betrokken vakbond. Het resultaat van de onderhandelingen moet met hen worden besproken en goedgekeurd. Meer dan eens keuren de leden (achterban) het resultaat van de onderhandelingen af, met als gevolg dat opnieuw onderhandeld moet worden;
  • het voorstel voor de CAO wordt gezonden aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW);
  • het besluit van de Minister van Sociale Zaken om een CAO algemeen verbindend te verklaren wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Ook wordt aangegeven voor welke periode de CAO algemeen verbindend is verklaard (deze periode mag niet langer dan twee jaar zijn).

Dispensatieregeling

In CAO’s kan een dispensatieregeling zijn opgenomen; ondernemingen die kunnen aantonen niet aan bepaalde voorschriften te kunnen voldoen, kunnen een dispensatieverzoek indienen bij de CAO-partijen. Een bedrijf dat bijvoorbeeld in grote moeilijkheden verkeert, kan bijvoorbeeld tijdelijk worden vrijgesteld om loonsverhoging te betalen.

Vredesplichtclausule

In de CAO komt vaak een vredesplichtclausule voor. De CAO-partijen spreken af dat tijdens de looptijd van de CAO geen stakingen zullen plaatsvinden of andere pressiemiddelen worden ingezet.

Representativiteit

Een CAO staat of valt bij de representativiteit van de werknemers- (zie boven) en werkgeversorganisaties. De wet stelt dat meer dan 60 procent van de werkgevers in de betreffende bedrijfstak bij de werkgeversvereniging moeten zijn aangesloten (werkgeversparticipatie). Het is niet zeker of dit in de praktijk altijd het geval is.

Bewust niet-verbindend verklaren

De minister van SZW kan het verbindend verklaren achterwege laten, onder meer indien CAO-partijen (vakbonden en werkgeversorganisatie(s)) politiek gevoelige zaken niet in de CAO vastleggen c.q. het ‘algemeen belang’ niet wordt gediend of een belangrijke meerderheid van de werknemers binnen de bedrijfstak buiten de CAO zal vallen (onvoldoende representativiteit = de groep onvoldoende vertegenwoordigen). Een actueel thema anno 2004: de minister van SZW (De Geus) dreigt CAO’s die bepalingen opnemen die maken dat bij arbeidsongeschiktheid in het tweede jaar van de ziekte meer dan 70 procent van het (gemaximeerde) loon wordt betaald, niet verbindend te verklaren. Een ouder voorbeeld uit 1994/1995: CAO’s worden niet verbindend verklaard indien het laagste salaris(schaal) qua de hoogte niet samenvalt met het minimumloon. De regering acht(te) dit belangrijk omdat, door het betalen van het minimum loon in plaats van een hoger (CAO)loon, haar inziens meer langdurige werklozen kans zouden krijgen zich blijvend een positie op de arbeidsmarkt te verwerven.

Bedrijfsreglement

Om bij ondernemingen zonder CAO de afspraken met werknemers juridisch waterdicht te maken - individuele werknemers kunnen ook bij wijzigingen van arbeidsvoorwaarden niet dwars liggen - kan men ervoor kiezen de met de OR overeengekomen bedrijfsregelingen te verheffen tot een bedrijfsreglement, een andere naam is ook mogelijk. Dit laatste is in de afgelopen periode bij IT-bedrijven geschied. Op deze wijze zijn alle werknemers gebonden aan het gestelde in het bedrijfsreglement, mits in de individuele arbeidsovereenkomsten hiernaar wordt verwezen. Terzijde, binnen een bedrijf wordt de individuele werknemer, indien dit tevoren niet met hem (schriftelijk) is overeengekomen, niet gebonden door afspraken/besluiten met de OR.

Rechter

Vakbonden die een CAO hebben ondertekend, mogen zelf naar de rechter stappen als ze vinden dat werkgevers afspraken niet nakomen. Ze hoeven dat niet te doen namens individuele leden. Dat blijkt uit een arrest*** van de Hoge Raad (1998).

***Arrest: uitspraak van een gerechtshof of de Hoge Raad.

Verstrijken CAO

Een bijzondere situatie is als de geldigheidsduur van een CAO verstreken is zonder dat een nieuwe CAO is overeengekomen. Een dergelijke situatie doet zich bijvoorbeeld voor als de CAO-partijen het onderling niet eens kunnen worden.

Deze situatie is daarom bijzonder omdat na het verstrijken van de oude CAO deze nog wel van kracht blijft voor de gebonden werknemers maar niet meer ten aanzien van de niet gebonden werknemers. Het van kracht blijven van de verstreken CAO noemt men nawerking.

Overzicht alle CAO's

Op internet kan men alle aangemelde ondernemings- en bedrijfstak-CAO's, aangemeld vanaf 1 januari 2009, zien. Ga naar de website van Min. SZW.
 

ABU-CAO voor Uitzendkrachten algemeen verbindend verklaard

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de wijzigingen op de ABU CAO voor Uitzendkrachten 2012 – 2017 algemeen verbindend verklaard. De in 2012 gemaakte principe-afspraak over de inlenersbeloning wordt per 30 maart 2015 ingevoerd. Dit betekent dat alle uitzendkrachten die in Nederland werken (behalve degenen die werkzaam zijn voor gedispenseerde ondernemingen), recht hebben op dezelfde arbeidsvoorwaarden volgens deze CAO.

De CAO voor Uitzendkrachten is afgesloten door de ABU en de vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond, De Unie en LBV. Jaarlijks gaan er ruim 700.000 uitzendkrachten aan de slag. (Bron: ABU, 17 mrt. 2015)

Verlenging algemeen verbindend verklaring

Als de partijen die een bedrijfstak-CAO hebben afgesloten (bepaalde bepalingen van) de CAO voor de gehele bedrijfstak willen laten gelden, kunnen zij bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een AVV aanvragen. Verklaart SZW CAO-bepalingen algemeen bindend, dan gelden deze in principe voor alle organisaties die onder de betreffende CAO vallen. Momenteel verloopt de AVV uiterlijk bij afloop van de CAO, ook als er sprake is van een stilzwijgende verlenging. Werkgevers die geen lid zijn van een werkgeversvereniging die de CAO heeft afgesloten, zijn dan niet meer gebonden aan de CAO en kunnen dan binnen de wettelijke kaders hun eigen gang gaan (totdat er een AVV voor een nieuwe CAO is toegekend). Dat kan voor oneerlijke concurrentie zorgen.

Eén van de bepalingen uit de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) regelt dat CAO-partijen vanaf 1 juli 2015 gezamenlijk een verlenging van een algemeen verbindend verklaring (AVV) kunnen aanvragen. Deze verlenging duurt maximaal een jaar. CAO-partijen moeten samen AVV-verlenging aanvragen

De WAS wil oneerlijke concurrentie indammen en de CAO-naleving en handhaving verbeteren. Daarom is in de WAS opgenomen dat vanaf 1 juli 2015 ook de AVV van een CAO verlengd kan worden. De CAO-partijen zullen hiervoor gezamenlijk een verzoek moeten indienen bij SZW. De verlenging van de AVV duurt maximaal een jaar. Wordt er in de tussentijd een nieuwe CAO overeengekomen, dan zullen de CAO-partijen hier een nieuwe AVV voor moeten aanvragen. Als u aan een bedrijfstak-CAO bent gebonden, moet u dus na verloop van de CAO goed in de gaten houden welke regels op u van toepassing zijn. (Bron: Rendement, 29 jun. 2015)

CAO zonder akkoord FNV niet-verbindend verklaard

Eind 2015 sloot Transavia met de vakbonden CNV, de Unie en de bond voor luchtvaarttechnici NVLT een nieuwe CAO af voor de grondmedewerkers. De FNV tekende als enige bond niet, omdat het weigerde akkoord te gaan met verslechteringen zonder nut en noodzaak.

De rechter oordeelde dat in het geval van het Transavia grondpersoneel de andere vakbonden niet voldoende representatief zijn om namens de FNV-leden een CAO af te sluiten. De oude CAO die wel door de FNV is afgesloten, blijft daardoor onverminderd van toepassing.

Een bijzondere uitspraak dus belangrijk is voor andere sectoren waar CAO's worden afgesloten met verslechteringen zonder de FNV. (Bron: FNV-luchtvaart, 11 apr. 2017)

Payrollbedrijven moeten zich aan uitzend-CAO houden 

Payrollbedrijven als Tentoo en DPA moeten zich van de rechter gewoon aan de CAO voor de uitzendbranche houden, als deze binnenkort algemeen verbindend verklaard is. Volgens vakbond FNV betekent dit dat mensen die via een payrollbedrijf aan de slag zijn er straks mogelijk in arbeidsvoorwaarden op vooruitgaan.

Tentoo en DPA probeerden zich via de rechter in Amsterdam te verweren tegen een eerder besluit van het ministerie van Sociale Zaken, omdat zij onder de uitzend-CAO uit wilden komen. Volgens de rechter komt payrolling op hetzelfde neer als uitzenden, vandaar dat die CAO dus ook van toepassing moet zijn. (Bron: NRC, 13 apr. 2018)

Gewijzigd Besluit Aanmelding CAO’s en Toetsingskader AVV

Het gewijzigde Besluit Aanmelding CAO’s en het verzoeken om AVV (hierna: Besluit) treedt in werking per 12 juli 2019 (Stcrt. 11 juli 2019, nr. 38116). Directe aanleiding van deze wijziging is de inrichting van het nieuwe loket voor zaakgericht werken. Met deze wijziging wordt de digitale indiening geregeld van het aanmelden van CAO’s, het indienen van een verzoek tot (tussentijdse wijziging of verlenging van) AVV en het indienen van bedenkingen en dispensatieverzoeken. De afhandeling van uw zaak gaat voortaan volledig digitaal. Schriftelijke indiening is enkel aan de orde in geval van calamiteiten of bijzondere omstandigheden.

Ook het gewijzigde Toetsingskader AVV treedt in werking per 12 juli 2019 (Stcr. 11 juli 2019, nr. 38118). Naast enkele redactionele wijzigingen of aanvullingen betreft het wijzigingen die aansluiten bij de doorgevoerde wijzigingen van het Besluit. Zo wordt een voorziening gecreëerd om in CAO-bepalingen te verwijzen naar websites. (Bron: Nieuwsbrief UAW, juli 2019)

Wijziging Wet AVV treedt in werking op 1 januari 2022

Aan artikel 2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet AVV) wordt een lid toegevoegd: 8. In het geval van werkzaamheden met het oog op de initiële assemblage of de eerste installatie van een goed, die een wezenlijk bestanddeel uitmaken van een overeenkomst voor de levering van goederen, noodzakelijk zijn voor het in werking stellen van het geleverde goed en uitgevoerd worden door gekwalificeerde of gespecialiseerde werknemers van de leverende onderneming, is het eerste lid, aanhef en onder b en c, niet van toepassing, mits de duur van de detachering niet meer dan acht dagen bedraagt en het geen werkzaamheden in de sector bouwbedrijf betreft.

Dit artikellid bevat een verplichte uitzondering ten aanzien van het minimumaantal betaalde jaarlijkse verlofdagen en de beloning op grond van de toepasselijke algemeen verbindend verklaarde cao. De uitzondering geldt voor gedetacheerde werknemers die werkzaamheden verrichten met het oog op de initiële assemblage of de eerste installatie van een goed, die een wezenlijk bestanddeel uitmaken van een overeenkomst voor de levering van goederen, noodzakelijk zijn voor het in werking stellen van het geleverde goed en uitgevoerd worden door gekwalificeerde of gespecialiseerde werknemers van de leverende onderneming, onder de voorwaarde dat de detachering niet meer dan acht dagen bedraagt. Het gaat dus om werkzaamheden in Nederland die erg kort duren en nauw verbonden zijn met de grensoverschrijdende levering van een goed, wat de rechtvaardiging vormt voor deze uitzondering van een klein deel van de harde kern van arbeidsvoorwaarden. De uitzondering geldt niet voor werkzaamheden in de bouwsector.

De wijziging heeft tot gevolg dat een beperkte groep gedetacheerde werknemers, onder de voorwaarden genoemd in de Detacheringsrichtlijn, geen recht heeft op de harde kern van arbeidsvoorwaarden met betrekking tot beloning en het minimumaantal betaalde jaarlijkse verlofdagen, voor zover deze arbeidsvoorwaarden voortvloeien uit algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de cao die toepasselijk is op grond van artikel 2a, eerste lid, Wet AVV.

De overige onderdelen van de harde kern van arbeidsvoorwaarden, zoals bepalingen over arbeidstijden, gezondheid en gelijke behandeling, gelden onverkort voor deze werknemers als zij in Nederland de installatie- of assemblagewerkzaamheden verrichten.