Informatie Belastingdienst (DBA)

Datum laatste wijziging: 6 januari 2020  |  Trefwoorden: , , , , ,

Inhoud

  1. Geen beoordelingsvrijheid bij toetsen arbeidsrelatie
  2. Handreiking DBA – beoordelen overeenkomsten door Belastingdienst
  3. Brief en voorlichting aan ZZP-ers over verdwijnen VAR
  4. Belastingdienst publiceert 25 belangrijkste vragen over de VAR
  5. Commissie (Model)overeenkomsten Wet DBA ingesteld
  6. Algemene modelovereenkomst bemiddeling NBBU en ABU
  7. Goedgekeurde modelovereenkomst en toch een dienstbetrekking?
  8. Brief: Gevolgen afschaffen Verklaring arbeidsrelatie (VAR) per 1 mei 2016
  9. Wat wijst op een dienstbetrekking?
  10. De opdracht wordt verricht via een tussenpersoon
  11. Tot 1 mei 2017 geen aanslagen loonheffingen DBA, tenzij
  12. DBA: Uitsluiting fictieve dienstbetrekking in overeenkomst van opdracht
  13. Fiscale behandeling ZZP-ers (g-rekening)
  14. Nieuw, meldpunt en register wet DBA
  15. Brief Wiebes over DBA maand eerder naar Tweede Kamer
  16. Handhaving Wet DBA uitgesteld tot januari 2018
  17. Wie zijn de kwaadwillenden?
  18. Wet DBA niet uitgesteld, alleen de overgangsperiode is verlengd
  19. Brief van Wiebes aan branches
  20. Verhaalsbepaling in modelovereenkomst mag
  21. De vlag gaat uit, Wiebes vond 7 kwaadwillenden
  22. ZZP-ers doen het beter dan gedacht
  23. Fiscus laat ZZP-er voorlopig met rust
  24. Bijdrage aan formatieonderhandelingen 2017
  25. De Belastingdienst blijft tot 1 juli 2018 lekker soepel
  26. Opvolger VAR op de lange baan
  27. Nog geen boetes aan kwaadwillenden opgelegd
  28. Belastingdienst is strenger bij aanpak schijnzelfstandigen
  29. Opschorting handhaving Wet DBA verlengd tot 1 januari 2020
  30. Handhaving Wet DBA
  31. Toezichtsplan arbeidsrelaties door Belastingdienst
  32. Verduidelijking begrip gezagsverhouding
  33. Verscherpt toezicht op arbeidsverhoudingen in 2020

Geen beoordelingsvrijheid bij toetsen arbeidsrelatie

De Belastingdienst heeft geen beoordelingsvrijheid bij het toetsen van een arbeidsrelatie. Dat geldt zowel nu als straks onder de wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties. Dat schrijft staatssecretaris Wiebes van Financiën aan de Tweede Kamer. De staatssecretaris gaat vanwege de geheimhoudingsplicht echter niet in op individuele belastingplichtigen. In algemene zin noemt de staatssecretaris de kenmerken van een arbeidsovereenkomst. Het gaat om de volgende cumulatieve voorwaarden:
  • de verplichting de arbeid persoonlijk te verrichten;
  • het betalen van loon aan de werknemer; en
  • het bestaan van werkgeversgezag.
Als de werkzaamheden op initiatief van de opdrachtnemer - en zonder voorafgaande toestemming van de opdrachtgever - door een derde kunnen worden uitgevoerd (vrije vervanging), is de arbeidsrelatie geen arbeidsovereenkomst. (Bron: Taxlive, 9 feb. 2016)

Handreiking DBA – beoordelen overeenkomsten door Belastingdienst

De Belastingdienst heeft de Handreiking beoordelingskader overeenkomsten arbeidsrelaties (Handreiking DBA) gepubliceerd. De Handreiking DBA bevat het beoordelingskader dat de Belastingdienst gebruikt bij de beantwoording van de vraag of een voorgelegde overeenkomst gevolgen heeft voor de loonheffingen. (Bron: Rijksoverheid, feb. 2016)

In de 'Handreiking beoordelingskader overeenkomsten arbeidsrelaties' (Handreiking DBA) noemt de Belastingdienst de kaders die zij gebruikt om voorgelegde overeenkomsten te beoordelen. Aan de hand van 4 stappen (zie onder) wordt de vraag beantwoord of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden of niet. De staatssecretaris van Financiën heeft de publicatie van dit beoordelingskader toegezegd tijdens de parlementaire behandeling van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties. De Handreiking lijkt echter vooral bedoeld voor adviseurs met vergaande kennis van de problematiek. De verwijzingen naar wetgeving en jurisprudentie maken de Handreiking niet echt praktisch bruikbaar voor een opdrachtgever en ZZP-er. (Bron: Fiscount, mrt. 2016)

De vier stappen zijn:
  1. Beoordeling aanwezigheid gezagsverhouding
  2. Boordeling persoonlijke verplichting tot het verrichten van arbeid
  3. Beoordeling verplichting tot betaling van loon
  4. Beoordeling aanwezigheid fictieve dienstbetrekking of bijzondere regeling

Brief en voorlichting aan ZZP-ers over verdwijnen VAR

Alle ZZP-ers met VAR-verklaring krijgen in maart 2016 een brief om hen te informeren over het verdwijnen van de zogeheten verklaring arbeidsrelatie (VAR). Staatssecretaris Wiebes (Financiën) wil op deze manier een einde maken aan onrust onder ZZP-ers.

Daarnaast organiseert de Belastingdienst samen met de KvK voorlichtingsbijeenkomsten voor ZZP-ers en fiscaal dienstverleners in heel Nederland. De bijeenkomsten vinden verspreid door Nederland plaats tussen 18 maart en 26 mei 2016.

Belastingdienst publiceert 25 belangrijkste vragen over de VAR

De Belastingdienst gaat met haar voorlichtingscampagne steeds verder. Het leek in het begin toch zo simpel? Nu zijn door de dienst de 25 belangrijkste vragen die leven bij ondernemers over de VAR na 1 mei 2016 op de website gepubliceerd. De Belastingdienst geeft op onderstaande en meer vragen antwoord:
  • Wat gaat er veranderen?
  • Moeten opdrachtgevers en ZZP-ers alles voor 1 mei 2016 geregeld hebben?
  • Neemt de administratieve rompslomp voor ZZP-ers toe?
  • Krijgt de ZZP-er in het nieuwe systeem minder duidelijkheid en zekerheid?
  • Wordt het nu voor veel opdrachtnemers moeilijker om als ZZP-ers te werken?
  • Is het veiliger om tussenpersonen in te schakelen?
  • Moet ik voor elke klus en voor allerlei verschillende klussen opnieuw een overeenkomst opstellen?
  • Holt de DBA de positie en sociale zekerheid van ZZP-ers uit?
  • Legaliseert de DBA schijnzelfstandigheid?

Commissie (Model)overeenkomsten Wet DBA ingesteld

Staatssecretaris Wiebes heeft een Commissie (model)overeenkomsten in het kader van de Wet DBA ingesteld. Met ingang van 15 april 2016 zal deze commissie onderzoek verrichten naar de juistheid van de door de Belastingdienst beoordeelde (model)overeenkomsten.
De Commissie moet vóór 31 december 2016 haar eindrapport uitbrengen aan de staatssecretaris.
Meer informatie: Besluit 7 april 2016, nr. DGB/2016/1378.

Red: Wij missen in de taakbeschrijving van de Commissie het nagaan of de regeldruk door de Wet DBA toeneemt of afneemt. In (nieuwe) commissies zou deze opdracht standaard moeten staan, wat is anders de waarde van het Belastingplan 2016 waarin staat, we herhalen 'Het kabinet wil de regeldruk terugdringen om het ondernemen makkelijker te maken. Daar werd in 2015 al 1,35 miljard euro voor uitgetrokken, dit bedrag zal in 2016 verder toenemen tot ongeveer 2 miljard euro.'

Algemene modelovereenkomst bemiddeling NBBU en ABU

De Belastingdienst meldt dat de uitzendonderneming NBBU (Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen) en de werkgever (opdrachtgever) de overeenkomst kunnen gebruiken om een contract af te sluiten. De opdrachtgever hoeft dan geen loonheffingen in te houden en te betalen, zolang er volgens de overeenkomst gewerkt wordt. Belangrijk is dat in het contract wordt verwezen naar het kenmerknummer.

Hetzelfde geldt voor de uitzendonderneming ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen).

Goedgekeurde modelovereenkomst en toch een dienstbetrekking?

Ook een goedgekeurde modelovereenkomst kan een dienstbetrekking / arbeidsovereenkomst bevatten. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn doordat de Belastingdienst niet alle achterliggende feiten en omstandigheden kan beoordelen op het moment dat de overeenkomst wordt voorgelegd. Ook is het mogelijk dat de rechter een ander oordeel heeft over de afgesloten overeenkomst en/of een andere mening heeft over de gevolgen van de achterliggende feiten en omstandigheden. Een en ander wordt bevestigd door de Belastingdienst. Het is aan bovengenoemde Commissie (model)overeenkomsten om hierover meer duidelijkheid te verschaffen. (Bron: BDO, 19 apr. 2016)

Brief: Gevolgen afschaffen Verklaring arbeidsrelatie (VAR) per 1 mei 2016

De Belastingdienst heeft in maart/april een brief gezonden aan allen die een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) hebben. De VAR verdwijnt per 1 mei 2016. Uitgelegd wordt hoe men nu gebruik kan maken van de modelovereenkomsten. Voor degenen die de brief niet kregen, treft u de brief hier aan.

Wat wijst op een dienstbetrekking?

Staatsecretaris Wiebes heeft in een brief op 26 april 2016 aangegeven wat kan wijzen op een dienstbetrekking, puntsgewijs:
  • Deelname aan de pensioenvoorziening
  • Deelname aan de arbeidsongeschiktheidsverzekering
  • Deelname aan vergaderingen bij de opdrachtgever (????)
  • Het verstrekken of vergoeden van een opleiding of cursus
  • Ter beschikking stellen van bedrijfskleding
  • Het volgende wijst niet op een dienstbetrekking:
  • Ter beschikking stellen van veiligheidsmiddelen (mondkapjes, gehoorbescherming, etc.)
  • Ter beschikking stellen van een kantoorwerkplek (bureau, bureaustoel, computer, printer)
Red.: En wat zal de heer Wiebes zeggen als de ZZP-er :
  • Aandelen van de onderneming bezit
  • Een extra vergoeding (bonus) ontvangt die boven de Balkenendenorm ligt, waarover de ZZP-er via de inkomstenbelasting overigens keurig belasting betaalde
  • Al twee jaar op het personeelsuitje is gesignaleerd
  • Op kosten van de onderneming een half jaar naar China is gezonden
  • Namens de directie vragen van de OR over de verdere toekomst van het bedrijf beantwoordt
  • Et cetera

De opdracht wordt verricht via een tussenpersoon

Staatssecretaris Wiebes deelde mee dat bij een tussenpersoonsconstructie de Belastingdienst in eerste instantie de tussenpersoon* verantwoordelijk houdt voor het naleven van de bepalingen uit de gebruikte overeenkomst. 'De afschaffing van de VAR maakt op geen enkele manier het werken met tussenpersonen vanzelfsprekender. Voor een eventuele tussenpersoon gelden dezelfde eisen aan het werken buiten dienstbetrekking als voor een opdrachtgever.' (Bron: TaxLive, 4 mei 2016)

* Tussenpersoon c.q. verzekeringsagent, makelaar in assurantiën, intermediair of financieel adviseur is een bedrijf dat zich richt op het aanbieden van financiële diensten, zoals verzekeringen en hypotheken (Bron: Wikipedia)

Tot 1 mei 2017 geen aanslagen loonheffingen DBA, tenzij

In het antwoord van Staatssecretaris Wiebes over het bericht 'ZZP’er verwacht schade door nieuwe wetgeving' worden drie situaties genoemd waarbij wel een aanslag is te verwachten:
  1. De opdrachtgever en opdrachtnemer werkten voorafgaand aan 1 april 2016 met een VAR-wuo of VAR-dga op basis waarvan de opdrachtgever vrijwaring had voor de loonheffingen, terwijl er feitelijk sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. De opdrachtgever en opdrachtnemer ondernemen geen enkele activiteit deze situatie aan te passen.
  2. De Belastingdienst heeft in de periode voor 1 februari 2016 al schriftelijk kenbaar gemaakt dat de bij onderzoek aangetroffen arbeidsrelaties te duiden zijn als een (fictieve) dienstbetrekking. Daaraan is geen gevolg gegeven.
  3. Er is sprake van grove schuld of opzet.

DBA: Uitsluiting fictieve dienstbetrekking in overeenkomst van opdracht

Bij het toetsen van (model)overeenkomsten, wordt door de Belastingdienst beoordeeld of sprake is van een dienstbetrekking. Indien geen sprake is van een dienstbetrekking, wordt vervolgens getoetst of een fictieve dienstbetrekking van toepassing is. Ook voor fictieve dienstbetrekkingen geldt namelijk een inhoudingsplicht van loonheffingen voor de opdrachtgever. In het kader van de Wet DBA is het mogelijk geworden om de fictieve dienstbetrekkingen voor thuiswerkers en gelijkgestelden alsook de artiestenregeling uit te sluiten.

Als deze uitsluiting is opgenomen in een overeenkomst tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer, wordt door de Belastingdienst niet meer getoetst of deze fictieve dienstbetrekkingen van toepassing zijn. Door de Belastingdienst wordt uiteraard nog wel getoetst op aanwezigheid van een ‘echte’ dienstbetrekking of een van de andere fictieve dienstbetrekkingen. (Bron: PwC, 27 mei 2016)

Fiscale behandeling ZZP-ers (g-rekening)

Staatssecretaris Wiebes van Financiën informeerde de Tweede Kamer over de beantwoording van vragen over borging door Belastingdienst en UWV of er geen sprake is van dienstbetrekking bij ZZP-ers en over gebruik g-rekening.
Door storting van een deel van de factuursom op de g-rekening wordt het risico op aansprakelijkstelling op grond van de fiscale keten- of inlenersaansprakelijkheid beperkt. Een opdrachtgever die personeel inhuurt weet niet wat de precieze inhoud is van de overeenkomst tussen de opdrachtnemer/uitlener en het ingeleende personeel. Het kan gaan om ter beschikking stellen van een werknemer of van een ZZP-er. Bij inhuur van meer dan één personeelslid tegelijk, kan er ook sprake zijn van een combinatie van werknemers en ZZP-ers.

De opdrachtgever kan een deel van de factuursom op de g-rekening van de uitlener storten om zijn risico op aansprakelijkheid te beperken. Het geld op de g-rekening kan door de opdrachtnemer/uitlener worden gebruikt voor het betalen van verschuldigde loonheffingen en omzetbelasting. Een eventueel overschot kan worden gedeblokkeerd. Dit levert geen oneigenlijk gebruik van de g-rekening op.

Nieuw, meldpunt en register wet DBA

Belastingdienst opent een meldpunt waar opdrachtgevers en opdrachtnemers melding kunnen doen wanneer zij denken dat de wet DBA onbedoelde effecten heeft. Ook komt er een register waarmee gebruikers van overeenkomsten kunnen nagaan of de Belastingdienst een overeenkomst met een bepaald kenmerk heeft goedgekeurd. Aldus de eerste voortgangsrapportage DBA van staatssecretaris Wiebes. (Bron: Accountancyvanmorgen, 19 sep. 2016)

Het meldpunt DBA is te vinden op internet.

Brief Wiebes over DBA maand eerder naar Tweede Kamer

Staatssecretaris Wiebes stuurt nog in november 2016 de toegezegde brief over de problemen rond de wet DBA naar de Tweede Kamer. ‘Ik ben het er volledig mee eens dat echte opdrachtnemers en zelfstandige professionals niet mogen blijven zitten met onzekerheid, juist in een tijd waarin de economie groeit. De urgentie is volkomen helder.‘

Wiebes beantwoordde vragen van Pieter Omtzigt naar aanleiding van het bericht dat ING en andere grote bedrijven alle contracten met ZZP-ers opzeggen en payrollers en detacheerders inschakelen. Ook het FD kwam met het bericht dat grote bedrijven massaal afscheid nemen van ZZP-ers.

Twee uitspraken van Wiebes:

  1. Bij het meldpunt komt naar voren dat het begrip “gezagsverhouding” niet meer past bij de hedendaagse zelfstandige professional. ‘Daardoor blijft er in sommige branches een te groot grijs gebied over.’
  2. Het is inmiddels helemaal duidelijk is dat ‘we er met alleen voorlichting en modelovereenkomsten niet komen’. Reden voor hem om de toegezegde brief voor 19 december al in november te versturen. Pas als de brief verstuurd is, wil hij inhoudelijk over het probleem met de Kamer spreken. (Bron: Accountancyvanmorgen, 8 nov. 2016)

Handhaving Wet DBA uitgesteld tot januari 2018

De handhaving wordt opgeschort tot 1 januari 2018. ZZP-ers en opdrachtgevers krijgen in de periode tot die datum dus geen boetes of naheffingen, behalve evidente kwaadwillenden*. Wij (de Belastingdienst) gaan een coachende rol vervullen op de werkvloer. Zo wordt duidelijk wat wel en wat niet kan. Daarnaast onderzoekt het kabinet of het arbeidsrecht herijkt moet worden om beter aan te sluiten op de praktijk. Het kabinet wil daar haast mee maken en hoopt voor een volgend regeerakkoord met resultaten te komen.

Het ministerie van SZW staat ervoor open om met de sectoren te praten over de mogelijkheden die de Wet werk en zekerheid biedt. Bijvoorbeeld via de cao of ministeriële regeling. Met de maatregelen wil het kabinet de overgang naar de wet DBA voor ZZP-ers en opdrachtgevers vergemakkelijken. De Wet DBA is dus niet ingetrokken.

Meer informatie vindt u in de Kamerbrief Tweede voortgangsrapportage Wet DBA . (Bron: Belastingdienst, 18 nov. 2016). 

Wie zijn de kwaadwillenden?

De redactie HR-kiosk had het bovenstaande nog niet geschreven of staatssecretaris Wiebes werd min of meer gedwongen uit te leggen wat hij onder 'kwaadwillenden' verstaat.

In woorden van Wiebes: Het gaat om een zeer beperkte groep opdrachtgevers, niet meer dan 10 gevallen. Het zijn bekenden van de Belastingdienst, die opereren aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Bij deze groep is er risico op uitbuiting en is sprake van de begrippen ‘evidente opzet’ en ‘grove schuld’, grenzend aan fraude. Het zijn vaak lieden die al jaren oneerlijk concurreren en die concurrenten hebben die zich bij mij melden en vragen om er wat aan te doen, omdat zij het zat zijn’.

Wet DBA niet uitgesteld, alleen de overgangsperiode is verlengd

De wet DBA is niet uitgesteld, maar de overgangsperiode is verlengd. Dat stelt Staatssecretaris Wiebes in antwoord op de vragen van Tweede Kamerleden van Weyenberg (D66) en Omzigt (CDA). In strikt formele zin betreft de wet immers alleen de afschaffing van de VAR en dat heeft reeds zijn beslag gekregen.

De Belastingdienst vraagt zich intussen af of er geen naheffing volgt, ook al is er (zo goed als zeker) sprake van een dienstbetrekking. Zonder nadere regelgeving voelt de Belastingdienst zich daartoe niet verplicht. (Bron: Min.Fin, 1 dec. 2016 e.a.)

Brief van Wiebes aan branches

ZZP-ers en opdrachtgevers hebben niets te vrezen van eventuele boetes en naheffingen. Dat staat in een brief die staatssecretaris Wiebes (Financiën) heeft verstuurd naar enkele tientallen branches.

,,Als een opdrachtgever een ZZP-er inhuurt en de Belastingdienst achteraf constateert dat er sprake is van loondienst, zal de fiscus geen naheffing, boetes en correctieverplichtingen voor de loonheffingen opleggen. In dat opzicht kunnen opdrachtgevers dus met een gerust hart zaken doen met ZZP-ers”, aldus Wiebes. Begin volgende februari 2017 krijgen ruim een half miljoen ZZP-ers een brief met dezelfde strekking.

Vooral de grote bedrijven die soms wel honderden ZZP-ers inhuren blijven huiverig. Zij kunnen het niet aan hun aandeelhouders verkopen dat ze mogelijk kwaadwillend bezig zijn. (Bron: DFT, 20 jan. 2017)

Verhaalsbepaling in modelovereenkomst mag

Een opdrachtgever mag in een modelovereenkomst met een ZZP-er opnemen dat eventuele schade door schijnzelfstandigheid deels zal worden verhaald. Dat antwoordt staatssecretaris Wiebes (Financiën) op Kamervragen van PvdA-lid Mei Li Vos.

In de Kamerstukken van de Tweede Kamer d.d. 23 januari 2017 staat letterlijk geschreven:
"Verhaalsbepalingen in overeenkomsten zijn niet relevant voor de fiscale duiding en beoordeling van de arbeidsrelatie die met de overeenkomst wordt beoogd. Om die reden zijn verhaalsbepalingen in de op de site van de Belastingdienst aangeboden modelovereenkomsten dan ook weggelaten.
Hoewel dus niet relevant voor de fiscale duiding, ongebruikelijk zijn deze bepalingen daarmee niet. Als achteraf blijkt dat een arbeidsrelatie toch een dienstbetrekking is (geweest) en een opdrachtgever met betrekking tot die arbeidsrelatie te maken krijgt met een naheffing van loonheffingen, is het verhalen door de opdrachtgever op de opdrachtnemer van de nageheven loonbelasting en premie volksverzekeringen gebruikelijk. Dit deel van de heffingen dient immers door de werknemer te worden gedragen. Zolang een opdrachtgever/werkgever alleen de verschuldigde loonbelasting en premies volksverzekeringen verhaalt, handelt hij dus conform de wet. De opdrachtnemer/werknemer kan de op hem verhaalde premie volksverzekeringen en loonbelasting als voorheffing vervolgens verrekenen met de door hem in de inkomstenbelasting over zijn totale inkomen verschuldigde inkomensheffing.  
Voor de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet geldt een verhaalsverbod. Die heffingen moeten wettelijk immers door de werkgever worden gedragen. Een bepaling over het verhalen van deze premie of deze bijdrage op de werknemer, die wettelijk niet is toegestaan, is in zijn geheel nietig en converteert niet in een geldige bepaling. Hiermee is sprake van de bedoelde gedeelde verantwoordelijkheid voor de arbeidsrelatie, waarbij ieder de ‘eigen’ lasten draagt."

De vlag gaat uit, Wiebes vond 7 kwaadwillenden

Staatssecretaris Wiebes heeft de Tweede Kamer via een kamerbrief geinformeerd dat inzake de handhaving van de Wet DBA er zeven opdrachtgevers zijn gesignaleerd die mogelijk kwaadwillend zijn. In derde voortgangsrapportage Wet DBA (april 2017) zal hij details geven. (Bron: Overheid, 3 feb. 2017)

ZZP-ers doen het beter dan gedacht

In tegenstelling tot eerdere berichten blijkt dat meer ZZP-ers makkelijker werk kregen dan ZZP-ers voor wie dat moeilijker werd. Dat schrijft de staatssecretaris van Financiën in een Kamerbrief waarin hij de resultaten van het onderzoek van de KvK nader analyseert.

Een volledige grafiek was niet opgenomen in het rapport van de KvK, maar leidt tot een completer beeld. Zo blijkt dat 18 procent van de zelfstandigen vaker meemaakte dat opdrachtgevers liever geen ZZP-ers inhuren in 2016 ten opzichte van het jaar daarvoor. Terwijl 22 procent daar minder last van had. Ook had 16 procent meer moeite om aan nieuwe opdrachten te komen, in tegenstelling tot 30 procent die daar minder moeite mee had. Daarnaast leidt de staatssecretaris uit de resultaten af dat nog niet alle respondenten zich ervan bewust zijn dat het gebruik van een modelovereenkomst niet per se nodig is en zeker niet verplicht is. Hierover is betere communicatie en coaching nodig volgens Wiebes. (Bron: Taxence, 22 feb. 2017)

Red.: De reactie van de heer Wiebes voegt bitter weinig toe aan datgene wat we al wisten.

Fiscus laat ZZP-er voorlopig met rust

De Belastingdienst heeft bekend gemaakt dat ZZP-ers en hun opdrachtgevers tot 1 januari 2018 niet gecontroleerd en bestraft zullen worden als blijkt dat er onbedoeld toch een dienstbetrekking blijkt te zijn.

De fiscus treedt wel op als er duidelijk sprake is van fraude. Dit is het geval als men met opzet een situatie van schijnzelfstandigheid creëert, terwijl er gewoon een dienstbetrekking is.

De fiscus gaat samen met sociale partners bezien of het begrip dienstbetrekking wellicht aanpassing behoeft. Pas als hierover duidelijkheid bestaat, gaat men weer over tot handhaving. Het kan dus zijn dat er ook na 2018 nog niet direct naheffingen en boetes zullen worden uitgedeeld. (Bron: Bol Adviseurs, 19 apr. 2017)

Bijdrage aan formatieonderhandelingen 2017

Het onderzoek naar de “herijking arbeidsovereenkomst” van het Ministerie van Sociale Zaken wordt op korte termijn aan de informateur en de Tweede Kamer aangeboden zodat het in de formatieonderhandelingen kan worden gebruikt.

Voor het zomerreces wordt helderheid gegeven over het verdere traject Beoordeling Deregulering Arbeidsrelaties (DBA) en de gevolgen hiervan voor het opschorten van de handhaving. Het doel is om opdrachtgevers en opdrachtnemers voldoende tijd te geven om zich aan te passen. Dit blijkt uit de derde rapportage DBA die staatssecretaris Wiebes aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De Belastingdienst handhaaft tot 1 januari 2018 uitsluitend bij kwaadwillenden. De Belastingdienst heeft daarbij tien opdrachtgevers op de korrel. (Bron: Belastingdienst Rijksoverheid, apr. 2017)

De Belastingdienst blijft tot 1juli 2018 lekker soepel

De Belastingdienst zal tot 1 juli 2018 geen boetes of naheffingen opleggen voor het niet naleven van de Wet DBA. De wet die de relatie tussen ZZP-ers en hun opdrachtgevers regelt.
Kwaadwillenden worden wel aangepakt. Dat zijn in de ogen van de dienst ZZP-ers en opdrachtgevers die overduidelijk een werkgevers-werknemersrelatie hebben, en dus opzettelijk geen belasting en premies betalen. De Wet DBA moet schijnzelfstandigheid tegengaan. Maar veel opdrachtgevers en ZZP-ers begrijpen de wet niet goed (zegt men). Daarom stelt de Belastingdienst zich ook dit jaar soepel op.

De soap rond de verzekeringsplicht blijft maar doorgaan
De ene smoes na de andere wordt opgevoerd om niet gewoon de Wet m.b.t. de verzekeringsplicht van 1953 toe te passen en net te doen of de Wet DBA een geheel nieuwe wet is. De Belastingdienst stelt zich al sinds 2006 soepel op en bakt er helemaal niets van. Lukraak heeft men VAR-verklaringen afgegeven en iedereen op het verkeerde been gezet. Terugdraaien van de gedoogsituatie wordt (nu er al 1 miljoen ZZP-ers zijn) uiterst moeilijk.

Dat veel opdrachtgevers en ZZP-ers de wet niet zouden begrijpen is een gotspe. Men begrijpt best wel dat (zoals al meer dan 60 jaar werd bepaald) dat de verzekeringsplicht afhankelijk is van 3 criteria: persoonlijke dienstverrichting, gezagsverhouding en loon. In de meeste gevallen werkt de opdrachtnemer volgens deze criteria. De opdrachtnemer moet zelf de werkzaamheden verrichten, geheel voldoen aan de regels van de onderneming en er wordt een uurloon betaald (in tegenstelling tot een aanneemsom)
Overigens wordt in beide situaties gewoon belasting betaald alleen voor een ZZP situatie geen werkgevers- en werknemerspremies ingevolge de sociale wetten.

En nu? Knappe koppen hebben 10 mogelijke uitkomsten gedicht, maar slechts 1 is feitelijk van toepassing, maar inmiddels volkomen onacceptabel.

Opvolger VAR op lange baan

De wet DBA, waarin is vastgesteld dat opdrachtgevers en ZZP-ers een modelovereenkomst moeten sluiten, wordt met nog een jaar uitgesteld. Dat betekent dat de Belastingdienst opdrachtgever en ZZP-ers tot 1 juli 2018 geen boetes of naheffingen oplegt, ook al hebben ze zich niet aan de regels gehouden en is er misschien sprake van schijnzelfstandigheid.

Over het verdere verloop van het traject zou Wiebes al voor deze zomer duidelijkheid geven. Maar nu is er dus uitstel en wordt de handhaving van de wet DBA doorgeschoven naar een nieuw kabinet.

Opdrachtgevers en nemers kunnen – voor wie dat wil – in de tussentijd gewoon gebruik blijven maken van bestaande modelovereenkomsten. In afwachting van de herijking is het niet nodig om nieuwe (model)overeenkomsten te laten beoordelen door de Belastingdienst. Overeenkomsten die toch ter beoordeling worden aangeboden, worden uiteraard gewoon beoordeeld. (Bronnen: MT e.a., 2 jun. 2017)

Nog geen boetes aan kwaadwillenden opgelegd

Het aantal kwaadwillende organisaties is gestegen, maar er zijn nog geen boetes uitgedeeld aan bedrijven die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laten ontstaan of voortbestaan. Aldus staatssecretaris Wiebes in het op 29 juni 2017 gehouden debat over de uitvoerings- en handhavingsproblematiek van de Wet DBA.

De staatssecretaris gaf in het debat aan dat er twee dingen zijn onderschat met betrekking tot de wet. Een van die punten is het aantal modelovereenkomsten. Waar de Belastingdienst werd ingericht op de afhandeling van 100 modelovereenkomsten, zijn er inmiddels 7000 overeenkomsten. ‘Dat bewijst dat wij een arbeidsrechtelijk kader hebben dat wel heel specifiek geduid is door rechters, maar waar in individuele gevallen weinig zekerheid aan kan worden gegeven. Het is een stelsel dat onhelderder is dan wij vreesden.’ De afhandeling van modelcontracten gaat momenteel langzamer, omdat het de meer complexe gevallen betreft. Maar de voorraad loopt niet op, aldus de staatssecretaris.

Wiebes benadrukte dat het uitstel van de handhaving van de Wet DBA niet mag worden gezien als een nationaal feest. ‘Er zijn ook ondernemers die er van balen, omdat zij nu al tien jaar te maken hebben met oneerlijke concurrentie.’ (Bron: AVaccountancy, 30 jun. 2017)

Belastingdienst is strenger bij aanpak schijnzelfstandigen

De Belastingdienst vindt dat bedrijven die in de fout gaan met ZZP-ers, eerder kunnen worden aangepakt dan staatssecretaris Wiebes.

Wiebes schortte vorig jaar de handhaving van de Wet DBA op met als reden dat er problemen waren bij de totstandkoming van modelovereenkomsten om met ZZP-ers te kunnen werken zonder de vrees voor navorderingen van loonheffingen. Wiebes maakte toen een uitzondering voor 'evident kwaadwillenden'. Het zou hooguit om tien gevallen gaan, waar de termen fraude, zwendel, valsheid, samenspanning en uitbuiting op van toepassing zouden zijn.

Volgens de memo's kunnen bedrijven echter veel sneller in de categorie 'evident kwaadwillenden' belanden. Dat is vooral het geval als opdrachtgevers en -nemers, ondanks herhaaldelijke verzoeken van de Belastingdienst, geen aanpassingen aanbrengen in modelovereenkomsten die de fiscus heeft afgekeurd. Ook als bedrijven en ZZP-ers aanwijzingen negeren om hun werkwijze te veranderen zodat er volgens de fiscus geen sprake is van een dienstbetrekking, kan de fiscus loonbelasting en sociale premies naheffen bij opdrachtgevers en boetes opleggen. (Bronnen: FD en Taxence, 15 sep. 2017)

Opschorting handhaving Wet DBA verlengd tot 1 januari 2020

De opschorting van de handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) is verlengd tot 1 januari 2020. Dat betekent dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot die tijd geen boetes of naheffingen krijgen als achteraf geconstateerd wordt dat er sprake is van een dienstbetrekking. Wel gaat het kabinet de mogelijkheden voor de handhaving van kwaadwillenden vanaf 1 juli 2018 verruimen. Dit schrijven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Snel van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer. (Bron: Rijksoverheid, 9 feb. 2018)

Red.: Geen nieuws onder de zon, herhaling van standpunten. Waarom twee jaar uitstel wordt niet duidelijk gemaakt.

Handhaving Wet DBA

Op 1 juli 2018 heeft de Belastingdienst het Toezichtplan Arbeidsrelaties gepubliceerd, dat invulling geeft aan het toezicht op arbeidsrelaties gedurende het huidige handhavingsmoratorium, dat in ieder geval duurt tot 1 januari 2020. Het plan houdt in dat de Belastingdienst minimaal 100 opdrachtgevers selecteert om te bezoeken en mee in gesprek te gaan over hun werkwijze met opdrachtnemers. Het kabinet geeft aan dat de 100 opdrachtgevers inmiddels zijn geselecteerd en het merendeel van de bedrijfsbezoeken is gestart.

In de loop van 2019 wordt duidelijk hoe de handhaving verder zal worden ingevuld, nu de beoogde datum van 2020 (deels) niet zal worden gehaald. (Bron: PWC, 2018)

Toezichtsplan arbeidsrelaties door Belastingdienst

De Belastingdienst houdt toezicht op de juiste toepassing van de loonheffingen in het licht van de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Gedurende het handhavingsmoratorium dat geldt tot 1 januari 2020 kunnen wij alleen handhaven bij kwaadwillenden. Kwaadwillenden zijn opdrachtgevers die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laten ontstaan of voortbestaan. Het kabinet heeft in februari aangekondigd de mogelijkheden voor de handhaving van kwaadwillenden vanaf 1 juli 2018 te verruimen.

De handhaving richt zich niet langer alleen op de ernstigste gevallen, maar ook op de andere kwaadwillenden. Dit betekent dat wij kunnen handhaven, als wij de volgende 3 criteria alle 3 kunnen bewijzen:
  1. Er is sprake van een (fictieve) dienstbetrekking.
  2. Er is sprake van evidente schijnzelfstandigheid.
  3. Er is sprake van opzettelijke schijnzelfstandigheid.
In dergelijke gevallen wordt veelal een oneigenlijk voordeel behaald en/of het speelveld op een oneerlijke manier aangetast.

Het doel van het toezichtsplan is drieledig. Het 1e doel is toezicht houden op de juiste toepassing van de loonheffingen in het licht van de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Het 2e doel is handhavend optreden waar sprake is van kwaadwillendheid. Het 3e doel is in gesprek gaan met opdrachtgevers over hun praktijkervaringen. De Wet DBA bestaat nu iets meer dan 2 jaar. Een goed moment om vast te stellen hoe dit uitwerkt; waar lopen opdrachtgevers tegenaan, wat gaat er wel en niet goed en wat zijn de ervaringen met het handhavingsmoratorium? Deze informatie kan, voor zover bij de verdere uitwerking van de maatregelen van het Regeerakkoord bekend, mede worden gebruikt als input voor die uitwerking. (Bron: Belastingdienst, aug. 2018)   

Verduidelijking begrip gezagsverhouding

Het kabinet heeft eerder aangekondigd het begrip ‘gezagsverhouding’ - als één van de criteria voor een arbeidsovereenkomst - te zullen verduidelijken. Per 1 januari 2019 zal deze verduidelijking worden opgenomen in het Handboek loonheffingen van de Belastingdienst. De tekst is al gepubliceerd en is hier beschikbaar. In de tekst wordt een reeks aan relevante aspecten benoemd, maar worden geen handvatten geboden om deze aspecten te wegen. Daar is immers ook de webmodule voor bedoeld.

In het kort gaat het om de volgende vier maatregelen:

  • Opdrachtgeversverklaring: Via een webmodule kunnen opdrachtgevers een opdrachtgeversverklaring verkrijgen, als uit beantwoording van de vragen blijkt dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Daarmee wordt beoogd dat ze helderheid krijgen over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. De uitwerking van de webmodule ligt op schema en de verwachting is dat deze eind 2019 gereed is.
  • Verduidelijking gezag: Zoals afgesproken in het regeerakkoord wordt verduidelijkt wanneer er sprake is van een gezagsverhouding. Daarmee krijgen opdrachtgevers een handvat om zelf te beoordelen of er sprake zou moeten zijn van een dienstbetrekking. Conform de motie Wiersma/ Van Weyenberg3 wordt dit versneld ingevoerd en wordt het gezagscriterium verduidelijkt per 1 januari 2019.
  • Arbeidsovereenkomst bij laag tarief (ALT): Het is de bedoeling dat het straks niet meer mogelijk is om langdurig zelfstandigen in te huren tegen een laag tarief. Hiermee wordt beoogd aan de onderkant van de arbeidsmarkt schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegen te gaan.
  • Opt-out: Aan de bovenkant van de arbeidsmarkt komt er voor zelfstandig ondernemers onder voorwaarden een opt-out van de loonheffing en premies werknemersverzekeringen. Dit biedt opdrachtnemers aan de bovenkant van de arbeidsmarkt en hun opdrachtgevers extra zekerheid. De ALT en opt-out worden momenteel.

Bron: Kamerbrief voortgang uitwerking maatregelen ‘werken als zelfstandige’, 26 november 2018

Verscherpt toezicht op arbeidsverhoudingen in 2020

De Belastingdienst gaat vanaf oktober 2019 echter ook handhaven als er aanwijzingen zijn gegeven om een bestaande situatie die blijkt te kwalificeren als (fictieve) dienstbetrekking niet heeft opgevolgd. De aanwijzingen kunnen zijn om de arbeidsverhouding anders vorm te geven zodat er geen sprake meer is van een dienstbetrekking of om de arbeidsverhouding als dienstbetrekking op te nemen in de administratie. Wanneer de Belastingdienst aanwijzingen geeft, dan heeft u in principe drie maanden de tijd om er mee aan de slag te gaan. Na deze termijn gaat de Belastingdienst over tot het opleggen van correcties.

Verscherpt toezicht op arbeidsverhoudingen start in 2020, de Belastingdienst kan de opdrachtgever dan correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen opleggen. Alvorens dit te doen, moet de Belastingdienst bewijzen dat sprake is van drie zaken:
  • (fictieve) dienstbetrekking
  • evidente schijnzelfstandigheid
  • opzettelijke schijnzelfstandigheid