Thuiszorg

Datum laatste wijziging: 6 april 2021  |  Trefwoorden: , , , ,

Inhoud

  1. Hogere eigen bijdrage remt gebruik thuiszorg minder dan gedacht
  2. Zorg thuis niet goedkoper dan verpleeghuis
  3. Wijkverpleging wil een einde maken aan vijfminutenregistraties
  4. Pleegouders houden belastingvrijstelling van hun vergoedingen
  5. Thuiszorg wordt bevrijd van onnodig papierwerk
  6. Ouderen langer thuis in toegankelijk huis
  7. Tarieven huishoudelijke hulp Gooi en Vechtstreek
  8. Thuiszorgmedewerkers zijn gemiddeld ouder
  9. Subsidieregeling elektronische gegevensuitwisseling langdurige zorg
  10. Buurtcirkels als preventiemiddel
  11. Diverse arbeidsgeschillen in de Thuiszorg
  12. Nieuwe subsidie voor betere zorg, meer tijd en werkplezier in wijkverpleging

Hogere eigen bijdrage remt gebruik thuiszorg minder dan gedacht

Verhoging van de eigen bijdrage leidt ertoe dat ouderen en langdurig zieken minder thuiszorg afnemen. Het effect is echter kleiner dan tot nu toe op basis van enquêtes werd verondersteld. Bij elke 10%-verhoging van de eigen bijdrage daalt de zorgvraag gemiddeld met 2,6%, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Voor meerpersoonshuishoudens en gebruikers van relatief eenvoudige zorgvormen is het effect iets sterker.

Het onderzoek van het CPB betreft een analyse van de effecten na de verhoging van de vermogensinkomensbijtelling (VIB) in januari 2013. Deze wijziging leidde ertoe dat zorggebruikers met belastbaar vermogen een hogere eigen bijdrage moesten betalen. Dat maakte het mogelijk om de effecten in kaart te brengen voor vergelijkbare groepen zorggebruikers, met en zonder belastbaar vermogen. (Bron: CPB, 2 nov. 2017)

Zorg thuis niet goedkoper dan verpleeghuis

Langer thuis blijven wonen is qua zorgkosten niet of nauwelijks goedkoper dan wonen in een verpleeghuis, blijkt uit onderzoek. Sinds de decentralisaties van 2015 is er door rijk en gemeenten juist flink ingezet op het langer thuis laten wonen van mensen om de zorgkosten te drukken. Of dat doel zo bereikt kan worden is dus maar de vraag.

Het vergelijkend onderzoek naar zorgkosten bij thuis wonen of wonen in een verpleeghuis is uitgevoerd door het CPB, het RIVM en de Erasmus School of Economics en is gepubliceerd in Economisch Statistische Berichten. Volgens de onderzoekers is nooit goed hard gemaakt dat zorg thuis goedkoper is, terwijl op die gedachtegang wel veel beleid gestoeld is. (Bron en cijfers: (Binnenlands Bestuur, 9 jul. 2018)

Wijkverpleging wil een einde maken aan vijfminutenregistraties

Organisaties in de wijkverpleging doen samen een ultieme poging een eind maken aan de verguisde vijfminutenregistratie. Niet langer hoeven verpleegkundigen en verzorgenden dan voor elke vijf minuten te registreren wat ze hebben gedaan, waarna hun werkgever de aan zorg bestede tijd bij de zorgverzekeraar kan declareren. In plaats daarvan krijgt iedere hulpbehoevende een eigen declarabel ‘zorgplan’, toegespitst op de individuele noden, wensen en mogelijkheden.

Hoewel de minutenregistratie officieel allang is afgeschaft wordt ze nog op grote schaal toegepast. Dit najaar gaan de zorgverzekeraars, de toezichthouder op de zorg NZA, patiëntenorganisaties, werkgeversorganisatie Actiz en de beroepsorganisatie van verpleegkundigen V&VN de boer op om de nieuwe werkwijze uit te leggen aan de werkgevers. (Bron: De Volkskrant, 6 aug. 2018)

Pleegouders houden belastingvrijstelling van hun vergoedingen

Pleegouders houden voor de vergoedingen die ze ontvangen voor het bieden van pleegzorg een belastingvrijstelling. Ze hoeven nu en in de toekomst de vergoedingen niet op te geven bij hun aangifte inkomstenbelasting. Dit voorstel heeft staatsecretaris Snel donderdag naar de Tweede Kamer gestuurd.

Het kabinet wil dat kinderen opgroeien in een zo huiselijk mogelijke situatie. Pleegouders spelen daarbij een cruciale rol. Het is daarom volgens het kabinet van groot belang dat er voldoende pleegouders worden geworven, dat pleegouders zo min mogelijk uitstromen en dat iedereen, ongeacht zijn of haar financiële situatie, pleegouder kan worden.

Voor pleegouders geldt sinds 1 januari 2013 een wettelijke belastingvrijstelling van de pleegvergoedingen, ongeacht het aantal pleegkinderen dat ze opvangen. Voorheen gold de vrijstelling alleen bij opvang van drie of minder pleegkinderen. Bij de invoering is wel aangegeven dat na 5 jaar een evaluatie zou volgen. Die is inmiddels afgerond. (Bron: Min. Fin, 8 nov. 2018)

Thuiszorg wordt bevrijd van onnodig papierwerk

Professionals in de thuiszorg krijgen volgend jaar minder papierwerk te doen. Ook worden ze definitief verlost van de veel bekritiseerde “vijf minuten-registratie''. Dat hebben partijen in de zorg, waaronder de zorgverzekeraars, het ministerie, ActiZ, Zorgthuisnl en beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), vastgelegd in een convenant.

Minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) heeft de Tweede Kamer een brief gestuurd over de afspraken. "In plaats van zorgprofessionals eindeloos te controleren, moeten we ze juist vertrouwen geven”, aldus De Jonge. “En minder tijd die op gaat aan papier, is meer tijd voor de zorg.'' (Bron en wat er nog is gezegd: SkiPR, 5 dec. 2018)

Ouderen langer thuis in toegankelijk huis

Ouderen die in toegankelijke huizen wonen, hebben een kleinere kans om in een verpleeghuis terecht te komen. Dit effect loopt op met de leeftijd. Hoewel beleidsmakers het woonbeleid al geruime tijd inzetten als middel om ouderen langer thuis te laten wonen, is dit het eerste grootschalige empirische onderzoek dat de relatie tussen de toegankelijkheid van het huis en instroom in het verpleeghuis in kaart brengt.

90-plussers met een gelijkvloerse woning, of een woning waarin ruimte is voor een traplift, hebben een kans van ongeveer 9 procent om het komende jaar in het verpleeghuis te belanden. Vergelijkbare ouderen met een woning die niet zonder trap te betreden is, hebben daarentegen een kans van ongeveer 11 procent. Dit staat in de in april 2019 verschenen publicatie 'Can your house keep you out of a nursing home?' van het Centraal Planbureau (CPB).

Tarieven huishoudelijke hulp Gooi en Vechtstreek

Acht Gooise gemeenten hoeven de tarieven voor huishoudelijke hulp (voorlopig) niet te verhogen. Dat heeft de voorzieningenrechter* van de rechtbank Midden-Nederland onlangs bepaald in een kort geding dat Thuiszorg Gooi en Vechtstreek Services BV (TGVS) tegen de acht gemeenten had aangespannen. Zie de uitspraak d.d. 15 juli 2019.

Ook in 2016 heeft TGVS een kort geding, met als inzet om de tarieven te verhogen, verloren. De rechter vond destijds dat de tarieven zorgvuldig waren bepaald, en dat het niet nodig was om de duurste kostenstructuur van een enkele aanbieder (TGVS) als basis voor het tarief te hanteren.

* Een voorzieningenrechter is een rechter die uitspraak doet in kortdurende procedures bij spoedeisende kwesties binnen het civiele recht en het bestuursrecht. De voorzieningenrechter neemt een beslissing op de vordering om een voorlopige voorziening. Een voorzieningenrechter geeft nooit een definitief oordeel over een geschil. Zijn oordeel is geldig tot er een andere uitspraak is.

Thuiszorgmedewerkers zijn gemiddeld ouder

De gemiddelde leeftijd van een thuiszorgmedewerker is in tien jaar tijd gestegen van 43 naar 45 jaar oud. Met name vrouwelijke medewerkers in de thuiszorg zijn gemiddeld ouder dan tien jaar geleden. Deze stijging draagt sterk bij aan de toenemende druk op de arbeidsmarkt in de thuiszorg. Dit en meer blijkt uit een analyse door Zuster Jansen (januari 2020).

Subsidieregeling elektronische gegevensuitwisseling langdurige zorg

Zorgverleners die meer tijd overhouden voor directe zorg aan hun cliënten en meer regie op het zorgproces voor cliënten en mantelzorgers. Dat is wat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) met de subsidieregeling InZicht wil bereiken. In 2019 ging deze regeling van start en dienden organisaties al aanvragen in. Sinds deze week kunnen organisaties nieuwe aanvragen indienen. De looptijd van de regeling is met een jaar verlengd tot eind 2022. (Bron: Rijksoverheid, 14 mei 2020)

Buurtcirkels als preventiemiddel

Steeds meer gemeenten ontdekken het concept Buurtcirkel als preventiemiddel voor de ggz-doelgroep. Een buurtcirkel is een sociaal netwerk dat mensen met een ondersteuningsvraag in een buurt met elkaar verbindt. Venray hield een pilot en startte daarna twee nieuwe cirkels op. Wat is het? En wat levert het een gemeente op?

Het concept Buurtcirkel is afgeleid van de Engelse methode ‘community supported networks’ en wordt sinds de jaren ’90 gebruikt. Deelnemers aan zo’n cirkel ondernemen samen sociale activiteiten en helpen elkaar bij dingen die ze moeilijk vinden. Dat variëert van een klusje in huis of een wandeling tot samen naar een afspraak bij de huisarts of tandarts. Een vrijwilliger uit de buurt helpt deelnemers in de onderlinge samenwerking en er is een professionele coach die als vangnet fungeert en de vrijwilliger ondersteunt. (Bron: Gemeente Nu, 25 aug. 2020)

Dicht tegen het concept buurtcirkels aan zijn de activiteiten van Wensboom in Leusden. WensboomLeusden bemiddelt bij het vinden van een vrijwilliger die incidenteel kortdurende hulp kan bieden bij het doen van eenvoudige klussen in en om huis, die niet te veel tijd kosten. Denk bijvoorbeeld aan een schilderijtje ophangen, begeleiden bij het bezoek aan het ziekenhuis, tv inregelen, enzovoorts. Deelnemers betalen jaarlijks een vast bedrag van € 5 voor de administratie. Naar verluid zijn ook in andere gemeenten soortelijke activiteiten aanwezig.

Diverse arbeidsgeschillen in de Thuiszorg

Naar aanleiding van een vraag van een lezer hebben wij hieronder meerdere situaties bellicht.

Eerst de bewuste vraag

Ik werk in de Thuiszorg en heb een contract voor 20 uur per week, maar meestal kom ik daar niet aan. Mijn werkgever plant voor mij een “route” waarbij ik cliënten moet bezoeken. Soms zijn de werkzaamheden voor deze cliënten aansluitend, maar soms zit er wel een kwartier tot een uur tussen. Ik blijf dan in de instelling in de buurt van mijn “wijk”, kan niet naar huis, maar ik krijg dat tussenuur ook niet betaald.
Ik krijg alleen de client gerelateerde uren betaald. De oorzaak is dat ook mijn werkgever alleen op basis van de WMO de actieve uren betaald krijgt.
Maar klopt dat nou wel?

Antwoord

Wij hebben deze vraag uitgebreid beantwoord, omdat in de Thuiszorg vaak meer problemen c.q. meningsverschillen spelen over het betalen van loon en reiskosten.
Wat is het geval: Thuiszorgbedrijven krijgen vaak per cliënt betaald en niet voor het aantal benodigde uren waarop die cliënten recht hebben. Gevolg is dat deze thuiszorgbedrijven het liefst zo kort mogelijk bij een cliënt aan het werk zijn. Op die manier verdelen ze het WMO-geld over meer mensen. Maar deze krijgen dan wel minder hulp dan waar ze recht op hebben.
De pauzes zijn ook waar thuiszorginstellingen de cao-afspraken ontduiken. Daarbij vergoeden lang niet alle bedrijven de reistijd tussen cliënten.

"Reizen van cliënt naar cliënt is werktijd, dat staat glashelder in de cao",

De krappe planning en het bewust ontduiken van de meest elementaire arbeids- en arbo verplichtingen is ook een gevolg van de tariefstructuur in de zorg. Dat gebeurt nu vooral op basis van zorguren. Dat wordt “cliënt gerelateerde zorg” genoemd. Op zich is dat economisch wel te rechtvaardigen, maar geeft geen ruimte voor fatsoenlijke vergoedingen."
Een andere overtreding die met regelmaat voorkomt is het opbouwen van zogeheten min-uren. Als een cliënt bijvoorbeeld niet thuis is, of als er minder cliënten op een route zijn, krijgt de medewerker daarvoor min-uren. Die niet gewerkte uren moeten later dan worden ingehaald of worden uiteindelijk gekort op het salaris.

Rooster moet 1 maand van te voren worden uitgereikt

Een andere cao-eis is: "Werknemers moeten één maand van te voren hun rooster krijgen. Vanaf dat moment moeten alle uren worden uitbetaald. Als de cliënt onverhoopt niet thuis is, en dat kan door een bezoek aan een arts of door vakantie, daar mag de werknemer natuurlijk nooit de dupe van worden. Maar dat gebeurt dus wel."

De kantonrechter Assen dit jaar (2020) een ambulant begeleider in de thuiszorg volledig in het gelijk gesteld, waardoor zij een ruime nabetaling van haar werkgever tegemoet kon zien.
De FNV spande namens haar een rechtszaak aan omdat haar werkgever de reistijd tussen cliënten niet uitbetaalde. De werkgever was van mening dat deze reistijd eigen tijd is. Een ambulant begeleider bezoekt cliënten in de thuissituatie en is dus veel onderweg. Josée Houben, jurist FNV: “Dit is een heldere uitspraak. In de cao staat duidelijk vermeld dat deze reistijd werktijd is en als zodanig betaald moet worden.’
FNV ziet vaak dat de reistijden ‘van cliënt naar cliënt’ niet of niet volledig worden uitbetaald door de werkgevers in de thuiszorg. WMO huishoudelijke hulpen, (ambulante) begeleiders, verzorgenden en verpleegkundigen leveren hier op in. Houben: ‘Deze uitspraak bevestigt nog eens dat werkgevers deze reistijd gewoon moeten betalen. We drukken werknemers dan ook op het hart om een goede administratie van de afgelegde bezoeken, inclusief hun uren en kilometers aan de cliënten, bij te houden. Als blijkt dat de werkgever dit weigert uit te betalen, heb je het zwart op wit staan.

Geen arbeid, geen loon behalve wanneer het een risico van de werkgever is

Hoewel de hoofdregel voorschrijft dat geen loon verschuldigd is voor de periodes waarin de werknemer geen arbeid verricht, komt het in de praktijk niet vaak voor dat de werkgever in dat soort gevallen inderdaad geen loon hoeft te betalen. Zodra de oorzaak voor het niet werken in de risicosfeer van de werkgever ligt, moet alsnog loon betaald worden.
In de arbeidsovereenkomst kan echter – bij wijze van uitzondering – worden afgesproken dat ook in díe gevallen geen loon verschuldigd is, maar dat kan alleen voor de eerste 6 maanden van het dienstverband. Deze afspraak kan ook bij cao worden gemaakt, in welk geval er geen gebondenheid is aan de maximale termijn van 6 maanden, maar alleen voor specifiek in de cao genoemde functies die incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben. Het lijkt erop, kijkend naar de recente uitspraak van de kantonrechter Amsterdam, dat hiermee wordt gedoeld op de manier waarop de werknemer wordt ingezet (incidenteel en variërend qua uren) en niet op de aard van het werk dat de werknemer verricht.

Geen arbeid wel loon

Ook speelt in bovenvermelde casus mee, dat wanneer de werknemer volgens de arbeidsovereenkomst wordt ingehuurd voor een bepaalde periode en uren van werk, de werknemer ook in beginsel recht heeft op loon (art. 7:628 BW). Een verwacht of onverwacht tussenuur ligt in de risicosfeer van de werkgever, tenzij het niet verrichten van de arbeid in de risicosfeer van de werknemer ligt (artikel 7:628 BW). Dit laatste is zeker niet het geval.
Naar onze opvatting is er alle reden om een looneis bij de werkgever neer te leggen, bij een client gerelateerde route en beloning, wanneer een uur wegvalt of voor een tussenuur geen werk is.

Nieuwe subsidie voor betere zorg, meer tijd en werkplezier in wijkverpleging

Om bij te dragen aan betere zorg en meer tijd en werkplezier in de wijkverpleging opent het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS) vanaf 3 mei een subsidieregeling ter waarde van 114 miljoen euro. De Subsidieregeling Ondersteuning Wijkverpleging (‘SOW’) kan onder meer gebruikt worden om tijd vrij te maken voor intervisie, voor projecten gericht op samenwerking, of om administratieve lasten te verminderen.

In totaal zijn er zeven soorten activiteiten waarvoor subsidie beschikbaar is. Op de website van RVO is meer informatie beschikbaar. (Bron: Rijksoverheid, 31 mrt. 2021)