Wetten en regels

Datum laatste wijziging: 15 december 2021  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Vereenvoudiging jaarrekeningenrecht MKB (vanaf nov. 2015)
  2. Wetsvoorstel snellere betaling aan MKB en ZZP
  3. Wetsontwerp uiterste betaaltermijn grote ondernemingen 60 dagen
  4. Betaaltermijn MKB-facturen standaard 30 dagen, maximale uitloop tot 60 dagen
  5. Ondernemers moeten niet bekneld raken in een deken van regels
  6. MKB-Actieplan Mona Keijzer goede steun voor MKB
  7. Wetgeving betaaltermijnen lijkt averechts te werken
  8. MKB nog niet alle wijzigingen Arbowet doorgevoerd
  9. MKB hekelt regelgeving rond personeel
  10. Oproep gemeenten tot invoering lokale mkb-toets
  11. Kleineondernemingsregeling vervangen door nieuwe regeling
  12. Terugblik op het privacyjaar 2018 en vooruitblik op 2019
  13. Loondoorbetalingsverplichting zieke werknemers duidelijker en goedkoper
  14. Wetsvoorstel aanpassing liquidatieverliesregeling dramatisch
  15. Ruim 130.000 ondernemers kiezen voor nieuwe KOR
  16. Wetsvoorstel wijziging Wfsv
  17. Kabinet helpt leveranciers en ondernemers met hun leverancierskrediet
  18. Wetsvoorstel Wfsv aangenomen, ingangsdatum 1 januari 2022
  19. Basispremie WAO/WIA voor kleine werkgevers omlaag per 2022

Vereenvoudiging jaarrekeningenrecht MKB (vanaf nov. 2015)

Het jaarrekeningenrecht is aangepast aan de Europese richtlijn jaarrekening. Er gelden nieuwe grensbedragen per 1 november 2015. Een onderneming is klein met een balanstotaal en netto-omzet van 6.000.000 euro respectievelijk 12.000.000 euro en maximaal vijftig werknemers. Kleine ondernemingen moeten een beperkte balans openbaar maken en zijn vrijgesteld van de accountantscontrole.

Een onderneming is middelgroot met een balanstotaal en netto-omzet van 20.000.000 euro respectievelijk 40.000.000 euro en maximaal 250 werknemers. Middelgrote bedrijven publiceren alleen een beperkte balans en winst- en verliesrekening.

Zogeheten micro-ondernemingen zijn toegevoegd aan het jaarrekeningenrecht. Hiervoor geldt een balanstotaal en een netto-omzet van maximaal 350.000 euro respectievelijk 700.000 euro en maximaal tien werknemers. Micro-ondernemingen stellen een heel beperkte jaarrekening op.

Wetsvoorstel snellere betaling aan MKB en ZZP

De Tweede Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel dat de ongewenste lange betalingstermijnen tegengaat die op dit moment door grootbedrijven aan MKB-ers en ZZP-ers worden opgelegd. In het voorstel wordt gepleit voor een wettelijk vastgelegde vergoeding van 8% indien de factuur na 60 dagen nog niet is betaald. (Bron: Accountancyvanmorgen, 11 feb. 2016)

NB: Facturen achteraf goedkeuren, tekenbevoegden in het buitenland en veel mails om facturen in de keten te volgen. Het kostte de financiële administratie van het snel groeiende UTZ Certified steeds meer tijd. Totdat de softwareoplossing van Easy Systems voor digitale factuurverwerking en digitaal declareren werd geïmplementeerd. De doorlooptijd van facturen is gehalveerd en de efficiency schoot omhoog!

Wetsontwerp uiterste betaaltermijn grote ondernemingen 60 dagen

Op 6 maart 2015 hebben de indieners - Kamerleden Agnes Mulder (CDA) en Jacques Monasch (PvdA) - een initiatiefnota over late betalingen ingediend: Leverancierskrediet na 2 maanden niet langer gratis. Tijdens het notaoverleg is een motie ingediend waarin de regering werd verzocht de kern van de nota uit te voeren door voor 1 juni 2016 met een wetsvoorstel te komen waarin wordt geregeld dat een wettelijke handelsrente gaat gelden bij een betaaltermijn langer dan 60 dagen en dat op een passende manier afdwingbaar te maken. Deze motie is in de Kamer aangenomen.

De regering heeft de wens van de Kamer naast zich neergelegd. Dit is de aanleiding voor de initiatiefnemers geweest om zelf met een wetsvoorstel te komen. Het wetsvoorstel is een verdere uitwerking van de Europese richtlijn late betalingen (Richtlijn 2011/7/EU) en maakt gebruik van de mogelijkheid die de Richtlijn biedt om op nationaal niveau de wet aan te scherpen. (Bron: Nederlands Juristenblad, 4 okt. 2016)

Betaaltermijn MKB-facturen standaard 30 dagen, maximale uitloop tot 60 dagen

Tweede Kamer is op 14 februari 2017 akkoord gegaan met de Wet late betalingen. De Eerste Kamer ging op 7 maart 2017 akkoord .

Vanaf 1 juli 2017 is het niet meer mogelijk dat grootbedrijven betaaltermijnen van meer dan 60 dagen opleggen aan leveranciers. Het is in Nederland, net als in de gehele EU, normaal om binnen 30 dagen of eerder een rekening te betalen. In de oude wet zat een uitzonderingsbepaling waardoor betaaltermijnen eindeloos konden worden opgerekt. Vanwege deze sluiproute krijgen leveranciers te maken met betaaltermijnen van wel 90 dagen, met uitschieters van 120 dagen of meer. De nieuwe wet sluit de sluiproute af en verbetert de juridische positie van leveranciers.

Onder de nieuwe wet blijft de norm om binnen 30 dagen te betalen leidend. Voor overheidsinstellingen is het sowieso al verplicht om een factuur binnen 30 dagen te voldoen. Bedrijven mogen onderling afwijken van de norm tot een termijn van maximaal 60 dagen. De nieuwe wet richt zich op de relatie tussen grootbedrijven in de positie van afnemer en MKB bedrijven in de positie van leverancier.
 
Overeenkomsten waarbij grote bedrijven alsnog besluiten betaaltermijnen langer dan 60 dagen af te sluiten, worden nietig verklaard en wordt de betaaltermijn van rechtswege omgezet in een betaaltermijn van 30 dagen. Mocht de afnemer de factuur pas na 30 dagen betalen, is van rechtswege wettelijke handelsrente verschuldigd over de termijn die de 30 dagen overschrijdt.

Ook de juridische positie van leveranciers wordt verbeterd. Van rechtswege ontstaat een vordering van de leverancier op de afnemer. Deze blijft tot 5 jaar na dato in rechte opeisbaar, hierdoor kunnen leveranciers ook in een later stadium en met terugwerkende kracht invorderingskosten en wettelijke rente bij hun afnemer opeisen. (Bron: ONL voor Ondernemers, 7 mrt. 2017)

De nieuwe regels gelden pas voor de contracten die een jaar na de inwerkingtreding bestaan of worden afgesloten. Dit betekent dat de oude betaaltermijnen in de praktijk nog steeds van toepassing zijn tot een jaar na de inwerkingtreding van de wet. (Bron: 3V Belastingadviseurs)

NB1: Lees ook 'Nieuwe Wet betaaltermijnen heeft twee addertjes onder het gras' (Bron: CM, 4 jul. 2017)

NB2: Vopak, MN, Nedflex, Zicht adviseurs en MKB-Nederland hebben zich aangesloten bij Betaalme.nu. Daarmee bereikt het initiatief een mijlpaal van 50 grote organisaties die kortere betalingstermijnen hanteren voor hun leveranciers uit het MKB. (Bron: Brisk, 13 sep. 2017)

Betalingstermijn van 30 dagen nu ingegaan

Per 1 juli 2018 worden kleine ondernemers, zoals ZZP-ers en MKB-bedrijven, nóg beter beschermd tegen onredelijk lange betalingstermijnen van grote ondernemingen. Vanaf deze datum verloopt het overgangsrecht van de Wet tegengaan van onredelijk lange betaaltermijnen namelijk. Zie de wet.
Hoewel deze wet al geldt per 1 juli 2017 voor betalingstermijnen in nieuwe contracten, gaf deze wet grote ondernemingen één jaar de tijd om langere betalingstermijnen in bestaande contracten te verkorten tot maximaal 60 dagen.
Grote ondernemingen die dit het afgelopen jaar hebben nagelaten, zien zich er per 1 juli 2018 mee geconfronteerd dat een betalingsafspraak van meer dan 60 dagen nietig is. Dit betekent dat de langere betalingstermijn ongeldig is en dat in plaats daarvan de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen geldt. Een langere betalingstermijn wordt dus niet geconverteerd in een betalingstermijn van 60 dagen.
Consequentie hiervan is dat kleine ondernemingen dergelijke ongeldige afspraken voor niet-geschreven kunnen houden en aanspraak kunnen maken op de verschuldigde wettelijke handelsrente en incassokosten vanaf 30 dagen na ontvangst van hun factuur.
Een keurig overzicht vindt u bij https://e-legal.nl/wettelijke-betalingstermijn

Ondernemers moeten niet bekneld raken in een deken van regels

Forum voor Democratie wil de Nederlandse ondernemers ademruimte geven. 'De Nederlandse MKB-er zit vast in een keurslijf van contraproductief beleid. Ondernemers kunnen niet een risicootje nemen. Dat is het averechtse effect van het beleid.'

'De mensen die het doen, willen we de ruimte geven. Je hoeft niet tegen een ondernemer zeggen 'Joh, ga eens wat meer ondernemen.' Je moet zorgen dat ze niet helemaal bekneld raken in een deken van regels. Ontslagrecht, faillissementsrecht. Allemaal regels die het voor mensen heel erg moeilijk maakt om te ondernemen. Als je het weghaalt, stimuleer je ze.'

'De paradox is dat de ontslagbescherming bedoeld is om banen te beschermen, maar die leidt ertoe dat mensen niet worden aangenomen. We hebben allemaal ondernemers op onze lijst, we hebben ondernemers in hart en nieren gesproken, maar die proberen al jaren niemand aan te nemen. Ze kunnen niet een risicootje nemen. Dat is het averechtse effect van het beleid.' (Bron: CM, 15 mrt. 2017)

MKB-Actieplan Mona Keijzer goede steun voor MKB

VNO-NCW is tevreden met het MKB-Actieplan van staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat. 'Met concrete maatregelen en programma’s op het gebied van onder meer innovatie, digitalisering, regeldruk en financiering is dit totaalpakket een goede steun in de rug voor de vele duizenden MKB-ondernemers die samen cruciaal zijn voor de Nederlandse economie', aldus de ondernemingsorganisatie.

Tevredenheid is er ook voor de aandacht voor financiering. Ondanks de economische groei is het voor het MKB nog altijd lastig om aan krediet te komen. Keijzer behoudt én intensiveert de huidige regelingen die ondernemers ondersteunen bij hun kredietvraag en zet zogenoemde financieringstafels op om ondernemers en aanbieders bij elkaar te brengen. (Bron en meer: VNO-NVW, 2 jul. 2018)

Per 1 juli 2018 worden kleine ondernemers, zoals ZZP-ers en MKB-bedrijven, nóg beter beschermd tegen onredelijk lange betalingstermijnen van grote ondernemingen. Vanaf deze datum verloopt het overgangsrecht van de Wet tegengaan van onredelijk lange betaaltermijnen namelijk. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2017-170.html
Hoewel deze wet al geldt per 1 juli 2017 voor betalingstermijnen in nieuwe contracten, gaf deze wet grote ondernemingen één jaar de tijd om langere betalingstermijnen in bestaande contracten te verkorten tot maximaal 60 dagen.

Grote ondernemingen die dit het afgelopen jaar hebben nagelaten, zien zich er per 1 juli 2018 mee geconfronteerd dat een betalingsafspraak van meer dan 60 dagen nietig is. Dit betekent dat de langere betalingstermijn ongeldig is en dat in plaats daarvan de wettelijke betalingstermijn van 30 dagen geldt. Een langere betalingstermijn wordt dus niet geconverteerd in een betalingstermijn van 60 dagen.

Consequentie hiervan is dat kleine ondernemingen dergelijke ongeldige afspraken voor niet-geschreven kunnen houden en aanspraak kunnen maken op de verschuldigde wettelijke handelsrente en incassokosten vanaf 30 dagen na ontvangst van hun factuur.
Een keurig overzicht vindt u bij https://e-legal.nl/wettelijke-betalingstermijn

Wetgeving betaaltermijnen lijkt averechts te werken

In de eerste helft van 2018 betaalden bedrijven in Nederland hun facturen gemiddeld na 39,9 dagen. Dat is een halve dag sneller dan een jaar geleden. Maar facturen van kleinere bedrijven gericht aan grote bedrijven worden juist steeds langzamer betaald.

“De verscherping van de wetgeving rondom de uiterste betaaltermijnen heeft er niet voor gezorgd dat grote bedrijven sneller zijn gaan betalen”, zegt Maurice van Weerdenburg van bedrijfsinformatiespecialist Graydon naar aanleiding van de Barometer Betaalgedrag die het bedrijf dinsdag publiceerde. “Integendeel, het lijkt erop dat grote bedrijven de maximale wettelijke betaaltermijn zijn gaan gebruiken als richtlijn om het betaalgedrag richting kleinere bedrijven juist te laten vieren.” (Bron: Businessinsider, 7 aug. 2018)

MKB nog niet alle wijzigingen Arbowet doorgevoerd

In aanloop naar de definitieve wetswijziging van de Arbowet op 1 juli 2018 is door het ministerie van SZW onder arbobeïnvloeders uit het MKB en grootbedrijf onderzocht in hoeverre zij op de hoogte waren van de wijzigingen in de Arbowet, en in welke mate de wijzigingen al waren doorgevoerd. Onder arbobeïnvloeders worden de mensen binnen een organisatie verstaan die invloed hebben op het arbobeleid. Hierbij moet gedacht worden aan directeuren, bedrijfsmanagers of HR-medewerkers, maar ook aan preventiemedewerkers of leden van de ondernemingsraad / personeelsvertegenwoordiging.

Uit het onderzoek blijkt dat het merendeel van de arbobeïnvloeders wist dat de Arbowet is gewijzigd, maar dat zij inhoudelijk nog niet goed bekend waren met de wijzigingen. Hierdoor waren - ten tijde van het onderzoek - nog niet alle wijzigingen doorgevoerd in de organisatie. Zo had bijvoorbeeld één op de vier (27%) bedrijven een basiscontract. Verder was nog eens 27% hier mee bezig, en was nog eens 30% van plan de wijzigingen door te voeren. De arbobeïnvloeders verwachtten dat de meeste wijzigingen voor 1 juli 2018 zouden zijn doorgevoerd. (Bron: HR Praktijk, 21 sep. 2018)

Red.: Zou het kunnen zijn dat veranderingen in te hoog tempo worden doorgedrukt?

MKB hekelt regelgeving rond personeel

Bijna 80 procent van de ondernemers in Nederland vindt dat er te veel wetten en regels zijn rond personeel. Zij zien door de bomen het bos niet meer. Dat blijkt uit een poll van Ondernemen Met Personeel, ingevuld door 208 ondernemers en leidinggevenden in het midden- en kleinbedrijf (MKB).

Regelmatig verandert de wetgeving rond personeel. Afgelopen maand, op Prinsjesdag 2018, kondigde het kabinet weer nieuwe wetten en regels aan voor werkgevers. Ook in het regeerakkoord in 2017 werd een zestal aanpassingen aangekondigd. Veel wetswijzigingen zijn bedoeld om het voor werkgevers makkelijker te maken, maar niet alle wijzigingen hebben het gewenste effect. Zo kondigde de regering onlangs de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) aan, om de ongewenste effecten van eerdere wetten weer op te lossen. Die wet, met drie belangrijke aanpassingen, zal per 1 januari 2020 in werking treden. (Bron: Ondernemen Met Personeel, 1 okt. 2018)

Oproep gemeenten tot invoering lokale mkb-toets

Gemeenten moeten nieuwe regels en beleid voortaan vooraf gaan onderwerpen aan een lokale mkb-toets. Dat zorgt er niet alleen voor dat ondernemers er beter mee uit te voeten kunnen, het vergroot ook het draagvlak en de onderlinge samenwerking en draagt zo bij aan een beter functionerende lokale economie.

Het is een veelgehoorde klacht van kleine en middelgrote bedrijven dat ook op lokaal niveau regelgeving nu vaak te veel tijd en ergernis kost. Regels waarvan geen ondernemer begrijpt waarvoor ze dienen, maar waarvan hij of zij wel hinder ondervindt. Plotselinge wijzingen in een algemene plaatselijke verordening of in de eisen voor een terras- of bouwvergunning die nadelig voor hen uitpakken.

Verbetering van het lokale ondernemersklimaat is ook het belangrijkste doel van de verkiezing tot MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland, die MKB-Nederland elke twee jaar organiseert. In 2017 werd Drechterland eerste met de score 7,4. (Bron: MKB, 23 nov. 2018)

Kleineondernemingsregeling vervangen door nieuwe regeling

Gaat u gebruikmaken van de nieuwe kleineondernemersregeling (KOR), dan hoeft een werkgever vanaf 1 januari 2020 geen btw-aangifte meer te doen. Daarvoor gelden twee voorwaarden.
  • De omzet mag niet hoger zijn dan € 20.000 per kalenderjaar.
  • Het bedrijf moet in Nederland gevestigd zijn.
Er verandert meer: De huidige kleineondernemersregeling is alleen voor natuurlijke personen of samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen. Vanaf 2020 kunnen ook rechtspersonen, zoals stichtingen, verenigingen en bv’s, gebruikmaken van de nieuwe kleineondernemersregeling. Deelnemers aan de regeling krijgen geen belastingvermindering meer. (Bron: Belastingdienst, 2018)

De Belastingdienst heeft per jaar een datum vastgesteld wanneer de werkgever of anderen zich voor de kleineondernemingsregeling (uiterlijk) moet aanmelden.

Lees ook Vanaf 1 juni 2019 aanmelding nieuwe KOR

Terugblik op het privacyjaar 2018 en vooruitblik op 2019

''Kijkend naar de privacywetgeving was 2018 een heel druk jaar. De nieuwe AVG heeft veel bedrijven goed beziggehouden. In 2019 zal dat niet veel anders worden, de ontwikkelingen omtrent de AVG zijn nu in volle gang. Ondertussen blijft de digitale dienstenmaatschappij zich in rap tempo doorontwikkelen en dus ook de daarbij behorende uitwisseling van big (personal) data. De wetgevingsmachine van de EU draait daarom overuren om dit bij te benen. In deze blog kijken we daarom even terug op het afgelopen AVG jaar en welke andere gerelateerde (digitale dienstenmaatschappij) wetgeving er in werking is getreden. We blikken ook vooruit naar 2019. Welke veranderingen kunnen we dit jaar verwachten op dit vlak." (Bron: MKB, 1 feb. 2019)

Loondoorbetalingsverplichting zieke werknemers duidelijker en goedkoper

Kleine werkgevers hebben moeite om twee jaar lang loon te blijven doorbetalen aan werknemers die ziek zijn. Vanwege deze verplichting twijfelen ze ook om mensen in vaste dienst te nemen. Daarom komen er maatregelen die het voor kleine werkgevers makkelijker, duidelijker en goedkoper maken om loon door te betalen bij ziekte. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de werkgeversorganisaties hebben de volgende afspraken gemaakt:

  • Er komt een standaard MKB-verzuim-ontzorg-verzekering per 1 januari 2020, waardoor kleine werkgevers optimaal ontzorgd worden. Deze verzekering vangt het financiële risico op en helpt bij de verplichtingen en taken rond de loondoorbetaling bij ziekte.
  • Er komt een tegemoetkoming voor de kosten van loondoorbetaling van in totaal 450 miljoen euro, waar met name de kleine werkgevers van profiteren.
  • Per 1 januari 2021 wordt het medisch advies van de bedrijfsarts bij de toets op re-integratie-inspanningen (RIV-toets) leidend. Op basis van dit advies richten werkgever en werknemer het re-integratietraject in. Om te stimuleren dat het medisch advies van de bedrijfsarts en het medisch oordeel van de verzekeringsarts gebaseerd zijn op gelijke uitgangspunten investeert het kabinet tien miljoen euro in een kwaliteitsverbetering.
  • De transparantie rondom loondoorbetaling gaat verbeteren. De minister wil dat het voor kleine werkgevers helderder wordt waar UWV hen op beoordeelt bij de re-integratie van zieke werknemers (RIV-toets). Hierover gaat hij in gesprek met UWV.
  • Werkgevers krijgen meer grip op het zogenaamde ‘tweede spoor’. Hierin keren zieke werknemers niet terug op de oude werkplek maar bij een andere werkgever. Werkgevers krijgen door bovenstaande maatregelen meer zekerheid over de inzet van tweede spoor en kunnen dan samen met de medewerker een plan maken. Waarbij de medewerker een grotere rol krijgt dan nu. Ook gaat de minister ruimte bieden voor experimenten tweede spoor die kunnen leiden tot meer of makkelijkere re-integratie bij een andere werkgever.
(Bron: Rijkoverheid, 20 dec. 2018)

Wetsvoorstel aanpassing liquidatieverliesregeling dramatisch

Een nieuw initiatiefwetsvoorstel voor aanpassing van de liquidatieverliesregeling pakt waarschijnlijk dramatisch uit voor bedrijven die over de grens investeren. Vooral mkb-bedrijven zullen daar de dupe van worden. Bovendien is het voorstel mogelijk strijdig met het Europees recht. Dat schrijft VNO-NCW op 16 mei 2019 in een inbreng bij de internetconsultatie van een conceptwetsvoorstel van GroenLinks, PvdA en SP.

‘De huidige regeling is vergelijkbaar met wat andere landen doen. Die regeling verlaagt risico's en helpt zo Nederlandse ondernemers die zakendoen over de grens’, schrijft de ondernemingsorganisatie. ‘Als een buitenlands project mislukt, kan de ondernemer zijn verlies verrekenen. Die zekerheid geeft hem nou net de rugdekking die nodig is om over de grens te gaan kijken. Meer dan een derde van onze welvaart leunt op bedrijven die in het buitenland actief zijn en dit wetsvoorstel zet dat op de helling’.
Vanaf 1 januari 2020 is de nieuwe kleineondernemersregeling (KOR) van kracht. Ruim 130.000 ondernemers hebben zich voor deze nieuwe regeling aangemeld. Ondernemers, organisaties en verenigingen met een jaaromzet tot € 20.000 die nog geen keuze maakten, kunnen zich nog steeds aanmelden.

Ruim 130.000 ondernemers kiezen voor nieuwe KOR

Van de 130.000 aangemelde ondernemers zijn 108.000 direct vanaf 1 januari vrijgesteld van de btw en de btw-aangifte. Zij hebben zich hier vorig jaar tijdig voor aangemeld. De overige 22.000 ondernemers maken gebruik van de KOR* vanaf 1 april - de eerstvolgende btw-aangifteperiode.

* kleineondernemersregeling

Marcel Pieters, plaatsvervangend directeur MKB van de Belastingdienst, licht toe: “Op 1 januari is de nieuwe KOR ingegaan. De oude KOR en korting op de btw is daarmee vervallen. Anders dan bij de oude KOR moeten ondernemers bij de nieuwe KOR vooraf kiezen of ze gebruik willen maken van de regeling. Zodra ze zich met het aanmeldformulier hebben aangemeld en voldoen aan de voorwaarden, gaat de nieuwe KOR in vanaf het volgende btw-aangiftetijdvak. De aanmelding geldt voor tenminste drie jaar, tenzij de omzet boven de € 20.000,- per jaar komt.”

Het is belangrijk dat ondernemers letten op de aanmeldtermijn voor de KOR en zich vier weken voor het eerstvolgende btw-aangiftetijdvak aanmelden. Ondernemers die per 1 april gebruik willen maken van de KOR dienen zich dus 29 februari aangemeld te hebben bij de Belastingdienst. (Bron: ZZP-Nederland, 10 jan. 2020)

Wetsvoorstel wijziging Wfsv

Het kabinet wil kleine werkgevers financieel tegemoetkomen voor de kosten van loondoorbetaling en re-integratie. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de internetconsultatie over de wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) gepubliceerd. Door het wetsvoorstel gaan kleine werkgevers een lagere Aof-premie (Aof = Arbeidsongeschiktheidsfonds) betalen. Kleine werkgevers kunnen deze tegemoetkoming gebruiken om zich goed te verzekeren via bijvoorbeeld de MKB-verzuim-ontzorgverzekering.

Publicatiedatum 21-02-2020, Einddatum consultatie 20-03-2020. (Bron: Min SZW).

Kabinet helpt leveranciers en ondernemers met hun leverancierskrediet

Veel bedrijven zoals winkels en horecazaken uit het mkb-segment worden bevoorraad op basis van leverancierskrediet. Dit betekent dat een leverancier zich verzekert tegen het risico dat hij niet betaald wordt. Door de coronacrisis ontstaan hier problemen. Om dat te voorkomen, grijpt de overheid in en gaat de overeenkomsten van de leveranties herverzekeren, tot een bedrag van in totaal 12 miljard euro. Hiermee blijft er vertrouwen in de verschaffing van leverancierskrediet en worden bedrijven bevoorraad. (Bron: Rijksoverheid, 7 apr. 2020)

Wetsvoorstel Wfsv aangenomen, ingangsdatum 1 januari 2022

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel voor wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) aangenomen en gepubliceerd in het Staatblad. Hierin wordt een lagere Aof-premie voor kleine werkgevers geregeld. 

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal de Aof-premie voor zowel kleine werkgevers als (middel)grote werkgevers vaststellen. Het verschil tussen de hoge en lage premie mag maximaal 2 procentpunt bedragen. Dit betekent dat de Aof-premie voor kleine werkgevers waarschijnlijk met ongeveer 1,0%-punt daalt. Voor (middel)grote werkgevers stijgt de Aof-premie met ca. 0,1%-punt. Omdat werkgevers nu een uniforme Aof-premie betalen bedraagt het verschil in premie tussen kleine en (middel)grote werkgevers bedraagt in 2022 waarschijnlijk ca. 1,1%-punt. (Bron: AWVN, 4  mrt. 2021)

Basispremie WAO/WIA voor kleine werkgevers omlaag per 2022

Voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) betalen alle werkgevers nu nog hetzelfde premiepercentage. Vanaf 1 januari 2022 betalen kleine werkgevers echter minder.

Verplichtingen bij ziekte

Kleine werkgevers hebben bij ziekte van werknemers dezelfde verplichtingen als grote werkgevers. Maar kleine werkgevers hebben minder mogelijkheden om aan deze verplichtingen te voldoen. Door grote en kleine werkgevers verschillende premies te laten betalen, komt er extra geld vrij voor kleine werkgevers. Zij kunnen dit geld gebruiken om zich te verzekeren voor arbeidsongeschiktheid.

In 2021 is het premiepercentage voor alle werkgevers 7,03 procent. Voor het jaar 2022 gelden de volgende premiepercentages:

  • Grote en middelgrote werkgevers: 7,05 procent
  • Kleine werkgevers: 5,49 procent

Wanneer een kleine werkgever?

Vanaf 2022 ligt de loongrens tussen kleine en grote werkgevers op 25 maal het gemiddelde loon per werknemer per jaar. Je bent een kleine werkgever als je maximaal 25 maal het gemiddelde loon betaalt. Betaal je meer dan 25 maal het gemiddelde loon? Dan ben je een middelgrote of grote werkgever.

Lees meer over de hoogte van de premiepercentages en de loongrens in de Staatscourant.