Jongeren

Datum laatste wijziging: 4 maart 2021  |  Trefwoorden: ,

Inhoud

  1. Steeds minder voortijdig schoolverlaters (VSV)
  2. Steeds minder jongeren zonder diploma van school
  3. Scholen weren zwakke leerlingen van examen
  4. EU-2020-doel voortijdig schoolverlaten binnen bereik
  5. Flexibel examenrooster en extra herkansing
  6. Leraar speelt cruciale rol bij kansengelijkheid

Steeds minder voortijdig schoolverlaters (VSV)

Panteia onderzocht (2015) waarom er zoveel jongeren zijn die zonder diploma het mbo of VO-scholen voortijdig verlaten en kwam met aanbevelingen. Voor mbo-instellingen kwam men tot drie belangrijke oorzaken die het voortijdig verlaten van de school in positieve zin beïnvloeden: de mogelijkheid om tussentijds in te stromen, het gezamenlijk opstellen van VSV-doelen door onderwijsteams en beter onderwijs.

Steeds minder jongeren zonder diploma van school

Er zijn steeds minder jongeren die zonder diploma schoolverlaten, het percentage van schooljaar 2014-2015 ligt voorlopig op 1,8. Kort gezegd betekent dit dat jongeren met een startkwalificatie (diploma HAVO, VWO of mbo2) meer kans maken op een baan wat leidt tot minder jeugdwerkloosheid. En ook, de ouders/familie van deze kinderen slapen weer beter.

Scholen weren zwakke leerlingen van examen

Sommige middelbare scholen in Nederland stellen tegen de regels in contracten op om slecht presterende leerlingen uit te kunnen sluiten van het centraal eindexamen. Zeker zeven scholen hebben de afgelopen twee jaar leerlingen en hun ouders een overeenkomst laten ondertekenen.

In de contracten stellen de scholen eisen aan de resultaten en de inzet van leerlingen. Wanneer de scholieren bijvoorbeeld te veel onvoldoendes halen of geen huiswerk maken, zouden ze niet meer mogen deelnemen aan het eindexamen. De zeven scholen zouden de contracten inmiddels niet meer gebruiken nu ze weten dat het verboden is. (Bron: Volkskrant, 7 sep. 2016)

EU-2020-doel voortijdig schoolverlaten binnen bereik

Nederland heeft in 2010 in EU-verband afgesproken dat eind 2020 niet meer dan 8 procent van de 18- tot 25-jarigen voortijdig het onderwijs verlaat. Dat onderwijsdoel is in zicht. Een tweede onderwijsdoelstelling, dat minimaal 40 procent van de 30- tot 35-jarigen hoogopgeleid is, was in 2010 al ruimschoots bereikt. (Bron en meer: CBS, 1 juli 2016)

Flexibel examenrooster en extra herkansing

Huidige examenleerlingen mogen hun centrale examen spreiden over twee tijdvakken. Daardoor kan een leerling die ziek is of in quarantaine zit tijdens het eerste tijdvak, toch volledig examen doen. Ook mogen leerlingen het centraal examen van één of meerdere vakken verplaatsen naar het tweede tijdvak. Hierdoor krijgt de leerling maximaal enkele extra weken voorbereidingstijd voor de vakken die worden doorgeschoven. Daarnaast krijgen leerlingen, ook leerlingen die staatsexamen doen, een extra herkansing. (Bron: Rijksoverheid, 16 dec. 2020)

Leraar speelt cruciale rol bij kansengelijkheid

De leraar is dé factor van betekenis voor gelijke kansen in het onderwijs. Dat zeggen Maryse Knook, directeur-bestuurder Open Schoolgemeenschap Bijlmer, en Andrew Simons, projectleider bij onderwijsstichting MOVARE. ‘Ken niet je klas, maar elk kind apart.’

Maryse Knook: “Op de OSB zitten 1400 leerlingen. Bij een derde speelt kansenongelijkheid een rol in hun ontwikkeling. Als je daar als school niet in investeert, missen deze leerlingen de ontwikkelkansen die hen als mens rechtdoen. Gelukkig draagt ons onderwijssysteem bij aan kansengelijkheid: wij werken hier met een tweejarige, heterogene brugklas.”

In praktijk betekent het dat de leerlingen uit 130 culturen de eerste twee schooljaren op vijf niveaus – vmbo (basis, kader en theoretisch), havo en vwo – bij elkaar zitten. Het selectiemoment wordt daarmee uitgesteld. “Daardoor heb je als leerling langer de tijd om erachter te komen welk niveau jou pást. De meeste leerlingen stromen hoger op dan het basisschooladvies.” (Bron: SER, 16 feb. 2021)