Sociale media (inleiding)

Datum laatste wijziging: 21 november 2019  |  Trefwoorden: , , , ,

Inhoud

  1. Verzamelnaam
  2. Voorbeelden
  3. privé sociale media
  4. Contra sociale media
  5. Burn-out
  6. Cijfers 2014
  7. Publieke sector laat social media onbenut
  8. Werven via social media is hot
  9. Internetgebruik kantoorwerkers onder de loep
  10. Smartphone en laptop brengen schade toe aan privé-leven
  11. Advies CBP: geen telecomgegevens bewaren
  12. Wet bewaarplicht telecomgegevens buiten werking gesteld
  13. Internetten onder werktijd
  14. 1 op de 5 bedrijven zet sociale media in voor werving
  15. Social media wordt ondergang millennials
  16. Laag btw-tarief voor digitale media gevraagd
  17. Softwaregebruik brengt onnodig miljoenenrisico mee
  18. Ouderen maken inhaalslag op sociale media
  19. HR mag social media van werknemers niet zomaar controleren
  20. Steeds meer ouderen op sociale media
  21. Jongvolwassenen vaker verslaafd aan sociale media
  22. Sociale spanningenindicator

Verzamelnaam

Sociale media (of social media) is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar uit te wisselen of mee te delen wat hij/zij belangrijk vindt. Het betreft niet alleen informatie in de vorm van tekst (nieuws, artikelen), maar ook geluid (podcasting, waar onder muziek) en beeld (fotografie, video). Anders gezegd, social media is de benaming voor online platformen waar de gebruikers, met geen of weinig tussenkomst van een professionele redactie, de inhoud verzorgen. Tevens is er sprake van interactie en dialoog tussen de gebruikers onderling.

Bij sociale media staat vaak de rol van de website bezoeker centraal, hij/zij is degene die een artikel schrijft of ergens commentaar op geeft, denk aan YouTube en WikiPedia. Deze toepassing van de sociale media noemt men User generated content. Andere toepassingen van sociale media zorgen er bijvoorbeeld voor dat iemand kan reageren op een stelling/nieuws, zoals dat bij allerhande weblogs mogelijk is, in Nederland bijvoorbeeld in NuJij.

Niet alleen individuele personen, maar ook bedrijven en organisaties maken in toenemende mate gebruik van de sociale media. Het gaat dan om het uitdragen van de merknaam, marketing en voorlichting.

Voorbeelden

Bekende voorbeelden van internationale sociale media websites zijn Twitter, LinkedIn, Facebook, YouTube, MySpace en de hierboven eerdere genoemde WikiPedia, waarvan ook een Nederlandse versie bestaat. Voorbeelden in Nederland zijn Hyves en Schoolbank.

Subrubriek Basisbegrippen sociale media geeft een overzicht en korte uitleg van gangbare sites.

privé sociale media

Omdat sociale media (als regel) voor iedereen toegankelijkheid zijn, kunnen berichten over actuele gebeurtenissen direct worden geplaatst en verspreid binnen het netwerk (de lezers die contact hebben met een bepaalde site). Sociale media zijn in dit opzicht beduidend sneller dan kranten of een nieuwsjournaal. Een ander voordeel is dat met behulp van trefwoorden snel gevonden kan worden wat iemand interesseert. Omdat het artikel of bericht door vele mensen wordt gelezen en zo nodig wordt herschreven of aangevuld, is het bericht meestal redelijk betrouwbaar.

Contra sociale media

Iedereen kan desgewenst van alles schrijven, van serieus tot het verspreiden van geruchten toe. Vaak kan dat worden afgedaan met de vrijheid van meningsuiting. Maar als werknemers/chefs ongewenste, vertrouwelijke of privacygevoelige informatie over de organisatie of andere werknemers/directie via de sociale media naar buiten brengen, wordt dat niet in dank afgenomen. Daar komt bij dat de (vaak sterk subjectief gekleurd) informatie door de vele mensen die het lezen wordt versterkt, waarna de organisatie alle zeilen moet bijzetten om de schade te herstellen.

Het plaatsen van een berichtje gaat (bijna) iedereen gemakkelijk af, het staat op internet en blijft daar staan. Is de informatie eenmaal via internet verspreid, dan blijkt niet gemakkelijk of zelfs onmogelijk (als het bericht verder is verspreid) om de niet-gewenste informatie weer te verwijderen. (Bron: Wieowie.nl)

Burn-out

(Nu / 25 mrt 2011) Twitter en Facebook zorgen er steeds meer voor dat werknemers met een burn-out komen te zitten. Dit komt omdat Social Media dwingend over kunnen komen. Werknemers worden overspoeld door informatie. Gemiddeld krijgen zij 110 berichten per dag. Tips om de information overload aan te kunnen. Vooral 30-plussers krijgen met burnout te maken. Voor hen zijn Social Media niet een vanzelfsprekendheid en proberen alles te volgen en tot zich te nemen.

Cijfers 2014

Het aantal mobiele kopers is in een jaar tijd bijna verdubbeld ten opzichte van een jaar geleden. Begin 2014 waren er 2,7 miljoen mensen die online met hun smartphone of tablet een aankoop hebben gedaan. De branches in de detailhandel verwachten dat online verkopen fors zullen toenemen (Bron: De Zaak, april 2014).

De smartphone is onder jongeren verreweg het meest gebruikte apparaat voor mobiel internet buitenshuis. Als ze online zijn, besteden ze hun tijd vooral aan gamen, filmpjes kijken en het bezoeken van sociale netwerken. Ook kopen ze vaak kaartjes voor evenementen online.

In 2013 hadden bijna alle jongeren in Nederland thuis internettoegang. Daarnaast internetten ook veel jongeren buitenshuis, waarbij ze vooral een smartphone op zak hebben en veel minder vaak een tablet of laptop. In 2013 ging drie kwart van de 12- tot 18-jarigen onderweg online met een smartphone. Van de 18- tot 25-jarigen deed zelfs 90 procent dat. Voor 25-plussers ligt dit met 63 procent een stuk lager.

Publieke sector laat social media onbenut

HR in de publieke sector werft amper via social media. Daardoor laat ze kansen liggen. Van de werkzoekenden zetten 3 op 10 social media in bij de zoektocht naar een nieuwe baan, terwijl maar 1 op de 20 organisaties in de publieke sector vacatures via social media deelt. Driekwart van de werkzoekenden geeft aan niet te zoeken via advertenties in een krant of weekblad. Dit blijkt uit onderzoek van Driessen HRM en TNS Nipo (2014).

Werven via social media is hot

Werven via social media is steeds meer in trek bij HR-managers. Waar vorig jaar nog 19 procent van hen LinkedIn gebruikte voor het werven van nieuw personeel, geeft nu ruim een derde (38 procent) aan geschikte kandidaten te hebben gevonden via dit medium. Bijna een kwart van de HR managers (22 procent) vond nieuwe aanwas via Facebook. Zo blijkt uit onderzoek van recruitmentbureau Robert Half Nederland, dat 200 HR-managers ondervroeg.

Internetgebruik kantoorwerkers onder de loep

PEW Research doet regelmatig onderzoek onder (Amerikaanse) kantoorwerkers over internetgebruik op het werk. Steeds meer organisaties denken erover om e-mail af te schaffen.

Vooral de populariteit van e-mail is opvallend, aldus onderzoekers Kristen Purcell en Lee Rainie, omdat steeds meer organisaties erover denken e-mail af te schaffen en via andere kanalen of media te gaan communiceren. Het continu checken van e-mail verlaagt immers de productiviteit. Opvallend is ook dat de 'vaste telefoon' belangrijker is voor de online werker dan de mobiele telefoon. Aan sociale media wordt weinig belang gehecht.

Smartphone en laptop brengen schade toe aan privé-leven

Altijd en overal bereikbaar voor je werk. Het is slecht voor je gezondheid en relatie. Tot die conclusie komen wetenschappers aan de University of Surrey. De onderzoekers baseren zich op een analyse van 65 studies waarbij in totaal 50.000 werknemers waren betrokken.

Smartphones en tablets worden vaak gepromoot als een instrument om de werknemer flexibeler te kunnen laten omgaan met de beschikbare tijd, maar in de praktijk leidt de technologie meestal tot extra werkuren. Werknemers voelen een zware druk om steeds beschikbaar te zijn en weinigen zien de mogelijkheid zich af te schermen. Waardoor werknemers dus minder tijd hebben voor zichzelf en het gezin.

Advies CBP: geen telecomgegevens bewaren

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft op verzoek van de minister van Veiligheid en Justitie geadviseerd over het wetsvoorstel dat een aanpassing van de bestaande bewaarplicht voor telecommunicatiegegevens van zowel telefoon- als internetverkeer regelt. Het CBP stelt vast dat de noodzaak om alle telefoon- en internetgegevens in Nederland te bewaren, onvoldoende is onderbouwd. Het CBP adviseert daarom het wetsvoorstel niet in te dienen.

Wet bewaarplicht telecomgegevens buiten werking gesteld

De kortgedingrechter in Den Haag heeft de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens buiten werking gesteld. De rechter gaat in zijn vonnis uit van het beginsel dat de bewaarplicht noodzakelijk en effectief is om zware criminaliteit te bestrijden. De wet maakt echter inbreuk op het recht op eerbiediging van privé-leven en de bescherming van persoonsgegevens.

Internetten onder werktijd

Uit interviews met Engelse werknemers bleek dat de privé-internetactiviteiten circa 10% van de werktijd in beslag nemen. Hoog scoorden het bezoeken van social-mediasites, winkelen en het nieuws. Laag scoorden het kijken naar filmpjes en het kiezen van vakantiebestemmingen. En verder, jongeren besteden meer tijd aan privé-internetten dan ouderen.

1 op de 5 bedrijven zet sociale media in voor werving

Steeds meer bedrijven zetten sociale media in om personeel te werven. Dit blijkt uit een enquête van UWV onder 4.700 bedrijven die in 2015 vacatures hebben vervuld. Bijna 1 op de 5 bedrijven zet sociale media, zoals LinkedIn of Facebook, in bij het zoeken naar personeel, in 2013 was dat minder dan 1 op de 10.

EXPERT

Floris ten Kate

Floris ten Kate maakt van uw LinkedIn-profiel een leadgenerator.
 

Sociale media worden vooral ingezet door de sectoren communicatie en informatie en de horeca en bij het werven van hoger opgeleid personeel. Voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt, zoals ouderen en ongeschoolden, blijken relaties en open sollicitaties een goede toegangspoort tot werk.

De krantenadvertentie verliest verder terrein. Slechts voor 9 procent van de vervulde vacatures wordt het als wervingskanaal gebruikt.

Social media wordt ondergang millennials

Millennials zouden ongefocust, narcistisch en lui zijn. Maar het tegendeel is waar, volgens managementgoeroe Simon Sinek. 'Ze zijn gewoon niet goed opgevoed. Millennials zijn opgevoed met het idee dat ze alles kunnen doen dat ze willen, dat ze speciaal zijn en met gemak hoge cijfers halen. Dat laatste omdat hun ouders anders gaan klagen bij de docenten. En dan studeren ze af en komen in het werkende leven terecht: een enorme schok. Ze merken dat ze niet alles kunnen doen, niet speciaal zijn en geen promotie kunnen krijgen als hun moeder uitvaart tegen de baas. En dan?'

Millennials zijn volgens Sinek verslaafd aan social media en dat tast hun zelfvertrouwen enorm aan. Ze kunnen op werk geen diepgaande relaties opbouwen vanwege Facebook en Instagram. Een groot deel van de verantwoordelijkheid voor het helpen van deze leeftijdsgroep ligt bij bedrijven, hun werkgevers dus. Simon Sinek legt in de video uit hoe deze situatie ontstaan is en wat eraan te doen valt. (Bron: MT, 28 dec. 2016)

Laag btw-tarief voor digitale media gevraagd

Regeringspartij PvdA wil dat het btw-tarief voor online kranten, tijdschriften en boeken omlaag gaat. De digitale media zouden hetzelfde btw-tarief moeten hebben als de papieren kranten, tijdschriften en boeken, namelijk 6 procent.

Op dit moment is de belasting op een digitale krant ruim drie keer zo hoog als op de papieren versie. Dat is onlogisch en oneerlijk, aldus PvdA-Kamerlid Henk Nijboer. (Bron: De Telegraaf, 28 jan. 2017)

Softwaregebruik brengt onnodig miljoenenrisico mee

Sinds 2001 zijn de bedrijfsuitgaven aan software met 80 procent gestegen, volgens recente cijfers van het CBS. Toch is bij het grootste deel van de Nederlandse bedrijven niet bekend hoeveel kosten er precies met software gemoeid zijn.

Ook is er amper inzicht in het daadwerkelijke gebruik van software en is er weinig aandacht voor administratie en risicobeheer. Grote organisaties met meer dan 250 medewerkers lopen daardoor miljoenenrisico's. Dit blijkt uit onderzoek onder 500 financiele en IT-beslissers. (Bron en meer: Brisk, 17 mrt. 2017)

Ouderen maken inhaalslag op sociale media

Acht op de tien Nederlanders van 12 jaar of ouder maken gebruik van sociale netwerken als WhatsApp, Facebook of Twitter. De afgelopen jaren is het gebruik hiervan bij ouderen toegenomen, terwijl dit onder jongeren nauwelijks is veranderd.

Het gebruik van sociale netwerken bij 45- tot 65-jarigen nam toe van 70 procent naar 83 procent. Bij 65-plussers steeg dit aandeel in dezelfde mate, van 26 procent naar 39 procent. (Bron: CBS, 27 jun. 2017)

HR mag social media van werknemers niet zonder noodzaak en communicatie controleren

Nieuwe technische mogelijkheden maken dat werkgevers het gedrag van hun medewerkers steeds makkelijker systematisch kunnen volgen. De Europese privacytoezichthouders (verenigd in de Artikel 29-werkgroep) hebben een nieuwe opinie opgesteld waarmee werkgevers kunnen zorgen voor meer balans tussen hun legitieme belangen enerzijds, en de bescherming van de privacy van werknemers anderzijds.

Werkgevers zullen voor monitoringtechnologien meestal aangewezen zijn op de grondslag van de noodzaak van de behartiging van hun gerechtvaardigd belang. Volgens deze opinie is het bij deze grondslag van groot belang dat werkgevers monitoring alleen mogen inzetten als:

  • dit noodzakelijk is;
  • het doel niet kan worden bereikt op een manier die minder inbreuk maakt op de privacy;
  • de bewerking proportioneel is.

Daarnaast moeten werkgevers hun werknemers goed informeren over dat zij bij gebruik van sommige technologieen worden gevolgd. Ze moeten ook aangeven waarom dit gebeurt en op welke manier de risico's voor werknemers zijn beperkt. (Bron: Autoriteitpersoonsgegevens.nl, 13 jul. 2017)

Steeds meer ouderen op sociale media

Ouderen maken steeds vaker gebruik van sociale media. Vooral onder 65- tot 75-jarigen heeft het socialemediagebruik de laatste jaren een vlucht genomen. In 2017 zei 64 procent van de ondervraagden in deze leeftijdscategorie actief te zijn geweest op sociale media in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek. Vijf jaar eerder was dat nog 24 procent.

Bij de oudste leeftijdsgroep (75 plus) nam het aandeel dat actief is op sociale netwerken toe van 2 procent in 2012 tot 17,3 procent in 2017. (Bron: CBS, 30 dec. 2017)

Jongvolwassenen vaker verslaafd aan sociale media

In 2017 was 29 procent van de 18- tot 25-jarigen naar eigen zeggen verslaafd aan sociale media. Dit was in 2015 nog 19 procent. Onder 25-plussers is het aandeel dat zich verslaafd voelt lager.

Van de jongvolwassenen zegt 34 procent bang te zijn om dingen te missen als ze geen gebruik maken van sociale media. Als een binnengekomen bericht niet direct kan worden bekeken, wordt 22 procent onrustig. Geen toegang hebben tot het internet ervaart 37 procent als vervelend. Al deze indicatoren zijn gestegen ten opzichte van 2015. Oudere socialemediagebruikers ervaren minder vaak vrees om dingen te missen (17 procent) en minder onrust als zij een bericht niet kunnen bekijken (12 procent). Tevens vinden ze het minder vaak vervelend als ze niet online kunnen (22 procent).

Steeds meer jongvolwassenen ervaren dat sociale media invloed hebben op hun leven. Het aantal jongvolwassenen dat vooral een negatieve invloed ervaart op de nachtrust tussen 2015 en 2017 gegroeid van 26 naar 41 procent. Ze oordelen juist weer vaker positief over de uitwerking van sociale media op hun contacten met familie en vrienden. Over de invloed van sociale media op schoolprestaties oordelen in 2017 zowel meer jongvolwassenen positief als negatief in vergelijking met 2015. (Bron: CBS, 17 mei 2018)

Sociale kinderopvang (inleiding)spanningenindicator van het CBS

Een experimentele tool maakt het mogelijk om snel een actuele indicatie te krijgen van de veranderingen in sociale spanning en emoties in de samenleving. Deze indicator is gebaseerd op het percentage berichten in openbaar beschikbare (sociale) media dat woorden bevat die te maken hebben met sociale spanning, onrust en justitie- en veiligheidsonderwerpen.

Door de toevoeging van indicatoren voor vijf belangrijke emoties (angst, woede, blijheid, verdriet en walging) is in het dashboard ook te zien welke emoties toe- en afnemen op dagen van verhoogde sociale spanning. De sentimentindicator laat daarnaast veranderingen in het sentiment (positief, neutraal of negatief) over de tijd zien. (Bron: CBS, 19 nov. 2019)

Redactie: Of de samenleving hierop staat te wachten, valt te betwijfelen. Het is in ieder geval origineel. 

Ga terug naar Sociale media