De status van de Nar

Artikelen  |  wo 17 nov 1999  |  Trefwoorden: , , , , , ,



De nar, de fool, de zwerver, de dwaas: Vrijbuiters, die kiezen voor ongebondenheid, maar ook bekend staan als joker. Zijn taak was vroeger het hof en vooral de koning te vermaken. Hij mocht ongestraft dingen zeggen, die anderen liever verzwegen. De koning had ook adviseurs, die alleen adviezen gaven, die de heerser welgevallig waren. Alleen de hofnar kon zich wrange grappen veroorloven, soms zei hij zelfs gewoon de waarheid.
Het grote verschil van de nar met de adviseurs is, dat ’s konings raadgevers nog carrière konden maken, schouderklopjes kregen, inkomensafhankelijk waren, hun baan en aanzien konden verliezen en dus konden worden beschadigd..

Al beschadigd

De hofnar was vaak al beschadigd op de wereld gekomen. Hem kon nauwelijks nog iets gebeuren. Dit zei echter niets over zijn intelligentie of aanleg. De menselijke aanleg is namelijk vastgelegd in de genen en die worden overgedragen van ouders op kind. Het zit dus als het ware gewoon voorgebakken. Je wordt in feite als leider of als helper geboren. Geen honderd MD-cursussen maken van een helper een leider.
Een leider kan wel een betere leider worden en een helper een betere professional. Maar een helper een leider? Nee, en dat is maar goed ook, want we hebben nu eenmaal meer helpers nodig dan leiders.
Sommige organisaties kenmerken zich door “many chiefs and no Indians”,  maar dat gaat niet lang goed. In onze cultuur vindt men een leider belangrijker dan een helper en daarom staat de leider hoger op de maatschappelijke ladder.
Als kind word je al ingeprent dat je vooral moet proberen leider te worden (minstens baas of voorman). “kijk, dat pa het niet geworden is, jongen, dat lag aan de omstandigheden, als ik maar de kansen had gehad, die jij nu krijgt.”
Je wordt echter gewoon geboren met een gen, waardoor je leider bent of niet. Daar helpt geen vaderlief wat aan.

Wat is nu het kenmerk van de ware leider? Voor de twijfelaars onder u: dat hij (zelden een zij) een aantal helpers om zich heen verzamelt. Mensen die dát kunnen, waar hij zelf zwak in is. Dus hoe meer zwakheden, hoe meer vazallen. En zodra een helper neigingen vertoont de leider van de troon te stoten, wordt hij uit de groep gewerkt. Zo’n leider kan zelf eigenlijk niks. Een stuntel zonder helpers. Heeft hij alleen een ander gen, waardoor hij voorbestemd is de voortrekkersrol te vervullen? Welnee, hij zit gewoon op de bok en de helpers, door zweep of worst gedreven, trekken voor hem de kar.

Karakter

Er is nog een aantal verschillen in karakters die voortkomen uit een afwijkend gen: sociaal en asociaal, kunstzinnig en technisch, helper en leider, dominanten en schuchteren, vanuit ego of vanuit het hart, zuigers en straalkachels, HR en overig management. De laatste opponenten kenmerken zich dat de ene soort zich jarenlang bezig houdt met ideeën te ontwikkelen en te ontvouwen voor een betere wereld, terwijl de andere groep cursussen volgt om de eerste groep te begrijpen. Dat zou misschien wel lukken, als het gen van de laatste groep een andere samenstelling zou hebben. Zo schrijven HR-wetenschappers al jaren over de nieuwe wereld, met een telkens terugkerend verhaal over hun religie. Ze zijn net missionarissen, die een godsdienst verkondigen aan kannibalen, die vlees belangrijker vinden dan de geest.

Kunnen organisaties zonder leider

Is deze situatie nu hopeloos? Neen, er zijn nu eenmaal twee soorten nodig, maar dan wel in de juiste verhouding. Organisaties kunnen toch niet zonder leiders?
Op latere leeftijd schijnen mensen ook ineens wel voor hun mening uit te komen, de waarheid te zeggen, het niet meer te pikken, hun gezin (als dat nog bestaat) tijd en energie te geven. Ze kunnen namelijk niet meer beschadigd worden en een carriere streven ze ook niet meer na. Ze gaan zich als een ware nar gedragen.
Heeft u die status ook al of nog effe wachten?

Dit cynische artikel schreef ik in november 1999. Is er inmiddels veel veranderd?
Andries F. Bongers