De Wet Tegemoetkoming Loondomein (WTL) een nieuw wangedrocht?

Opinie  |  di 12 jan 2016  |  Auteur: Andries Bongers  |  Trefwoorden: , ,



Het kabinet heeft weer eens een oud paard van stal gehaald. Een loonkostensubsidie voor lage lonen, waarbij de bestaande subsidieregelingen met € 1000 worden verlaagd, worden door het Kabinet als een aantrekkelijk voordeel en stimulans geprojecteerd.

Onder de “Wet Tegemoetkoming Loondomein”, kortweg de WTL, wordt het huidige systeem van premiekortingen vervangen door het Loonkostenvoordeel (LKV) en het Lage-inkomensvoordeel (LIV).
Deze voordelen werken anders dan de premiekorting. Een onderneming krijgt straks per werknemer een bedrag per uur of een jaarlijks bedrag, wanneer een werknemer aan de juiste criteria voldoet. Deze subsidie lijkt veel op de “Afdrachtsvermindering Lage Lonen”, die in de 90-er jaren van de vorige eeuw beoogde dat meer lager personeel zou worden aangenomen.
Toen bleek dat deze subsidie (ook) geen effect had op het aantal arbeidsplaatsen, maar behalve een aardige tegemoetkoming in de loonkosten voor de werkgever, ook een gat sloeg in de begroting, werd deze in 2004 versneld afgeschaft.
Ieder jaar worden we weer verrast met een stuk creatieve wetgeving, die meer lijkt op een ingewikkelde cryptogram, dan simpele richtlijnen voor een eenvoudige toepassing.
Ik breng u in herinnering de Levensloopwet, de Vitaliteitswet, de Zorgverzekeringswet, de Werkkostenregeling, de PGB, de Wet Werk en Zekerheid, die vooral geen Werk en nog minder Zekerheid heeft gebracht.
En dan de 43 maatregelen om de werkloosheid te bestrijden, die tot nu toe ook geen enkel effect hebben gesorteerd.​

Foutje, drie soorten subsidie voor dezelfde werknemer

Door de gefaseerde invoering van de nieuwe regels kan een werkgever in 2017 voor arbeidsbeperkten, die onder de doelgroep Banenafspraak vallen, tegelijkertijd voor dezelfde werknemer drie soorten subsidie krijgen: namelijk de loonkostensubsidie, de premiekorting en het Lage Inkomensvoordeel (LIV).  Dit opmerkelijke gegeven kwam aan het licht toen de Kamer vroeg of bestaande voorzieningen zoals loonkostensubsidie, de mobiliteitsbonus en het onlangs aangekondigde LIV geen concurrentie veroorzaken tussen de doelgroep van de banenafspraak en ‘gewone’ werknemers met een laag inkomen. Staatssecretaris Klijnsma (SZW) ontkent dit in een zogenaamde Kamerbrief, maar moet wel bekennen dat in 2017 overlappende subsidies mogelijk zijn. Het kabinet accepteert dat dit ‘foutje’ pas per 2018 kan worden gerepareerd.

Wet Tegemoetkoming Loondomein en creatief aanpassen van de voorwaarden

Ook bij de WTL gaat het om een wetgeving, die niet alleen ingewikkeld is, maar ook niet doelmatig. En waarmee dus niet het gewenste doel wordt bereikt; namelijk meer arbeidsplaatsen voor kwetsbare groepen. In een aparte rubriek  informeren wij u uitgebreid over deze nieuwe regeling, maar in deze Opinie leest u vooral hoe u de ingewikkelde procedures om deze subsidie te verkrijgen, kunt toepassen of uw voorwaarden dusdanig kunt aanpassen, dat u zich wel voor de regeling ( of zelfs meerdere regelingen) kunt kwalificeren.

U hoeft niets te doen: het UWV rekent alles voor u uit

De WTL is een onnodig ingewikkelde regeling, die, wanneer iedereen het echt door heeft, wel weer geschrapt gaat worden, zoals indertijd de “Afdrachtsvermindering lage lonen”.
De regeling is in eerste instantie al niet makkelijk te begrijpen, maar dat hoeft ook nauwelijks, want het UWV rekent voor u eerst na afloop van het jaar wel uit, wat de hoogte van de subsidie is. Het UWV geeft de bedragen vervolgens door aan de Belastingdienst, die uitbetaald. Bij voorbaat heb ik al weinig vertrouwen dat deze instanties in staat zijn om de betalingen correct en op tijd uit te voeren. En achteraf mag u (minstens 1 jaar later) dus beslissen of de aanname van een werknemer budgettair wel verantwoord was.

Bedenkingen en raadgevingen

Wat is het minimum loon volgens de Wet Minimum Loon en Vakantietoeslag (WML)? De WML gaat bij het bepalen van het minimum loon uit van een volledige werkweek, maar geeft niet aan uit hoeveel uren die werkweek bestaat. Dat kan dus 36, 38 of 40 uur zijn.
De WTL gaat gemakkelijkheid halve maar uit van 38 uur. Dus omgerekend 1976 uren per jaar.
Moet voor het bepalen van de criteria het jaarloon nu gedeeld worden door 1976?
Maar wat is de berekening, wanneer de medewerker een werkweek heeft van 36 uur of 40 uur? Wat wordt het uurloon dan voor het bepalen van het recht of de hoogte van de subsidie? U komt dan mogelijk onbedoeld onder of boven de toetsingsgrens uit.
En een NUL-uren of Oproepcontract met een vast arbeidspatroon en recht op ADV-uren?

De WML zegt over vakantietoeslag dat deze toeslag minimaal 8% van het loon moet zijn, maar mag dus ook meer zijn. In veel organisaties is dit 8,333% oftewel een maandloon. Maar waarom geen 12% en het loon evenredig verlagen? Zodat u binnen de marges van de LIV valt.
De hoogte van het minimum loon is overigens exclusief Vakantietoeslag, Eindejaarsuitkering en Onregelmatigheidstoeslag en ook Overwerk, Provisie en Bonussen tellen niet mee voor het bepalen van het minimum loon. Kan het UWV dit onderscheid maken? Kan het UWV deze informatie uit de Polisadministratie halen? Want voor het berekenen van het dagloon tellen deze emolumenten vaak wel mee.
 

De wet geeft ook geen minimum uurloon aan; de tabellen waarin deze bedragen staan zijn slechts een richtlijn.


Dat betekent dat het inkomen vrijelijk afgestemd kan worden op de voorwaarden van de WTL. De wet geeft ook geen minimum uurloon aan; de tabellen waarin deze bedragen staan zijn slechts een richtlijn.
Ook wordt een onbelaste vergoeding vanuit de WKR (vrije ruimte) niet meegerekend.
Misschien is het voordeliger om de medewerker bij een mogelijke loonverhoging niet meer dan maximaal 110% van het minimum loon te laten verdienen en te compenseren met een onbelaste vergoeding uit de WKR. Het meest wonderlijk is het voordeel dat de werkgever heeft om het loon zo laag mogelijk te houden, want zodra het loon 1 euro meer bedraagt dan 110% van het minimum loon scheelt dat meteen € 1000 per jaar, per medewerker aan subsidie. Schijnbaar lokt dit asociaal beleid uit, maar is natuurlijk elegant op te lossen, door een hogere vakantietoeslag of een onbelaste vergoeding uit de vrije ruimte van de WKR.

De draaideurbepaling (die alleen voor de LKV nuttig is) moet voorkomen, dat een werknemer eerst wordt ontslagen en vervolgens bijvoorbeeld 1 maand later weer wordt aangenomen. Ook hier is bepaald dat net als bij de WWZ er minstens 6 maanden tussen de twee arbeidscontracten moet zitten. Maar hoe zit het dan met een Holding en meerdere Bv’s met een eigen LB-nummer?

Eenvoudige oplossing

Veel eenvoudiger zou het zijn om de “overall” werkgeverslasten in de eerste schijf te verlagen met 10% en in de 2e schijf te verhogen met 5%. Voor een “gemiddelde” werkgever zijn de lasten dan gelijk, maar voor een werkgever met lage lonen, worden de lasten aanmerkelijk verlaagd.
Voor de LKV kan de tegemoetkoming gelijk blijven aan het voorstel, al is deze toch al € 1000 lager dan de huidige subsidie. Maar misschien is dit wel te eenvoudig?
 

Ook deze nieuwe wet, met de vage naam “Tegemoetkoming Loondomein”, is weer voer voor specialisten en organisaties

Niet alleen dat de regeling ingewikkeld en voor verschillende interpretaties vatbaar is, maar het meest bevreesd ben ik nog voor de duo-uitvoering van twee instanties, die ons al vaker in de steek hebben gelaten.

Kortom de wet is:

  • Niet begrijpelijk en voor meer interpretaties vatbaar
  • Niet eenvoudig
  • Groot risico op fouten en onjuiste beoordelingen
  • Werkt malversaties in de hand
  • Geeft een stimulans tot creatief boekhouden
  • Cumulatie van subsidies mogelijk
De administratieve vereenvoudiging van de kostenvergoedingen, de WKR, heeft nog nooit zoveel workshops en trainingen gegeven, als alle andere wetswijzigingen, die in het verleden werden doorgevoerd. Ook deze nieuwe wet, met de vage naam “Tegemoetkoming Loondomein”, is weer voer voor specialisten en organisaties voor workshops en intensieve trainingen en mijn boek “Fiscaal Vriendelijk Belonen 2016”.

 

Andries Bongers

Andries Bongers Meer info

Eindredacteur bij HR-kiosk.nl en Directeur van HR-kiosk BV, Directeur en consultant De Bongerd VOF, was Bestuurslid NVP, is Auteur "Fiscaal Vriendelijk Belonen", Partner van Merknemers.nu
Interesse: Beloningsmanagement, Arbeidsrecht, HR Generalist, Columnist. Visie over Personeelsbeleid  Interview dr. Miranda Langedijk op pagina 6/10