Lagere werkgeverslasten

Datum laatste wijziging: 15 juli 2014  |  Trefwoorden:

Wanneer brutolooncomponenten worden ingeruild voor een onbelaste vergoeding of verstrekking (zoals een fiets), dan wordt in principe ook het premieloon voor de heffingen verlaagd. Dat leidt tot een verlaging van de premielasten. Deze vrijval van werkgeverslasten kan aanmerkelijk zijn.

Daar waar vaak een half procentje meer of minder kan leiden tot hevige onrust en zelfs stakingen, wordt veel te weinig aandacht besteed aan het vriendelijk belonen tegen lagere lasten.

Handig gebruikmaken van alle fiscale mogelijkheden en het verruilen van onbelaste vergoedingen voor brutolooncomponenten voor onbelaste vergoedingen, levert een aanzienlijk voordeel op voor zowel de werkgever als de werknemer.

Laten we dit met een gemakkelijk voorbeeld verduidelijken.
 
Voorbeeld

Wanneer een werknemer privé een fiets wil kopen, betaalt hij de fiets van zijn nettoloon – het geld dat de werkgever aan hem heeft overgemaakt.
Wanneer de werkgever echter een fietsplan introduceert, dan mag de werknemer onder bepaalde voorwaarden de fiets met bruto looncomponenten betalen, dus belastingvrij.
Het minimale belastingvoordeel is 32%, maar kan inclusief premies meer dan 52% bedragen.

In principe is het voordeel gelijk wanneer bijvoorbeeld met vakantietoeslag of een eindejaarsuitkering de fiets wordt bekostigd.

Door een deel van het brutoloon in te leveren wordt het premieloon verlaagd en vaak ook een deel van de vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. De zogeheten vrijval van werkgeverslasten kan bij een bedrijf met 200 werknemers en ongeveer € 5 miljoen aan directe loonkosten oplopen tot meer dan € 80.000 per jaar. Dus niet alleen hebben de werknemers een aanzienlijk voordeel, maar ook wordt met de vrijval van werkgeverslasten het hele project al in het eerste jaar gefinancierd!

Het volgende overzicht geeft een beeld van de terugval van werkgeverslasten.
 
Branche Werknemers Deelname Eind- of middelloon Loonkosten Vrijval Percentage
Zorg 300 matig middelloon 6.500.000 80.000 1,2%
Overheid 650 matig middelloon 27.011.000 328.000 1,2%
Chemie 550 gering eindloon 24.104.000 104.000 0,5%
Comm.
dienstv.
4000 matig hybride 111.400.000 479.000 0,43%

Ondanks de geringe tot matige deelname geeft het voorbeeld al aan, dat de implementatiekosten (ongeveer € 28.000, eenmalig, bij 500 medewerkers) al in het eerste jaar zijn terugverdiend door de vrijval van werkgeverslasten.

Een werkgever die een cafetariasysteem kent, wordt over het algemeen als een aantrekkelijke werkgever gezien. Uit onderzoek van dr.Miranda Langedijk blijkt dat werknemers een dergelijke regeling zeer waarderen, zelfs wanneer zij persoonlijk geen keuzes maken.

Vrij gekozen arbeidsvoorwaarden drukken personeelskosten
Werkgevers kunnen aanzienlijk besparen op hun personeelskosten door werknemers zelf secundaire arbeidsvoorwaarden te laten kiezen. Werkgevers zijn echter terughoudend om dergelijke keuzeprogramma’s te implementeren, doordat ze de kosten te hoog inschatten. Dat blijkt uit internationaal onderzoek van Mercer Marsh Benefits.

60% van de West-Europese bedrijven laat werknemers tot op zekere hoogte arbeidsvoorwaarden kiezen. Van de zeventien landen waar het onderzoek werd uitgevoerd, zijn keuzeprogramma’s met name populair in Spanje (84% van de werkgevers), Groot Brittannië (74%) en Polen (67%). Hoe groter het bedrijf, hoe vaker werknemers hun secundaire arbeidsvoorwaarden kunnen kiezen. 73% van de bedrijven met meer dan 5.000 werknemers doet dat, tegenover 37% bij kleinere bedrijven (<250 werknemers).

Van de Nederlandse bedrijven die werknemers flexibele arbeidsvoorwaarden bieden, doet 70% dat om aan te sluiten bij behoeften en waarden van een divers personeelsbestand; veel vaker dan in de ons omringende landen. 72% van de ondervraagden doet het omdat vrije keuze goed bijdraagt aan de personeelsdoelstellingen van hun bedrijf. 56% gebruikt programma’s om zich te onderscheiden van concurrerende werkgevers. 55% ziet de betrokkenheid van werknemers meetbaar toenemen. 54% hoopt er talent meer vast te houden. 40% hoopt op deze manier gebruik te maken van lokale belastingvoordelen.

82% van de werkgevers in Europa, het Midden Oosten en Afrika noemt de verwachte kosten van een employee choice-programma als belangrijkste reden om hier niet aan te beginnen. Dat is echter ongegrond. 43% van de bedrijven stelt geld te besparen, en 23% constateert in ieder geval niet duurder uit te zijn. Vrijekeuzeprogramma’s worden bovendien door werknemers goed ontvangen: 76% is positief. Naast de hoge ingeschatte kosten, vrezen bedrijven ook administratieve rompslomp (81%).

(Bron: Mercer, 23 jun. 2014)