Werknemersverzekeringen (premies)

Datum laatste wijziging: 6 januari 2020  |  Trefwoorden: , , ,

Inhoud

  1. Premieheffing werknemersverzekeringen
  2. Premiedagen
  3. Omkeerregel
  4. Stijging WGA-premie
  5. Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)
  6. Ouderen
  7. Nominale premie en inkomensafhankelijke bijdrage
  8. Ambtenaren
  9. Geen inhouding premies werknemersverzekeringen
  10. Sociale lasten werkgevers met een derde toegenomen
  11. Betaalt de werknemer volgend jaar weer WW-premie?
  12. WW inrichten als een structureel lasten dekkend
  13. Naslag
  14. Sectorcheck levert geld op, ook voor kleine werkgevers
  15. Lagere WW-sectorpremie in 2016
  16. Herinvoering werknemerspremie WW van de baan
  17. UWV-premies veel te hoog
  18. Enorme verschillen UWV-premies raken duizenden werkgevers
  19. Sectorpremies grafische industrie en agrarisch bedrijf wijzigen in 2017
  20. Gedifferentieerde sectorpremies omlaag in 2017
  21. Bouwstenen gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2018
  22. UWV-premies arbeidsongeschiktheid stijgen voor duizenden bedrijven
  23. Afname WW-premie
  24. Premieplichtig loon is uitgangspunt bij sectorindeling
  25. Knelpunten sectorindeling per direct aangepakt
  26. Forse premiestijgingen bij verzuimverzekeringen
  27. Den Haag verkleint kans op werk voor werkzoekende
  28. Premies volks- en werknemersverzekeringen in 2020 nog hoger 

Premieheffing werknemersverzekeringen

Voor het bepalen van de hoogte van de premies Werkhervattingskas1, Ziektewet en de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) is het belangrijk de grootte van de onderneming vast te stellen. Dit doet men aan de hand van de loonsom.

Het UWV deelt de verzekerde werkgever in in een van de drie grootteklassen:
  • kleine werkgevers
  • middelgrote werkgevers
  • grote werkgevers
De hoogte en grenzen van deze indeling wordt jaarlijks aangepast. Zie subrubriek Tabellen.

1 De premie voor de Werkhervattingskas financiert de eerste 10 jaar van de WGA en de Ziektewet en wordt jaarlijks vastgesteld door UWV.

Premiedagen

Premiedagen of ook wel SV-dagen genoemd zijn de dagen waarvan voor de premieberekening van de werknemersverzekeringen wordt uitgegaan. Sinds een aantal jaren zijn dit vaste getallen, ondanks het feit dat een maand en een jaar meer of minder werkdagen kan hebben. Bij de premieberekening van de werknemersverzekeringen wordt standaard uitgegaan van 261 dagen per jaar en 21,75 dagen per maand.

Omkeerregel

Voor premies die betaald worden voor een uitkering geldt gewoon de 'omkeerregel':
  • de premie is onbelast, de eventuele latere uitkering is wel belast is;
  • wanneer er premie wordt ingehouden voor een uitkering die later NIET belast is, dan behoort de premie tot het belastbare loon en vormt geen aftrek alle heffingen;
  • de WGA-premie een uitzondering op een bekende regel, maar zoals bekend is het NIET inhouden van een deel van de premie NIET belastbaar en dat is het onder de Werkkostenregeling (WKR) ook niet;
  • v.w.b. de WGA-premie moet dus bij het verruilen wel nadrukkelijk het overeengekomen loon worden verlaagd en niet een bruto inhouding worden verricht. Dat is een puur juridische/arbeidsrechtelijk constructie, met hetzelfde resultaat.

Stijging WGA-premie

Afhankelijk van de WAO en WGA-instroom (vanaf 2004) vindt er een korting of opslag op deze rekenpremie plaats: bedrijven met veel instromers gaan meer betalen dan de rekenpremie, andere minder. Dit betekent dus voor veel bedrijven in 2011 een flinke stijging van de sociale lasten: Maar in veel gevallen ook voor werknemers, omdat veel bedrijven ervoor kiezen om de helft van de premie te verhalen op het “netto” loon van de werknemers, zie onder.

De hoogte van de premies en de WGA-instroomcijfers¹ worden genoemd in Werknemersverzekeringen (tabellen).

¹ Met de invoering van de VLZ (Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte) in 2004 werd de wachttijd voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering verlengd naar 2 jaar. Hierdoor was er in 2005 veel minder instroom in de WAO. Begin 2006 kwam de WIA in plaats van de WAO. Daarom stromen er sinds 2006 geen nieuwe arbeidsongeschikten meer in de WAO. Het aantal WAO’ers zal hierdoor steeds verder afnemen. De mensen die nog wel instromen in de WAO, hebben eerder een WAO-uitkering gehad en zijn opnieuw ziek geworden. In 2013 zijn er 37.130 personen ingestroomd in de WIA, waarvan 29.223 in de WGA

Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)

Sinds 1 januari 2006 kennen we de Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), een afzonderlijke regeling binnen de WIA. De werkgever mag de helft (50%) van de daarbij horende gedifferentieerde premie verhalen op het nettoloon van de werknemer. Er is ook een mogelijkheid om de premie op het bruto loon in mindering te brengen.

Ouderen

Personen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt niet (meer) verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Zij zijn geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd. Ook betalen deze personen geen premie AOW meer.

Nominale premie en inkomensafhankelijke bijdrage

De premie voor de private Zorgverzekering bestaat uit een nominale premie en een inkomensafhankelijke bijdrage. De werknemer betaalt de nominale premie zelf rechtstreeks aan de zorgverzekeraar. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt ingehouden op het loon van de werknemer. De werknemer krijgt deze bijdrage vergoed door de werkgever. Over deze vergoeding is de werknemer loonbelasting verschuldigd. Personen die geen werkgever hebben betalen een inkomensafhankelijke bijdrage over alle inkomensbestanddelen in box 1 tot een maximum. Zij ontvangen daarvoor een aanslag van de Belastingdienst. De afdracht van premies voor de werknemersverzekeringen aan de Belastingdienst is de verantwoordelijkheid van de werkgever. Een deel van de premie houdt de werkgever in op het loon, het 'werknemersdeel'. De rest betaalt hij zelf, het 'werkgeversdeel'.

Ambtenaren

De ambtenaren hebben in de sociale zekerheid een bijzondere rechtspositie. Een belangrijk argument hiervoor was altijd dat de overheid niet alleen optreedt als werkgever, maar dat zij tegelijkertijd tot taak heeft het algemeen belang te behartigen. De laatste twee decennia is een proces in gang gezet, waarbij de rechtspositie van ambtenaren steeds meer marktconform wordt behandeld. In de OOW-operatie (Overheidspersoneel onder de Werknemersverzekeringen) zijn de wetten WAO (in 1998), de ZW en de WW (beide in 2001) op overheidspersoneel van toepassing verklaard. Niettemin, anno 2004 zijn nog steeds grote verschillen; dit zijn onder meer het ontslagrecht en -beleid, vergoedingsregelingen (bijv. reiskostenvergoeding) en uittreden voor de pensioengerechtigde leeftijd.

Zie ook Ambtenaren.

Geen inhouding premies werknemersverzekeringen

Voor de volgende arbeidsrelaties hoeft de werkgever geen premies werknemersverzekeringen in te houden maar wel de loonbelasting/premie volksverzekeringen en bijdrage Zvw:

  • vrijwilligers bij de politie;
  • vrijwilligers van de gemeentebrandweer;
  • leden van Gedeputeerde Staten;
  • wethouders en raadsleden;
  • werknemers die wonen of werken in het buitenland en daar verzekerd zijn;
  • bepaalde werknemers in het internationaal vervoer.

(Bron: Belastingdienst)

Sociale lasten werkgevers met een derde toegenomen

'Het kabinet moet meer doen om de sociale lasten voor werkgevers binnen de perken te houden', vinden ondernemingsorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW. De sociale lasten, vooral de zorgkosten, voor werkgevers stegen tussen 2002 en 2010 met bijna een derde: van 39,6 miljard euro negen jaar geleden, tot 52,5 miljard euro vorig jaar. Dat blijkt uit een beleidsdoorlichting in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De belangrijkste oorzaken van de stijging van de sociale lasten zijn de crisis en de vergrijzing. De werkgeverslasten voor de werkloosheidswet (WW) stegen met 79,3%, voor de pensioenen met 40,4% en voor de Zorgverzekeringswet met 106,5%.

Betaalt de werknemer volgend jaar weer WW-premie?

Iedere werknemer gaat volgend jaar weer premie betalen voor de werkloosheidsuitkering WW. Het geld wordt niet alleen gebruikt voor uitkeringen, maar ook voor scholing en bemiddeling naar nieuw werk. Hierover zijn de werkgevers, de vakbeweging en de onafhankelijke kroonleden het eens geworden in de Sociaal Economische Raad (SER).

In hun conceptadvies aan het kabinet zit één grote adder onder het gras voor premier Rutte en minister Dijsselbloem van Financiën: werknemers mogen het niet merken in hun portemonnee. De nieuwe premie moet worden gecompenseerd via lagere belastingen. Daarmee legt de SER een rekening van zeker honderden miljoenen euro's neer bij het kabinet. Dat is een zware hypotheek op het voornemen van VVD en PvdA om vanaf komend jaar geld vrij te maken voor lastenverlichting. Of het plan uiteindelijk doorgaat, zal dan ook afhangen van de komende onderhandelingen met het kabinet. (Bron en meer: Volkskrant, 18 feb. 2015).

WW inrichten als een structureel lasten dekkend

In het sociaal akkoord is ook afgesproken de WW-premies lasten dekkend vast te stellen. Uitgaande van deze afspraak adviseert de SER een WW-premie die structureel lasten dekkend is. Dat wil zeggen: een premie die hoog genoeg is om alle lasten van de WW te dekken, inclusief de lasten van effectieve bemiddeling en re-integratie en van de activiteiten die de voorgestelde adviescentra uitvoeren. De lasten van de gemiddelde werkloosheid over tien jaar vormen het uitgangspunt voor de premie.

Naslag

Meer informatie is te vinden in Handboek Loonheffingen. Ga naar subrubriek Loon- en inkomstenbelasting en klik bij Handboeken Loonheffingen op het door u gewenste jaar.

Sectorcheck levert geld op, ook voor kleine werkgevers

Werkgevers in Nederland worden door de Belastingdienst ingedeeld in een bedrijfssector. De hoogte van een aantal premies is (mede) afhankelijk van deze sectorindeling. In sectoren waar het verloop erg hoog is, zijn de werkgevers bijvoorbeeld een hoge werkloosheidspremie verschuldigd. Ervaring leert dat de sectorindeling vaak niet juist is. (Bron: BDO, 29 jul. 2015)

Meer informatie over de sectoraansluiting en sectorpremie treft u aan in Handboek Loonheffingen.

Lagere WW-sectorpremie in 2016

Werkgevers kunnen in 2016 een lagere WW-sectorpremie tegemoet zien. Door het economisch herstel neemt het aantal WW-uitkeringen namelijk af. Door het economisch herstel neemt het aantal WW-uitkeringen in 2015 naar verwachting af tot 420.000. In 2016 daalt het aantal WW-uitkeringen verder naar minder dan 400.000 eind 2016. Hierdoor dalen de uitkeringslasten voor de WW-uitkeringen van 6,9 miljard euro in 2014 naar 6,2 miljard euro in 2016.

Per saldo daalt de WW-sectorpremie voor werkgevers in 2016. De lasten dekkende sectorpremie bedraagt volgend jaar 1,77 procent. Dat is 0,39 procentpunt lager dan de gemiddelde sectorpremie van dit jaar.

Herinvoering werknemerspremie WW van de baan

Het kabinet wijst het plan af (november 2015) om invulling te geven aan de wens van de sociale partners in de SER om opnieuw een WW-premie in te voeren voor werknemers op basis van het brutoloon. Minister Asscher ziet teveel problemen in het voorstel van SER. Wel krijgen de sociale partners een wettelijk adviesrecht als het gaat om aanpassingen van de WW.

UWV-premies veel te hoog

Uit onderzoek van Mercer is gebleken dat werkgevers die bij het UWV verzekerd zijn voor de arbeidsongeschiktheid van hun werknemers in 2015 te veel premie betaalden. Uit een steekproef bleek dat werkgevers € 66.460 aan premie voor zieke en arbeidsongeschikte werknemers betaalden en maar gemiddeld € 30.430 aan uitkeringen ontvingen. Verzekerde werkgevers betaalden dus een premie die 2.2 maal hoger is dan de uitkering. Bij private verzekeraars is deze factor ongeveer 1.3.

Enorme verschillen UWV-premies raken duizenden werkgevers

Duizenden werkgevers worden flink in hun portemonnee geraakt als gevolg van forse stijgingen in de UWV-premies voor de Ziektewet en WGA. Hoewel de premies gemiddeld genomen ongeveer gelijk blijven, zijn de sectorale en individuele verschillen groot. Zo stijgt de premie in de elektrotechnische industrie met meer dan 50%, aldus Aon naar aanleiding van de UWV-premies voor de Ziektewet en WGA voor 2017.

Hoewel de premies voor de Ziektewet en WGA gemiddeld genomen ongeveer gelijk blijven, zijn er flinke uitschieters. De premie in de elektrotechnische industrie stijgt bijvoorbeeld met ruim 50%. Dit komt volgens Aon hard aan voor de bijna driehonderd mkb-bedrijven in deze sector. "Die zagen hun premies de afgelopen jaren al vaker stijgen. Ook havenbedrijven, waarvan zo’n 2.000 werkgevers verzekerd zijn bij het UWV, gaan fors meer betalen. Hun premies stijgen volgend jaar met 15%."

Aon wijst erop dat er ook werkgevers zijn die juist minder premie gaan betalen. Bijvoorbeeld in de textielindustrie (goed voor zo’n 100 mkb’ers) waar de premies voor het derde jaar op rij flink dalen – dit keer met ongeveer 30%

Sectorpremies grafische industrie en agrarisch bedrijf wijzigen in 2017

De premie voor grafische bedrijven (exclusief fotografische bedrijven) bedraagt 2,20%. Voor fotografische bedrijven bedraagt deze 2,18%. Met deze aanpassing van de regeling krijgt de sector Grafische industrie vanaf 2017 één sectorfondspremie.

Het beperken van de verhouding tussen de hoge en de lage sectorpremie tot 5:1 leidt tot een evenwichtigere premiestelling binnen de agrarische sector en een betere balans tussen de branches van waaruit WW-lasten ontstaan en de premieafdrachten. Door vast te houden aan de – ook voor andere sectoren geldende – verhouding van 5:1 blijft de sectorpremie voor tijdelijke dienstverbanden wel duidelijk hoger dan voor vaste dienstverbanden. (Bron: Oversalaris, 5 okt. 2016)

Gedifferentieerde sectorpremies omlaag in 2017

In de Nota Premievaststelling Sectorfondsen 2017 van UWV staan de sectoraal gedifferentieerde premies voor 2017. De gemiddelde sectorpremie daalt van 1,78% in 2016 naar 1,36% in 2017. De verschillen tussen de circa 100 sectoren zijn overigens enorm.

Met deze premies betalen werkgevers binnen een sector de eerste half jaar van de WW-lasten en een klein stukje Ziektewet- en WGA-staartlasten van eigenrisicodragers. (Bron: OverSalaris, 18 okt. 2016)

Bouwstenen gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2018

UWV heeft in de nota Gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2018 de bouwstenen gepubliceerd waarmee het uitvoeringsinstituut per werkgever de gedifferentieerde premies Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en Ziektewet voor flexibel personeel voor het premiejaar 2018 berekent. De Belastingdienst stuurt eind 2017 aan elke werkgever een beschikking met de individueel gedifferentieerde premies.

De WGA-premie stijgt licht in 2018: het gemiddelde premiepercentage stijgt van 0,74% in 2017 naar 0,75% in 2018. Het gemiddelde premiepercentage stijgt omdat de WGA nog in opbouw is. Van de bij UWV verzekerde werkgevers krijgt 58% te maken met een daling van de WGA-premie, 21% met een stijging en voor 22% blijft de premie gelijk.

De premie Ziektewet stijgt in 2018: het gemiddelde percentage stijgt van 0,35% in 2017 naar 0,41% in 2018. Er is een trend dat werkgevers met hogere risico’s zich bij UWV verzekeren terwijl de werkgevers met lagere risico’s kiezen voor het eigenrisicodragerschap. De eerste groep werkgevers bestaat voornamelijk uit Uitzendwerkgevers met relatief hoge Ziektewetlasten. De tweede groep bestaat juist uit werkgevers met voornamelijk vaste dienstverbanden met geringe of geen Ziektewetlasten. Van de bij UWV verzekerde werkgevers zal hierdoor 26% met een daling en 73% met een stijging van de premie Ziektewet te maken krijgen. Voor 1% blijft de premie Ziektewet gelijk. (Bron: UWV, 1 sep. 2017)

UWV-premies arbeidsongeschiktheid stijgen voor duizenden bedrijven

Net als in 2017 verwacht risicoadviseur en verzekeringsmakelaar Aon ook in 2018 voor vele bedrijven forse stijgingen in de UWV-premies voor kortdurende ziekte (Ziektewet) en langdurige arbeidsongeschiktheid (WGA). Gemiddeld genomen blijven de premies ongeveer gelijk, maar de sectorale en individuele premies verschillen sterk van elkaar. Zo stijgt de premie voor meer dan 250 werkgevers in het personenvervoer met meer dan een derde.

Dat de premiestijging voor de Ziektewet en WGA beperkt blijft, zegt niet zoveel omdat er flinke uitschieters zijn in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Niet alleen de premie voor werkgevers in het personenvervoer, maar ook die voor ruim 1.400 werkgevers in de algemene industrie stijgt flink. Zij zien hun premie in 2018 met bijna 30% stijgen. Die klap komt extra hard aan na de eerdere premiestijging van 20% voor deze sector in 2017. (Bron: HR Praktijk, 4 sep. 2017)

Afname WW-premie

De gemiddelde sectorpremie 2018 bedraagt 1,28% en is hiermee 0,08 procentpunt lager dan de gemiddelde sectorpremie 2017. De sectorpremie WW daalt met 0,04 procentpunt en de opslag voor Ziektewet en WGA-lasten daalt met 0,04 procentpunt. Voor 45 sectoren daalt in 2017 de sectorpremie en voor 14 sectoren stijgt de sectorpremie. Voor 3 sectoren blijft de sectorpremie constant. 

De geringe daling voor de sectorpremie WW is voor een deel het gevolg van de CPB-ramingen voor de werkloze beroepsbevolking 2018. CPB verwacht voor 2018 een daling van de werkloze beroepsbevolking van 57 duizend, wat bijna een halvering is ten opzichte van de daling met 107 duizend in 2017. Een andere oorzaak ligt bij de wijziging van het dagloonbesluit. De vorige premienota is berekend met het lagere dagloon volgens Wwz. Inmiddels is dit in wetgeving gerepareerd en vallen de uitkeringen nu gemiddeld hoger uit dan vorig jaar. Dit effect van het dagloonbesluit is het sterkst in sectoren met relatief veel starters en/of flexwerkers (zie box 2.1). Verder is er nog een licht verhogend effect op de gemiddelde sectorpremie, omdat gemiddeld genomen de sectoren gekozen hebben voor een vermogensopbouw in plaats van een afbouw. (Bron: Premievaststelling Sectorfondsen 2018, UWV)

Premieplichtig loon is uitgangspunt bij sectorindeling

Het premieplichtig loon dat een bedrijf betaalt, is de leidraad voor de indeling in een bepaalde sector. Dat blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad d.d. 18 dec. 2017 over een zaak in verband met de Wet financiering sociale verzekeringen.

Knelpunten sectorindeling per direct aangepakt

Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid neemt een aantal maatregelen om knelpunten in de uitvoering van de sectorindeling in de premieheffing voor de WW, ZW en WGA aan te pakken. D ministerraad heeft er mee ingestemd om de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) voor advies naar de Raad van State te sturen. Het kabinet wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om mensen in vaste dienst te nemen en verwacht dit te bereiken met het samenhangende pakket maatregelen in de WAB.
Om voor het in werking treden van de WAB een piekbelasting bij de Belastingdienst te voorkomen, past minister Koolmees een aantal regels al per direct aan met onderstaande drie maatregelen. De maatregelen zullen terugwerken tot 29 juni 2018, 17.00 uur.

Veranderingen zijn:
  1. Wijzigingen in de sectorindeling op verzoek van de werkgever zijn niet meer mogelijk met terugwerkende kracht. Tot op heden konden werkgevers een verzoek indienen om met terugwerkende kracht (maximaal vijf jaar) te worden ingedeeld in een andere sector. Het was ook mogelijk om over die periode betaalde premies terug te krijgen. Vanaf nu is dit niet meer mogelijk en kan de sectorindeling alleen nog gewijzigd worden per een datum in de toekomst. Een uitzondering geldt voor werkgevers die door een verkeerde indeling te weinig premies hebben betaald: bij hen kan de Belastingdienst de indeling wel met terugwerkende kracht veranderen.
  2. Gesplitste aansluitingen niet meer mogelijk voor nieuwe gevallen. Met een gesplitste aansluiting kon een werkgever op zijn verzoek voor verschillende delen van zijn onderneming in verschillende sectoren zijn ingedeeld. Zulke verzoeken worden niet meer in behandeling genomen.
  3. Concernaansluitingen en aansluitingen van nevenbedrijven en neveninstellingen zijn niet meer mogelijk voor nieuwe gevallen. Op verzoek konden werkgevers binnen een concern en nevenbedrijven en –instellingen worden ingedeeld in dezelfde sector. Zulke verzoeken worden niet meer in behandeling genomen.
Deze maatregelen worden verder toegelicht in de brieven aan de Eerste en Tweede Kamer, die als bijlage bij dit persbericht * zijn bijgevoegd. De wijzigingen hebben geen effect op de wijze waarop werkgevers op dit moment zijn ingedeeld.

(Bron: Min. SZW, 29 jun. 2018)

* Klik linksboven op Downloads Kamerbrief Tweede- en Eerste Kamer.

Forse premiestijgingen bij verzuimverzekeringen

De premieverhogingen die werkgevers voor hun kiezen krijgen bij verlengingsvoorstellen voor hun verzuimpolissen, liegen er niet om. Gemiddeld komt de stijging uit op ruim 21%, maar in flink wat gevallen ligt dit aanzienlijk hoger. Bij een enkele polis bedraagt de premieverhoging zelfs 200%.’

Rationeel gedacht zou je dan zeggen dat de stijging voor een groot deel samenhangt met de verzuimprestaties van de werkgever. Maar deze relatie blijkt vaak ver te zoeken. Dat zie je alleen al uit de ronde getallen bij de verhogingen: 10%, 20%, 30%. De belangrijkste reden is dat verzekeraars klanten met verlies, lees een lage premie, binnenhalen en dat verlies nu proberen goed te maken. (Bron: Findinet, 22 nov. 2018)

Den Haag verkleint kans op werk voor werkzoekende

Volgens belangenbehartiger NBBU worden de verkeerde doelgroepen de dupe van het duurder maken van flex. Deze week buigt de Tweede Kamer zich over het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans (WAB)*. Het kabinet werkt met de nieuwe wet toe naar een nieuwe balans op de arbeidsmarkt. De wet moet leiden tot meer werkzekerheid.

De NBBU ziet echter dat er keuzes worden gemaakt die het tegenovergestelde bereiken. We zien in ieder geval twee maatregelen die de belangrijke opstapfunctie die uitzendwerk biedt aantasten. Onder de nieuwe wetgeving worden veel van deze uitzendkrachten gezien als payrollkracht. De hoge kosten die hiermee gemoeid zijn, zullen allemaal in rekening worden gebracht bij de eindopdrachtgever. Dit heeft als gevolg dat die steeds meer weerstand zal voelen om in zee te gaan met een uitzendbureau. (Bron en meer: About HRM, 25 jan. 2019)

* e Eerste Kamer heeft op 28 mei 2019 ingestemd met het Wetsvoorstel 'arbeidsmarkt in balans'.

Premies volks- en werknemersverzekeringen in 2020 nog hoger

De regering beoogt nieuwe balans te brengen in de verhouding tussen vaste en flexibele arbeid. De hoogte van de WW-premie wordt vanaf 2020 niet meer bepaald door de sector, maar door het soort contract.

De hoge WW-premie, voor werknemers met een tijdelijk contract, zal in 2020 circa 7,94% zijn. Dit laatste zal voor vrijwel alle uitzendkrachten en de meeste payrollkrachten van toepassing zijn. Voor werknemers met een vast contract (onbepaalde tijd) gaat een percentage van 2,94% gelden. Zoals eerder al bekend werd zullen de sectorpremies en de vaste WW-Awf-premie vervallen. Voornoemde verhoging hangt samen met invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab).

In 2020 zal de Arbeidsongeschiktheidspremie (Aof) naar schatting 6,79% bedragen, een stijging t.o.v. 2019 van 0,33%.

Redactie: Voor werknemers met een vast contract geldt een WW-premie van 2,94% en werknemers met een tijdelijk contract is de premie 7,94%. Als wij goed zijn geïnformeerd, moet de premie van 7,94% worden gezien als een drukmiddel voor werkgevers meer vaste contracten af te sluiten. Wij denken dat minister Koolmees in deze onterecht handelt, de hoogte van de premies moet gebaseerd zijn op werkloosheidskosten en niet op een afstraffing. Stel dat een en ander leidt tot rechtszaak dan zou een verbod van de hoge premie ons niet verbazen.