Arbeidsongeschiktheid (geschiedenis)

Datum laatste wijziging: 25 oktober 2020  |  Trefwoorden: ,

Inhoud

  1. Woord vooraf
  2. Periode 1901-1980
  3. Periode 1981 - 2004
  4. Periode 2005 - 2020
  5. Aantal arbeidsongeschikten daalt nauwelijks sinds 2013

Woord vooraf

In een tijdsbestek van circa tien jaren heeft een stroom van wetten en reorganisaties geprobeerd de groei van het aantal langdurig arbeidsongeschikten (mensen die minimaal 9 maanden ziek zijn) in neerwaartse richting om te buigen. Eind vorige eeuw werd gevreesd dat Nederland de grens van 1 miljoen arbeidsongeschikten zou overschrijden, de toenmalige premier Lubbers typeerde de situatie als ‘Nederland is ziek’. In 2007 is dit aantal gedaald tot circa 600.000 arbeidsongeschikten. Zie onder kort samengevat de belangrijkste wetten voor de arbeidsongeschiktheid vanaf 1900 (let op het aantal wetten afgelopen tien jaar).

Periode 1901 - 1980

  • 1901: Ongevallenwet is de eerste Nederlandse sociale verzekeringswet. De Ongevallenwet dekte uitsluitend het ‘risque professionel’ (d.w.z. bedrijfsongevallen en beroepsziekten);
  • 1913: Invaliditeitswet hield een wettelijk verplichte verzekering in voor werknemers die een loon ontvingen dat beneden een bepaalde grens bleef. De Invaliditeitswet voorzag ook in uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid die buiten het werk was ontstaan, ‘risque sociale';
  • 1930: Ziektewet gaf recht op ziekengeld gedurende een half jaar, in 1947 werd dit recht verlengd tot een jaar;
  • 1941: Verplichte Ziekenfondsverzekering wordt ingevoerd, een Duitse dwangmaatregel die na afloop van de bezetting is blijven voortbestaan;
  • 1967 Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) treed op 1 juli 1967 in werking. In de WAO werd het onderscheid tussen risque professionel en risque social losgelaten, de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid deed er niet langer toe, alleen het feit dat men arbeidsongeschikt was en de daaruit voortvloeiende verminderde restverdiencapaciteit*;
  • 1984: WAO-uitkering gaat van 80 naar 70 procent van het laatstgenoten inkomen

Periode 1981 - 2004

  • 1994: de Arbowet wordt ingevoerd;
  • 1996: Ziektewet wordt geprivatiseerd. Alleen uitzendkrachten en zwangere vrouwen vallen nog onder deze wet (vangnetregeling);
  • 1998: Wet Premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (PEMBA) doet zijn intrede. Werkgevers moeten naast een vaste WAO-basispremie een gedifferentieerde premie betalen, waarvan de hoogte afhankelijk is van het aantal werknemers dat in de WAO komt;
  • 1998: Wet Rea richt zich op het indiensttreden van arbeidsgehandicapten¹ en vervangt onder meer de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW);
  • 2002: Wet verbetering poortwachter (WVP) stelt nieuwe regels betreffende het melden, begeleiden en herstellen van langdurig arbeidsongeschikten;
  • 2003: Wet eigenrisicodragen Ziektewet geeft werkgevers de mogelijkheid om zelf het risico te dragen voor het uitkeren van ziekengeld aan de beperkte groep werknemers (uitzendkrachten en freelancers) voor wie geen loondoorbetalingsplicht bij ziekte geldt;
  • 2003: Bedrijven tot 25 werknemers worden gevrijwaard van het betalen van de Pemba-boete;
  • 2004: Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte verplicht werkgevers het loon van één naar twee jaar door te betalen; in het tweede jaar is maximaal 70% van het salaris tot aan het maximale premieloon toegestaan;
  • 2004: Er treedt een nieuw Schattingsbesluit in werking. De WAO-keuringen worden veel strenger en alle bestaande WAO-ers tot 50 jaar worden opnieuw aan een strenge keuring onderworpen.

Periode 2005 - 2020

  • 2005: De markt van Arbodiensten is opengebroken, organisaties mogen onder voorwaarden hun Arboverplichtingen voortaan zelf organiseren.
  • 2006: De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) vervangt de WAO;
  • 2006: De Wet REA wordt ingetrokken, alle re-integratie-instrumenten zijn overgeplaatst naar andere materiewetten;
  • 2007: De PEMBA-premie voor de WAO is met ingang van 1 januari 2008 afgeschaft;
  • 2007: De WAO-uitkeringen gaan van 70% naar 75%. Dit geldt ook voor volledig arbeidsongeschikten in de zin van de Wajong. De verhoging van de uitkering naar 75% gold al voor de IVA-uitkeringen;
  • 2010: De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) wordt vervangen door de nieuwe Wet Wajong;
  • 2013: Wetsvoorstel Verzamelwet SZW. Met de inwerkingtreding van een aantal onderdelen van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters wordt de lastenverdeling tussen het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en de Werkhervattingskas anders ingevuld. Dit zal plaatsvinden met ingang van 1 januari 2014;
  • 2014: Door de modernisering van de Ziektewet worden de ZW- en WGA-lasten van werknemers, als zij ziek zijn als hun dienstverband eindigt, toegerekend aan de laatste werkgever. Ook de manier waarop de arbeidsongeschiktheidslasten aan de werkgever worden toegerekend verandert per 1 januari 2014.
  • 2014: Veranderingen eigenrisicodrager: in 2007 werd de markt voor de WGA-verzekering opengesteld voor private verzekeraars. Die begaven zich bijna allemaal op de nieuwe markt. Maar het aanvankelijke enthousiasme lijkt flink bekoeld: verzekeraars hebben de afgelopen jaren fikse verliezen gemaakt op de verzekering. Omdat de UWV-premie veel lager is dan bij een private verzekeraar verwacht men dat veel werkgevers de keuze terug naar het UWV zullen maken.
  • 2017: Het eigenrisicodragerschap wordt uitgebreid met flexkrachten (werknemers met een contract voor bepaalde tijd). Vanaf dan heeft de werkgever twee opties: eigenrisicodrager voor alle werknemers of alle werknemers verzekeren bij het UWV. En verder, de WGA-vast en WGA-flex worden samengevoegd. Vanaf dit moment kunnen werkgevers alleen de samengevoegde WGA, privaat of publiek verzekeren. Tenslotte: Vanaf 2017 vindt geen herkeuring meer plaats voor 50-plusser in Wajong.
  • 2018: Kleine werkgevers tot 25 werknemers moeten langdurige zieke werknemers 1 jaar in plaats van 2 jaar doorbetalen. De periode waarvoor premiedifferentiatie geldt in de WGA, wordt verkort van tien jaar naar vijf jaar. Na de periode van premiedifferentiatie wordt een collectieve, uniforme premie geheven.
  • 2019: Werkgevers worden met terugwerkende kracht gecompenseerd voor transitievergoedingen die zij vanaf 1 juli 2015 hebben betaald aan langdurige arbeidsongeschikte werknemers. Nabestaanden en naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel een vergoeding krijgen voor het leed en de pijn die zij ervaren als gevolg van de gebeurtenis.
  • 2020: Met ingang van 1 april 2020 kunnen werkgevers een deel van de transitievergoeding terugvorderen bij het UWV. De terugvordering betreft het ontslag van werknemers die meer dan twee jaar ziek zijn.

Aantal arbeidsongeschikten daalt nauwelijks sinds 2013

Het totaal aantal uitkeringen is in de periode 2013-medio 2019 maar met 13.000 afgenomen. Het aantal WAO-uitkeringen ‘oude stijl’ bleef weliswaar flink dalen (met ruim honderdvijftigduizend), maar daar stond een bijna net zo sterke stijging van de WIA tegenover. Het aantal mensen dat op basis van de WGA een WIA-uitkering ontvangt, steeg vanaf 2013 met bijna zestigduizend naar 177.000. Het aantal mensen dat in het kader van de WIA een IVA-uitkering ontving, steeg zelfs met ongeveer 80.000 naar bijna 123.000.

Ook het aantal Wajong-uitkeringen leek aanvankelijk fors toe te nemen, maar de laatste jaren is de overheid met instroomrestricties erin geslaagd dit weer wat naar beneden te krijgen.