Situatieve arbeidsongeschiktheid

Datum laatste wijziging: 6 januari 2020  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Definitie situatieve arbeidsongeschiktheid
  2. Burgerlijk wetboek
  3. Hoge Raad
  4. Jurisprudentie

Definitie situatieve arbeidsongeschiktheid

Onder situatieve arbeidsongeschiktheid verstaat men de situatie waarin enerzijds bij de werknemer geen medische beperkingen van fysieke of psychische aard kunnen worden vastgesteld, maar anderzijds hij toch niet in staat is om te werken. Situatieve arbeidsongeschiktheid komt vaak voor als er sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie tussen de werkgever en de werknemer.

Burgerlijk wetboek

Inzake situatieve arbeidsongeschikt zijn relevant:
  • Artikel 7:628 (BW) 1. De werknemer behoudt het recht op het naar tijdruimte vastgestelde loon indien hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen en
  • Artikel 7:629 (BW) - 1. Voor zover het loon niet meer bedraagt dan het bedrag, genoemd in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, behoudt de werknemer voor een tijdvak van tweeënvijftig weken recht op 70 % van het naar tijdruimte vastgestelde loon, maar ten minste op het voor hem geldende wettelijke minimumloon, indien hij de bedongen arbeid niet heeft verricht omdat hij daartoe door ziekte of door zwangerschap of bevalling verhinderd was.- 3. De werknemer heeft het in het eerste lid bedoelde recht niet: a. indien de ziekte door zijn opzet is veroorzaakt of het gevolg is van een gebrek waarover hij in het kader van een aanstellingskeuring valse informatie heeft verstrekt en daardoor de toetsing aan de voor de functie opgestelde belastbaarheidseisen niet juist kon worden uitgevoerd. b. voor de tijd, gedurende welke door zijn toedoen zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd.

Hoge Raad

Op 27 juni 2008 heeft de Hoge Raad arrest gewezen over de vraag of een werknemer in geval van situatieve arbeidsongeschiktheid waarbij geen sprake is van ziekte of gebrek aanspraak heeft op loondoorbetaling. De Hoge Raad oordeelde als volgt: 'Een werknemer die zich erop beroept dat hij als gevolg van de situatieve arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden niet heeft verricht, zal feiten en omstandigheden moeten stellen en zo nodig aannemelijk moeten maken die tot het oordeel leiden dat hij op basis van artikel 7:628 BW toch aanspraak heeft op loon.' Daarbij merkt de Hoge Raad nog op dat een werknemer in beginsel wel is gehouden om alle medewerking te verlenen aan inspanningen die erop gericht zijn om de oorzaken daarvan weg te nemen.

Jurisprudentie

Een recent vonnis waarbij de rechter oordeelde dat de oorzaak van het niet kunnen werken voor rekening van de werkgever moest komen en de situatief arbeidsongeschikte werknemer dus recht had op loon, treffen we aan bij het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 19 november 2013.