Flexibiliseren pensioen

Datum laatste wijziging: 1 juli 2021  |  Trefwoorden: , , ,

Inhoud

  1. Mogelijkheden
  2. Uitstellen of vervroegen van pensioeningangsdatum
  3. Variabiliseren van pensioenaanspraken
  4. Omzetten ouderdomspensioen in partnerpensioen
  5. Deeltijdpensioen
  6. AOW-leeftijd flexibel voor iedereen
  7. AOW- en pensioenleeftijd flexibel voor iedereen is geen onmogelijkheid!
  8. Pensioensector in beeld gebracht

Mogelijkheden

Sinds 1999 bestaat voor de werknemer de mogelijkheid het opgebouwde pensioen te flexibiliseren, waarbij hij de volgende (wettelijk) mogelijkheden heeft:
partner
  • uitstellen of vervroegen van de pensioeningangsdatum;
  • variabiliseren van de pensioenaanspraken;
  • omzetten van ouderdomspensioen in partnerpensioen;
  • deeltijdpensioen.

Uitstellen of vervroegen van pensioeningangsdatum

Voor het gemak gaan wij ervan uit dat de leeftijd waarop een werknemer met pensioen gaat, dezelfde datum is waarop hij de AOW gaat ontvangen (stel nog steeds 65 jaar*).

De werknemer kan aan zijn pensioenfonds een verzoek indienen om uw ouderdomspensioen eerder in te laten gaan. De eerste datum waarop hij met pensioen kunt gaan, is wanneer hij 60 jaar wordt. De werknemer moet er rekening mee houden dat als zijn pensioen eerder ingaat, de pensioenuitkering lager is dan wanneer u op zijn 65ste met pensioen zou gaan.

De hoogte van het partnerpensioen verandert niet wanneer de werknemer het ouderdomspensioen eerder laat ingaan.

* Meer actuele ingangsdata van de AOW treft u aan in Algemene Ouderdomswet (inleiding).

Variabiliseren van pensioenaanspraken

De werknemer kan ervoor kiezen om in de eerste periode van pensionering een hogere uitkering te ontvangen dan daarna, of andersom. Hij kan zelf bepalen of de eerste periode een periode van vijf of tien jaar is, maar de hoogte van de uitkering mag hij niet zelf bepalen, deze is standaard 100:75. Dit houdt in dat de laagste uitkering nooit minder dan 75% van de hoogste uitkering mag zijn.

Het variabiliseren van het pensioen kan uiterlijk geregeld worden tot bereiken van de 65-jarige leeftijd.

Omzetten ouderdomspensioen in partnerpensioen

De pensioenregeling kort de uitkering van het partnerpensioen als het leeftijdsverschil tussen de partners bijvoorbeeld groter is dan 10 jaar. Op de pensioendatum kan dan er voor worden gekozen om een gedeelte van het ouderdomspensioen om te zetten in een hoger partnerpensioen of andersom.

De mogelijkheid tot deze uitruil is ook eerder mogelijk, namelijk bij beëindiging van het dienstverband.

Deeltijdpensioen

De werknemer kan ervoor kiezen met deeltijdpensioen te gaan. Dan gaat hij voor een of meerdere dagen met pensioen, en de rest van de dagen blijft hij nog werken. Deeltijdpensioen gaat bijvoorbeeld op zijn vroegst vanaf 55 of 60 jaar in. Voor het deel dat de werknemer blijft werken, bouwt bij pensioen op.

AOW-leeftijd flexibel voor iedereen

AOW-leeftijd flexibel voor iedereen” zegt de Rotterdamse hoogleraar Jan van Ours in zijn interview in de Telegraaf van 19 mei 2017. Jan van Ours ziet niets in een vaste pensioenleeftijd. Dat een flexibele pensioenleeftijd alleen voor zware beroepen zou moeten gelden, ziet hij niet zitten. Hoe stel je vast of iemand een zwaar beroep heeft? En stel dat iemand 40 jaren een zwaar beroep heeft gehad en de laatste 5 jaren niet? Zie ook Is de roep om nieuw pensioenstelsel een gecoördineerde overval?

Na het Pensioen Akkoord (Jongerius, Kamp en Wientjes) van 2011 heeft Minister Kamp de toezegging gedaan en in een brief aan de Tweede Kamer bevestigd, dat in 2020 medewerkers (o.a. met een zwaar beroep) met vervroegd pensioen konden gaan. Elk jaar eerder stoppen dan de officiële pensioendatum betekent 6,5 procent minder AOW, elk jaar later 6,5 procent meer. Andries Bongers heeft toen al betwijfeld of je zomaar een zwaar beroep kon aanwijzen en vroeg zich ook af wat de waarde van die brief was en of men zich die toezegging in 2020 nog zou herinneren. In dezelfde editie van 19 mei 2017 stellen VNO en MKB werkgevers, dat zij geen generieke VUT regeling wensen en naar individueel maatwerk gekeken moet worden. Maar dat hadden we toch al afgesproken in 2011?

Dat laatste is gewoon of meer premie betalen o.a. voor de zware beroepen (verdisconteren in de uurlonen en doorberekenen aan opdrachtgevers) of eerder met pensioen tegen een lagere uitkering. Zowel voor de AOW (basispensioen) als voor het aanvullend pensioen. Als we nou eerst eens beginnen om gewoon onze afspraken na te komen, dan kunnen we gaan bouwen aan een betrouwbaar stelsel.

AOW- en pensioenleeftijd flexibel voor iedereen is geen onmogelijkheid!

In de Telegraaf van 26-8-2017 werd de opvatting van diverse hoogleraren aangehaald m.b.t een flexibel pensioen, waarbij medewerkers met een zwaar beroep eerder met pensioen kunnen gaan. Economen onderschrijven de noodzaak van een verhoging van de pensioenleeftijd. Daar hoef je niet voor gestudeerd te hebben, wanneer je weet dat de pensioengerechtigde leeftijd al in 1917 op 65 jaar is gesteld. M.a.w. al honderd jaar is die grens niet opgehoogd, terwijl men gemiddeld meer dan 10 jaar ouder is geworden.

Prof. Flip de Kam betoogt dat “een vervroegde AOW (pensionering) voor zware beroepen praktisch niet uitvoerbaar is.” Opmerkelijk omdat de Rotterdamse hoogleraar Jan van Ours in zijn interview met de Telegraaf van 19 mei 2017 zegt dat de “AOW-leeftijd flexibel voor iedereen” kan zijn. Jan van Ours ziet niets in een vaste pensioenleeftijd. Dat een flexibele pensioenleeftijd alleen voor zware beroepen zou moeten gelden, ziet hij ook niet zitten. In dezelfde editie van 19 mei 2017 stellen VNO en MKB werkgevers, dat zij geen generieke VUT regeling wensen en naar individueel maatwerk gekeken moet worden. Maar dat hadden we toch al afgesproken in 2011?

Hoe stel je vast of iemand een zwaar beroep heeft? En stel dat iemand 40 jaren een zwaar beroep heeft gehad en de laatste 5 jaren niet? Zie roep om nieuwe pensioenstelsel. Na het Pensioen Akkoord (Jongerius, Kamp en Wientjes) van 2011 heeft Minister Kamp die toezegging gedaan en is ook in een brief aan de Tweede Kamer bevestigd, dat in 2020 medewerkers (o.a. met een zwaar beroep) met vervroegd pensioen konden gaan.

Elk jaar eerder stoppen dan de officiële pensioendatum betekent 6,5 procent minder AOW, elk jaar later 6,5 procent meer. Andries Bongers heeft in 2011 (tijdens meerdere sessies) al betwijfeld of je zomaar een zwaar beroep kon aanwijzen en vroeg zich toen al af wat de waarde van die brief was en of men zich die toezegging in 2020 nog zou herinneren. Dat laatste is gewoon of meer premie betalen o.a. voor de zware beroepen (verdisconteren in de uurlonen en doorberekenen aan opdrachtgevers) of eerder met pensioen tegen een lagere uitkering. Zowel voor de AOW (basispensioen) als voor het aanvullend pensioen. We moeten naar een individueel pensioenstelsel. Is dat moeilijk of onmogelijk? Nee toch? Gewoon de betaalde premie op werknemer niveau registreren. Er is al jaren software beschikbaar om deze gehele procedure waterdicht te ondersteunen. Maar zelfs de eenvoudige registratie van een verzekerde is voor veel pensioenfondsen al een crime. Kijk ook eens naar de exorbitante beheerskosten van zowel pensioenfondsen, als verzekeringsmaatschappijen. 

Als we nou eerst eens beginnen om gewoon onze afspraken na te komen en de beheerskosten sterk verlagen, dan kunnen we gaan bouwen aan een betrouwbaar stelsel

Lees ook: Laat Brussel onze pensioenen regelen, artikel Prof. Hans van Meerten

Pensioensector in beeld gebracht

Hoeveel pensioendeelnemers kunnen keuzes maken bij hun pensioen? En hoeveel maken daar daadwerkelijk gebruik van? En zijn er verschillen tussen de diverse aanbieders en de soorten pensioenovereenkomsten? Met het eerste ‘Sectorbeeld Pensioenen’ geeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) antwoord op onder andere deze vragen en geeft zo nieuwe inzichten in de tweedepijlerpensioensector. (Bron: AFM, 30 juni 2021)