Loonaangifte

Datum laatste wijziging: 11 november 2021  |  Trefwoorden: , , , , , , , , ,

Inhoud

  1. Veel wijzigingen in de aangifte loonheffingen per 2022

Veel wijzigingen in de aangifte loonheffingen per 2022

Ieder jaar verandert er het een en ander in de aangifte loonheffingen. Per 2022 krijgt de werkgever te maken met extra veel aanpassingen. 

In de aangifte loonheffingen vind je naast de nieuwe Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof)-rubrieken vanaf 1 januari 2022 de code K (kindverlof) die de code G (aanvullend geboorteverlof) vervangt. Verder komen er twee nieuwe rubrieken met betrekking tot het door de werknemer te besteden budgetten, zoals het individueel keuzebudget, te weten: opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag en opname arbeidsvoorwaardenbedrag.  

Gedifferentieerde Aof-premie in de aangifte loonheffingen

Vanwege de komst van de gedifferentieerde premie Aof komen er drie afzonderlijke rubrieken voor de aanwas van het premieloon Aof. Namelijk de aanwas van het premieloon Aof laag, de aanwas van het premieloon Aof hoog en de aanwas van het premieloon Aof dat hoort bij een uitkering. Ook komen er drie afzonderlijke rubrieken voor de over het premieloon Aof verschuldigde premies: totaal premie Aof laag, totaal premie Aof hoog en totaal premie Aof uitkering. Voor de opslag WKO (Wet kinderopvang) komt er ook een afzonderlijke rubriek (Opslag WKO). 

Code K vervangt code G bij incidentele inkomstenvermindering

Als een werknemer aanvullend geboorteverlof opneemt en hierdoor tijdelijk minder loon ontvangt dan overeengekomen, moet de werkgever de ‘code incidentele inkomstenvermindering’ doorgeven. Daarvoor gebruikt hij in 2021 code G (geboorteverlof). Neemt de werknemer ouderschapsverlof op en wordt het loon hierdoor tijdelijk lager, dan geeft de werkgever dit door met de code O (onbetaald verlof). Vanaf 2 augustus 2022 geldt de Wet betaald ouderschapsverlof (WBO). Werknemers krijgen dan recht op een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) als zij ouderschapsverlof opnemen.

Vanaf 2022 geldt, voor zowel aanvullend geboorteverlof als ouderschapsverlof, in de rubriek ‘code incidentele inkomstenvermindering’ één nieuwe code namelijk de code K. Dit betekent dat als het loon door een WAZO-uitkering in het kader van aanvullend geboorteverlof of betaald ouderschapsverlof lager is dan gebruikelijk, met ingang van belastingjaar 2022 code K gebruikt moet worden. Code G vervalt met ingang van belastingjaar 2022. Code K geldt het hele jaar 2022. Tot 2 augustus 2022 geldt die code voor uitkeringen op grond van de WIEG (Wet invoering extra geboorteverlof) en vanaf 2 augustus 2022 voor uitkeringen op grond van de WIEG en de WBO. 

Nieuw: het arbeidsvoorwaardenbedrag

Vanwege de opkomst van diverse vormen van door de werknemer te besteden budgetten, zoals individueel keuzebudget (IKB), persoonlijk keuzebudget (PKB), employee benefit of vergelijkbare benamingen treft de werkgever vanaf 2022 twee nieuwe rubrieken aan in de aangifte loonheffingen:

opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag;
opname arbeidsvoorwaardenbedrag.

Rubrieken ‘Extra periode salaris’ vervallen

Onder het begrip arbeidsvoorwaardenbedrag valt ook wat de Belastingdienst tot en met 2021 bedoelde met ‘Extra periode salaris’. In verband hiermee vervallen de twee rubrieken voor de ‘Extra periode salaris’. Het betreft de rubrieken: ‘Extra periode salaris’ en ‘Opgebouwde recht extra periode salaris’. De inhoud daarvan maakt geheel onderdeel uit van de twee nieuwe rubrieken voor het arbeidsvoorwaardenbedrag.
De term ‘arbeidsvoorwaardenbedrag’ staat voor een toegekend loonbestanddeel, op grond van de (collectieve) arbeidsovereenkomst van de werknemer, voor zover dat loonbestanddeel is uitgedrukt in geld. Daarbij moet dat loonbestanddeel op enig moment in de toekomst tot voor bij de werknemer belast loon kunnen leiden.
Alle arbeidsvoorwaarden die onder deze definitie vallen, vallen onder het ‘arbeidsvoorwaardenbedrag’. Denk aan:
  • wat je tot en met 2021 opgeeft als ‘extra periodesalaris’ (EPS), zoals een recht op een eindejaarsuitkering of een 13e/14e maand;
  • reserveringen voor uitzendkrachten op grond van de cao voor uitzendkrachten;
  • een door de werknemer te besteden keuzebudget. Zie hierna onder ‘Keuzebudget’.
Het gaat dus bijvoorbeeld niet om recht op toekomstige verlofuren of een budget waaruit een werknemer zich voor zijn werkgever uitsluitend kan laten scholen.

Keuzebudget

Het gaat bij een keuzebudget om arbeidsvoorwaardenbedragen, die bekend staan onder diverse benamingen, zoals individueel keuzebudget (IKB), persoonlijk keuzebudget (PKB), employee benefit of vergelijkbare benamingen.
Een keuzebudget valt onder het arbeidsvoorwaardenbedrag als dat:
  • in de (collectieve) arbeidsvoorwaarden van de werknemer is vastgelegd;
  • kan leiden tot bij de werknemer belast loon.

Vakantiebijslag en keuzebudget

In de aangifte loonheffingen blijven de rubrieken ‘Vakantiebijslag’ en ‘Opgebouwde recht vakantiebijslag’ bestaan.
Als het recht op vakantiebijslag van een werknemer onderdeel is van het keuzebudget, vul je deze rubrieken met € 0 in, omdat deze bedragen opgaan in de rubrieken voor het arbeidsvoorwaardenbedrag. Voor zover het recht op vakantiebijslag afzonderlijk bestaat (naast of zonder een keuzebudget), blijf je de beide rubrieken voor ‘Vakantiebijslag’ zoals gebruikelijk vullen.

Afname stand arbeidsvoorwaardenbedrag

Let op: afname van (de stand van) het arbeidsvoorwaardenbedrag is niet altijd gelijk aan de ‘Opname arbeidsvoorwaardenbedrag’.

Het arbeidsvoorwaardenbedrag heeft in jouw administratie altijd een ‘stand’: het cumulatieve bedrag na alle opbouw en afnames.

Afname van de stand van het arbeidsvoorwaardenbedrag kan op verschillende manieren, zoals:
  1. opnemen van een bedrag ter uitbetaling;
  2. afzien of inzetten van een bedrag in ruil voor een (voor de werknemer) belastingvrije vergoeding of verstrekking . Het maakt hierbij niet uit of voor het eindheffingsloon van de werkkostenregeling een gerichte vrijstelling geldt of niet;
  3. afzien of inzetten van een bedrag in ruil voor doorbetaald verlof.
Van de afname van situatie 1 geef je in de rubriek ‘Opname arbeidsvoorwaardenbedrag’ het bedrag op dat de salarisverwerking ingaat als ‘loon in geld’.
In situatie 2 en 3 geef je het bedrag van de afname niet op in de aangifte loonheffingen.