Keuze- en budgetmodel

Datum laatste wijziging: 18 april 2016  |  Trefwoorden: , ,

Keuzemodel
Werknemers kunnen binnen het keuzemodel kiezen voor bijvoorbeeld het kopen dan wel verkopen van vakantiedagen, of voor het verhogen van pensioenrechten.

Om weloverwogen keuzes te kunnen maken, moeten zij over voldoende informatie beschikken. Deze informatie bestaat niet alleen uit de bedragen van de primaire arbeidsvoorwaarden, maar ook uit gegevens over bijvoorbeeld pensioenrechten en verlofdagen.
 
Voor een werknemer zijn sommige vragen relevant, zoals: Wat zijn mijn huidige rechten? Wat als ik eerder met pensioen wil of voor een hoger pensioen wil sparen? Wat kost dat? Dergelijke informatie en actuele gegevens over leaseovereenkomsten, WIA- en ANW-hiaten en reiskostenregelingen zou de werknemer eenvoudigweg moeten kunnen opvragen via internet.

Binnen het digitale keuzemodel, ook wel keuzemenu genoemd, wordt het effect van iedere keuze meteen zichtbaar in zowel het bruto- als nettoloon en de eventuele gevolgen voor bijvoorbeeld de vakantietoeslag.

De basale arbeidsvoorwaarden kunnen uit het personeelssysteem worden gehaald; een koppeling (interface) maakt deze gegevens in het keuzesysteem zichtbaar. Een struikelblok is vaak het toegankelijk maken van de verlofgegevens. De meeste personeelsinformatiesystemen (PI-systemen) bevatten weliswaar een verlofmodule, maar deze wordt zelden optimaal benut. Meestal vindt de verlofregistratie nog plaats op een vakantiekaart. Ook het achterhalen van gegevens van externe partijen is vaak geen sinecure.

Zijn de bedrijfspensioenfondsen meestal vrij snel met het aanleveren van de gegevens, met de informatieverstrekking van de meeste pensioenverzekeraars is het aanmerkelijk minder goed gesteld. En als gegevens al beschikbaar zijn, dan geven de verzekeraars ze nog niet aan de werkgever zelf.

In het klassieke keuzemodel, dat vandaag de dag nog het meest wordt toegepast, kan de medewerker aparte arbeidsvoorwaarden inzetten om één of meerdere (meestal onbelaste) doelen te “kopen”. Het gaat dan o.a. om bovenwettelijk verlof, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en een bepaald percentage van het bruto loon. Voor het klassieke keuzemodel worden diverse namen gebruikt: Meerkeuzesysteem Arbeidsvoorwaarden (MKSA), Flexibel belonen en Cafetariasysteem.
 
Rekenvoorbeeld ruilmodel

De werkgever bepaalt dat de loonkosten voor een bepaalde werknemer € 45.000 per jaar bedragen. Er is een cafetariaplan, maar dit mag niet tot meer loonkosten leiden:
Basispakket arbeidsvoorwaarden
Aankoop (doelen)
• verzekering
• duurdere leaseauto
Inruil (bronnen)
• 13e maand
• verlofdagen
• salaris
Totale loonkosten
 € 45.000

€ 908
€ 726

- € 681
- € 363
- € 590
€ 45.000

Budgetmodel of budgetsysteem
In het budgetsysteem of budgetmodel is er maar één bron, die gevormd wordt door het omzetten van de rechten op bovenwettelijk verlof, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, gratificaties en een deel van het bruto loon in één bedrag.
In nog maar relatief weinig organisaties wordt dit toegepast. Meestal wordt dan ook de mogelijkheid geboden om het budget te reserveren en in te zetten op een later moment voor een bepaald doel.
 
Rekenvoorbeeld budgetmodel

De werkgever stelt vast dat de loonkosten voor een bepaalde werknemer in jaar x in totaal € 51.000 zullen bedragen. De werknemer ontvangt een basispakket (salaris en vakantietoeslag) van € 46.600. Daarnaast mag hij € 4.400 aan extra arbeidsvoorwaarden besteden. De arbeidsvoorwaarden zijn als volgt:
Basispakket
Keuzes zijn:
• drie verlofdagen
• fitness
• pensioenverzekering
• rechtsbijstandverzekering
• geld
Totale loonkosten
€ 46.600
 
€ 909
€ 726
€ 2.169
€ 454
€ 142
€ 51.000