Financial planning

Datum laatste wijziging: 23 oktober 2020  |  Trefwoorden: , , ,

Inhoud

  1. Wezenlijk onderscheid
  2. Aspecten financiële planning
  3. Belastingadviseurs
  4. Autoriteit Financiële Markten (AFM)
  5. Toelichting provisieverbod
  6. Uitzonderingen
  7. Scherpere eisen vakbekwaamheid pensioenadviseurs
  8. Vergunning en opleiding
  9. Veranderingen in beloning en werkwijze adviseurs
  10. Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen
  11. Wet zorgplicht financiële dienstverleners
  12. FinTech bedreigt traditionele financiële dienstverleners
  13. Provisieverbod is volledig doorgeslagen
  14. Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA)
  15. Provisieverbod leidt tot paradoxale situatie
  16. Vrije advocaatkeuze jaagt premies omhoog
  17. Belastingdienst komt niet met keurmerk belastingconsulent
  18. AFM mag handelen met fictieve identiteit
  19. Financieel woordenboek
  20. AFM Agenda 2019
  21. Wft-diploma Pensioen verplicht voor advies pensioenuitkering
  22. Concept wetsvoorstel modernisering en betere handhaving consumentenbescherming
Meer over de Autoriteit Financiële Markten (AFM), zie subrubriek AFM.

Wezenlijk onderscheid

Employee Benefits en financiële (financial) planning noemt men vaak in een adem, toch is er een wezenlijk onderscheid. Een persoonlijke financiële planning is de integrale opzet van iemands geldzaken, nu en in de toekomst, een begrip dat de arbeidsvoorwaarden sec te boven gaat. Employee Benefits krijgt iemand zo lang hij werknemer is. Beslissingen over financiële planning kan men los van welk dienstverband dan ook nemen.

Aspecten financiële planning

Aspecten zijn onder meer:
  • belastingen
  • bankzaken
  • beleggingen
  • vermogensbeheer
  • pensioenen
  • notariële zaken
  • nalatenschapsplanning
  • schadeverzekeringen
  • levensverzekeringen
  • hypotheek

Belastingadviseurs

Dicht tegen de financial planner staat de belastingadviseur. Een belastingadviseur of fiscalist is een deskundige op het gebied van belastingen, die mensen en bedrijven adviseert over belastingen, en in veel gevallen ook hun belastingaangiften verzorgt (Bron: Wikipedia, 2010). In Nederland is de belastingadviseur in tegenstelling tot de advocaat geen beschermd beroep. Iedereen kan een belastingadviespraktijk beginnen. Niettemin zijn veel adviseurs lid van beroepsorganisaties, zoals de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs, de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs en het College Belastingadviseurs.

Autoriteit Financiële Markten (AFM)

De AFM houdt toezicht op de financiële markten: op sparen, beleggen, verzekeren en lenen. In het algemeen is het toezicht van de AFM gericht op zaken als betrouwbaarheid, integriteit, vakkundigheid van bestuurders en daarnaast ook gericht op transparantie, voorlichting, dossiervorming, werkwijzen, procedures en productinformatie (bijvoorbeeld de 'financiële bijsluiter' van de betreffende organisaties en producten zelf. Ook De Nederlandsche Bank (DNB) houdt toezicht op de financiële markten, het 'prudentiële toezicht'. De DNB controleert of financiële ondernemingen hun verplichtingen nakomen.
De AFM is onafhankelijk. Toch is de AFM wel verbonden met de overheid. De minister van Financiën is politiek verantwoordelijk en benoemt het bestuur van de AFM. Hij keurt ook de begroting goed en stelt de heffingen vast. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is verantwoordelijk voor het toezicht op pensioenuitvoerders.
Vanaf 2013 geldt een provisieverbod, zie onder:

Toelichting provisieverbod

Staatssecretaris Weekers van Financiën is in twee brieven aan de Eerste en Tweede Kamer (2011) ingegaan op de fiscale gevolgen - in de inkomstenbelasting en de omzetbelasting - van het aangekondigde provisieverbod voor tussenpersonen per 1-1-2013. Volgens hem is de dienstverlening van een tussenpersoon bij verzekeringen, kredietverlening, handelingen in het betalingsverkeer en vermogensbeheer niet vrijgesteld van btw als de dienstverlening alleen bestaat uit advisering aan de consument en niet is gericht op (bemiddeling bij) de totstandkoming van een overeenkomst. Hij merkt op dat de dienstverlening van een verzekeringstussenpersoon onder de vrijstelling kan blijven vallen, als het gaat om kenmerkende en essentiële werkzaamheden van een dergelijke tussenpersoon, of wanneer de dienst van de tussenpersoon over het geheel genomen een afzonderlijk geheel vormt en de kenmerkende en essentiële functies van een bemiddelingsdienst vervult.

Wat betreft de inkomstenbelasting geldt het volgende. De staatssecretaris geeft aan dat hij de gelijkstelling van de beloning van de tussenpersoon met een premie voor een kapitaalverzekering eigen woning op korte termijn ongedaan gaat maken. Klanten van de tussenpersoon blijken hun recht op vrijstelling van de kapitaalsuitkering te kunnen verliezen door de overschrijding van de fiscale bandbreedte-eis voor de premies. Verder zal hij in een beleidsbesluit aangeven welke werkzaamheden bij het sluiten of verlengen van een lijfrenteverzekering of lijfrentespaarrekening leiden tot een beloning van de tussenpersoon die in fiscaal opzicht wordt gelijkgesteld met een lijfrentepremie.

Uitzonderingen

Het provisieverbod geldt niet voor alle financiële producten, maar wel voor:
  • hypothecaire kredieten;
  • betalingsbeschermers;
  • overlijdensrisicoverzekeringen;
  • individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen;
  • uitvaartverzekeringen;
  • complexe producten, zoals beleggingsverzekeringen, levensverzekeringen, spaarhypotheken, bankspaarproducten etc.
Voor contracten die voor 1 januari 2013 zijn afgesloten geldt het provisieverbod niet. Ook de doorlopende provisie blijft bestaan, maar daartegenover staat wel dat de verplichtingen, zoals nazorg, ook blijven.

Scherpere eisen vakbekwaamheid pensioenadviseurs

Pensioenadviseurs moeten vanaf 1 januari 2012 voldoen aan scherpere vakbekwaamheidseisen. Dat staat in het Wijzigingsbesluit financiële markten 2012. Uit onderzoek van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD), in opdracht van het ministerie van Financiën, is naar voren gekomen dat de eisen onvoldoende waren om het gewenste minimum niveau van vakbekwaamheid te realiseren. Het onderzoek is gedaan naar aanleiding van alarmerende onderzoeksresultaten van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Een paar belangrijke wijzigingen zijn:
  • het inventariseren van de financiële positie van de werkgever;
  • meer aandacht voor de impact van een CAO of bestaande pensioenvoorziening op het advies;
  • meer nadruk op de elementen competenties en vaardigheden. Kennis alleen is niet voldoende;
  • introductie van het aandachtsgebied professioneel gedrag;
  • kennis van risicomanagement.
Door de verscherpte vakbekwaamheidseisen voor pensioenadviseurs worden zij beter dan tot nu toe in staat gesteld passend te adviseren. Financiële dienstverleners die zich vanaf 1 januari 2012 bezighouden met advisering in pensioenverzekeringen en premiepensioenvorderingen zullen moeten voldoen aan de nieuwe verscherpte vakbekwaamheidseisen. Dienstverleners die zich op 1 januari 2012 wel al bezighielden met dergelijke advisering hebben tot 1 januari 2014 de tijd om aan de nieuwe voorwaarden te gaan voldoen. (Bron: Rijksoverheid, 5 dec 2011)

Vergunning en opleiding

Voor de financial planner c.q. adviseur zijn Wft-vergunningen belangrijk (Wft: Wet financieel toezicht). De vergunning dient als keurmerk voor de gestelde eisen en regelgeving. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is belast met het toezicht en verstrekken van de vergunning. Om de vergunning te behalen moet een opleiding worden gevolgd.

De AFM schat dat zo'n 85 accountantskantoren in 2012 een vergunning aanvroeg voor het geven van pensioenadvies. De AFM heeft daar zelf op aangestuurd door vorig jaar in een interpretatie accountantskantoren aan te sporen een vergunning aan te vragen voor hun advieswerk. Dankzij het provisieverbod en aangescherpte opleidingseisen voor pensioenadviseurs valt de accountant met zijn neus in de boter. Verwacht wordt dat binnen vijf jaar minimaal 50% van het pensioenadvies in Nederland gegeven wordt door accountants (Bron: Anweb, 19 apr. 2013)

Veranderingen in beloning en werkwijze adviseurs

Vanaf 1 januari 2013 geldt een provisieverbod* op 'complexe producten'. Daaronder vallen uiteraard ook pensioenregelingen. Vanaf die datum is het dus ook voor aanbieders van deze producten verboden om provisie beschikbaar te stellen aan partijen die bemiddelen in de verkoop ervan.

* Het woordenboek omschrijft provisie (ook wel: commissie of courtage) als het procentsgewijze loon van partijen als makelaars en bankiers.

De veranderingen per 1 januari 2012 gelden voor nieuwe contracten. Voor bestaande contracten verandert er tijdens de resterende looptijd niets, de provisie blijft hier gehandhaafd.

Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Sinds 1 januari 2014 zijn de eisen vakbekwaamheid voor financiële dienstverleners veranderd. Er geldt een diplomaplicht voor adviseurs in financiële producten en werknemers in dienst van verzekeringsagenten. De aanscherping is het gevolg van een aangepast Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen bij de Wet op het financieel toezicht (BGfo Wft).

De nieuwe vakbekwaamheidseisen en de diplomaplicht gelden voor banken en verzekeraars die adviseren over en bemiddelen in financiële producten, maar ook voor adviseurs, intermediairs en verzekeringsagenten. Het uitgangspunt blijft dat financiële medewerkers vakbekwaam moeten zijn en blijven. Ook de eisen voor permanente educatie (PE) zijn aangescherpt. De belangrijkste veranderingen:
  • om de kwaliteit van de examens te verbeteren, komt er een centrale examenvragendatabank onder toezicht van het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD);
  • er komt een individuele diplomaplicht voor adviseurs in financiële producten en werknemers die onder verantwoordelijkheid van een (onder)gevolmachtigde agent verzekeringen sluiten;
  • de permanente educatie (PE) wordt aangescherpt: financieel adviseurs moeten regelmatig, met tussenpozen van maximaal 36 maanden, een examen halen. Ook moeten ze op de hoogte blijven van de actuele ontwikkelingen over de financiële producten waarover ze adviseren;
  • het opleidingsprogramma wordt inhoudelijk aangescherpt. (Bron: Overheid.nl)

Wet zorgplicht financiële dienstverleners

Deze zorgplicht houdt in dat een financiële dienstverlener de belangen van de klant in acht moet nemen. 'Financieel dienstverlener' is degene die een ander financieel product dan een financieel instrument aanbiedt, die adviseert over een ander financieel product dan een financieel instrument, die bemiddelt, of optreedt als agent. (Bron: Recht.nl)

FinTech bedreigt traditionele financiële dienstverleners

FinTech-startups groeien steeds harder in de financiële sector. Dankzij innovatieve technologieën werken zij efficiënter, transparanter, goedkoper en klantgerichter. Grote veranderingen in de financiële sector zijn daarom onvermijdelijk. Traditionele leveranciers van financiële diensten beseffen dat ook.

Uit het onderzoek ‘Blurred lines: How FinTech is shaping Financial Services’ van accountantsorganisatie PwC blijkt hoe traditionele bedrijven in de financiële sector de hete adem van FinTech-firma’s in hun nek voelen. Van de traditionele leveranciers van financiële diensten verwacht 83 procent dat zij een deel van hun werk verliezen aan individueel opererende ondernemingen die zich richten op financiële technologie. Bij banken is het percentage zelfs 95 procent.

Provisieverbod is volledig doorgeslagen

Het provisieverbod is volledig doorgeslagen, met als gevolg dat de massa verstoken blijft van passend advies. Dat blogt financieel adviseur Nico van Koesveld. "Het provisieverbod heeft nu al grote gevolgen voor vele consumenten die verstoken blijven van goed advies en die groep wordt enkel maar groter. De AFM maakt zich hier grote zorgen over blijkt uit overleg met partijen. Een provisieloos systeem veroorzaakt een financiële ramp die straks groter is dan de woekerpolis affaire."

Van Koesveld schaart zich achter CFD, dat onlangs stelde dat het provisieverbod strijdig is met het Europese Unierecht. "Ze konden hier best een stevig punt hebben." De vragen bereiken minister Dijsselbloem. (Bron: VVP, 28 jun. 2016)

Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA)

De NBA is een bij wet ingestelde organisatie die onder andere belast is met het bevorderen van de goede beroepsuitoefening van haar leden (registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten). In het accountantsregister van de NBA staan alle accountants in Nederland ingeschreven. Accountants zijn werkzaam in de openbare praktijk, bij de overheid, als intern accountant en in het management van organisaties. Ze vormen een brede, pluriforme beroepsgroep van ruim 21.000 professionals met gemeenschappelijke gedragsregels.

Afgelopen jaren waren er de nodige schandalen in de Nederlandse accountancysector. Grote accountantskantoren zoals KPMG zijn geplaagd door boekhoudschandalen rond bedrijven en organisaties, waarbij ook de controlerende taak van de accountant ter discussie stond.

Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën deed een oproep aan de sector om zelf met voorstellen te komen om het vertrouwen van het publiek in de accountancy te herstellen. De werkgroep Toekomst Accountantsberoep heeft met het 105 pagina's tellende rapport In het publiek belang een eerste stap gezet.

Provisieverbod leidt tot paradoxale situatie

De paradoxale situatie lijkt nu dat advies goedkoper is en producten beter, terwijl de consument wegblijft, afgeschrikt door de nu zichtbare prijzen en de slechte reputatie van de financiële sector." Aldus Het Financieele Dagblad op 30 september 2017 in een artikel over het provisieverbod (waarvan de evaluatie momenteel wordt afgerond).

Het FD: "Veel overzichtelijker is het er voor de klant niet op geworden sinds 2013. De consument heeft soms nog producten uit het provisietijdperk en weigert die over te sluiten, bang voor nieuwe kosten. Op internet is onduidelijk hoe onafhankelijk aanbieders en vergelijkingssites zijn. En het begrip adviseur is uitgehold doordat ook gebonden verkopers die term gebruiken.

Vrije advocaatkeuze jaagt premies omhoog

Arag verhoogt de premies per 1 januari 2018. Naast de gebruikelijke indexatie betreft het een verhoging van 3,4 procent bij de zakelijke producten en van 3,5 procent bij de particuliere producten. Bij enkele producten gaat de premie nog meer omhoog: de Flexpolis wordt 8,7 procent duurder en de ProRechtCombinatie Agrarisch 5,6 procent. De polisvoorwaarden veranderen niet.

De premieverhoging komt volgens Arag "voort uit de kostenontwikkeling van juridische dienstverlening, mede als gevolg van vrije advocaatkeuze". (Bron: VVP, 3 okt. 2017)

Belastingdienst komt niet met keurmerk belastingconsulent

De Belastingdienst gaat geen kwaliteitskeurmerken verstrekken aan belastingconsulenten. Dat zegt staatssecretaris Menno Snel van Financiën naar aanleiding van Kamervragen over het vermeende gemak waarmee mensen zich als belastingconsulent kunnen voordoen.

Met een beconnummer en de aanvraag voor ondernemerschap voor BTW kan iemand zich als belastingconsulent of administratiekantoor inschrijven bij de Kamer van Koophandel en zich als zodanig registreren bij de Belastingdienst. Het beconnummer zegt niets over betrouwbaarheid of deskundigheid. (Bron: FiscaalVanMorgen, 23 nov. 2017)

AFM mag handelen met fictieve identiteit

Toezichthouders die zich bezig houden met consumentenbescherming, waaronder de AFM, mogen vanaf begin 2020 handelen met een fictieve identiteit (anoniem toezicht). Het wetsvoorstel ter zake ligt momenteel ter consultatie voor (sluitingsdatum 14 september).

De nieuwe bevoegdheid wordt in Nederland ingevoerd op grond van verordening (EU) 2017/2394 (CPC-verordening), die handhaving van grensoverschrijdende inbreuken op consumentenrechten beoogt te versterken. Hoewel de oude verordening daar niet toe verplichtte, konden ACM en AFM hun bevoegdheden ook toepassen ten aanzien van inbreuken die uitsluitend een nationaal karakter hebben, dat wil zeggen Nederlandse handelaren die jegens Nederlandse consumenten de consumentenregels overtreden. Deze keuze handhaaft het kabinet bij de nieuwe verordening.

Het kabinet bekleedt anoniem toezicht met extra waarborgen: “Uitgangspunt is dat het gebruik van een fictieve identiteit nodig en proportioneel moet zijn, zowel ten aanzien van de zwaarte van de overtreding als de mogelijkheden om alternatieve toezichtsbevoegdheden in te zetten. (Bron en meer: VVP, 8 aug. 2018)

Financieel woordenboek

Stel, u komt de begrippen allocatie en pandbrief tegen en wilt een korte omschrijving. Het woordenboek van Analist.nl biedt uitkomst.

AFM Agenda 2019

De AFM houdt risicogestuurd toezicht. Jaarlijks publiceren de AFM in januari de speerpunten, de bijbehorende toezichtactiviteiten en haar begroting voor het komend jaar. De keuze van activiteiten 2019 is:
  1. toezicht op nieuwe partijen en markten door brexit
  2. voorkómen van onverantwoord gebruik van technologie en data.
  3. aanpak van niet-passende financiële producten
  4. aandacht voor duurzaamheid in de financiële sector
  5. aanpak van marktrisico’s in de kapitaalmarkten
  6. duurzame verbetering van de kwaliteit van accountantscontroles
  7. tegengaan van witwassen en andere financieel-economische criminaliteit
(Bron: AFM, 17 jan. 2019)

Wft*-diploma Pensioen verplicht voor advies pensioenuitkering

Financieel adviseurs moeten vanaf 1 april 2019 een Wft-diploma Pensioen hebben als zij een consument adviseren over de aankoop van een variabele of vaste pensioenuitkering uit zijn tweede pijler pensioen. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) roept adviseurs op goed te kijken naar hun dienstverlening en of zij beschikken over de juiste diploma’s.

In 2018 zijn de vakbekwaamheidseisen van de Wet op het financieel toezicht (Wft) geëvalueerd. Daardoor is het diploma Pensioen aangepast. Vanaf 1 april 2019 zijn de kennis en vaardigheden voor advies aan consumenten over de aankoop van een variabele of vaste uitkering uit een tweede pijler premie- of kapitaalovereenkomst opgenomen bij dit diploma. (Bron en meer: AFM, 4 mrt. 2019)

* Wet op het financieel toezicht

Concept wetsvoorstel modernisering en betere handhaving consumentenbescherming

Staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) heeft mede namens minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) een concept wetsvoorstel gepubliceerd voor zowel modernisering als betere handhaving van de regels voor consumentenbescherming. Informatieverplichtingen van webwinkels en online platforms richting consumenten worden uitgebreid. Ook komt er een verbod op het (laten) plaatsen van valse consumentenbeoordelingen. Consumenten krijgen bovendien meer rechten bij het gebruik maken van ‘gratis’ digitale diensten waarvoor zij hun persoonlijke gegevens moeten opgeven, zoals sociale media. Dezelfde regels moeten tegelijkertijd in de hele EU worden ingevoerd, zodat je ook eenvoudig over de grens online aankopen kunt doen. (Bron: Rijksoverheid, 23 okt. 2020)