Fitness

Datum laatste wijziging: 22 maart 2018  |  Trefwoorden: , , , ,

Inhoud

  1. Oude regeling
  2. Werkkostenregeling
  3. Naslag
  4. Bedrijfsfitness toch belastingvrij vergoeden

Oude regeling

Onbelast onder voorwaarden

Werkgevers kunnen het personeel belastingvrije bedrijfsfitness verstrekken en de uitgaven hiervoor van de belastbare winst aftrekken. De fitness kan zowel in bedrijfstijd als daarbuiten plaatsvinden.

De verstrekking of vergoeding van bedrijfsfitness is onbelast als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
  1. de deelname staat open voor 90% of meer van alle werknemers of voor 90% of meer van alle werknemers met dezelfde arbeidsplaats. Deze arbeidsplaats mag niet zijn gelegen in de woning van een van deze werknemers;
  2. de bedrijfsfitness vindt plaats op een van de volgende drie plaatsen:
    1. in een vestiging van het bedrijf of instelling
    2. in een fitnesscentrum dat voor alle werknemers is aangewezen
    3. in vestigingen van één fitnessbedrijf waarmee een overeenkomst is gesloten.

Meerdere vestigingen

Als er meer dan één vestigingen zijn, gelden de twee laatstgenoemde mogelijkheden per vestiging. De werkgever kan dus per vestiging een fitnesscentrum aanwijzen of een overeenkomst sluiten met één fitnessbedrijf op grond waarvan de werknemers kunnen fitnessen in elke vestiging van dat fitnessbedrijf.

Als de fitness niet aan deze voorwaarden voldoet, dan moet een vergoeding of verstrekking daarvan volgens de algemene regels voor loon in natura worden behandeld.

NB. de belemmerende criteria zijn onder de WKR vervallen.

Bezwaar één locatie

De voorwaarde dat de fitness plaats moet vinden op één bepaalde, door de werkgever aangewezen, locatie wordt als een probleem ervaren, vooral door werknemers die niet in de vestigingsplaats van de werkgever wonen.

Andere faciliteiten

Als een fitnessabonnement naast conditie- en krachttraining ook andere faciliteiten biedt, dan mag u het abonnement niet onbelast vergoeden of verstrekken. Andere faciliteiten kunnen zijn: sauna, zonnebank, kinderopvang, andere soorten sport, zoals tennis.

Het basisabonnement bedrijfsfitness kan onder bijbetaling worden uitgebreid voor het gebruik van andere faciliteiten. De werkgever mag in dit geval het basisabonnement onbelast vergoeden of verstrekken, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
  1. de werknemer sluit twee aparte overeenkomsten met het fitnesscentrum af voor het basisabonnement en de uitbreiding;
  2. de werknemer is niet verplicht om gebruik te maken van de uitbreiding en mag alleen gebruikmaken van het basisabonnement;
  3. als de werknemer alleen gebruikmaakt van een basisabonnement, heeft hij geen toegang tot de andere faciliteiten

Zittend werk heeft negatief effect op beweeggedrag

Slechts één op de drie Nederlanders met een zittend beroep beweegt voldoende en iets meer dan een kwart sport genoeg. Als medewerkers via de werkgever mogen sporten, doen ze het liefst een individuele sport: fitness, hardlopen of zwemmen. Dit blijkt uit het onderzoek van Sport & Zaken onder 10.000 medewerkers van 41 verschillende bedrijven. (Bron: BG magazine, 19 aug. 2013)

Werkkostenregeling

Nihilwaardering

Voor fitness op de werkplek geldt een nihilwaardering. Zie Werkkostenregeling, subrubriek Nihilwaardering.

Voor fitness buiten de werkplek, geldt de vrije ruimte. De werkgever kan deze vergoeding ook onderbrengen onder het forfait, zie Werkkostenregeling, Overige kosten en voordelen in geld of natura onder forfait.

Antwoord op vragen

Minister Wiebes antwoordt op vragen van leden Tweede Kamer, oktober 2014:
  • Uit praktische overwegingen kent de fitness op de werkplek een nihilwaardering. Het is namelijk bijzonder lastig om de waarde van het individuele privévoordeel van een dergelijke voorziening op de werkplek te bepalen. Het is praktisch ondoenlijk om bij te houden wie van de werknemers gebruikmaakt van zo’n voorziening en in welke mate. Daarom is gekozen voor een nihilwaardering.
  • Fitness buiten de werkplek is belast voor zover het betreft niet-werkgerelateerde fitness. In dit geval kan gebruik worden gemaakt van de vrije ruimte.
  • Fitness die wel werkgerelateerd is, bijvoorbeeld voor het onderhouden van fitheid die vereist is voor de uitoefening van werkzaamheden zelf, is gericht vrijgesteld, ongeacht of deze op de werkplek zelf plaatsvindt of elders. Als de werkgever risico’s ziet voor de gezondheid van zijn werknemers die hij met een gericht fitnessprogramma in zijn Arbobeleidsplan wil wegnemen, dan is dat ook vrijgesteld.

Naslag

Meer informatie is te vinden in Handboek Loonheffingen. Ga naar subrubriek Loon- en inkomstenbelasting en klik bij Handboeken Loonheffingen op het door u gewenste jaar.

Bedrijfsfitness toch belastingvrij vergoeden

Er zijn nog 3 mogelijkheden om de bedrijfsfitness onbelast te vergoeden, sinds de WKR per 1-1-2016 (na een lange overgangsperiode) voor alle werkgevers definitief is geworden.

Bedrijfsfitness op de werkplek

Wanneer de mogelijkheid van bedrijfsfitness in huis bij de werkgever zelf wordt verleend, mag deze voorziening onbelast worden verstrekt. Uiteraard mogen de kosten verruild worden met een bruto loon component of met bovenwettelijk verlof. Is “in huis” ook een Mobiele Fitnesswagen op het parkeerterrein van de werkgever?

Bedrijfsfitness als onderdeel van een Arboconvenant

Een dergelijke voorziening mag uitsluitend onbelast worden verstrekt, wanneer de risico’s van de arbeidsomstandigheden of de eisen van de functie een dergelijke training min of meer vereisen. Denk aan beroepen als brandweer, politie of andere zware beroepen. De opvatting dat van de werknemer geen eigen bijdrage mag worden gevraagd is uiterst discutabel. Immers: werkgever en werknemer mogen toch in alle vrijheid met elkaar overeen komen het loon overeenkomstig te verlagen?

Bedrijfsfitness bekostigd uit de WKR

Het is natuurlijk ook mogelijk om de bedrijfsfitness uit de WKR te bekostigen. Let wel: wanneer de kosten betaald worden uit de vrije ruimte van de WKR, zijn er geen stringente regels meer m.b.t. het fitnessprogramma; het mag dus ook de contributie van de sportvereniging zijn. In feite iedere voorziening, die niet als ongebruikelijk kan worden aangemerkt. Ook de kosten van deze verstrekking mogen eventueel verruild worden in een cafetariasysteem.