Commissaris

Datum laatste wijziging: 4 september 2020  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Fictieve dienstbetrekking
  2. Loonheffingen
  3. Kostenvergoeding
  4. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke -en semipublieke sector (WNT)
  5. Naslag
  6. Wet DBA wijzigt fictieve dienstbetrekking commissaris
  7. Commissarissen ontevreden over beloningen
  8. Sneller wisselen van commissaris
  9. Afschaffen fictieve dienstbetrekking commissarissen per 1 mei 2016?
  10. Fictieve dienstbetrekking commissaris desgewenst exit
  11. Corporate Governance Code
  12. Definitief einde fictieve dienstbetrekking commissaris
  13. Inkomen NCD-commissarissen 2016
  14. VNO-NCW en minister: 1500 vrouwen ‘board-ready’
  15. Cultuuromslag nodig bij commissarissen
  16. Toezichthouders en commissarissen zijn geen BTW-ondernemer
  17. Kamervragen over BTW-plicht commissarissen
  18. Verandering rol commissarissen
  19. Verrekeningsmethode internationale bestuurders- en commissarisbeloningen
  20. Wanneer is een commissaris BTW-ondernemer?
  21. Besluit btw-heffing bij werkzaamheden toezichthouders en leden commissies 

Fictieve dienstbetrekking

Kenmerkend voor de functie van commissaris is dat hij voor zijn werkzaamheden aan geen enkel gezag is onderworpen. Sterker nog, het is juist de bedoeling dat een commissaris zijn werkzaamheden naar eigen inzicht uitvoert. Hij is immers toezichthouder. Er is dus geen sprake van een echte dienstbetrekking. Maar in de wet was wel bepaald dat een commissaris in beginsel in fictieve dienstbetrekking is. Zie ook punt 12.

Loonheffingen

Gevolg van de fictieve dienstbetrekking was dat voor de commissaris de reguliere regels voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen van toepassing waren. De verstrekte vergoeding is dus belast. Commissarissen zijn echter niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen, omdat er geen sprake is van een gezagsverhouding. Er hoeven dan ook geen premies werknemersverzekeringen in te worden gehouden. (Zie punt 12)

De inhouding van loonheffing kan achterwege blijven als de commissaris de beschikking heeft over een VAR-winst uit onderneming (VAR WUO) of een VAR DGA.

Kostenvergoeding

Bij sommige commissariaten is afgesproken dat de commissaris (alleen) een kostenvergoeding voor zijn werkzaamheden ontvangt. Hierbij kan voor de commissaris gebruik worden gemaakt van dezelfde belastingvrije vergoedingsmogelijkheden als die ook voor werknemers open staan. Eventueel kan de commissaris voor de regelmatig terugkerende kosten een vaste kostenvergoeding ontvangen, in plaats van vergoedingen op declaratiebasis. (Bron: Taxence, 26 nov. 2013)

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke -en semipublieke sector (WNT)

De op 1 januari 2013 in werking getreden WNT stelt een  wettelijk maximum aan de bezoldiging van onder andere commissarissen bij woningcorporaties en bevat regels over het openbaar maken van de bezoldiging. (Bron: Rijksoverheid, 2015)

Naslag

Meer informatie is te vinden in Handboek Loonheffingen. Ga naar subrubriek Loon- en inkomstenbelasting en klik bij Handboeken Loonheffingen op het door u gewenste jaar.

Wet DBA wijzigt fictieve dienstbetrekking commissaris

Tegelijk met de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) per 1 mei 2016 zal per zelfde datum de fictieve dienstbetrekking van commissarissen komen te vervallen. Het voorstel van staatssecretaris Wiebes is nu de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen te schrappen, omdat deze volgens straks geen nut meer heeft. En als er geen fictieve dienstbetrekkking meer is, zijn commissarissen geen loonheffingen en werkgeversbijdrage Zvw verschuldigd.

Een uitzondering hierop is als de commissaris via een (commissaris) BV werkt en gebruik maakt van de zogenoemde doorbetaaldloonregeling. De doorbetaaldloonregeling regelt dat de inhoudingsplicht in de situatie van een werknemer met meerdere inhoudingsplichtigen, bij één van deze inhoudingsplichtigen komt te liggen. Dit geldt onder meer voor een DGA die wel verzekeringsplichtig is voor de werkmaatschappij waar hij werkt, maar zelf in dienst bij een Holding. Via de doorbetaaldloonregeling kunnen dan de loonheffing en zvw in de holding geheven en afgedragen worden en de sociale lasten in de werkmaatschappij.

Er zit een addertje onder het gras: als de fictieve dienstbetrekking vervalt, kunnen buitenlandse commissarissen die in Nederland werkzaam zijn de 30%-regeling niet meer laten toepassen. Een mogelijke oplossing om de 30%-regeling te handhaven, is een opting-in waarmee commissaris en vennootschap toestemming aan de fiscus kunnen vragen om de arbeidsverhouding alsnog als dienstbetrekking aan te merken. Maar moeten deze buitenlandse commissarissen, afhankelijk van de duur van hun verblijf in Nederland, dan weer wel loonheffing betalen? (Bron: Taxence, 4 feb. 2016)

Commissarissen ontevreden over beloningen

De beloning eind 2015 varieert van 45 tot 220 euro per uur. Wat de tijdsbesteding betreft, is een commissaris gemiddeld ruim twee dagen per maand (18 uur) daaraan werkzaam, een aantal dat afgelopen jaren is gestegen.

Uit het Nationaal Commissarissen Onderzoek (NCO) blijkt dat in totaal 43 procent van de commissarissen vindt dat hun beloning moet worden verhoogd om daardoor het intern toezicht bij een bedrijf te verbeteren. Commissarissen denken aan een verhoging van 25 procent (€ per uur of aantal uren?) .

Sneller wisselen van commissaris

Anno 2016 mogen commissarissen maximaal drie termijnen van vier jaar blijven. De commissie Van Manen (Corporate Governance) zegt daarover: 'Om te voorkomen dat commissarissen te gemakzuchtig worden, moet hun termijn terug van drie keer vier jaar naar twee keer vier jaar.'

Afschaffen fictieve dienstbetrekking commissarissen per 1 mei 2016?

Tegelijk met de invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) per 1 mei 2016 zal waarschijnlijk per zelfde datum de fictieve dienstbetrekking van commissarissen komen te vervallen. Het voorstel van staatssecretaris Wiebes is de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen te schrappen, omdat deze volgens hem straks geen nut meer heeft. En als er geen fictieve dienstbetrekkking meer is, zijn commissarissen geen loonheffingen en werkgeversbijdrage Zvw verschuldigd.

Voor commissarissen met een VAR-wuo of VAR-dga* zijn er geen problemen. Zij hoeven niet in de verloning betrokken te worden. Voor de commissarissen die nu verloond worden, heeft dit wel gevolgen. Op het moment dat zij niet meer in (fictieve) dienstbetrekking staan, mogen zij niet langer verloond worden. Voortzetting van de huidige situatie is mogelijk, maar dan is actie noodzakelijk. Commissarissen die verloond willen blijven worden dienen (gezamenlijk) te verzoeken tot ‘opting-in’. Zo ontstaat opnieuw een fictieve dienstbetrekking

Er zit nog een addertje onder het gras: als de fictieve dienstbetrekking vervalt, kunnen buitenlandse commissarissen die in Nederland werkzaam zijn de 30%-regeling niet meer laten toepassen. Een mogelijke oplossing om de 30%-regeling te handhaven, is een opting-in waarmee commissaris en vennootschap toestemming aan de fiscus kunnen vragen om de arbeidsverhouding alsnog als dienstbetrekking aan te merken. Maar moeten deze buitenlandse commissarissen, afhankelijk van de duur van hun verblijf in Nederland, dan weer wel loonheffing betalen? (Bronnen: Taxence, 4 feb. 2016 en BDO, 11 mrt. 2016)

* Zie subrubriek Verklaring arbeidsrelatie.

Fictieve dienstbetrekking commissaris desgewenst exit

Staatssecretaris van Financiën Wiebes heeft op 14 maart 2016 een besluit gepubliceerd waarin wordt goedgekeurd dat de arbeidsverhouding van een commissaris na 1 mei 2016 niet wordt aangemerkt als een fictieve dienstbetrekking. De staatssecretaris loopt met dit besluit vooruit op een wetswijziging per 1 januari 2017.

Het is vanaf 1 mei 2016 niet verplicht om gebruik te maken van de goedkeuring, de staatssecretaris gebruikt hierbij het woord 'optioneel'. Het besluit kan alleen worden toegepast als zowel de commissaris als het lichaam waarvoor de commissaris werkt, hiervoor kiezen. Zo nee, dan blijft de inhoudingsplicht voor de loonheffing ongewijzigd, in ieder geval tot 1 januari 2017 omdat een wetsvoorstel is aangekondigd waarin per 1 januari 2017 de fictieve dienstbetrekking van een commissaris wordt afgeschaft*.

Als ervoor wordt gekozen om gedurende de periode 1 mei 2016 tot 1 januari 2017de fictieve dienstbetrekking niet meer toe te passen, betekent dat dat de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet door de commissaris moet worden betaald. Dat valt te voorkomen door te kiezen voor 'opting in'. Maar dan moet wel tijdig een aanvraag daarvoor zijn ingediend.

* Wat de 30%-regeling betreft, kan (mogelijk) voor commissarissen die vallen onder deze regeling vanaf 1 januari 2017 'opting-in' worden toegepast, zie voornoemde alinea 'Afschaffen fictieve dienstbetrekking commissarissen per 1 mei 2016?'.

Naslag:  BDO of Nieuwsbrief loonheffingen 2017, blz 3.

Corporate Governance Code

Een commissaris wordt benoemd voor een periode van vier jaar en kan daarna éénmalig voor een periode van vier jaar worden herbenoemd. De commissaris kan nadien wederom worden herbenoemd voor een benoemingstermijn van twee jaar die daarna met maximaal twee jaar kan worden verlengd. Herbenoeming na een periode van acht jaar wordt gemotiveerd in het verslag van de raad van commissarissen. Zie ook subrubriek GedragsCode.

Definitief einde fictieve dienstbetrekking commissaris

Fictieve dienstbetrekking

De fictieve dienstbetrekking van de commissaris wordt per 1 januari 2017 afgeschaft. Deze wetswijziging is onderdeel van het Belastingplan 2017 dat eind 2016 door de Eerste Kamer is goedgekeurd. Dat betekent dat er geen loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) meer wordt ingehouden.

De commissaris zal de vergoeding wel in zijn aangifte inkomstenbelasting moeten aangeven. De verschuldigde inkomstenbelasting en de te betalen inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet draagt de commissaris dan af aan de Belastingdienst.

Opting-in

De commissaris kan er vanaf 1 januari 2017 samen met de organisatie er voor kiezen om uitbetaling via de loonlijst te handhaven (opting-in). De commissaris en de organisatie moeten daarvoor een verzoek doen aan de Belastingdienst (‘opting in’) tot inhouding van loonheffing via het formulier ‘Verklaring Loonheffing Opting-in’. Dit verzoek moet zijn ingediend voordat in 2017 de eerste betaling plaatsvindt.

Bij ‘opting-in’ houdt de organisatie c.q. vennootschap loonheffing in op de vergoeding die de commissaris ontvangt. De vennootschap betaalt aan de Belastingdienst ook de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet en houdt die in op de vergoeding die aan de commissaris wordt uitbetaald.

30%-regeling

Uit het buitenland aangeworven commissarissen komen onder omstandigheden in aanmerking voor de 30%-regeling. Een van de voorwaarden voor het toepassen van deze regeling is dat sprake is van onderworpenheid aan de loonbelasting. Door te kiezen voor ‘opting-in’ kan ook na 1 januari 2017 aan deze voorwaarde voldaan worden. Daarnaast kan door de ‘opting-in’ ook gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die de Wet op de loonbelasting 1964 biedt. Denk daarbij onder meer aan de werkkostenregeling.

BTW

De BTW aspecten van de commissaris blijven ongewijzigd. Dit betekent dat voor de werkzaamheden de commissaris aan de heffing van omzetbelasting is onderworpen voor zover de commissaris voor deze werkzaamheden ondernemer is. Dit betekent dat de commissaris BTW zal moeten afdragen voor wat betreft de werkzaamheden en BTW die hij eerder in rekening bracht kan hij hiervan aftrekken. Het is mogelijk dat de commissaris de kleine ondernemersregeling kan toepassen.

Heffing beloningen buitenlandse bestuurders en commissarissen

Buitenlandse bestuurders en commissarissen van in Nederland gevestigde vennootschappen worden geacht hun winst uit onderneming geheel te hebben vervuld met behulp van een vaste inrichting in Nederland. Het loon en resultaat uit overige werkzaamheden ontvangen door buitenlandse bestuurders en commissarissen worden geacht volledig in Nederland te zijn vervuld.

(Bronnen: www.BTWcommissaris.nl e.a.)

Inkomen NCD-commissarissen 2016

In nauwe samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Commissarissen en Directeuren heeft Human Capital Group eind 2016 een beloningsonderzoek uitgevoerd onder directeuren en commissarissen.

Uit het onderzoek blijkt dat toezichthouders die werkzaam zijn in de publieke sector en daarmee onder de WNT vallen, minder dan de helft verdienen ten opzichte van de collega commissarissen die werkzaam zijn in het bedrijfsleven en niet onder de WNT vallen. De gemiddelde vergoeding voor een toezichthouder bedraagt € 9.000 per jaar en de vergoeding voor een commissaris € 20.000 per jaar. De vergoeding voor een commissaris / toezichthouder wordt bepaald door diverse factoren, waar onder urenbesteding, soort en grootte van de onderneming, de sector en eventuele extra taken zoals een auditcommissie of voorzitterschap.

Verrassend was de uitkomst van het onderzoek, dat vrouwelijke commissarissen en toezichthouders circa 25% minder verdienen dan hun mannelijke equivalenten. Dit verschil blijkt daarmee groter te zijn dan bij de directeuren, waar het verschil tussen vrouwelijk en mannelijke directeuren op circa 15% ligt. Wij hebben geen enkele verklaring kunnen vinden voor dit onderscheid, wat zelfs aanzienlijk groter is dan de loonkloof die wij zien bij reguliere werknemers. Daar ligt het verschil op gemiddeld nog geen 2,5%. (Bron: AllesoverHR, 23 mei 2017)

Wat het inkomen van directeuren betreft, zie subparagraaf Zakkenvullende directeur, een mythe

VNO-NCW en minister: 1500 vrouwen ‘board-ready’

Vandaag (6 december 2018) valt er bij 5000 Nederlandse bedrijven een gezamenlijke brandbrief van het kabinet en werkgeversorganisatie VNO-NCW op de mat, waarin zij worden aangespoord meer vrouwen te benoemen in raden van bestuur en commissarissen. 'Wij roepen u op om na te gaan waar uw bedrijf nu staat... en waar nodig werk te maken van het realiseren van diversiteit in de top', schrijven werkgeversvoorman Hans de Boer en minister Ingrid van Engelshoven (Emancipatie) in hun brief.

Aanleiding voor de oproep is de vorige week gepubliceerde Bedrijvenmonitor, waaruit blijkt dat het aandeel vrouwen in raden van bestuur is blijven steken op iets meer dan 10%. In raden van commissarissen is dat 15%. Dat steekt schril af tegen het streefcijfer van 30% die de Wet bestuur en toezicht (Wbt) stelt.

Begin 2019 wordt de balans opgemaakt. 'Als het kabinet in 2019 de voortgang van het aandeel vrouwen aan de top van het bedrijfsleven als onvoldoende beoordeelt, zal het kabinet zich beraden op stevige maatregelen', aldus de brief. (Bron: TopVrouwen, 6 mrt. 2018)

Cultuuromslag nodig bij commissarissen

Binnen de raden van commissarissen van bedrijven is een cultuuromslag nodig. Dat vindt voorzitter Hans de Boer van ondernemersorganisatie VNO-NCW. Volgens hem moet er in het samenspel tussen commissarissen en bestuur meer ruimte worden geboden aan afwijkende inzichten, ervaringen en deskundigheid. Ook zouden er vaker mensen met een andere achtergrond moeten worden aangetrokken. (Bron: De Telegraaf, 23 apr. 2018)

Toezichthouders en commissarissen zijn geen BTW-ondernemer

Op 13 juni 2019 is een arrest van het Hof van Justitie gepubliceerd over de vraag of een lid van de raad van commissarissen een BTW-ondernemer is. Het oordeel van het Hof van Justitie is dat de economische activiteit niet zelfstandig wordt uitgeoefend en dat de commissaris daarmee geen BTW-ondernemer is. Deze uitspraak betekent dat commissarissen en toezichthouders geen beroep hoeven te doen op de kleineondernemersregeling om geen BTW in rekening te hoeven te brengen. Naast een administratieve lastenverlichting betekent dit voor bijvoorbeeld onderwijs- en zorginstellingen een kostenbesparing.

Lees de jurisprudentie d.d. 13 juni 2019.

Kamervragen over BTW-plicht commissarissen

In vervolg op het arrest van het Hof van Justitie d.d. 13 juni 2019 heeft de staatssecretaris van Financiën, Menno Snel, op 5 juli 2019 antwoord gegeven op vragen van leden van de Tweede Kamer.

"De belastinginspecteur moet per geval moet beoordelen of sprake is van BTW-ondernemerschap of niet met inachtneming van het arrest van het Hof van Justitie. Het arrest biedt onvoldoende duidelijkheid om een algemene, voor iedere toezichthouder geldende, beleidslijn in een beleidsbesluit vast te leggen. Als de Hoge Raad arrest heeft gewezen in een zaak over de BTW-belastbaarheid van vacatiegelden, zal de staatssecretaris opnieuw bezien of het mogelijk is om de BTW-plicht van toezichthouders te verduidelijken in een beleidsbesluit."

Verandering rol commissarissen

Organisaties worden met steeds meer nieuwe risico’s geconfronteerd en dreigen de aandacht voor ‘traditionele’ risico’s te verliezen. Dat blijkt uit de Global Risk Landscape 2019 van BDO, een passage daaruit die de kern raakt:

Een commissaris was vroeger vooral iemand die vanaf de buitenkant naar de organisatie keek en het bestuur coachte en aandachtspunten benoemde. Na de komst van de governance codes door de commissies Tabaksblat en Frijns, is dit veranderd. Een commissaris is nu ook bezig met zaken als governance, risicobeheersing en de organisatiecultuur. Op dat gebied moet hij ook steeds meer zaken afvinken. Dus je ziet dat de adviesrol steeds meer een instrumentele rol wordt die samenhangt met corporate governance aspecten en externe ontwikkelingen.

Verrekeningsmethode internationale bestuurders- en commissarisbeloningen

De aanpak van belastingontwijking is een van de beleidsprioriteiten van dit kabinet. In een brief aan de Tweede Kamer van 29 mei 2020 beschrijft het kabinet hoe het de effecten van de aanpak van belastingontwijking wil monitoren. Op 29 mei 2020 heeft het kabinet eveneens de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 gepubliceerd. Deze notitie beschrijft het Nederlandse beleid met betrekking tot het sluiten van verdragen ter voorkoming van dubbele belasting. 

Wanneer is een commissaris BTW-ondernemer?

Volgens de Europese Commissie is een commissaris BTW-ondernemer. Uit een recente uitspraak van de Hoge Raad kan afgeleid worden dat een lid van de raad van commissarissen, net als een lid van de bezwarencommissie, geen BTW-ondernemer is wanneer deze geen eigen bevoegdheden of taken heeft.

Volgens de Europese Commissie kwalificeren commissarissen al vanaf het vervullen van hun eerste commissariaat als BTW-ondernemer. Zij moeten BTW in rekening brengen voor de diensten die zij leveren aangezien zij volgens de Europese Commissie zelfstandig een deelname hebben aan het economische verkeer. (Bron en meer data: CM, 4 sep. 2020)

Besluit btw-heffing bij werkzaamheden toezichthouders en leden commissies 

Op grond van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968 is een ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent ondernemer voor de btw. Het besluit geeft een invulling aan het begrip ‘zelfstandig’ met het oog op de btw-behandeling van de werkzaamheden van natuurlijke personen die optreden als toezichthouder of als lid van een bezwaaradviescommissie of van andere daarmee te vergelijken werkzaamheden.

Uit het besluit volgt dat, ondanks het ontbreken van een arbeidsovereenkomst, geen sprake is van zelfstandigheid in de uitoefening van een economische activiteit in de volgende gevallen:
  1. Toezichthoudend orgaan met wettelijke grondslag in publiek- of privaatrecht (o.a. NV, BV, (bedrijfstak)pensioenfonds);
  2. Toezichthoudend orgaan zonder wettelijke grondslag in publiek- of privaatrecht vergelijkbaar met NV of BV (o.a. stichting en vereniging);
  3. Bezwaaradviescommissies, adviescolleges met wettelijke taak;
  4. Toetsingscommissies, geschillencommissies en vergelijkbare commissies.
(Bron: FJ, 8 mei 2021)