Kosten ontslag

Datum laatste wijziging: 20 juli 2018  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Ontslagroutes
  2. Verschillende kostenposten
  3. Ontslag met wederzijds goedvinden
  4. Ontslag via de kantonrechter duur
  5. Onderzoek ontslagkosten
  6. Lengte ontslagprocedures
  7. Familierelatie staat beroepsmatig verleende rechtsbijstand niet in de weg
  8. Billijke vergoeding geen punitief karakter, gevolgen ontslag wel relevant

Let op: De genoemde bedragen zijn kosten die tot 2015 zijn gemaakt. Vanaf 2015 - met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid - zullen de kosten anders zijn.

Ontslagroutes

Er worden vijf ontslagroutes onderscheiden:
  • eenzijdige opzegging van een overheidsaanstelling (voor ambtenaren);
  • ontslagvergunning via het UWV;
  • ontbindingsverzoek via de kantonrechter;
  • ontslag op staande voet;
  • (gedwongen) ontslag met wederzijds goedvinden.

Verschillende kostenposten

In elke fase van een ontslagproces kunnen werkgevers kosten maken. Zo kan men denken aan de kosten van juridisch advies of bijstand in de aanloop naar een ontslagvergunning- of ontbindingsprocedure of het afsluiten van een beëindigingovereenkomst, of aan de tijd die in de organisatie is besteed aan de voorbereiding van het ontslaggeval. Daarnaast kan men denken aan het doorbetalen van loon wanneer de ontslagen werknemer niet meer productief is, of aan het betalen van - door de rechter – opgelegde vergoedingen aan de werknemer.

Ontslag met wederzijds goedvinden

Van de vaste arbeidsrelaties die in de periode 2011-2012 zijn beëindigd komt ontslag met wederzijds goedvinden verreweg het meeste voor. In de periode 2004-2006 ging het nog om een kwart van de ontslaggevallen. De opkomst van ontslag met wederzijds goedvinden hangt samen met de beperking van de verwijtbaarheidstoets in WW in 2006. Hierdoor kunnen werknemers tegenwoordig ook na ontslag met wederzijds goedvinden toegang krijgen tot de WW.

Ontslag via de kantonrechter duur

Aan de werkgevers die in de periode 2011-2012 geen werknemers met vaste contracten hebben ontslagen, is gevraagd wat volgens hen de duurste ontslagroute is. Het blijkt dat twee derde van deze respondenten de ontslagroute via de kantonrechter als duurste route beschouwt. Aan dezelfde groep respondenten is gevraagd welke rol ontslagkosten spelen bij de keuze om een werknemer te ontslaan. Het blijkt dat 64% dit erg tot enigszins belangrijk vindt. 18% van deze werkgevers vindt dit helemaal niet belangrijk.
Let op!
Het arbeidsrecht telt 8 ontslaggronden. Als het aan de regering ligt komt er daar nog een bij. Welke ontslaggronden er zijn, welke erbij komt en hoe de rechter ze beoordeelt, leest u in deze gratis whitepaper.

Onderzoek ontslagkosten

In opdracht van Min SZW heeft Panteia in 2013 onderzoek uitgevoerd onder 3.501 werkgevers met 5 of meer werknemers in dienst, om inzicht te krijgen in de kosten die werkgevers maken bij het beëindigen van vaste arbeidsrelaties:
95% interval Gemiddelde n
Eenzijdige beëindiging
overheidsaanstellingen
€ 19.354 - € 40.853 € 30.104 27
Ontslagvergunning via het
UWV
€ 15.163 - € 21.333 € 18.248 189
Ontbindingsverzoek via de
kantonrechter
€ 37.881 - € 65.031 € 51.456 146
Ontslag op staande voet
 
€ 4.920 - € 8.826 € 6.873 88
Ontslag met wederzijds
goedvinden
€ 19.111 - € 25.723 € 22.417 739

(Bron en meer: Panteia 2013, 12 nov. 2013)

Lengte ontslagprocedures

De gemiddelde lengte van de onderzochte ontslagprocedures verschilt. Ontslag met wederzijds goedvinden gaat het snelst, met een gemiddelde duur van 19 weken. De ontslagroutes via het UWV en de kantonrechter duren gemiddeld vijf tot zes weken langer.

Familierelatie staat beroepsmatig verleende rechtsbijstand niet in de weg

Het mag jouw broer of zuster zijn, zolang hij/zij maar advocaat is. Ook niet relevant is het eventueel ontbreken van het betalen van een honorarium. Recht op een kostenvergoeding geldt weer wel voor een eventuele bezwaarfase. Aldus het Gerechtshof Amsterdam op 22 november 2016.

In dit verband is de uitspraak van de Hoge Raad uit 2012 interessant, waarbij een eerdere uitspraak van een Rechtbank werd vernietigd.

Billijke vergoeding geen punitief karakter, gevolgen ontslag wel relevant

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een deel van de versobering van de ontslagvergoeding uit 2015 ongedaan mag worden gemaakt. Persoonlijke omstandigheden van de werknemer en schadelijke gevolgen van het ontslag tellen in sommige gevallen toch weer. De Hoge Raad noemt een aantal zaken waarnaar voortaan moet worden gekeken:
  • Valt de werknemer iets te verwijten?
  • Wat zou de werknemer aan loon hebben genoten als de opzegging zou zijn vernietigd?
  • Heeft de werknemer ander werk heeft gevonden?
  • En als de werknemer ander werk heeft gevonden, wat zijn de nieuwe in verhouding tot de oude inkomsten?
  • Kortom, wat is in de gegeven situatie billijk? 
Aldus de uitspraak van de Hoge Raad, d.d. 30 juni 2017